Naar inhoud springen

Jozua (boek)/6: verschil tussen versies

1.190 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
'''[De poort].''' Zover bekend was er slechts één poort.
 
== Gods aanvalsplanAanvalsplan (2-57) ==
Het door de „vorst van des Heeren leger" zelf op­gemaakte en aan Jozua meegedeelde aanvalsplan zal ten uitvoer worden gelegd. Het is een plan, als nim­mer te voren werd gezien en nadien nimmermeer zal worden aanschouwd. Het bestaat uit drie delen: wan­delen, juichen, innemen.
 
Het eerste zal zeven dagen achtereen moeten geschieden, altijd in dezelfde volgorde. Voorop gaangaat het krijgsvolk. Dit wordt gevolgd door zeven priesters; [[zeven]], het getal van volheid. Hun 'wapen' is de ramsbazuin. Ze worden op de voet gevolgd door de ark, het zichtbare teken van Gods tegenwoordigheid. De ark, door Aarons zonen gedragen, is de Bevelhebber, die voor zijn leger uitgaat. En daarachter gaangaat Israëls „weerbare mannen" (vers 3); niet: Jozua en de weerbare mannen. Natuurlijk moet ook Jozua achter de ark aanwandelen; doch dan niet als bevelhebber. Hij is, nu De Bevelhebber er is, niet meer dan een van Israëls „weerbare mannen". Die allenhet moetenongewapende wandelenvolk, plechtig voortschrijdenvoortschrijdend ach­ter de ark. En dan geen krijgsgeschreeuw aanheffen, zoals oprukkende troepen dat doen (1 Sam. 17 : 20). Neen, alles moet zwijgen: geen geluid mag worden gehoord; alleen de ramshoorn mag spreken.
 
Volgens een andere opvatting<ref>A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 16.  </ref> was de volgorde deze: zeven priesters → ark → Jozua met het krijgsvolk. Echter, dit is in strijd met vers 7.
 
Volgens weer een andere opvatting<ref name=":1">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref> was de volgorde deze: krijgsvolk van de twee-en-een-halve stam → zeven priesters → ark → overig krijgsvolk. Dit is mogelijk, maar deze stammenverdeling van de krijgsvolk vindt geen steun in het zinsverband.
 
== Joz. 6:2 ==
Regel 32 ⟶ 36:
 
En dan ineens, dan gebeurt het! De ramshoornen geven een gerekte toon en de zwijgende krijgers veranderen in juichende helden. Ze juichen als over­winnaars. En voordat de mannen van Jericho het „hoe" begrijpen, zien ze ineens de stadsmuur, waar­achter ze zich zo veilig waanden en van welks randen ze nu zeven dagen achtereen Israëls zwijgende krijgers hadden gadegeslagen, inzakken, als ware hij door een reuzenhand aangegrepen.
 
== Joz. 6:9 ==
Joz 6:9  En wie toegerust was, ging voor het aangezicht van de priesters, die de bazuinen bliezen; en de achtertocht volgde de ark na, terwijl men ging en blies met de bazuinen. (SV)
'''Wie toegerust was.''' Het krijgsvolk. Volgens één uitleg is dat het krijgsvolk van de twee-en-een-halve stam<ref name=":1" />.
 
'''Gingen voor het aangezicht van de priesters, die de bazuin bliezen.''' Krijgsvolk → priesters met bazuinen → priesters met de ark.
 
'''De achtertocht.''' Het ongewapende volk. Volgens boven vermelde uitleg het krijgsvolk van de overige stammen.
 
== Joz. 6:18 ==
Regel 56 ⟶ 68:
A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 16. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 18 nov. 2020.
 
== VoetnootVoetnoten ==
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.