Astrologie
Astrologie of sterrenwichelarij is de studie van de stand der hemellichamen en hun verband met gebeurtenissen op aarde en met het karakter en leven van mensen.
Het woord “astrologie” komt van de Griekse woorden “aster” (=ster) en “logos” (= woord, leer, kunde).
Astrologie moet niet verward worden met astronomie of sterrenkunde, dit is de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de hemellichamen. Door de astronomie kunnen exacte voorzeggingen van zonsverduisteringen, enz. gedaan worden. Astrologie of sterrenwichelarij is valse wetenschap en heeft niets met wetenschap te doen, maar is een bijgeloof.
Astrologen gaan ervan uit dat er een verband bestaat tussen de stand en de bewegingen van de sterren (of algemeen de hemellichamen) en het lot van de wereld en van de mens individueel. Over dat verband denken astrologen verschillend:
- de sterren beïnvloeden het mensenleven niet, er is slechts een parallel;
- er valt geen toekomst uit te voorspellen, alleen karakterbeschrijving;
- er is wel toekomstvoorspelling mogelijk.
Oorsprong en geschiedenis
De astrologie stamt uit het Midden-Oosten, uit het gebied van Babylon (Chaldea) in Lager Mesopotamië, en heeft zich van daaruit na de tijd van Alexander de Grote naar het westen verspreid.
In Egypte had ze al veel eerder vaste voet gekregen. Volgens verschillende egyptologen kan de plaatsing van de piramiden in verband gebracht worden met de stand van de sterren.
Nebukadnezar werd geadviseerd door onder meer sterrenkijkers. Daniel en zijn vrienden blijken veel wijzer dan al de tovenaars en sterrekijkers (‘bezweerders’, Herziene Statenvertaling):
Da 1:20 En [in] alle zaken van verstandige wijsheid, die de koning hun afvroeg, zo vond hij hen tienmaal boven al de tovenaars [en] sterrekijkers, die in zijn ganse koninkrijk waren. (SV)
In de Middeleeuwen kreeg de astrologie veel ingang in Islamitische landen en in de 13e en 14e eeuw ingang in christelijke landen. De bloeiperiode was in de 15e en 16eeeuw voorbeeld: sterrenkundige Tycho Brahe; Thomas van Aquino, Johannes Kepler (serieus?), Filippus Melanchton met beroep op Gen 1: 14; Jer. 10: 2.
Men berekende nauwkeurig zonsverduisteringen e.d. Daarnaast hield men zich bezig met voorspellingen van de toekomst. Men legde een verband tussen de planeten en de afgoden, denk maar aan de namen die men aan diverse planeten gaf, bijv. Venus (morgenster); Castor en Pollux (Hd. 28: 11, zonen v. Zeus). Keizers en de gewone man gingen bij beslissingen af op 'een gunstig gesternte'.
De leer van Copernicus deed de invloed van de astrologie afnemen. Tot de 18e eeuw na Christus was er geen scheiding tussen astronomie en astrologie.
In onze tijd neemt de invloed van de astrologie weer toe.
Grondbeginselen
Men gelooft niet in een transcendente God, dat is een God die boven de schepping staat. Astrologen geloven dat God met de schepping verbonden is. Er vindt een vergoddelijking van het heelal plaats. Men huldigt het paralleliteitsbeginsel: er is een parallel tussen het hemelgebeuren en het leven op aarde of het synchroniteitsbeginsel: er is overeenkomst tussen micro- en macrocosmos. Zoals daar boven, zo ook hier beneden. De mens is een microafspiegeling van universum. Vervolgens beschouwt men oog, hand, voet als een microafspiegeling van het hele lichaam. Men onderscheid wereldastrologie en geboorteastrologie. Aanhangers van genoemde beginselen hechten waarde aan iriscopie, handleeskunde en dergelijke.
Horoscoop
De horoscoop wordt getrokken aan de hand van de stand van de planeten, - vanaf de aarde gezien - tussen de sterren op het ogenblik van de geboorte. Op verschillende manier kan een horoscoop worden getrokken.
De dierenriem of zodiak bevat 12 sterrenbeelden, 'de tekens van de Dierenriem': Ram, Stier, Tweelingen, Kreeft, Leeuw, Maagd, Weegschaal, Schorpioen, Schutter, Steenbok, Waterman, Vissen. Deze twaalf tekens van de dierenriem geven aan hoe de persoon is die onder dat gesternte is geboren. Men hoort mensen zeggen: 'Ik ben een maagd; ik een steenbok’. De indeling van de dierenriem is vast en onveranderlijk. Men acht het gesternte ook van belang voor de situatie van de mensheid als geheel.
Aanhangers van de New Age stellen dat we geleefd hebben in het tijdperk van de 'vissen' en dat we overgaan in het tijdperk van de 'Waterman'. Dit heeft te maken met het zogenaamde Lentepunt: dat wordt bepaald door de stand van de zon op 21 maart. In de tijd van Hipparchus 2e v. Chr stond de zon toen in het teken van de in Ram, nu in dat van de Vissen en we zijn op weg naar de Waterman.
De zonnebaan heeft men ook in twaalf gedeelten verdeeld en die delen worden huizen genoemd. Dit is geen vaste indeling. Het eerste huis heette horoscoop. Dat gedeelte zag het uur. De 12 huizen heetten: Leven, rijkdom, broeders, ouders, kinderen, gezondheid, vrouw, dood, godsdienst, koninkrijk, weldaden (ook wel: vrienden), gevangenis (of: vijanden).
Hoe gaat men bij het trekken van een horoscoop te werk?
a) Uitgangspunt is het teken waarin de zon stond op de dag van de geboorte, het zonneteken.
b) Tweede belangrijke zaak is het dierenriemteken dat op het punt staat boven de horizon te rijzen, op het moment en de plaats van geboorte, men noemt dat de ascendant. Dit is het 'eerste huis' en van daar deelt men de andere huizen in. In welk huis staat Mars? In het 1e dan gaat het om het leven, in 7e om een vrouw, enz
c) Lokalisering van de maan en de vijf dichtstbijzijnde planeten. Elk heeft zijn karakter, maar wordt verder bepaald door het huis waarin ze zich bevinden. Oorsprong is dat men godheden in een huis plaatste.
d) Ook houdt men rekening met de onderlinge posities van de planeten uitgedrukt in de hoek die ze samen ten opzichte van de aarde maken, de aspekten. Hoeken van o.a. 60, 90, 120, en 180 graden acht men heel belangrijk. Stand van de planeten in oplopende afstand vanaf zon is: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus, Pluto.
Bijbel
Hoe de astrologie te bezien in het licht van de Bijbel? Belangrijk is wat de Bijbel over de schepping, ook over de sterrenhemel zegt. Wat dat laatste betreft kunnen we stellen dat de Schrift heel wat over de sterren zegt, maar dan in heel andere zin dan de astrologie dat doet.
Astrologie houdt de vergoddelijking van het heelal in, maar volgens de Bijbel is de schepping het werk van God en dat tot zijn eer. Dat laatste geldt van Israël (Js.43: 7), maar ook van hele schepping (vgl. Op 4: 11).
a. Zon, maan en sterren als scheppingen verkondigen Gods eer: Ps 8: 4,5; 19: 1,5; 33:6 ; 148:3; 150:1. De sterren worden als vergelijkingsmateriaal gebruikt: Gen 15: 5; Deut. 28: 62 (zo zal uw zaad zijn), vgl. Job 22: 12 geweldig hoog, maar niet 'rein' (Jb 25:5); maar nooit wordt de sterrenhemel als een soort 'profetisch materiaal’ voorgesteld.
b. God gebruikt zon, maan en sterren maar dan als beelden (zie Gen 37: 9; Opb. 12: 1). Christus wordt aangekondigd als een ster (Num. 24: 17), voorgesteld als de Morgenster (Venus) en de Zon van de Gerechtigheid. Hij wordt aangewezen door een ster (Matth. 2: 2). Engelen worden als sterren voorgesteld (Job 38: 7; Richt 5: 20; Opb 9:1). Er wordt gesproken over het heir des hemels (Jes 34: 4; 40:26; zie ook Opb 1: 16; Dan 10: 5,18; 7: 13; 12: 3). Let ook op de beeldspraak in Ps 19: 1-7. Wij gebruiken zulke beeldspraak ook, bijvoorbeeld: Zij is het zonnetje in huis. Maar dat alles heeft niets met astrologie te maken.
c. De Bijbel spreekt over sterrenbeelden zoals men die kende en benoemd had, bijvoorbeeld: Pleiaden (Zevengesternte) en Orion (Am 5: 8); De Beer; de Orion, de Pleiaden; de kamers van het Zuiden (Jb 9: 9); De Pleiaden; Orion; tekens v.d. Dierenriem, de Beer o.a. in Jb 38: 31,32 vgl. Js 13: 10 voor de uitdrukking 'sterrenbeelden'.
De Schrift sluit daarbij aan bij het bekende spraakgebruik en gebruikt slechts de benamingen, maar meer ook niet. Hiervan geldt hetzelfde als van Apollos die zijn heidense naam 'verderver' behoudt, maar zonder de betekenis van die naam te 'verdisconteren'. God 'gebruikt' de opvatting van de wijzen uit het Oosten (.Mt 2: 10) om zijn Zoon te doen huldigen, (vgl. Ps. 72: 10,11). Een opvatting die mogelijk nog verband houdt met de profetie van Bileam (Nm 24: 17);
e. De Schrift waarschuwt tegen afgoderij met het heir des hemels: (Dt 4: 15-19) en veroordeelt deze afgoderij (Am 5: 26; Hd 7: 43 (stergod); 2 Kn 17: 16; 21: 3-5.; Jer 7: 16-20; 8: 2; 19: 13; Zef 1: 5 ('heir des hemels'); Ez. 8: 16 ('zon')).
De Bijbel waarschuwt voor sterrenwichelarij (Jer. 10: 2), veroordeelt die (Job 31: 26-28; Jes 47: 13; vgl. Ez 21: 21) evenals de waarzeggerij (Lev 19: 32,26; 20: 6; Deut 18: 10-13; Jes 44: 25)
Wetenschap
Hoe de astrologie wetenschappelijk te zien? Wetenschappelijk gezien is zij een pseudo-wetenschap, een valse wetenschap. Er is weliswaar verband tussen de hemellichamen en het leven op aarde, denk aan eb en vloed, invloed van zonnevlekken en dergelijke. Dat is wetenschappelijk na te gaan. Maar dat is heel wat anders dan wat de astrologen aannemen en heeft niets met de theorieën van de astrologie te maken.
Er zijn diverse argumenten aan te dragen die de astrologie wetenschappelijk weerleggen en naar het rijk van de fabels verwijzen, zoals:
a. het is onwaarschijnlijk dat een toevallige constellatie van hemellichamen van invloed zou zijn op het reilen en zeilen van de mens individueel en van de mensheid als totaal.
b. het leven van twee personen geboren onder hetzelfde gesternte verloopt niet gelijk. Verder ontbreekt er vergelijkingsmateriaal. De stand van het gesternte is namelijk nooit meer gelijk. In de natuurwetenschap geldt dat een zaak pas vaststaat als je ze onder dezelfde omstandigheden moet kunnen 'nadoen'. Dat water onder gelijke omstandigheden altijd bij 100 graden kookt kan ieder op elk moment verifiëren. Een dergelijke proef op de som is bij de astrologie totaal onmogelijk. Alles 'hangt om zo te zeggen in de lucht'
c. de stand van planeet Venus acht men van invloed op het huwelijksleven, maar waarom? Is dat puur omdat mensen deze planeet aan Venus, de godin van de liefde, hebben gewijd?!
d. men neemt geboorte als basis, maar waarom niet de conceptie, want dat is het beginpunt van het bestaan van de betreffende mens? Het uitgangspunt is aanvechtbaar.
e. de stand van de planeten ten opzichte van de dierenriem verandert. Het lentepunt verplaatst zich van Ram, via Vissen naar Waterman. Er is dus in de loop van de tijden geen vastigheid.
f. er zijn in later tijd drie planeten bij ontdekt, die vroeger dus geen rol speelden en nu ook vaak nog niet. Deze planeten niet, gene wel: dat is willekeur.
g. men gaat uit van een geocentrisch wereldbeeld dat wil zeggen een wereldbeeld waarbij de aarde als het middelpunt van het heelal werd gezien waarom alles draaide (zon , maan en sterren) terwijl we dat allang hebben losgelaten. Astronomisch gezien is de aarde slechts een van de planeten.
h. men heeft het gesternte puur subjectief geprojecteerd tegen de denkbeeldige hemelkoepel terwijl de sterren waaruit zo'n beeld 'bestaat' totaal geen eenheid vormen. Bovendien gaf men deze sterrenbeelden de meest onwaarschijnlijke namen zoals bijvoorbeeld: de Grote Beer maar die heeft meer weg van een steelpan dan van een beer
Gevaren
Het trekken van een horoscoop is dus baarlijke nonsens, maar het raadplegen ervan is beslist geen onschuldige zaak. Er zijn gevaren aan verbonden, zoals:
a. het gevaar van zelfvervulling van de horoscoop. Als de horoscoop 'inhoudt' dat men zich op een bepaalde toijd niet goed zal gaan voelen dan gaat men zich dat ook inbeelden. Men gaat minder eten, wordt slapeloos en dergelijke. Het kan dus kwalijke lichamelijke en geestelijke gevolgen hebben;
b. in plaats van zijn vertrouwen op God te stellen doet men dat op de leugen van de sterrenwichelarij . Zo zet men een deur open voor satan ;
c. het kan leiden tot het komen in een occulte sfeer en occult belast worden door openstelling van de geest voor satanische invloeden.
Onze toekomst
Niet de sterrewichelarij, niet de een of andere horoscoop bepaalt onze toekomst maar God doet dat. We hebben daarvan een prachtig voorbeeld in het leven van Jozef. Wat zijn broers en anderen allemaal met hem gedaan hebben, zie Jozef in het ware licht van God ( Gn. 45: 1-8).
God zegt:
'Ik immers ben God, en er is geen ander God, en niemand is Mij gelijk: Ik die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is' (Jes. 46: 9, 10)
Laten we ons aan die God toevertrouwen voor dit leven en voor de eeuwigheid!
Meer informatie
J.I. van Baaren, Astrologie in het licht van de Bijbel. Stichting Moria, 1984.
W.J. Ouweneel, Het domein van de slang. Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 1988, 4e druk. 1988.
Jb. Klein Haneveld, Het staat in de sterren. Brochure 1202 van Stichting Het Morgenrood.
M. Blankenburgh, Astrologie, artikel op Stichting-Promise.nl, 1983.
Doodsbericht uit een horoscoop, verhaal op Keerpunt.net. Getuigenis van een vrouw die bevrijd werd van de macht van de horoscoop en kaarten, eigenlijk bevrijd werd uit de macht van de satan.
Bron
Voor de eerste versie van dit lemma is, onder toestemming, gebruik gemaakt van tekst uit: Jaap Fijnvandraat, Astrologie en de Bijbel, op JaapFijnvandraat.nl