Daniël 7: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 19: Regel 19:
<onlyinclude><sup>3</sup>  En er klommen vier grote dieren op uit de zee, het ene van het andere verscheiden. </onlyinclude>(SV)
<onlyinclude><sup>3</sup>  En er klommen vier grote dieren op uit de zee, het ene van het andere verscheiden. </onlyinclude>(SV)
'''Vier grote dieren.''' Die vier grote rijken, wereldrijken, verzinnebeelden.
'''Vier grote dieren.''' Die vier grote rijken, wereldrijken, verzinnebeelden.
[[Bestand:Daniel 4 Beasts.JPG|geen|miniatuur|468x468px|Fantasietekening. Merk op de gezichten die de winden blazen, zinnebeeld van geestelijke invloeden door persoonlijke machten. ]]
[[Bestand:Daniel 4 Beasts.JPG|geen|miniatuur|468x468px|Fantasietekening uit 1912. Merk op de gezichten die de winden blazen, zinnebeeld van geestelijke invloeden door persoonlijke machten. ]]
[[Bestand:4beasts.png|geen|miniatuur|736x736px|Andere weergave. ]]
[[Bestand:4beasts.png|geen|miniatuur|736x736px|Andere weergave. ]]



Versie van 4 mrt 2023 18:06

Daniël 7 is een hoofdstuk van het boek Daniël. Het wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd.

Hoofdstukken samengevat en/of becommentarieerd:
Daniël: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12

Samenvatting

De droom van de wilde dieren: van Babel tot het koninkrijk van God.

1

1 In het eerste jaar van Belsazar, den koning van Babel, zag Daniël een droom, en gezichten zijns hoofds, op zijn leger; toen schreef hij dien droom, [en] hij zeide de hoofdsom der zaken. (SV) 

In het eerste jaar van Belsazar. Ca. 552 v.C.[1].

650 — 600 v.C. < Israël 600 — 550 v.C.[2] > 550 — 500 v.C.
BelsazarKoresEvilmerodachHofraEzechiël (Bijbelboek)ZedekiaJojachinRechabietenNebukadnezarJojakimNechoDaniël (profeet)Jeremia (profeet)

2

2  Daniël antwoordde en zei: Ik zag in mijn gezicht bij nacht, en ziet, de vier winden van de hemelen braken voort op de grote zee. (SV)
(c) FreeBibleImages.org

De vier winden van de hemelen. Zinnebeeld van geestelijke invloeden, zie Wind.

De grote zee. Zinnebeeld van de volkerenmassa.

3

3  En er klommen vier grote dieren op uit de zee, het ene van het andere verscheiden. (SV) 

Vier grote dieren. Die vier grote rijken, wereldrijken, verzinnebeelden.

Fantasietekening uit 1912. Merk op de gezichten die de winden blazen, zinnebeeld van geestelijke invloeden door persoonlijke machten.
Andere weergave.

4

4  Het eerste was als een leeuw, en het had arendsvleugels; ik zag toe, totdat zijn vleugelen uitgeplukt waren, en het werd van de aarde opgeheven, en op de voeten gesteld, als een mens, en er werd een mensenhart aan gegeven. (CP[3]) 

Het eerste was als een leeuw, en het had arendsvleugels.

(c) FreeBibleImages.org

Hier wordt het Nieuw-Babylonische Rijk (626 - 539 v.Chr.), met het Chaldeeuwse koningshuis, verbeeldt. In 539 v.C. werd de hoofdstad Babel ingenomen en verloor het rijk zijn macht, maar het werd niet vernietigd[4].

Een mensenhart. Niet langer het hart van een leeuw, maar een vreesachtig hart. Aram. enash (mens), van Aram. anasch (zwak zijn)[4].

5

5 Daarna, ziet, het andere dier, het tweede, was gelijk een beer, en stelde zich aan de ene zijde op, en het had drie ribben in zijn muil tussen zijn tanden; en men zei er aldus tegen: Sta op, eet veel vlees. (CP[3]) 

Een beer. Dit stelt het Medo-Perzische Rijk (539 – 323 v.Chr.) voor.

En stelde zich aan de ene zijde op. Het hief zich naar de ene zijde in de hoogte, hoger dan de andere zijde. In het Medisch-Perzische Rijk waren de Perzen altijd machtiger dan de Meden[4]. Vergelijk de twee hoornen in het gezicht van de ram en de bok (Daniël 8).

Da 8:3  En ik hief mijn ogen op, en ik zag, en ziet, een ram stond voor dien vloed, die had twee hoornen, en die twee hoornen waren hoog, en de een was hoger dan de andere, en de hoogste kwam in het laatste op. (SV)

Drie ribben. Het rijk breidde zich vooral uit naar het westen, noorden en oosten[4].

(c) FreeBibleImages.org

Eet veel vlees. Het rijk was 'vraatzuchtig', veel meer dan Babel. Het grondgebied strekte zich tenslotte uit van Afrika tot de rivier Indus.

Perzische rijk ca. 500 v.C.

6

6 Daarna zag ik, en ziet, er was een ander [dier], gelijk een luipaard, en het had vier vleugels eens vogels op zijn rug; ook had hetzelve dier vier hoofden, en aan hetzelve werd de heerschappij gegeven.(SV) 
Twee vleugels schijnen in deze afbeelding te ontbreken. (c) FreeBibleImages.org

Dit dier stelt het Griekse rijk De luipaard is een snel roofdier. Het dier heeft hier vleugels. De gevleugelde luipaard symboliseert de ongelooflijke snelheid waarmee de Macedonische koning Alexander de Grote, in korte tijd (336-323 v.Chr.), een enorm groot gebied veroverde.

Vier hoofden. Na de vroegtijdige dood van Alexander in 323 werd het rijk verdeeld in vier grote delen, elk viel toe aan een generaal van het leger van Alexander:

  1. het rijk van Ptolemaeus
  2. het rijk van Seleucus
  3. het rijk van Cassander
  4. het rijk van Lysimachus

Het Griekse rijk was van 334 – 30 v.Chr. In 30 v.C. werd Egypte door de Romeinen veroverd, de laatste rest van het Griekse rijk.

7

7 Daarna zag ik in de nachtgezichten, en ziet, het vierde dier was schrikkelijk en gruwelijk, en zeer sterk; en het had grote ijzeren tanden, het at, en verbrijzelde, en vertrad het overige met zijn voeten; en het was verscheiden van al de dieren, die voor hetzelve geweest waren; en het had tien hoornen. (SV)
Vs. 19 zegt dat het klauwen van koper had.
Fantasieweergave. Tekortkoming: de 10 horens waren op de kop, zie vs. 20. (c) FreeBibleImages.org.

Het vierde dier staat symbool voor het Romeinse Rijk.

Gruwelijk. Vs. 19: "zeer gruwelijk".

IJzeren tanden. Zie ook vs.19. IJzer was ook het materiaal van de twee benen van het statenbeeld van Nebukadnezar in Daniël 2.

Tien hoornen. Ze stellen tien koningen voor (24).

Dit aantal komt overeen met de tien hoornen van het Beest uit het boek Openbaring (Opb. 17:12)

Opb 17:12  En de tien horens die u hebt gezien, zijn tien koningen, die nog geen koninkrijk ontvangen hebben, maar een uur gezag als koningen ontvangen met het beest. (Telos)

Een andere uitlegger[5] echter ziet in de tien horens tien (federaties van) stammen, waaruit West-Europa is voortgekomen: Visigoten(o.a. in Spanje), Angelsaksen (Engeland), Franken (Frankrijk), Alemannen (Duitsland), Bourgondiërs (Zwitserland), Longobarden (Italië), Sueben (Portugal), Herulen, Ostrogoten en de Vandalen. Volgens hem bestaan de Herulen, de Ostrogoten en de Vandalen niet meer.

Het at, en verbrijzelde, en vertrad het overige met zijn voeten. Zie vs. 19.

Het Romeinse wereldrijk bestrijkt de periode ca. 40 v.C. tot 1806 n.C.[4]. In 31 v.C. was de zeeslag bij Actium, voor de kust van Griekenland, waar de vloot van Octavianus de vloot van de Romeinse generaal Marcus Antonius en de Griekse koningin van Egypte, Cleopatra, versloeg. Octavianus werd op 27 n. C. keizer 'Augustus'. Een periode van 100 jaar Romeinse burgeroorlogen maakte plaats voor een periode van vrede in het rijk.

8

8  Ik lette op de hoornen, en ziet, een andere kleine hoorn kwam op tussen hen, en drie uit de vorige hoornen werden uitgerukt voor hem; en ziet, in die hoorn waren ogen als mensenogen, en een mond, grote dingen sprekend. (CP[3])

Een andere kleine hoorn. De elfde, die na hen opkomt (24) en die in de plaats komt van drie van de tien hoornen. Hij is 'klein', maar heeft of verkrijgt "een aanzien groter dan van zijn metgezellen" (20).

Deze mens is waarschijnlijk het Beest, de eindtijdse dictator, uit het boek Openbaring.

Drie uit de vorige hoornen werden uitgerukt voor hem. Ze worden vernederd door de kleine hoorn (24).

Ogen als mensenogen. De hoorn is een mens.

Een mond, grote dingen sprekende. Vs. 11, 20, 25. "Het zal woorden spreken tegen de Allerhoogste" (25).

De kleine hoorn met een sprekende mond, te midden van de drie stompen van de afgebroken hoornen.(c) FreeBibleImages.org

9

9 [Dit] zag ik, totdat er tronen gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens kleed wit was als de sneeuw, en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol; Zijn troon was vuurvlammen, en de wielen ervan brandend vuur. (CP[3])

Totdat er tronen gezet werden. Voor de leden van gerechtshof. Zie tronen rond Gods troon in Openbaring 4.

Het haar van Zijn hoofd als zuivere wol. "Blank als wol", zegt de Canisius-vertaling.

Van de Heer Jezus, die aan Johannes verscheen, wordt gezegd:

Opb 1:14  en zijn hoofd en haar als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam <Telos)

Zijn troon was vuurvlammen. En de wielen ervan brandend vuur, en een rivier van vuur stroomde en ging van voor Hem uit (10). Onze God is "een verterend vuur".

Ex 24:17  En het aanzien der heerlijkheid des HEEREN was als een verterend vuur, op het opperste diens bergs, in de ogen der kinderen Israëls. (SV)

Heb 12:29  Want onze God is een verterend vuur. (Telos)

De wielen ervan. Ook de troonwagen die Ezechiël ziet heeft wielen.

10

10 Een rivier van vuur stroomde en ging van voor Hem uit. Duizendmaal duizenden dienden Hem, en tien duizendmaal tien duizenden stonden voor Hem; het gerechtshof zette zich, en de boeken werden geopend. (CP[3])  

Een rivier van vuur. Gods troon was vuurvlammen en de troonwielen waren brandend vuur (9).

Ook van het Heilige der heiligen in de tempel van Ezechiël zal een rivier uit, niet van vuur, maar van zegen.

Duizendmaal ... tien duizenden. Dit zijn engelen. Vergelijk:

Opb 5:11  En ik zag, en hoorde een stem van vele engelen rond de troon en de levende wezens en de oudsten, en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen, (Telos)

Hetzelfde aantal als in Opb. 5:11.

En de boeken werden geopend. In Opb. 5 wordt als eerste het boek met de zeven zegels geopend (Opb. 5-6). In het gericht van de grote witte troon worden ook boeken geopend.

Opb 20:12  En ik zag de doden, de groten en de kleinen, voor de troon staan; en er werden boeken geopend. En een ander boek werd geopend, namelijk dat van het leven. En de doden werden geoordeeld volgens wat in de boeken geschreven was, naar hun werken. Opb 20:15  En als iemand niet geschreven gevonden werd in het boek van het leven, werd hij geworpen in de poel van vuur. (Telos)

11

11 Toen zag ik toe vanwege de stem der grote woorden, welke die hoorn sprak; ik zag toe, totdat het dier gedood, en zijn lichaam verdaan werd, en overgegeven om van het vuur verbrand te worden. (SV) 

Grote woorden, welke die hoorn sprak. Vs. 8, 20, 25. "Het zal woorden spreken tegen de Allerhoogste" (25).

Dier gedood.

2Th 2:8  En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en ten niet doen door de verschijning van zijn komst; (Telos)

En overgegeven om van het vuur verbrand te worden.

Opb 19:20  En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet die de tekenen in diens tegenwoordigheid had gedaan, waardoor hij hen misleidde die het merkteken van het beest ontvingen en die zijn beeld aanbaden. Levend werden deze twee geworpen in de poel van vuur die van zwavel brandt. (Telos)

12

12 Aangaande ook de overige dieren, men nam hun heerschappij weg, want verlenging van het leven was hun gegeven tot tijd en stonde toe. (SV) 

In een of andere vorm bestaan ze tot het einde. Het Beest van de eindtijd heeft eigenschappen van hen:

Opb 13:2  En het beest dat ik zag was aan een luipaard gelijk, en zijn poten waren als die van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn macht en zijn troon en groot gezag. (Telos)

13

13 [Verder] zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken van de hemel, als een mensenzoon, en Hij kwam tot de Oude van dagen, en zij deden Hem voor Deze naderen. (CP[3])  
(c) FreeBibleImages.org

Misschien ziet het nachtgezicht op de hemelvaart van Jezus, die met de wolken van de hemel wegging.

Zij deden Hem voor Deze naderen. Hij werd voor God ontboden[6], moest voor Hem verschijnen, werd vóór Hem geleid.

14

14 En Hem werd gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natiën en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden. (SV)  

Heerschappij en eer. In de hemel is Jezus gekroond met heerlijkheid en eer.

Heb 2:9  maar wij zien Jezus, die een weinig minder dan de engelen gemaakt was vanwege het lijden van de dood met heerlijkheid en eer gekroond, opdat Hij door de genade van God voor alles de dood smaakte. (Telos)

Dat Hem alle volken, natiën en tongen eren zouden.

Flp 2:9  Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is, Flp 2:10  opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, Flp 2:11  en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader. (Telos)

17

17 Deze grote dieren, die vier zijn, zijn vier koningen, [die] uit de aarde opstaan zullen. (SV) 

Vier koningen. Met hun machtige rijken.

Die uit de aarde opstaan zullen. Daniël zag ze uit de zee opkomen, uit de door geestelijke machten bewerkte volkerenmassa. Maar ze zijn "uit de aarde", d.w.z. "van deze wereld", "van hier" (vgl. Joh. 18:36).

Joh 18:36  Jezus antwoordde: Mijn koninkrijk is niet van deze wereld. Als mijn koninkrijk van deze wereld was, zouden mijn dienaars hebben gestreden, opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd; maar nu is mijn koninkrijk niet van hier. (Telos)

18

18 Maar de heiligen der hoge [plaatsen] zullen dat Koninkrijk ontvangen, en zij zullen het Rijk bezitten tot in der eeuwigheid, ja, tot in eeuwigheid der eeuwigheden. (SV) 

De heiligen der hoge [plaatsen]. Of: de heiligen van de Allerhoogste (Canisius-vertaling, Leidse vertaling, NBG51, WV78, WV95, Naardense vertaling, HSV). Luther: "die Heiligen des Höhesten". "De heiligen van de hoogste God" lezen wij in de NBV'04-vertaling. Misschien staat dit 'hoge' tegenover 'de aarde' (vs. 17), die lager gelegen is, waaruit de vier koningen zijn opgestaan.

Het Beest zal zijn "hen die in de hemel wonen" lasteren.

Opb 13:6  En hij opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om zijn naam te lasteren en zijn tabernakel en hen die in de hemel wonen. (Telos)

19

19 Toen wenste ik naar de waarheid van het vierde dier, hetwelk verscheiden was van al de andere, zeer gruwelijk, welks tanden van ijzer waren, en zijn klauwen van koper; het at, het verbrijzelde, en vertrad het overige met zijn voeten. (SV)  

Zie ook vs. 7.

Klauwen van koper. Deze bijzonderheid wordt niet vermeld in vers 7.

20

20 En aangaande de tien hoornen die op zijn hoofd waren, en den anderen, die opkwam, en voor denwelken drie afgevallen waren, namelijk dien hoorn, die ogen had, en een mond, die grote dingen sprak, en wiens aanzien groter was, dan van zijn metgezellen. (SV)  

Tien hoornen.

Bron

Roger Liebi (2014) Das Buch Daniel (7-8), op Rogerliebi.ch. Transscript van een toespraak, juni 2014.

Voetnoot

  1. 549 v.C. volgens Roger Liebi (2014) Das Buch Daniel (7-8), op Rogerliebi.ch. Transscript van een toespraak, juni 2014.
  2. De jaartallen zijn merendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).
  3. 3,0 3,1 3,2 3,3 3,4 3,5 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  4. 4,0 4,1 4,2 4,3 4,4 Roger Liebi (2014) Das Buch Daniel (7-8), op Rogerliebi.ch. Transscript van een toespraak, juni 2014.
  5. Amir Tsarfati, Middle East Update: July, 27, 2020, vanaf ca. 26 min 50 sec.
  6. De werkwoordsvorm is Aphel en betekent: ontboden worden/zijn, aldus Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.