Achaz: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
 
(9 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Achaz''' was een slechte koning van het koninkrijk Juda (2-stammenrijk) in de 8<sup>e</sup> eeuw voor Chr. Hij was de zoon van koning [[Jotham]], regeerde 16 jaar van 741 – 725 v. Chr. en diende de afgoden. Hij werd opgevolgd door zijn vrome zoon [[Hizkia]].
'''Achaz''' (= "Jah heeft vastgehouden") is in de Bijbel de naam van twee verschillende mannen. De bekendste is Achaz, een slechte koning van het koninkrijk Juda (2-stammenrijk) in de 2<sup>e</sup> helft van de 8<sup>e</sup> eeuw voor Chr. Hij werd opgevolgd door zijn vrome zoon [[Hizkia]].


'''Naam'''. De naam is in het Hebreeuws אָחָז ; betekent “Jah heeft vastgehouden” of "Jah heeft gegrepen"<ref>"Hij heeft gegrepen" volgens het ''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce.  </ref>. "Jah" is de afkorting van de Godsnaam Jahweh. In het Engels is de naam ''Ahaz.'' Het Strongnummer is 0271. De eigennaam komt in het Oude Testament 41x voor. De naam verwijst naar twee verschillende mannen:
De '''naam''' Achaz (Hebreeuws: אָחָז ; Engels: ''Ahaz'') betekent “heeft vastgehouden”.
# Een koning van Juda,
# Een achterkleinzoon van Jonathan. Hij was een zoon van Micha en een van de nakomelingen van koning Saul uit Jonathan.<BR><BR>


== Achaz koning van Juda ==
In de Bijbel is over zijn leven te lezen in onder meer 2 Koningen 16, Jesaja 7-9 en 2 Kronieken 28. Buiten de gewijde geschiedenis is niet veel bekend over het leven van Achaz.
In de Bijbel is over zijn leven te lezen in onder meer 2 Koningen 16, Jesaja 7-9 en 2 Kronieken 28. Buiten de gewijde geschiedenis is niet veel bekend over het leven van Achaz.


Hij kwam op twintigjarige leeftijd op de troon (2 Kron. 28:1) als opvolger van zijn vader [[Jotham]], die een goede koning was.
Hij was de opvolger van zijn vader Jotham, een goede koning. Hij regeerde van 741-725 v.Chr.<ref>Aldus de tijdrekenkundige tabel in de editie van de Statenvertaling van Jongbloed uit 1995''. A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Ahaz, heeft 742-727 v.C..</ref>. Hij kwam op twintigjarige leeftijd op de troon en regeerde 16 jaar. Hij was een slechte en zwakke koning. Hij omhelsde de religie van omliggende volken en liet in het hele land offerplaatsen met gegoten beelden voor hun goden, de Baäls (Hebr. Baäliem) oprichten. Hij offerde zelfs één of meerdere van zijn eigen zonen door hen door het vuur te laten gaan.


{{Stamboom Koningshuis van David}}
Op politiek gebied kwam Achaz snel in de problemen toen koning Resin van Aram (met als hoofdstad Damascus) en koning Pekah (Pekach) van Israël een coalitie sloten en gezamenlijk tegen Juda ten strijde trokken. Achaz zag zich gedwongen hulp in te roepen van koning Tiglat-Pileser van Assyrië. Hij betaalde grote sommen goud en zilver voor deze hulp en Juda werd feitelijk een schatplichtige vazalstaat van Assyrië. Tiglat-Pileser veroverde hierna Damascus en liet koning Resin ter dood brengen. In 722 v.Chr. veroverden de Assyriërs ook het koninkrijk Israël (10-stammenrijk) en werden de inwoners verbannen.


In het 17e jaar (2 Kon. 16:2) van de regering van [[Pekah]] koning van Israël kwam hij op de troon en regeerde 16 jaar te [[Jeruzalem]] (2 Kon. 16:2; 2 Kron. 28:1), van 734-718 v. Chr.<ref>''Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten'' ([[Stichting De Oude Wereld]], 2009).
Achaz verving het brandofferaltaar door een altaar gemaakt naar het voorbeeld dat hij bij een bezoek aan Tiglatpileser in Damascus had gezien.
741-725 v.Chr. volgens de tijdrekenkundige tabel in de editie van de Statenvertaling van Jongbloed uit 1995''. A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Ahaz, heeft 742-727 v.C..
</ref>.


{{Tijdbalk Israël 750-700 v.C.}}
Tijdens de regeerperiode van Achaz predikten de profeten Jesaja, Hosea en [[Micha]] tegen zijn beleid op godsdienstig gebied. De koning luisterde niet. Het huis van David werd rijp voor het oordeel. Op één dag werden 120.000 mensen gedood en 200.000 vrouwen en kinderen werden vervoerd naar Samaria, maar deze kwamen weer vrij dankzij de profeet Oded.


Hij was een slechte en zwakke koning. <blockquote>''2Kr 28:1 ... hij deed niet wat juist was in de ogen van de HEERE zoals zijn vader David, (HSV)''</blockquote>Hij wandelde in de weg van de koningen van Israël (tienstammenrijk) en deed naar de gruwelen van de heidenen (2 Kon. 16:3; 2 Kron. 28: 2-3). Hij omhelsde de religie van omliggende volken en liet in het hele land offerplaatsen met gegoten beelden voor hun goden, de Baäls (Hebr. Baäliem) oprichten (2 Kron. 28:4). Hij offerde zelfs zijn eigen zonen door hen door het vuur te laten gaan (2 Kon. 16:3; 2 Kron. 28:3).
Gods genade onttrok zich echter niet en Achaz ontving een teken dat "een maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en Zijn naam Immanuël noemen.", Jes. 7:14. Hoewel alles faalde in Juda als in Israël, God had iemand op het oog door wie de zegen uiteindelijk zou worden verzekerd.


Tijdens de regeerperiode van Achaz predikten de profeten [[Jesaja (profeet)|Jesaja]], [[Hosea (profeet)|Hosea]] en [[Micha (Bijbelboek)|Micha]] tegen zijn beleid op godsdienstig gebied. De koning luisterde niet. Het huis van David werd rijp voor het oordeel.
Achaz stierf op 36-jarige leeftijd en werd begraven in Jeruzalem. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Hizkia.

Op politiek gebied kwam Achaz snel in de problemen toen koning [[Rezin|Resin]] van Aram (met als hoofdstad Damascus) en koning [[Pekah]] van Israël een coalitie sloten en gezamenlijk tegen Juda ten strijde trokken. Op één dag werden door het leger van koning [[Pekah]] van Israël 120.000 strijdbare mannen gedood (2 Kron. 28:6). Maäseja, de zoon van Achaz, werd gedood (2 Kron. 28:7). En 200.000 vrouwen en kinderen en roofgoed werden vervoerd naar Samaria (2 Kron. 28:8), maar deze kwamen weer vrij dankzij de profeet [[Oded]] (2 Kron. 28:9v).

Ook de Edomieten sloegen Juda (2 Kron. 28:17) en de Filistijnen nemen steden van Juda in (2 Kron. 28:17-18).

Achaz zag zich gedwongen hulp in te roepen van koning [[Pul|Tiglat-Pileser]] van Assyrië. <blockquote>''2Kr 28:20 Tiglath-Pileser, de koning van Assyrië, kwam naar hem toe, dreef hem in het nauw, en steunde hem niet. 2Kr 28:21 Achaz haalde weliswaar het huis van de HEERE en het huis van de koning en de vorsten leeg, en gaf dat aan de koning van Assyrië, maar dat hielp hem niet. 2Kr 28:22 Zelfs in de tijd toen men hem in het nauw dreef, ging die koning, Achaz, verder met ontrouw te zijn aan de HEERE. (HSV)''</blockquote>Hij betaalde grote sommen goud en zilver voor deze hulp en Juda werd feitelijk een schatplichtige vazalstaat van Assyrië. Tiglat-Pileser veroverde hierna Damascus en liet koning Resin ter dood brengen. In 722 v.Chr. veroverden de Assyriërs ook het koninkrijk Israël (10-stammenrijk) en werden de inwoners verbannen. Achaz verving het brandofferaltaar door een altaar gemaakt naar het voorbeeld dat hij bij een bezoek aan Tiglatpileser in [[Damascus]] had gezien.

Gods genade onttrok zich echter niet en Achaz ontving een teken dat "een maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en Zijn naam Immanuël noemen.", Jes. 7:14. Hoewel alles faalde in Juda zowel als in Israël, God had iemand op het oog door wie de zegen uiteindelijk zou worden verzekerd.

Achaz stierf op 36-jarige leeftijd en werd begraven in Jeruzalem, maar niet in de graven der koningen van Israël (2 Kron. 28:27). Hij werd opgevolgd door zijn zoon [[Hizkia]].

In Achaz' sterfjaar geschiedde ook een last aan de profeet Jesaja, betreffende Filistea (Jes. 14:28-32).


== Leeftijdenkwestie ==
== Leeftijdenkwestie ==
Regel 25: Regel 42:
''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Ahaz. Hieruit is op 28 sept. tekst genomen, vertaald en verwerkt.
''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Ahaz. Hieruit is op 28 sept. tekst genomen, vertaald en verwerkt.


== Voetnoot ==
== Voetnoten ==
<!-- nodig -->

Huidige versie van 8 dec 2022 om 12:05

Achaz (= "Jah heeft vastgehouden") is in de Bijbel de naam van twee verschillende mannen. De bekendste is Achaz, een slechte koning van het koninkrijk Juda (2-stammenrijk) in de 2e helft van de 8e eeuw voor Chr. Hij werd opgevolgd door zijn vrome zoon Hizkia.

Naam. De naam is in het Hebreeuws אָחָז ; betekent “Jah heeft vastgehouden” of "Jah heeft gegrepen"[1]. "Jah" is de afkorting van de Godsnaam Jahweh. In het Engels is de naam Ahaz. Het Strongnummer is 0271. De eigennaam komt in het Oude Testament 41x voor. De naam verwijst naar twee verschillende mannen:

  1. Een koning van Juda,
  2. Een achterkleinzoon van Jonathan. Hij was een zoon van Micha en een van de nakomelingen van koning Saul uit Jonathan.

Achaz koning van Juda

In de Bijbel is over zijn leven te lezen in onder meer 2 Koningen 16, Jesaja 7-9 en 2 Kronieken 28. Buiten de gewijde geschiedenis is niet veel bekend over het leven van Achaz.

Hij kwam op twintigjarige leeftijd op de troon (2 Kron. 28:1) als opvolger van zijn vader Jotham, die een goede koning was.

Koningshuis van David
David
 
Bathseba
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Salomo
 
Naäma
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Rehabeam
 
Maächa
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Abia(m)
 
Maächa
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Asa
 
Azuba
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Josafat
 
?
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Joram
 
Athalia
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ahazia
 
Zibja
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Joas
 
Joaddan
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Amazia
 
Jecholia
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Uzzia
 
Jerusa
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jotham
 
?
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Achaz
 
Abia
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hizkia
 
Hefziba
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Manasse
 
Mesullemet
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Amon
 
Jedida
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Josia
 
Hamútal
 
Zebudda
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jóahaz
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jojakim
 
Nehusta
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jojachin
 
 
 
 
 
Zedekía

In het 17e jaar (2 Kon. 16:2) van de regering van Pekah koning van Israël kwam hij op de troon en regeerde 16 jaar te Jeruzalem (2 Kon. 16:2; 2 Kron. 28:1), van 734-718 v. Chr.[2].

800 — 750 v.C. < Israël 750 — 700 v.C.[3] > 700 — 650 v.C.
Berodach-BaladanSanheribBerodach-BaladanSargon IISalmaneserHizkiaHosea (koning)AchazPekahPekahiaJesaja (profeet)https://nl.wikipedia.org/wiki/PiyePulMichaJothamMenahemSallumZachariaRezinHoseaUzzia

Hij was een slechte en zwakke koning.

2Kr 28:1 ... hij deed niet wat juist was in de ogen van de HEERE zoals zijn vader David, (HSV)

Hij wandelde in de weg van de koningen van Israël (tienstammenrijk) en deed naar de gruwelen van de heidenen (2 Kon. 16:3; 2 Kron. 28: 2-3). Hij omhelsde de religie van omliggende volken en liet in het hele land offerplaatsen met gegoten beelden voor hun goden, de Baäls (Hebr. Baäliem) oprichten (2 Kron. 28:4). Hij offerde zelfs zijn eigen zonen door hen door het vuur te laten gaan (2 Kon. 16:3; 2 Kron. 28:3).

Tijdens de regeerperiode van Achaz predikten de profeten Jesaja, Hosea en Micha tegen zijn beleid op godsdienstig gebied. De koning luisterde niet. Het huis van David werd rijp voor het oordeel.

Op politiek gebied kwam Achaz snel in de problemen toen koning Resin van Aram (met als hoofdstad Damascus) en koning Pekah van Israël een coalitie sloten en gezamenlijk tegen Juda ten strijde trokken. Op één dag werden door het leger van koning Pekah van Israël 120.000 strijdbare mannen gedood (2 Kron. 28:6). Maäseja, de zoon van Achaz, werd gedood (2 Kron. 28:7). En 200.000 vrouwen en kinderen en roofgoed werden vervoerd naar Samaria (2 Kron. 28:8), maar deze kwamen weer vrij dankzij de profeet Oded (2 Kron. 28:9v).

Ook de Edomieten sloegen Juda (2 Kron. 28:17) en de Filistijnen nemen steden van Juda in (2 Kron. 28:17-18).

Achaz zag zich gedwongen hulp in te roepen van koning Tiglat-Pileser van Assyrië.

2Kr 28:20 Tiglath-Pileser, de koning van Assyrië, kwam naar hem toe, dreef hem in het nauw, en steunde hem niet. 2Kr 28:21 Achaz haalde weliswaar het huis van de HEERE en het huis van de koning en de vorsten leeg, en gaf dat aan de koning van Assyrië, maar dat hielp hem niet. 2Kr 28:22 Zelfs in de tijd toen men hem in het nauw dreef, ging die koning, Achaz, verder met ontrouw te zijn aan de HEERE. (HSV)

Hij betaalde grote sommen goud en zilver voor deze hulp en Juda werd feitelijk een schatplichtige vazalstaat van Assyrië. Tiglat-Pileser veroverde hierna Damascus en liet koning Resin ter dood brengen. In 722 v.Chr. veroverden de Assyriërs ook het koninkrijk Israël (10-stammenrijk) en werden de inwoners verbannen. Achaz verving het brandofferaltaar door een altaar gemaakt naar het voorbeeld dat hij bij een bezoek aan Tiglatpileser in Damascus had gezien.

Gods genade onttrok zich echter niet en Achaz ontving een teken dat "een maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en Zijn naam Immanuël noemen.", Jes. 7:14. Hoewel alles faalde in Juda zowel als in Israël, God had iemand op het oog door wie de zegen uiteindelijk zou worden verzekerd.

Achaz stierf op 36-jarige leeftijd en werd begraven in Jeruzalem, maar niet in de graven der koningen van Israël (2 Kron. 28:27). Hij werd opgevolgd door zijn zoon Hizkia.

In Achaz' sterfjaar geschiedde ook een last aan de profeet Jesaja, betreffende Filistea (Jes. 14:28-32).

Leeftijdenkwestie

Hizkia, zoon van Achaz, was 20 jaar oud toen hij zijn vader als koning opvolgde. Volgens de beide boeken Koningen en Kronieken was Achaz 20 jaar toen hij koning werd. Hij regeerde 16 jaar. Dus op zijn 36e werd hij opgevolgd door een 25-jarige zoon. Dat maakt dat Achaz op zijn 11e zijn zoon Hizkia. Misschien is bij de overschrijving een fout in een van de leeftijden geslopen: ofwel vader Achaz was ouder, of zoon Hizkia was niet zo oud. De oude Griekse vertaling van het Oude Testament, de LXX, vermeldt in het boek Kronieken 25 jaar als de leeftijd waarop Achaz koning werd. In dat geval kreeg Achaz op zijn 16e een zoon.

Bron

Artikel Achaz Wikipedia.nl. Tekst hiervan is verwerkt op 28 sept. 2013.

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Ahaz. Hieruit is op 28 sept. tekst genomen, vertaald en verwerkt.

Voetnoten

  1. "Hij heeft gegrepen" volgens het Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce. 
  2. Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009). 741-725 v.Chr. volgens de tijdrekenkundige tabel in de editie van de Statenvertaling van Jongbloed uit 1995. A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Ahaz, heeft 742-727 v.C..
  3. De jaartallen zijn meerendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).