Edom, Edomieten

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 26 aug 2017 om 18:11 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Edom''' (= 'rood') is een naam van Ezau en de naam van de landstreek en het rijk van zijn nakomelingen (Edomieten) ten zuiden van de Dode Zee. De Gr...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Edom (= 'rood') is een naam van Ezau en de naam van de landstreek en het rijk van zijn nakomelingen (Edomieten) ten zuiden van de Dode Zee.

De Griekse vorm van Edom is Idumea, een naam die alleen voorkomt in Jes. 34:5,6, Ezech. 35:15; 36:5; Marc. 3:8.

De naam Edom werd aan Ezau gegeven omdat hij hunkerde naar de rode moes van Jakob; Edom betekent rood (Gen. 25:30; 36:1,8,19), maar de naam is meer in het algemeen gegeven aan zijn stam en het grondgebied dat de Edomieten bezaten. Dit gebied strekte zich uit vanaf het land van Moab, naar het zuiden, tot de Golf van Akaba.

 Edom in 1200-1000 v.C. 

Het is een opvallend bergachtig gebied met hoge pieken en diepe dalen, maar ook met zeer vruchtbare vlakten. Het werd het gebergte Seir genoemd (Gen 36:8). Sommige van de rotsen waren zo steil dat Amazia 10.000 van de kinderen van Seir (Edomieten) doodde door ze van de rotsen te gooien, waardoor ze werden verbrijzeld (2 Kronieken 25:11).

Bozra en Sela (ook gespeld Selah; ook genoemd Petra), waren de voornaamste steden.

Toen Israël het land Kanaän naderde, deed Mozes een beroep op Edom om de Israëlieten doorgang te verlenen, maar de Edomieten weigerden. De Israëlieten keerden dan ook zuidwaarts ten einde om Edom heen te gaan. Ze reisden langs het oosten van Edom tot ze het land van Moab bereikten (Num. 21:4).

Edom had dikwijls met het naburige Israël te maken. God veroordeelt Edom wegens zijn eeuwige haat jegens Israël (Ezech. 35:5). God wekte eens de koning van Edom op om Israël te straffen (1 Kon 11:14} en later versterkte Hij Israël om Edom te straffen (2 Kron. 25:10,11).

Tijdens de gevangenschap van Judah in Babel breidden de Edomieten hun heerschappij naar het westen uit en namen Hebron in bezit. Ongeveer 300 jaar v. Chr. namen Nabateeërs de stad Petra (ook Sela genoemd) in en vestigden zich in die landstreek. Ze dreven handel en vormden een koninkrijk dat Romeinse schrijvers Arabia Petraea(= rotsachtig Arabië) noemden. 

De Edomieten breidden zich naar het Westen uit. De Grieken noemden Edom 'Idumea'. 

Onder de Makkabeeën werd het land van de Edomieten in het westen veroverd, inclusief Hebron. Nadat het door de [1]Romeinen was bezeten, raakte het in verval onder de heerschappij van de Mohammedanen.

Toekomst

Een deel van de profetieën aangaande Edom strekt zich uit tot de toekomst. Edom had behagen in de straf die over Juda kwam.

Ps 137:7 HEERE, denk aan de Edomieten, aan de dag dat Jeruzalem viel, toen zij zeiden: Haal neer, haal neer die stad, tot op haar fundament! (HSV)

Deze en andere passages vermelden de haat en jaloezie van de Edomieten. Veel profetieën spreken over de straf die over Edom in de toekomst zal komen. Wanneer de koning van het noorden Israël zal invallen en landen zo ver als Egypte aanvalt, zullen "Edom en Moab, en het hoofd van de kinderen Ammons" ontsnappen, omdat zij bestemd zijn om door Israël onderworpen te worden (Dan. 11:41; Jes 11:13,14; Obadja 18, 19). De Heer Jezus zal van Edom komen 'met helrode kleding' wegens de door Hem uitgeoefende strafgerichten (Jes. 63:1).

Jes 63:1 Wie is Deze Die uit Edom komt, in helrode kleding uit Bozra, Die luisterrijk is in Zijn gewaad, Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die spreek in gerechtigheid, Die machtig ben om te verlossen. (HSV)

De vernietiging van Edom zal volledig zijn (Ob. 10). Het herstelde Israël zal de rest, het overblijfsel van Edom erfelijk bezitten: 

Am 9:11 Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten, Ik zal haar scheuren dichten en wat daarvan is ingestort, overeind zetten; Ik zal haar herbouwen als in de dagen van ouds, Am 9:12 opdat zij beerven de rest van Edom en van al de volken over wie mijn naam is uitgeroepen, luidt het woord van de HERE, die dit doet. (NBG51)

Bronnen

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Edom. Hieruit is op 23 juli tekst genomen, vertaald en verwerkt.   

Voetnoten