Tempel van Salomo

Uit Christipedia

De tempel van Salomo is het door koning Salomo van Israël gebouwde eerste stenen huis van God op aarde.

Opdracht en voorbereiding. De tempel werd door Salomo gebouwd, nadat zijn vader David de voorbereidingen had getroffen en aan zijn zoon de bouw had opgedragen.

Plaats. Deze tempel werd door Salomo op de berg Moria gebouwd, op de dorsvloer van de Ornan. Van de plek had koning David gezegd:

1Kr 22:1 ... Dit hier is het huis van de HEERE God, en dit is het brandofferaltaar voor Israël. (HSV)

2Kr 3:1  Toen begon Salomo het huis van de HEERE te bouwen, in Jeruzalem, op de berg Moria, waar [de HEERE] aan zijn vader David verschenen was, op de plaats die David bepaald had, op de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet. (HSV)

Model. De tempel werd gebouwd naar het model van de Tabernakel, maar op vergrote schaal. Bouwtijd. De bouw van het Godshuis begon in het vierde jaar van Salomo's regering.

2Kr 3:2 Hij begon nu te bouwen in de tweede maand, op de tweede [dag], in het vierde jaar van zijn koninkrijk.

De bouw duurde zeven jaren. Omvang. Het tempelhuis was 60 ellen (c. 30 meter) lang, 20 ellen (c. 10 meter) breed en 30 ellen (c. 15 meter) hoog (1 Kon. 6:2).

1Kon 6:2 En het huis, dat de koning Salomo voor de HEERE bouwde, was zestig el in zijn lengte, twintig [el] in zijn breedte en dertig el in zijn hoogte. (HSV)

Bestand:Храм I.jpg
Model van de tempel van Salomo.

Voorhoven. Twee voorhoven omringden de Tempel aan alle kanten:

  • het buitenste of grote Voorhof
  • het binnenste Voorhof, of Voorhof der Priesters

Het buitenste voorhof was bestemd voor het volk. Dit Voorhof werd door een muur omgeven, waarin waarschijnlijk eerst twee, later drie poorten waren.

Het binnenste voorhof mocht slechts door de priesters en levieten worden betreden. Het lag hoger dan het buitenste voorhof. Het was omgeven door een lagere muur, gedekt met cederhouten balken.

Dienst. In de Voorhof der priesters offerden en baden de priesters en deelden zij de zegen uit, en verheerlijkten de levieten God door muziek en gezang

Brandofferaltaar. In de binnenste Voorhof stond het grote brandofferaltaar, dat 20 ellen lang en breed, 10 ellen hoog, van stenen gebouwd en met koper overtrokken was

Koperen zee. In de binnenste Voorhof stond ook de koperen zee (in plaats van het koperen wasvat in de voorhof van de tabernakel), een reusachtig, rond waterbekken met een van boven uitgebogen rand, 10 ellen in doorsnede, 5 ellen hoog en 30 ellen in omvang, dat uit koper gegoten was, en gedragen werd door 12 koperen runderen, die drie aan drie naar de vier windstreken gekeerd waren;

Wasvaten. Verder bevonden zich in de binnenste Voorhof nog vier kleinere koperen wasvaten op de raderen.

Tempelhuis. De eigenlijke Tempel, weer hoger dan het binnenste Voorhof gelegen, was net zoals de Tabernakel, in twee delen verdeeld: het Heilige en het Heilige der heiligen. Het gebouw was 60 ellen lang, 20 ellen breed en 30 ellen hoog. Het gehele gebouw was uit gehouwen steen opgetrokken, maar de muren waren van binnen met cederhout van de Libanon overdekt en dit was weer met dun geslagen goud overtrokken, terwijl de vloer met cypressenhout was belegd.

Voorhal. Aan de ingang, dus aan de oostzijde, stond een Voorhuis of voorportaal. Het mat 10 ellen diep en 20 ellen breed en hoog. Volgens een andere opgaaf was de voorhal liefst 120 el (= 60 meter) hoog.

2Kr 3:4 En de voorhal, die vooraan was, was in de lengte langs de breedte van het huis twintig el, en de hoogte honderdtwintig. Hij overtrok die vanbinnen met zuiver goud. (HSV)

Het voorhuis was uit gehouwen steen opgetrokken en met cederbalken bedekt, met twee prachtig gegraveerde koperen pilaren: Jachin (= Hij grondveste) en Boaz (= in Hem is kracht).

Het Heilige

Vanuit het Voorhuis kwam men door vleugeldeuren in het Heilige, 40 ellen lang, 20 ellen breed, 30 ellen hoog, dat zijn licht ontving uit getraliede vensters, die in de hoogte waren aangebracht boven het 10 ellen lagere Voorhuis. Hier bevonden zich het reukaltaar, 10 gouden kandelaren en 10 tafels der toonbroden.

1Kon 7:48 Ook maakte Salomo alle voorwerpen die voor het huis van de HEERE bestemd waren: het gouden altaar, de gouden tafel waarop de toonbroden lagen, 1Kon 7:49 de kandelaars, vijf aan de rechterzijde en vijf aan de linkerzijde, vóór het binnenste heiligdom, van bladgoud, de bloesems, de lampen en de snuiters van goud, (HSV)

Kandelaars. In de tempel waren gouden en zilveren kandelaars. David had het goud en zilver voor hun vervaardiging bereid:

1Kr 28:15 het gewicht voor de gouden kandelaars en hun gouden lampen, volgens het benodigde gewicht van elke kandelaar en de daarbij horende lampen; ook voor de zilveren kandelaars, volgens het benodigde gewicht van elke kandelaar en zijn lampen, overeenkomstig de dienst van elke kandelaar. (HSV)

De zilveren kandelaars waren kleiner‚ om ze in de hand mee te nemen van plaats tot plaats‚ als dat nodig was[1]; maar de gouden kandelaars werden aan hun vaste plaats gesteld in het heiligdom, tien in getal.

1Kon 7:48 Ook maakte Salomo alle voorwerpen die voor het huis van de HEERE bestemd waren: het gouden altaar, de gouden tafel waarop de toonbroden lagen, 1Kon 7:49 de kandelaars, vijf aan de rechterzijde en vijf aan de linkerzijde, vóór het binnenste heiligdom, van bladgoud, de bloesems, de lampen en de snuiters van goud, (HSV)

2Kr 4:7 Hij maakte verder tien gouden kandelaars, volgens de bepaling ervoor, en hij zette ze in de tempel, vijf aan de rechterkant, en vijf aan de linkerkant. (HSV)

De tafels der toonbroden. Er waren meerdere tafels waarop de broden werden uitgestald. Gelijk Salomo meer kandelaars maakte dan er in de tabernakel geweest waren, zo heeft hij ook de tafels vermenigvuldigd tot tien.

1Kr 28:16 ook het benodigde gewicht aan goud voor de tafels der toonbroden, elke tafel afzonderlijk, en aan zilver voor de zilveren tafels. (NBG51)

2Kr 4:8 Ook maakte hij tien tafels, en hij plaatste ze in de tempel, vijf aan de rechterkant, en vijf aan de linkerkant, en hij maakte honderd gouden sprengbekkens.

2Kr 4:19 Ook maakte Salomo alle voorwerpen die voor het huis van God bestemd waren: het gouden altaar, de tafels waarop de toonbroden lagen, (HSV)

Ze werden beurtsgewijs dan wel tegelijk gebruikt. Gewoonlijk echter wordt gesproken in het enkelvoud, 'de tafel der toonbroden'. Een van de tafels schijnt boven de andere uitgemunt te hebben of gebruikt te zijn. Een andere verklaring[2] is dat er slechts één tafel was om daarop de toonbroden te leggen en dat op de andere tafels vaten stonden.

Het Heilige der heiligen

Het Heilige der heiligen was van het Heilige gescheiden door een cederhouten tussenschot, waarin vleugeldeuren, die altijd openstonden, maar waarvan de opening werd afgesloten door een voorhangsel, hetzelfde als dat in de Tabernakel. Het was 20 ellen lang, breed en hoog; van buiten schijnt het even hoog te zijn geweest als het Heilige, en deze hoogte van 10 el werd dan ook voor opperzalen gebruikt (2 Kron. 3 :9). Vensters waren ook hier niet aangebracht.

Ark van het Verbond. Hier stond de Ark van het Verbond, door Mozes gemaakt. Op de ark lag een verzoendeksel met twee cherubs erop vast.

Tweede paar cherubs. Er waren bij de Ark, anders dan in de tabernakel, nog twee cherubs gesteld: reusachtige cherubs van olijvenhout, met goud overtrokken; deze waren 10 ellen (ca. 5 meter) hoog, en zo geplaatst, dat hun vleugels, die een spanwijdte van 10 ellen hadden, aan de ene zijde elkaar raakten en zo de Ark overschaduwden, en aan de andere zijde de wand raakten, terwijl hun gelaat naar het Heilige was gekeerd.

1Kon 6:23 In het binnenste heiligdom maakte hij twee cherubs van olijfwilgenhout, elk tien el in zijn hoogte. 1Kon 6:24 Nu was de ene vleugel van de cherub vijf el en de andere vleugel van de cherub was ook vijf el. De afstand van het einde van zijn ene vleugel tot aan het einde van zijn andere vleugel was tien el. 1Kon 6:25 Ook de andere cherub was tien el. Beide cherubs hadden één maat en één vorm. 1Kon 6:26 De hoogte van de ene cherub was tien el, evenals die van de andere cherub. 1Kon 6:27 Hij zette de cherubs midden in het binnenste huis. De cherubs spreidden hun vleugels zo uit, dat de vleugel van de ene de ene wand raakte, en de vleugel van de andere cherub de andere wand raakte. En hun andere vleugels raakten elkaar in het midden van het huis, vleugel aan vleugel. 1Kon 6:28 Hij overtrok de cherubs met goud. (HSV)

Het schijnt dat David deze twee extra cherubiem heeft ontworpen. De cherubiem van Mozes waren eigenlijk Gods zetel. Maar door het grote tweede paar werd Hij uitgebeeld als vervullende het gehele huis.  Deze cherubiem werden een wagen genoemd.

1Kr 28:18 ... en goud voor het ontwerp van de wagen: de cherubs, die hun vleugels uitspreidden terwijl zij de ark van het verbond van de HEERE bedekten. (HSV)

God zit, troont, woont tussen hen en ook rijdt hij op een of meer cherubs. Zie Cherub. Bij Ezechiël zijn de cherubs beschreven als voorzien van wielen, waarop zij liepen.

Kamers

Behalve aan de voorzijde waren om het gehele gebouw, net zoals langs de muren van de Voorhoven, een aantal grotere en kleinere kamers aangebracht, ten dienste van de priesters en levieten, en tot opberging van tempelgereedschap, kleding enz. De kamers rondom de tempelmuren hadden drie verdiepingen, elk 5 ellen hoog, met 30 kamers op elke verdieping.

Video


Geschiedenis

Ruim 400 jaar heeft deze Tempel gestaan. Onder koning Rehabeam werd hij door koning Sisak van Egypte geplunderd. Asa beroofde de tempel van zijn goud, om daarmee het bondgenootschap van Benhadad met Baësa af te kopen. Onder Joas werd de Tempel hersteld, door Amazia weer geplunderd, nu door koning Joas van Israël. Achaz en Hiskia namen van de kostbaarheden van de Tempel, om de vreemde overheersers tevreden te stellen. Manasse ontheiligde de Tempel op een gruwelijke manier. Door Josia werd hij gereinigd en vernieuwd. Met Jojachim werd de tempelschat naar Babel gevoerd, 598 v.C, en bij de val van Jeruzalem, 588 v.C., de Tempel zelf verbrand.

Bronnen

C. Lindeboom, Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis (Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 168-169. Hieruit is, onder toestemming, op 19 feb. 2017 tekst gebruikt.

Patrik, Polus en Wels, de Verklaring van de Geheele Heilige Schrift, door eenigen van de voornaamste Engelsche Godgeleerden (18e eeuw), commentaar op 1 Kron. 28:15-16, 18 (kandelaars, tafels der toonbroden, wagen der cherubim). Tekst hiervan is verwerkt op 7 mei 2018.

  1. Patrik, Polus en Wels, de Verklaring van de Geheele Heilige Schrift, door eenigen van de voornaamste Engelsche Godgeleerden (18e eeuw).
  2. Van Simon Patrick in Patrik, Polus en Wels, de Verklaring van de Geheele Heilige Schrift, door eenigen van de voornaamste Engelsche Godgeleerden (18e eeuw).