Naar inhoud springen

Nazireeër: verschil tussen versies

380 bytes toegevoegd ,  10 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''Nazireeër''' (ook gespeld ''Nazireër''; Eng. ''Nazarite'') was in de tijd van het Oude Testament een man of vrouw die tijdelijk of levenslang aan God was toegewijd en de plicht van de onthouding vrijwillig op zich genomen had. Hij liet zijn haar groeien, onthield zich van wijn en sterke drank, en mocht niet met een dode in aanraking komen. Zie over het Nazireeërschapnazireeërschap oftewel nazireaat, Num. 6: 1-21. Een Nazireeër moet niet verward worden met een [[Nazoreeër]] of [[Nazarener]].
 
'''Woord'''. Het woord Nazireeër is in het [[Hebreeuws]] ''nazir,'' dat is 'afgezonderde, toegewijde, omkranste' en wordt toegepast op een man of vrouw die de gelofte heeft gedaan om zich af te zonderen tot en toe te wijden aan God. Toegepast op de wijnstok betekent ''nazir'' ‘ongesnoeid’ (Lev. 25:5, 11).
 
'''Jozef, een nazir.''' In Gen. 49:26 (vgl. Deut. 33:16) wordt van [[Jozef]] gezegd dat hij een ''nazir'' onder zijn broeders is. In Nederlandse vertalingen wordt het verschillend weergegeven:<blockquote>''Ge 49:26 De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des <u>afgezonderden</u> zijner broederen! (SV)'' </blockquote><blockquote>''Ge 49:26 De zegeningen van uw vader gaan de zegeningen van mijn voorvaderen te boven, reikende tot het kostelijkste der eeuwige heuvelen; zij zullen komen op het hoofd van Jozef, op de schedel van de <u>uitverkorene</u> onder zijn broeders. (NBG51)''</blockquote><blockquote>''Ge 49:26 De zegeningen van je vader gaan de zegeningen van mijn vaderen te boven, tot aan de begerenswaardigheid van de eeuwige heuvels. Zij zullen zijn op het hoofd van Jozef, ja, op de schedel van de <u>gewijde</u> onder zijn broers. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ge 49:26 zegeningen van je vader: ze geven moed boven de zegeningen van bergen,- het kostelijkste van heuvels van eeuwig; ze zullen zijn op het hoofd van Jozef, op de kruin van de <u>omkranste</u> onder zijn broeders! (NB)''</blockquote>Niettegenstaande die bijzondere plaats die Jozef temidden van zijn broeders innam, was hij geen Nazireeër in de zin van Num. 6.
 
De '''kernKern.''' De kern van het bijbelseBijbelse Nazireeërschap was: Gode gewijd leven, leven voor Hem.
 
'''Plichten.''' Drie dingen waren voor de Nazireeër '''verplicht'''.
# Hij moest zich onthouden van sterke drank of iets dat van de wijnstok kwam (druivensap, wijn, verse of droge druif, azijn van wijn).
# Geen scheermes mocht op zijn hoofd komen, hij moest zijn haarlokken laten groeien.
# Hij mocht geen dood lichaam aanraken.
God verweet de kinderen van Israël:<blockquote>''Am 2:12 Maar u laat de nazireeërs wijn drinken, en u hebt de profeten geboden: Profeteer niet! (HSV)''</blockquote>SomsWanneer werdeniemand deplotseling kinderenoverleed nogin vóórdiens hunnabijheid, geboortewerd levenslang totde Nazireeër gewijd,verontreinigd. zoalsHij Simson,moest Samuëldan enzijn wellichthoofd ookscheren, Johannesoffers debrengen, en opnieuw Doperbeginnen.
 
'''Levenslang nazireaat.''' Soms werden de kinderen nog vóór hun geboorte levenslang tot Nazireeër gewijd, zoals Simson, Samuël en wellicht ook Johannes de Doper.
'''[[Simson]]''' getuigde tegenover zijn heidens liefje dat hij ‘een Nazireeër Gods van mijn moeders buik af’ was.<blockquote>''Ri 16:17 Zo verklaarde hij haar zijn ganse hart, en zeide tot haar: Er is nooit een scheermes op mijn hoofd gekomen, want ik ben een <u>Nazireër</u> Gods van mijn moeders buik af; indien ik geschoren wierd, zo zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou zwak worden, en wezen als alle de mensen. (SV)''</blockquote>Vóór Simons geboorte gebood de Engel van Jhwh geen scheermes op het hoofd van de jongen mocht komen, Richt. 13:1-5. Simsons opdracht was om Israël te verlossen uit de hand der Filistijnen. Simson verraadde het geheim van zijn bovennatuurlijke kracht, maar bezegelde zijn zending met zijn eigen dood.
 
'''[[Simson]]''' getuigde tegenover zijn heidens liefje dat hij ‘een Nazireeër Gods van mijn moeders buik af’ was.
Of '''[[Paulus]]''', volgens Hand. 18: 18, een Nazireeërsgelofte heeft gedaan, is niet zeker.
[[Bestand:The Bible panorama, or The Holy Scriptures in picture and story (1891) (14598265629).jpg|miniatuur|De Nazireeër Simon (links) onthulde aan zijn Filistijnse vriendin dat het geheim van zijn buitengewone kracht in zijn lange haar lag.]]
'''[[Simson]]''' getuigde tegenover zijn heidens liefje dat hij ‘een Nazireeër Gods van mijn moeders buik af’ was.<blockquote>''Ri 16:17 Zo verklaarde hij haar zijn ganse hart, en zeide tot haar: Er is nooit een scheermes op mijn hoofd gekomen, want ik ben een <u>Nazireër</u> Gods van mijn moeders buik af; indien ik geschoren wierd, zo zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou zwak worden, en wezen als alle de mensen. (SV)''</blockquote>Vóór Simons geboorte gebood de Engel van Jhwh geen scheermes op het hoofd van de jongen mocht komen, Richt. 13:1-5. Simsons opdracht was om Israël te verlossen uit de hand der Filistijnen. Simson verraadde het geheim van zijn bovennatuurlijke kracht, maar bezegelde zijn zending met zijn eigen dood.
 
Of '''Paulus.''' Of de apostel [[Paulus]]''', volgens Hand. 18: 18, een Nazireeërsgelofte heeft gedaan, is niet zeker.
Wanneer iemand plotseling '''overleed''' in diens nabijheid, werd de Nazireeër verontreinigd. Hij moest dan zijn hoofd scheren, offers brengen, en opnieuw beginnen.
 
'''Voleindiging.''' Wanneer de periode van zijn Nazireeërschapnazireeërschap was '''vervuld''', dan moest hijde afgezonderde brengen een brandoffer, een zondoffer, een dankoffer , een spijsoffer en een drankoffer, alsmede de offers van de priesterwijding. Hij moest zijn hoofd scheren en het haar verbranden in het vuur dat onder het vredeoffer brandde. Dit was een voorafbeelding van de volle gemeenschap, die het gevolg is van het offer van Christus<ref name=":0">''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Nazarite.</ref>.
 
'''Roeping.''' De Nazireeërnazireeër werd door God '''geroepen''' als het instrument van Zijn macht ten behoeve van het volk, wanneer de druk waaronder, het leed kwam van vijanden binnen hun eigen grenzen (zoals de Filistijnen ), en wanneer het als gevolg van gevolg van de zedelijke toestand van het volk voor God niet mogelijk door gewone wijzen van verlossing tussenbeide te komen.<blockquote>''Am 2:11 Uit uw zonen deed Ik profeten opstaan, uit uw jongemannen nazireeërs. Is dit niet zo, Israëlieten? spreekt de HEERE.'' (HSV)</blockquote>'''Kenmerken.''' De Nazireeërnazireeër werd enerzijds '''gekenmerkt''' door een bijzondere kracht van de Geest van God en anderzijds door een strenge scheiding van natuurlijke bronnen van opwekking, het decorum en het zedenbederf welke verbonden waren met het leven van het volk. We zien dit in Johannes de Doper.
 
'''Symboliek.''' De plichten van onthouding schijnen een '''symbolische''' '''betekenis'''<ref name=":0" /> te hebben:
# Onthouding sterke drank of iets van de wijnstok: zich afwenden van aardse geneugten.
# Geen scheermes mocht op het hoofd komen, zijn hoofdhaar laten groeien: zelfverloochening, opgeven van het decorum en de natuurlijke rechten als man, vgl. 1 Kor 11:7,14, waar lang haar voor een man oneerbaar is en een teken van ondergeschiktheid.
# Geen dood lichaam aanraken: vermijden van contact met morele bezoedeling, de sfeer van dood en vervreemding ten opzichte van God veroorzaakt door de zonde .
'''Jezus Christus''' was niet letterlijk een Nazireeërnazireeër. Hij onthield zich immers niet van het drinken van wijn en vatte de hand van een overleden meisje (Marc. 5:41). Hij was wel een zedelijke Nazireeër.nazireeër: Hij, de heilige knecht van God, was Zijn Zender bijzonder ''toegewijd''. Als de ‘man van smarten', die noch Zichzelf noch aardse geneugten zocht, was hij God gehoorzaam tot de dood van het kruis. Hij vervulde al de soorten offeranden. Thans leeft hij als mens in de hemel nog steeds voor God.
 
'''Christenen.''' Gelovigen uit de Joden, christenjoden, hebben de neiging onder de wet te leven (Hand. 21:20v). In het boek Handelingen (21:23v) vinden wij vier gelovige Joodse mannen die een gelofte van Nazireeërschapnazireeërschap hadden gedaan. Na afloop van de periode van hun nazireeërschapnazireaat brachten zij een offer en lieten zij zich het lange haar afscheren.
 
Leerlingen van Jezus zijn in zedelijk opzicht ook nazireeërs, niet vanwege een gelofte, maar als geheiligd in Christus Jezus. Deze zei: "Ik heilig mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn door de waarheid." <blockquote>''Joh 17:19 En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij <u>geheiligd</u> zijn door de waarheid.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''1Co 1:2 aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de <u>geheiligden</u> in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen, in elke plaats, die de naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen, zowel hun als onze Heer:'' (TELOS)</blockquote>
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.