Azarja: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Azarja'''  Azarja is in de Heilige Schrift de naam van bijna dertig verschillende personen:
'''Azarja''' (Eng. ''Azariah'') is een Hebreeuwse naam die betekent ‘Jah helpt’<ref>Vergelijk Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Dan. 1:6.</ref> of ‘Jah heeft geholpen’<ref>Bromiley, Geoffrey  W''.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised'' (Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002) s.v. Azariah.</ref>. ''Jah'' is de afkorting van Gods eigennaam ''Jahweh''. Azarja is in de H. Schrift de naam van bijna dertig verschillende personen. Een van hen is:

# Azarja, een volksgenoot en metgezel van Daniël aan het Babylonische hof. Hij was waarschijnlijk van een aanzienlijke (koninklijke) familie en was door Nebukadnezar meegevoerd naar Babel. Zie Dan.1:6-19; 2:17.  De overste van de hofbeambten veranderde zijn naam in ''Abednego'' (Dan. 1: 7v). Volgens sommigen is de naam gelijk aan ''Abednebo'' en  betekent dan ‘dienaar van Nebo’<ref>Bromiley, Geoffrey  W''.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised'' (Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002) s.v. Abed-Nego.</ref> of ‘vereerder van Nebo’<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Abednego. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.</ref>, een godheid van de Chaldeeën.
'''Naam.''' Azarja is een Hebreeuwse naam, welke betekent ‘Jah helpt’<ref>Vergelijk Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Dan. 1:6.</ref><ref name=":2">Volgens Roger Liebi, ''Das Buch Daniël'', [https://rogerliebi.ch/wp-content/uploads/material/RL-R000.01-2013-06-01-Dan_-Skript-Auslegung-Einfuehrung-Daniel-Folge-1-K1-3-.pdf hoofdstukken 1 t/m 3] (juni 2013). Transcript van een toespraak.</ref> of ‘Jah heeft geholpen’<ref>Bromiley, Geoffrey  W''.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised'' (Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002) s.v. Azariah.</ref>. ''Jah'' is de afkorting van Gods eigennaam ''Jahweh''. De Engelse naam is ''Azariah.''

'''Verwijzingen.''' De volgende manspersonen in de Heilige Schrift heten Azarja:

1. twee afstammelingen van [[Juda (zoon van Jacob)|Juda]];

2. de zoon van [[Zadok]], die onder [[Salomo]] opperambtenaar was;

3. de zoon van [[Nathan]], die over de bestelmeesters geplaatst werd;

4. onderscheidene Aäronieten, priesters en Levieten;

5. de zoon van [[Oded]], een profeet, tijdgenoot van [[Asa]];

6. de zoon van [[Amazia]], koning van Juda, elders [[Uzzia]] genoemd;

7. een hogepriester, ten tijde van [[Uzzia]] en [[Hizkia]];

8. de zoon van Joram, koning van Juda, dezelfde als [[Ahazia (koning van Juda)|Ahazia]];

9. een der zonen van [[Josafat]];
[[Bestand:Bible primer, Old Testament, for use in the primary department of Sunday schools (1919) (14778966371).jpg|miniatuur|Azarja met zijn twee vrienden in de oven. Een vierde persoon, uit de hemel, voegde zich bij hen.]]
10. de grootvader en een ander voorvader van [[Ezra (persoon)|Ezra]];

11. een der drie volksgenoten en metgezellen van [[Daniël (profeet)|Daniël]], die wegens hunne weigering om een afgodsbeeld te aanbidden, in een brandende oven geworpen, doch door God, in het midden van het vuur, op wonderbare wijze bewaard werden. Hij was waarschijnlijk van een aanzienlijke (koninklijke) familie en was door [[Nebukadnezar]] meegevoerd naar [[Babel]]. Zie Dan.1:6-19; 2:17.  De overste van de hofbeambten dan wel kamerlingen ( → [[Aspenaz]]) veranderde zijn naam in ''Abednego'' (Dan. 1: 7v). Volgens sommigen is de naam gelijk aan ''Abednebo'' en betekent dan ‘dienaar van Nebo’<ref>Bromiley, Geoffrey  W''.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised'' (Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002) s.v. Abed-Nego.</ref><ref name=":22">Volgens Roger Liebi, ''Das Buch Daniël'', [https://rogerliebi.ch/wp-content/uploads/material/RL-R000.01-2013-06-01-Dan_-Skript-Auslegung-Einfuehrung-Daniel-Folge-1-K1-3-.pdf hoofdstukken 1 t/m 3] (juni 2013). Transcript van een toespraak.</ref> of ‘vereerder van Nebo’<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Abednego. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.</ref>, een godheid van de [[Chaldeeën]]. Nebo wordt ook genoemd Neboe of Naboe<ref name=":22" />.

12. enige oversten;

13. een van de bouwers aan de muur te [[Jeruzalem]].

== Bron ==
P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling''. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Azaria of Azarja' is op 10 sept. 2018 onder wijziging verwerkt.


== Voetnoten ==
== Voetnoten ==

Huidige versie van 5 jan 2023 om 17:22

Azarja  Azarja is in de Heilige Schrift de naam van bijna dertig verschillende personen:

Naam. Azarja is een Hebreeuwse naam, welke betekent ‘Jah helpt’[1][2] of ‘Jah heeft geholpen’[3]Jah is de afkorting van Gods eigennaam Jahweh. De Engelse naam is Azariah.

Verwijzingen. De volgende manspersonen in de Heilige Schrift heten Azarja:

1. twee afstammelingen van Juda;

2. de zoon van Zadok, die onder Salomo opperambtenaar was;

3. de zoon van Nathan, die over de bestelmeesters geplaatst werd;

4. onderscheidene Aäronieten, priesters en Levieten;

5. de zoon van Oded, een profeet, tijdgenoot van Asa;

6. de zoon van Amazia, koning van Juda, elders Uzzia genoemd;

7. een hogepriester, ten tijde van Uzzia en Hizkia;

8. de zoon van Joram, koning van Juda, dezelfde als Ahazia;

9. een der zonen van Josafat;

Azarja met zijn twee vrienden in de oven. Een vierde persoon, uit de hemel, voegde zich bij hen.

10. de grootvader en een ander voorvader van Ezra;

11. een der drie volksgenoten en metgezellen van Daniël, die wegens hunne weigering om een afgodsbeeld te aanbidden, in een brandende oven geworpen, doch door God, in het midden van het vuur, op wonderbare wijze bewaard werden. Hij was waarschijnlijk van een aanzienlijke (koninklijke) familie en was door Nebukadnezar meegevoerd naar Babel. Zie Dan.1:6-19; 2:17.  De overste van de hofbeambten dan wel kamerlingen ( → Aspenaz) veranderde zijn naam in Abednego (Dan. 1: 7v). Volgens sommigen is de naam gelijk aan Abednebo en betekent dan ‘dienaar van Nebo’[4][5] of ‘vereerder van Nebo’[6], een godheid van de Chaldeeën. Nebo wordt ook genoemd Neboe of Naboe[5].

12. enige oversten;

13. een van de bouwers aan de muur te Jeruzalem.

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Azaria of Azarja' is op 10 sept. 2018 onder wijziging verwerkt.

Voetnoten

  1. Vergelijk Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Dan. 1:6.
  2. Volgens Roger Liebi, Das Buch Daniël, hoofdstukken 1 t/m 3 (juni 2013). Transcript van een toespraak.
  3. Bromiley, Geoffrey  W.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised (Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002) s.v. Azariah.
  4. Bromiley, Geoffrey  W.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised (Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002) s.v. Abed-Nego.
  5. 5,0 5,1 Volgens Roger Liebi, Das Buch Daniël, hoofdstukken 1 t/m 3 (juni 2013). Transcript van een toespraak.
  6. S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Abednego. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.