Vogel

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 5 nov 2016 om 19:50 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''vogel''' is een door God op de vijfde dag van de [http://www.christipedia.nl/Artikelen/S/Schepping schepping] geschapen dier. Vogels zijn door Hem voorzie...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

De vogel is een door God op de vijfde dag van de schepping geschapen dier. Vogels zijn door Hem voorzien van vleugels om zich in het hemelruim voort te bewegen. Een ander kenmerk is hun vermogen om te zingen. Het zijn de zangers onder de dierenDuiven dienden in Israël als offerdieren.

Gedicht op een muur in Zutphen, Nederland.

Schepping

Op de vijfde dag van de schepping werden de vogels door God geschapen.

Ge 1:20 En God zeide: Dat de wateren wemelen van levende wezens, en dat het gevogelte over de aarde vliege langs het uitspansel des hemels. Ge 1:21 Toen schiep God de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens, waarvan de wateren wemelen, naar hun aard, en allerlei gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was. Ge 1:22 En God zegende ze en zeide: Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de wateren in de zeeen, en het gevogelte worde talrijk op de aarde. Ge 1:23 Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vijfde dag. (NBG51)

Naamgeving Hun eerste namen ontvingen de vogels van de eerste mens, Adam. God bracht ze bij hem om te zien hoe hij ze noemen zou.

Ge 2:19 En de HERE God formeerde uit de aardbodem al het gedierte des velds en al het gevogelte des hemels. Ook bracht Hij het tot de mens, om te zien hoe deze het noemen zou; en zoals de mens elk levend wezen noemen zou, zo zou het heten. Ge 2:20 En de mens gaf namen aan al het vee, aan het gevogelte des hemels en aan al het gedierte des velds, maar voor zichzelf vond hij geen hulp, die bij hem paste. (NBG51)

Des hemels

Vogels onderscheiden zich doordat ze zich in het hemelruim voortbewegen en daar lijken thuis te horen. De Schrift spreekt dikwijls van 'de vogels des hemels'.

Ze worden onderscheiden van 'de vissen der zee', 'het gedierte van het veld', 'het gedierte der aarde'. De hemel is hun levenssfeer, als het ware hun tehuis.

Ge 1:26 En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. (NBG51)

Ge 1:28 En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt. (NBG51)

Hos 2:18 Te dien dage zal Ik voor hen een verbond sluiten met het gedierte des velds, het gevogelte des hemels en het kruipend gedierte der aarde. Dan zal Ik boog en zwaard en oorlogstuig in het land verbreken, en hen veilig doen wonen. (NBG51)

Ze halen hun voedsel uit alle levenssferen: aarde (wormen, insecten, zaden), zee (vissen) en lucht (insecten).

Geslachtelijk verschil

Rode kardinaal: vrouwtje.
Rode kardinaal: mannetje. De kleur van het mannetje is scharlakenrood. Het vrouwtje (zie hieronder) mist de heldere rode kleur. 

Opvallend is het vaak grote verschil in heerlijkheid tussen het mannetje en het vrouwtje. Een voorbeeld is de rode kardinaal uit America.

Paartje bijeneters. Op het oog zijn ze even prachtig, maar als je ze goed vergelijkt blijken de kleuren van het mannetje (rechts) helderder. 

Lijken ze op het eerste gezicht op elkaar, dan leert een nadere beschouwing al gauw dat het mannetje meestal een duidelijker of fraaier tekening heeft, of  helderder of sprekender kleuren toont. Voorbeelden zijn de huismus, de merel en de bijeneters (zie foto). 

Offerdier

In de Bijbel worden de tortelduif en 'jonge duiven' als offerdier gebruikt. Bijvoorbeeld, een man die een vloeiing heeft gehad, moest voor zijn reiniging en verzoening twee tortelduiven of twee jonge duiven brengen, één ten zondoffer en één ten brandoffer (Lev. 15:15)

Raadsels

Sommige vogels hebben vreemde gewoonten en raadselachtige vermogens. Een koekoek legt zijn eieren in het nest van een andere vogelsoort. Het koekoeksjong groeit op, zonder het voorbeeld van andere een koekoek. Hoe weet het dat het met de vogeltrek de lange reis naar Africa moet maken? En hoe weet het welke weg het naar Africa moet nemen? Deze vragen zijn raadsels waarop we anno 2004 nog geen antwoord hebben. Uiteraard weten we dat God de koekoek dat vermogen heeft gegeven.

De trek van vogels naar het zuiden is geen rechte lijn, maar zigzaggend. Ze kiezen een route die voor hen het beste is.

Zinnebeeld

Des hemels

De levenssfeer der vogels is de hemel. Ze heten in de Schrift 'de vogels des hemels'. Ze wijzen symbolisch op de hogere wereld en herinneren ons aan de hemelse gewesten, waarin onzienlijke wezens en machten (goede en kwade engelen) hun woonplaats hebben.

Vliegen

Een kenmerk van vogels is dat ze kunnen vliegen. Ze spreken zinnebeeldig van de engelen. In de Schrift hebben engelen soms vleugels.

Zang

Een ander kenmerk van vogels is dat ze zingen. Ze kunnen gedurig zingen. Vogels zijn de zangers onder de dieren. Zij spreken ons van de wezens in het hemelrijk, de engelen en ontslapen heiligen, die God loven.

Offerdier

In de Bijbel worden sommige vogelsoorten als offerdier gebruikt. De vogel als offerdier leert ons dat het Ware Offer, de Heiland der wereld, van hemelse oorsprong is (vgl. 1 Kor. 15 : 47). In het bijzonder het evangelie naar Johannes stelt de Heiland voor als de Zoon van God die uit de hemel afkomstig is (Joh. 1:1, 14; 3:13).

Niemand is opgevaren in de hemel, dan die uit de hemel nedergekomen is, de Zoon des mensen, die in de hemel is (Joh. 3 :13).

Heerlijkheid Vaak zijn de mannetjes beduidend mooier en helderder van kleur dan de wijfjes, maar soms zijn ze in heerlijkheid nauwelijks te onderscheiden. Dit is een illustratie uit de natuur van de heerlijkheid van Christus en zijn bruid. Op aarde is haar uitwendige vertoning weinig indrukwekkend. Bij Christus' wederkomst zal ze in heerlijkheid verschijnen, een heerlijkheid die de Heer haar heeft verleend en waaraan ze ook zelf heeft bijgedragen door haar goede werken.

Ps 45:2 (45:3) U bent veel mooier dan de [andere] mensenkinderen; genade is op Uw lippen uitgegoten, daarom heeft God U voor eeuwig gezegend. (HSV)

Demonen Tot de hemelse wezens behoren niet alleen goede engelen, maar ook gevallen engelen. In de Schrift symboliseren vogels soms ook de boze machten in de hemelse gewesten, de 'wereldbeheersers van deze duisternis' (Ef. 6:12). Op de geslachte dieren, die voor de verbondssluiting van Abram in Gen. 15 werden gebruikt, kwamen roofvogels af. Abram joeg ze weg.

Ge 15:11 Er kwamen roofvogels op de kadavers af, maar Abram joeg die weg. (HSV)

Het is alsof zij de grondslag van het verbond trachtten te vernietigen.

De christenheid, het koninkrijk der hemelen, zou naar het woord van de Heer Jezus worden tot een grote boom (Matth. 13 : 22), in welks takken de "de vogelen des hemels" nestelen. De Heer lijkt -  gezien de strekking van de andere gelijkenissen, die op het gemengde karakter van het koninkrijk wijzen - een kwade ontwikkeling aan te duiden. In dat geval hebben wij te denken aan demonische invloeden, die resulteren in verkeerde leringen en praktijken.

Het grote Babylon, de grote Hoer, een valse godsdienst die met de staatsmacht is verbonden, zal zijn 'een bewaarplaats van elke onreine en gehate vogel'.

Opb 18:2 En hij riep met krachtige stem de woorden: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, en het is een woonplaats van demonen en een bewaarplaats van elke onreine geest en een bewaarplaats van elke onreine en gehate vogel geworden. (TELOS)

Meer informatie

Zie art. Duif.

Voetnoten