Schepping

Uit Christipedia
Artistieke verbeelding van de Hof van Eden.

Schepping kan betekenen[1]:  

  1. de daad of het werk van het scheppen;
  2. het geschapene; heelal (bijv. in Rom. 8:19v.);
  3. dat wat iemand gemaakt heeft; creatie, kunstwerk;

Inleiding

Schepper. God, in het bijzonder de Zoon van God, is de Schepper. Door Hem zijn alle dingen geworden die geworden zijn, en zonder Hem is niet één ding geworden dat geworden is (Joh. 1). Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen. De schepping heeft haar oorsprong èn doel in God. 

Hnd 14:15 ... de levende God, die de hemel, de aarde, de zee en alles wat daarin is, heeft gemaakt. (TELOS)

Uit het onzichtbare. De wereld is niet ontstaan uit wat zichtbaar was. De onzienlijke God schiep het zichtbare uit het voor ons mensen onzichtbare.

Met wijsheid. God heeft de wereld gemaakt met grote wijsheid. Spreuken 8:22v stelt de wijsheid voor als een persoon die vóór en tijdens God schepping tegenwoordig was. 

Openbaring. Dat God de Schepper is en hoe hij de wereld geschapen heeft, heeft Hij geopenbaard. Deze openbaring is ons in de Bijbel overgeleverd. 

In zes dagen. In zes dagen heeft God de hemel en de aarde gemaakt.

Ex 20:11 Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die. (HSV)

Scheppingswerken. Op de zes scheppingsdagen maakte God het volgende:

  • Eerste dag: hemel en aarde en het licht.
  • Tweede dag: het uitspansel
  • Derde dag: scheiding tussen het droge en de wateren; bomen, planten en kruiden.
  • Vierde dag: zon, maan en sterren
  • Vijfde dag: vissen en vogels
  • Zesde dag: viervoetige en kruipende dieren, en de mens.

Hemel en aarde, planten, dieren en mensen zijn schepselen van God. Hij heeft ze ontworpen en gemaakt. Het volgende filmpje laat iets van de prachtige scheppingswerken zien die uit Gods hand zijn voortgekomen.


Bron: Youtube, 6 minuten, Engels. Muziek: 'Creation calls' door Brian Doerksen Hebr. Bara.

Ge 1:1  In den beginne schiep God den hemel en de aarde. (SV)

Voor het scheppen door God wordt hier het werkwoord ברא, bara, gebezigd, in de Qal-vorm van de werkwoordsstam, en betekent: 'scheppen, vormen, vorm geven'[2]. Het woord wordt gebruikt voor zowel het scheppen van iets 'uit het niets' (niet uit bestaand materiaal) als het scheppen uit bestaand materiaal[3].

Gunstig voor leven. De voor leven gunstige omstandigheden op aarde en de levende wezens wijzen heen naar een schepper. Zie filmpje (Duits, 1,5 minuten).

Heerlijkheid van de aardse schepping

Veld met lelies

De aarde is als een galerij vol prachtige kunstwerken. Zelfs het gras kan een luisterrijke aanblik geven.

Lu 12:27  Let op de lelies, hoe zij groeien; zij arbeiden niet en spinnen niet; en Ik zeg u: zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid was niet bekleed als een van deze.  Lu 12:28  Als nu God het gras dat vandaag op het veld is en morgen in een oven wordt geworpen, zo bekleedt, hoeveel te meer u, kleingelovigen! (Telos)

Anemonen in de Negev, Israël

Verscheidenheid der schepselen

De zichtbare schepping vertoont een imposante verscheidenheid van planten, dieren en mensen. De bomen bijvoorbeeld verschillen in vorm, grootte, bast, blad, takken, wortelgestel. Hoe verschilt de gladde bast van de beuk van de ruwe, grillige bast van de acacia!

Er worden steeds nieuwe soorten levende wezens ontdekt. De volgende nieuwsberichten gewagen van zulke ontdekkingen. 

Onderzoekers vinden 106 nieuwe vissoorten

Oceanografen en wetenschappers uit tientallen landen hebben vorig jaar 106 nieuwe vissoorten ontdekt. Ook hebben ze ruim 13.000 nieuwe microben geregistreerd, in een gemeenschappelijk onderzoek waar dinsdag de resultaten van zijn gepubliceerd.' Zo werden bij Antarctica twee nieuwe inktvissoorten ontdekt, en bij Guam in de Stille Oceaan een gestreepte grondel. In hun eerste Telling van het Zeeleven doen de wetenschappers ook verslag van voorheen onbekende zwemroutes van onder meer schildpadden en haaien. Zo blijkt de blauwvintonijn niet alleen de Atlantische Oceaan over te steken, maar ook de drie maal zo brede Stille Oceaan.

(Bron: Radio Nederland Wereldomroep, 23 november 2004)

Enorme biodiversiteit in zee bij Papoea

Voor de kust van de Indonesische provincie Papoea hebben onderzoekers een ware biologische schatkamer ontdekt. Er zijn meer dan vijftig soorten vis, garnalen en koralen waargenomen die nooit eerder zijn gezien. Een van de meest in het oog springende ontdekkingen is een haai die als het ware met zijn vinnen op de zeebodem loopt. De onderzoekers verwachten dat ze de komende tijd nog meer ontdekkingen zullen doen in het zeegebied dat aan de noordwestkust van Papoea ligt.

Bron: Radio Nederland Wereldomroep, 16 september 2006

Kegel van de witte pijnboom.

Deze verscheidenheid van levende wezen, deze rijke 'biodiversiteit', bewijst de grote creativiteit van de Almachtige Zoon van God, door wie alle dingen zijn geworden (Joh. 1). 

Elke sprinkhaan zingt zijn solo; en elke sneeuwvlok heeft haar psalm; en elke kamperfoelie heeft haar wierookvat; en elke waterlelie is een gondel, waarin eeuwige heerlijkheden uit spelevaren gaan; en er zijn piramiden te bewonderen in elke kegel van de witte pijnboom; en evenals een brede rivier zich uitstort in de zee, zo loopt tegen de avond de zon met haar stromen van licht uit in de gouden oceaan der eeuwigheid, om nieuwe glanzen te halen voor de volgende dag. Te midden van zoveel schoonheid en weelde — hoe kunnen wij klagen? 
(T. de Witt Talmage)[4] 

Natuurwetten

De natuurwetten, bijvoorbeeld de wet van de zwaartekracht, getuigen van een orde in de schepping. De natuurwetten zijn door God ingesteld; hij is de Auteur van de wetten.

De wetenschap die God buiten zijn verklaringen heeft (nog) geen antwoord op de vraag waar de natuurwetten vandaan komen. Volgens sommigen komt zij er uit zichzelf, gegeven haar zelfopgelegde methode of beperking, nooit achter.

Spraak van de schepping

Van de schepping gaat een spraak uit, zij heeft ons mensen iets te vertellen. Van de hemelen  (uitspansel, sterrenhemel, heelal) gaat een sprake uit. Zij vertellen Gods eer en verkondigen het werk van Zijn handen.

Ps 19:1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester. De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. Ps 19:2 De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap. Ps 19:3 Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord. Ps 19:4 Hun richtsnoer gaat uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve eenn tent gesteld voor de zon. Ps 19:5 En die is als een bruidegom, uitgaande uit zijn slaapkamer; zij is vrolijk als een held, om het pad te lopen. Ps 19:6 Haar uitgang is van het einde des hemels, en haar omloop tot aan de einden deszelven; en niets is verborgen voor haar hitte. (SV)

De beroemde natuurkundige Isaak Newton ontwaarde in het heelal de macht van God:

"De prachtige schikking van zon, kometen en planeten kon alleen maar ontstaan door het overleg en het vermogen van een denkend en machtig Wezen." (Isaac Newton, natuurkundige)

De schepping boodschapt dat de dood niet het laatste is. In de herfst sterft veel loof af, maar in de lente staat het weer op.

"Gods belofte van opstanding van het leven is niet alleen in boeken beschreven, maar ook in elk ontluikend blad in de lente." (Maarten Luther, kerkhervormer)

Geloof aan een Schepper en ontwerp

Een senior onderzoeker van het Centrum voor Anthropologie en Geest (Centre for Anthropology and Mind) van de Universiteit van Oxford stelde in 2008, op grond van onderzoeksresultaten van de afgelopen tien jaren, dat kinderen onafhankelijk van hun opvoeding aannemen dat alles in de wereld gemaakt is met een doel. Daarom zijn zij geneigd om in een redelijk Opperwezen te geloven.

Aan zes- en zevenjarigen werd gevraagd waarom de eerste vogel er was. Ze antwoordden: "om mooie muziek te maken" en "om de wereld er leuker uit te laten zien". Een proef met 12 maanden oude kinderen toonde aan dat zij verrast werden door filmbeelden waarin een rollende bal een keurige stapel  maakt uit een wanordelijke hoop blokken.

Onderzoek wijst erop dat kinderen eerder geloven in schepping dan in toevallig ontstaan[5]. Anthropologen hebben in sommige culturen bevonden dat kinderen in God geloven ook als ze geen religieuze opvoeding krijgen. De natuurlijke ontwikkeling van de menselijke geest neigt tot geloof aan een Schepper en aan ontwerp in de natuur. Evolutie door natuurlijke oorzaken alleen is 'onnatuurlijk' voor de menselijke geest en betrekkelijk moeilijk te geloven.

Ro 1:18 Want toorn van God wordt van de hemel geopenbaard over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen die de waarheid in ongerechtigheid bezitten; Ro 1:19 omdat wat van God gekend kan worden, onder hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard Ro 1:20 -want van de schepping van de wereld af worden wat van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, uit zijn werken met inzicht doorzien-,opdat zij niet te verontschuldigen zijn, Ro 1:21 omdat zij, hoewel zij God kennen, Hem als God niet verheerlijkt of gedankt hebben, maar in hun overleggingen zijn zij tot dwaasheid vervallen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden. Ro 1:22 Bewerend wijzen te zijn, zijn zij dwaas geworden Ro 1:23 en hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door iets dat lijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. (TELOS)

Ondanks de natuurlijkheid van geloof aan een Schepper en Zijn ontwerp, en ondanks de toonbeelden van ontwerp in de schepping rondom ons, zijn er mensen die menen dat ten diepste alles zonder zin is en dat de wereld door tijd, toeval en zuiver fysische oorzaken is ontstaan. Oorzaken van deze mening zijn zonde en wetenschappelijke mythe die door de maatschappij is aangenomen. In plaats van te geloven dat God de wereld, de planten, de dieren en de mensen gemaakt heeft, geloven velen aan het ooit spontaan ontstaan van leven uit dode stof en aan de geschiedenis van het leven volgens de evolutietheorie.

Zie verder bij Ontwerp

Genesis 1

Genesis 1 wordt verschillend gelezen. Volgens de letterlijke lezing heeft God in zes dagen geschapen, de planten op de derde dag, de hemellichamen op de vierde dag (of althans deze hemellichamen zichtbaar gemaakt op aarde), de dieren in de zee en de vogels op de vijfde dag, de landdieren en de mens op de zesde dag. Voor de letterlijke lezing pleiten andere passages in de Schrift:

  1. God verwijst elders in de Schrift terug naar zijn scheppingsdaden
  2. Diverse passages in het Nieuwe Testament noemen de historische schepping van Adam (bijv. in Romeinen 5).

Genesis 1 vertelt niet ons niet hoe de schepping precies heeft plaatsgevonden. Maar het ontbreken van bijzonderheden betekent niet dat de beschreven gebeurtenissen niet echt zijn gebeurd.

De letterlijke lezing van Genesis 1 is in strijd met moderne wetenschappelijke denkbeelden aangaande het ontstaan en de ontwikkeling van het heelal, ons zonnestelsel, de aarde, het leven op aarde.

Sommigen proberen Genesis 1 te verzoenen met de huidige wetenschap door een niet-letterlijke lezing. Eén niet-letterlijke manier van gelezen wordt geboden door de Kadertheorie. Volgens deze theorie is Genesis 1 (1) een literair verhaal (2) waarin de compositie centraal staat en (3) dat een boodschap bevat, waarbij het echt-gebeurd zijn niet telt. De kadertheorie is op zijn minst dubieus te noemen.

Wanneer was de schepping?

Dat is niet met zekerheid te zeggen. We vinden geen tijdsaanduiding als "in het zoveelste jaar na de schepping", zoals de jaartelling vanaf het vertrek van Israel uit Egypte. 

Nu 33:38 Toen ging de priester Aaron op den berg Hor, naar den mond des HEEREN, en stierf aldaar, in het veertigste jaar na den uittocht van de kinderen Israels uit Egypteland, in de vijfde maand, op den eersten der maand.

1Kon 6:1 Het geschiedde nu in het vierhonderd en tachtigste jaar, na den uitgang der kinderen Israels uit Egypte, in het vierde jaar van het koninkrijk van Salomo over Israel, in de maand Ziv (deze is de tweede maand), dat hij het huis des HEEREN bouwde.

Wel vermeldt de Bijbel leeftijden en relatieve jaren (bijv. 'in het eerste jaar van Kores'). In het verleden zijn verschillende berekeningen gemaakt, met als belangrijkste gegevens de leeftijd waarop volgens het Oude Testament welke vader welke zoon kreeg. De zeventiende-eeuwse Ierse bisschop James Ussher berekende dat de wereld werd geschapen in de avond van 22 oktober in 4004 voor Christus. Er zijn ook andere berekeningen van de schepping gemaakt:

Volgens  Wanneer 
Joodse kalender 3761 v.Chr.
bisschop James Ussher 4004 v.Chr.
Ethiopische kerk 5493 v.Chr.
Syrische Christenen 5490 v.Chr.
paus Gregorius de Grote 5199 v.Chr.
Jehovah's getuigen 4026 v.Chr.
Luther 3961 v.Chr.

Schepping uit niets?

De Katholieke Kerk leert dat God de wereld uit niets geschapen heeft (creatio ex nihilo). Zij baseert zich daarbij niet zozeer op Genesis maar op een passage uit het Tweede Boek der Makkabeeën: “Ik smeek je, mijn kind, beschouw de hemel en de aarde met al wat ze bevatten en bedenk dat God dit alles uit het niet gemaakt heeft en dat ook het menselijk geslacht op diezelfde wijze is ontstaan” (2 Mak. 7:28).

De boeken der Makkabeeën behoren echter niet tot het geschreven Woord van God, maar zijn apocriefe geschriften.

De Bijbel leert ons dat alle dingen uit God uit (in het Latijn: ex Deo), dus strikt genomen niet uit niets (niet ex nihilo).

Ro 11:36 Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem [zij] de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

1Co 8:6 dan is er toch voor ons maar een God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij voor Hem; en een Heer, Jezus Christus, door Wie alle dingen zijn, en wij door Hem.

God schiep het licht echter door het tot aanzijn te roepen: "Daar zij licht!" Hij riep en het was er. Het kwam als het ware uit het niets te voorschijn. Mogelijk heeft de schrijver van de Makkabeeënboeken daaraan gedacht. Wanneer we 'schepping uit niets' in deze beperkte zin nemen, blijven we in overeenstemming met de openbaring van de Schrift.

Ro 4:17  (zoals geschreven staat: ‘Ik heb u tot een vader van vele volken gesteld’) voor het aangezicht van God die hij geloofde-die de doden levend maakt en de dingen die niet zijn, roept alsof zij zijn-, 

Heersen over de schepping

God heerst over de schepping, maar Hij heeft de mens geroepen daarover mee te heersen; Hij heeft hem de stand van heerser gegeven. 

Ps 8:3 Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt: Ps 8:4 Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? Ps 8:5 Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond. Ps 8:6 Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gelegd: Ps 8:7 schapen en runderen altegader en ook de dieren des velds, Ps 8:8 de vogelen des hemels en de vissen der zee, hetgeen de paden der zeeen doorkruist. Ps 8:9 O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde. (NBG51)

De menselijke heerschappij moest het karakter van rentmeesterschap dragen. Als een goede rentmeester diende de mens de scheppingsgoederen van de aarde te beheren.

De mens viel echter in zonde en zijn heerschappij ontaardde. De mens is helaas niet zelden hardvochtig en wreed jegens dieren. Hij buit ze uit in massaproductie. Vele diersoorten zijn reeds door zijn toedoen uitgestorven. 

Nu zien wij nog niet alles aan de mens onderworpen. Maar, zegt de Hebreeënbrief, wij zien Jezus. Aan Hem zal alles worden onderworpen.

Heb 2:6 maar iemand heeft ergens betuigd en gezegd: ‘Wat is de mens dat U hem gedenkt, of de mensenzoon dat U acht op hem geeft? Heb 2:7 U hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt U hem gekroond en hem gesteld over de werken van uw handen; Heb 2:8 alles hebt U onder zijn voeten onderworpen’. Want door Hem alles te onderwerpen heeft Hij niets overgelaten dat hem niet onderworpen zou zijn. Maar nu zien wij nog niet alles aan hem onderworpen;  Heb 2:9 maar wij zien Jezus, die een weinig minder dan de engelen gemaakt was vanwege het lijden van de dood met heerlijkheid en eer gekroond, opdat Hij door de genade van God voor alles de dood smaakte. 

In de toekomst zal de gemeente van Christus met Christus heersen over het gans heelal! 

1Co 3:22 ... hetzij wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomstige dingen, alles is van u; 1Co 3:23 en u bent van Christus, en Christus is van God. (TELOS)

Buitenbijbelse scheppingsverhalen

Buiten de bijbel komen tal van scheppingsverhalen voor die vaak treffende overeenkomsten met het Bijbelse verslag vertonen. In tegenstelling tot de zuivere overlevering in de Bijbel zijn de buitenbijbelse verhalen door gebrekkige menselijke overlevering misvormd.

De fabels en dichters verhalen, dat er eerst een baaierd was, een woeste en lege aarde, welke door een of meer Goden in orde en tot schoonheid is gebracht. De Hindoes schrijven dit bijzonder toe aan het zweven van Gods geest op het water, dat die chaos bedekte. De Grieken spreken ervan dat er eerst geen mensn of dieren waren, maar deze uit de aarde of het slijk zijn voortgekomen; en dat aan de mensen een vonk van goddelijk levensvuur is ingeblazen[6].

IJdelheid

De schepping is aan de ijdelheid onderworpen.

Ro 8:20 Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het [der] [ijdelheid] onderworpen heeft; (SV)

Vergelijk de woorden van de Prediker:

Pre 1:2 Ijdelheid der ijdelheden, zegt de prediker; ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid. (SV)

Andere vertalingen hebben in Rom. 8:20 "vruchteloosheid" (TELOS), "zinloosheid" (HSV), "zinloos bestaan" (WV95), "vergankelijkheid" (Canisius), "vergeefsheid" (NB). 

Bij 'ijdelheid' moet men denken aan de broosheid, het verval, de vergankelijkheid en de nietigheid die we in de schepping zien, zowel bij de mensen als bij het gehele redeloze schepsel (dingen, planten, dieren). Dingen geraken onontkoombaar in verval. Een bloem verwelkt en valt af. Een dier veroudert en sterft. Mensen vergaan, evenals hun voortbrengselen. Ze zijn als een kortstondige damp.

Luther zag de onderworpenheid aan de ijdelheid ook hierin, dat het schepsel ten dienste staat van de zondaars. De zon bijvoorbeeld geeft licht op de aarde en beschijnt de vromen, maar zij moet ook "haar schoonste en reinste dienst bewijzen aan de onwaardigste, schandelijkste, gruwelijkste booswichten."[7] Alle creaturen dienen de mens in deze verdorvenheid, aldus de Kanttekenaren[8].

De ijdelheid van de schepping hangt samen met de ellende van de mens. De ijdelheid is een gevolg van de zondeval. De mens, het hoofd en middelpunt van de aardse schepping, zondigde. Omwille van de mens, Gods gevallen evenbeeld, werd het aardrijk vervloekt (Ge. 3:17; 5:29). 

De onderworpenheid aan de ijdelheid is geen ingeschapen neiging, het is niet vrijwillig. Een levend schepsel begeert integendeel de bewaring van zijn leven en is onderworpen aan de ijdelheid tegen zijn ingeschapen neiging om God te dienen en tot volmaaktheid te komen. Maar de onderworpenheid aan de vruchteloosheid is omdat God het zo wilde, omwille van de mens. 

Men kan zich afvragen waarom de schepping door God aan de vruchteloosheid is onderworpen in verband met de mens. Eén antwoord zegt: "... tot straf voor het gevallen evenbeeld, maar ook tot opwekking van de kennis van eigen ellende en om tot verlangen naar redding te leiden,..."[7] 

Zuchten en verlangen

Zuchten en verlangen. De schepping, sinds de zondeval aan de vruchteloosheid onderworpen, verwacht reikhalzend een betere toestand. Die komt met de openbaring van de zonen van God.

O, Gij ziet het kwijnen
van gans 't creatuur;
Heer, naar uw verschijnen
zucht het uur bij uur.
Och, verhaast die tijden,
waarin U als Heer
alles zal belijden
tot des Vaders eer.

Uit: Geestelijke liederen,
lied 98, 1e couplet

Ro 8:18 Want ik acht, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet waard is vergeleken te worden met de toekomstige heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. Ro 8:19 Want de schepping verwacht reikhalzend de openbaring van de zonen van God. Ro 8:20 Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen (niet vrijwillig, maar om wille van hem die haar onderworpen heeft), Ro 8:21 in de hoop dat ook de schepping zelf zal worden vrijgemaakt van de slavernij van de vergankelijkheid tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. Ro 8:22 Want wij weten, dat de hele schepping tezamen zucht en tezamen in barensnood is tot nu toe. Ro 8:23 En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wijzelf zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam. Ro 8:24 Want wij zijn behouden geworden in de hoop. Een hoop nu die men ziet, is geen hoop; want wie hoopt er op wat hij ziet? (TELOS)

"Het is zeer troostvol gesproken dat de hele schepping zucht als één persoon, die met ons één verlangen heeft, om uit dit leven tot een ander leven te raken." (Luther[7])

Nieuwe schepping

De oude schepping is bedorven door de zonde. Ze zucht onder de vergankelijkheid. God is echter voornemens alles nieuw te maken, een nieuwe schepping tot stand te brengen, een nieuwe volmaakte wereld.

Opb 21:5 En Hij die op de troon zat, zei: Zie, Ik maak alles nieuw. En Hij zei tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. (TELOS)

De eerstelingen van de nieuwe schepping zijn er al. Dat zijn de gelovigen in Christus. Wie met God is verzoend en in Christus is, is een nieuwe schepping (2 Cor. 5:17). De schepping is een geheel nieuwe, ‘zie, het is alles nieuw geworden’ (2 Cor. 5:17).

Ook als nieuwe schepselen zijn wij Góds maaksel (Ef. 2:10). Alles is uit God (2 Cor. 5:18)

Wij zijn geschapen ín Christus Jezus (Ef. 2:10). Er is een existentiële eenheid en verbondenheid met Hem. Wij, nieuwe schepselen, zijn geschapen met een doel: om goede werken voort te brengen.

2Co 5:14 Want de liefde van Christus dringt ons, 2Co 5:15 daar wij tot dit oordeel zijn gekomen, dat Een voor allen gestorven is; dus zijn zij allen gestorven. En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf leven, maar voor Hem die voor hen is gestorven en opgewekt. 2Co 5:16 Wij kennen dus van nu aan niemand naar het vlees; en als wij al Christus naar het vlees hebben gekend, dan kennen wij Hem nu niet meer zo. 2Co 5:17 Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie het is alles nieuw geworden. 2Co 5:18 En alles is uit God, die ons met Zichzelf heeft verzoend door Christus en ons de bediening van de verzoening heeft gegeven, (TELOS)

Ga 6:15 Want noch besnijdenis is iets, noch onbesneden zijn, maar een nieuwe schepping. (TELOS)

Efe 2:10 Want wij zijn zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, die God tevoren heeft bereid, opdat wij daarin zouden wandelen. (TELOS)

In de toekomst zal de hele schepping worden vrijgemaakt van de ijdelheid en vergankelijkheid waaraan God haar heeft onderworpen. Eerst zullen de kinderen van God volmaakt en verheerlijkt worden, naar geest, ziel en lichaam. Zij zullen onsterfelijk zijn, vrij van de tegenwoordigheid der zonde. Daarna zal de schepping worden gebracht tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God: 

Ro 8:20 Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen (niet vrijwillig, maar om wille van hem die haar onderworpen heeft), Ro 8:21 in de hoop dat ook de schepping zelf zal worden vrijgemaakt van de slavernij van de vergankelijkheid tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. (TELOS)

De ijdelheid en slavernij maken plaats voor heerlijkheid en vrijheid. Er zal geen dood, geen verval, geen verbreking, geen smart en ziekte meer zijn. Alles zal volmaakt en heerlijk zijn. God zal alles en in allen zijn. 

Volgde de onderworpenheid aan de ijdelheid oorspronkelijk op de val van de mens, eens zal de heerlijkheid van de nieuwe schepping volgen op de bevrijding en verheerlijking van de kinderen van God. De herschepping van de mens is het begin van een volledige nieuwe schepping. 

Meer informatie

David Laurenson, "Giants of science". Opname van een lezing over beroemde wetenschappers die aan schepping geloofden: film (Engels, 42 minuten)

Voetnoten

  1. Aldus het online woordenboek van Van Dale. 
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
  3. The New Heavens and New Earth | Lee Brainard Youtube.com: Prophecy Watchers, 15 sept. 2022. Vanaf 15 min en 51 sec.
  4. T. de Witt Talmage, Spranken (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1892), blz. 29. Voor Christipedia is de spelling en/of de taal van het citaat gemoderniseerd.
  5. Artikel Children are born believers in God, academic claims, op Telegraph.co.uk, 24 nov. 2008
  6. Petrus Hofstede de Groot, Voorlezingen over de geschiedenis der opvoeding des menschdoms door God, tot op de komst van Jezus Christus (1855), p.69
  7. 7,0 7,1 7,2 Aangehaald in het commentaar van Dächsel, Van Lingen en Griethuijsen bij Rom. 8:20. Het commentaar is onderdeel van de Online Bible.
  8. De Kanttekenaren zijn de geleerde vertalers die kanttekeningen (commentaar) bij de Statenvertaling maakten. Zie hun kanttekening bij Rom. 8:20.