Brief aan de Efeziërs/Samenvatting
Deze pagina geeft een samenvatting van het boek Brief aan de Efeziërs per hoofdstuk.
Ef. 1: adressering; onze zegen in Christus; kennis van Gods roeping en kracht.
Aantal verzen: 23.
Ef. 1:1-2. Het adres met een zegenbede.
Ef. 1:3-14. Onze zegen in Christus. Geloofd zij God, die, tot lof van zijn genade en heerlijkheid, ons in Christus heeft uitverkoren en tot zonen en erfgenamen heeft bestemd. Hij heeft ons in hem heeft begenadigd en verlossing geschonken. Christus is hoofd over alles geworden. Als onderpand van de erfenis hebben wij de Heilige Geest ontvangen.
Ef. 1:15-23. Kennis van Gods roeping en kracht. Paulus dankt God om het geloof en de liefde van de gelovigen en bidt dat God hen een geest van wijsheid en openbaring geeft, om Hem, zijn zegen en macht voor ons te kennen, een macht die Christus uit de doden heeft opgewekt en hem gesteld tot hoofd over alles. God heeft hem, die alles in allen vervult, als hoofd gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is.
Ef. 2: onze verlossing, eenheid en opbouwing.
Aantal verzen: 22.
Ef. 2:1-10. Onze verlossing. Ook wij, die vroeger dood waren in onze overtredingen, waarin wij wandelden onder invloed van de duivel en onze zondige natuur, zijn met Christus opgewekt en met Hem gezet in de hemelse gewesten, opdat God ons de rijkdom van zijn genade zou betonen. Wij zijn (her)schapen tot het doen van goede werken.
Ef. 2:11-22. Onze eenwording, eenheid en opbouwing. U, gelovigen uit de volken, die vroeger veraf waren, bent door Christus nabij gebracht en met de gelovigen uit de Joden één gemaakt. Samen hebt u in één Geest toegang tot de Vader en wordt u opgebouwd tot een woonplaats van God in de Geest.
Ef. 3: Paulus’ dienst voor de volken.
Aantal verzen: 21.
Paulus is het rentmeesterschap van de genade van God gegeven. Hem is opgedragen de verborgenheid van Christus, het heil en de rijkdom in Hem bekend te maken. En door de gemeente wordt de veelvoudige wijsheid van God bekend gemaakt aan de overheden en machten in de hemelse gewesten. (1-12). “Daarom vraag ik niet moedeloos te worden, door mijn verdrukkingen voor u, die uw heerlijkheid zijn.” (13). Paulus bidt dat de gelovigen naar de rijkdom van ’s Vaders heerlijkheid innerlijk gesterkt worden, zodat Christus door het geloof in hun harten woont en zij in de liefde gegrond zijn, opdat zij de liefde van Christus kennen en vervuld worden tot de volheid van God. Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus. (14-21).
Ef. 4-6:9 Wandelen waardig onze hemelse roeping.
Ef. 4: eenheid van de Geest. Gaven aan de gemeente gegeven. De oude en de nieuwe mens. Uitwerking.
Aantal verzen: 32.
Ef. 4: 1-16. Bewaar de eenheid van de Geest. Gaven aan de gemeente gegeven, tot opbouwing. Paulus vermaant de heiligen te wandelen waardig hun hemelse roeping, terwijl ze elkaar in liefde verdragen en zich beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren. (1-6) Bij alle dingen die ze gemeenschappelijke hebben is er verscheidenheid van gaven en werkingen, door Christus gegeven, opdat Hij alles zou vervullen en wij niet meer onmondigen zijn, bewogen door drogredenen van de mensen. (7-16).
Ef. 4: 17-32. De oude en de nieuwe mens. Uitwerking. De gelovigen moeten niet meer wandelen als de volken, omdat zij de oude mens hebben afgeleid, vernieuwd zijn in de geest van hun denken en de nieuwe mens hebben aangedaan. (17-24). Paulus noemt allerlei zonden in de omgang, die zij hebben af te leggen (25-31). In plaats daarvan moeten de gelovigen jegens elkaar goedertieren en vergevend zijn (32).
Ef. 5: vervolg uitwerking. Huwelijkse plichten.
Aantal verzen: 33.
De gelovigen hebben zich te hoeden voor allerlei zonden. Ze moeten wandelen als kinderen van het licht. (1-21). Plicht van vrouwen en van mannen in het huwelijk (22-32).
Ef. 6: overige huiselijke plichten; weerbaarheid en voorbede; Tychicus; zegenbede.
Aantal verzen: 24.
Ef. 6:1-9. Overige huiselijke plichten. Plicht van kinderen en hun vaders (1-4). Van slaven en hun meesters (5-9).
Ef. 6:10-20. Weerbaarheid en voorbede. Sterkt u in de Heer en doet de hele wapenrusting van God om te kunnen standhouden tegen de listen van de duivel, terwijl u volhardt in het gebed voor alle heiligen en voor Paulus, opdat hem het woord gegeven wordt om vrijmoedig het evangelie te verkondigen (10-20).
Ef. 6:21-24. Zending van Tychicus en zegenbede. Tychicus zal hun bekendmaken, hoe het met Paulus gaat (21 v.). Met een zegenbede wordt de brief besloten (23-24).