Manasse: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Manasse''' is in de Bijbel de naam van verschillende mannen en van een volksstam en van hun stamgebied. '''Naam'''. Manasse is de naam die Jozef aan zijn eerst...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
(5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Manasse''' is in de Bijbel de naam van verschillende mannen en van een volksstam en van hun stamgebied.
'''Manasse''' (= "Die vergeten doet") of ''Menassé'' is in de [[Bijbel]] de naam van verschillende mannen en van een volksstam en van hun stamgebied.


== Naam ==
'''Naam'''. Manasse is de naam die Jozef aan zijn eerstgeborene gaf. Zijn jongere broer was Efraïm. Grieks: Manasses, Eng.: Manasseh<blockquote>''Ge 41:51 (SV) En Jozef noemde den naam des eerstgeborenen Manasse; want, [zeide] [hij] God heeft mij doen vergeten al mijn moeite, en het ganse huis mijns vaders.'' </blockquote><blockquote>''Ge 41:51 (HSV) Jozef gaf de eerstgeborene de naam Manasse. Want, [zei hij], God heeft mij al mijn moeite en heel mijn familie doen vergeten.'' </blockquote>“Manasse” betekent “doen vergeten”, met de gedachte die Jozef uitdrukte: "God heeft mij doen vergeten". 
De Hebreeuwse naam is מנשׁה, Menasjeh. De eigennaam betekent "Die vergeten doet"<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Menassé. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. </ref> of "Doen vergeten"<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref> en komt 146 keer voor in het Oude Testament. Het [[Strongnummer]] is H4519. De Griekse naam is ''Manasses''. In het Engels: ''Manasseh''.


Manasse is de naam die Jozef aan zijn eerstgeborene gaf. Zijn jongere broer was Efraïm. <blockquote>''Ge 41:51 (SV) En Jozef noemde den naam des eerstgeborenen Manasse; want, [zeide] [hij] God heeft mij doen vergeten al mijn moeite, en het ganse huis mijns vaders.'' </blockquote><blockquote>''Ge 41:51 (HSV) Jozef gaf de eerstgeborene de naam Manasse. Want, [zei hij], God heeft mij al mijn moeite en heel mijn familie doen vergeten.'' </blockquote>De naam “Manasse” drukt de gedachte van Jozef uit: "God heeft mij doen vergeten". 

== Verwijzingen ==
In de Bijbel verwijst de naam Manasse naar verschillende mannen, een stam van Israël en naar het gebied van deze stam.
In de Bijbel verwijst de naam Manasse naar verschillende mannen, een stam van Israël en naar het gebied van deze stam.
# oudste zoon van [[Jozef]], broer van [[Efraïm]] en stamvader. Door de stervenden [[Jakob (aartsvader)|Jakob]] als zoon aangenomen, treedt hij in de geschiedenis als het hoofd van een der twaalf stammen op.
# stam afkomstig van Manasse, een van de twaalf stammen van Israël. De eigennaam “Manasse” ging over op het nageslacht van Manasse (de stam Manasse, de Manassieten) en op het gebied dat deze stam ten erfdeel toeviel (stamgebied). Over de stam en hun stamgebied, zie [[Manasse (stam)]] voor het hoofdartikel
# de vader van Gersom, de grootvader van Jonathan, Richt. 18: 30. Waarschijnlijk wordt Mozes bedoeld. De NBG51-vertaling heeft dan ook "Mozes".
# een goddeloze koning van Juda. Zie [[Manasse (koning)]] voor het hoofdartikel.
# twee van de Israëlieten, die vreemde vrouwen genomen hadden. De ene man Manasse was een nakomeling van Pachat-moab, de andere een nakomeling van Hasum. Zij zonden hun buitenlandse vrouwen heen ten tijde van Ezra.
Er is een [[Apocriefen|apocrief]] geschrift genaamd [[Het gebed van Manasse]]


== Bronnen ==
1. oudste zoon van Jozef, broer van Efraïm. Door de stervenden Jakob als zoon aangenomen, treedt hij in de geschiedenis als het hoofd van een der twaalf stammen op.
P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling''. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Manasse' is op 22 dec. 2017 verwerkt.


''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. 
2. nakomelingen van Manasse, een van de twaalf stammen van Israël. De eigennaam “Manasse” ging over op het nageslacht van Manasse (de stam Manasse, de Manassieten) en op het gebied dat deze stam ten erfdeel toeviel (stamgebied). Over de stam en hun stamgebied, zie [[Manasse (stam)]] voor het hoofdartikel


== Voetnoten ==
3. Manasse, koning van Juda. Zie [[Manasse (koning)]] voor het hoofdartikel.

Versie van 13 jan 2021 18:50

Manasse (= "Die vergeten doet") of Menassé is in de Bijbel de naam van verschillende mannen en van een volksstam en van hun stamgebied.

Naam

De Hebreeuwse naam is מנשׁה, Menasjeh. De eigennaam betekent "Die vergeten doet"[1] of "Doen vergeten"[2] en komt 146 keer voor in het Oude Testament. Het Strongnummer is H4519. De Griekse naam is Manasses. In het Engels: Manasseh.

Manasse is de naam die Jozef aan zijn eerstgeborene gaf. Zijn jongere broer was Efraïm. 

Ge 41:51 (SV) En Jozef noemde den naam des eerstgeborenen Manasse; want, [zeide] [hij] God heeft mij doen vergeten al mijn moeite, en het ganse huis mijns vaders.

Ge 41:51 (HSV) Jozef gaf de eerstgeborene de naam Manasse. Want, [zei hij], God heeft mij al mijn moeite en heel mijn familie doen vergeten.

De naam “Manasse” drukt de gedachte van Jozef uit: "God heeft mij doen vergeten". 

Verwijzingen

In de Bijbel verwijst de naam Manasse naar verschillende mannen, een stam van Israël en naar het gebied van deze stam.

  1. oudste zoon van Jozef, broer van Efraïm en stamvader. Door de stervenden Jakob als zoon aangenomen, treedt hij in de geschiedenis als het hoofd van een der twaalf stammen op.
  2. stam afkomstig van Manasse, een van de twaalf stammen van Israël. De eigennaam “Manasse” ging over op het nageslacht van Manasse (de stam Manasse, de Manassieten) en op het gebied dat deze stam ten erfdeel toeviel (stamgebied). Over de stam en hun stamgebied, zie Manasse (stam) voor het hoofdartikel
  3. de vader van Gersom, de grootvader van Jonathan, Richt. 18: 30. Waarschijnlijk wordt Mozes bedoeld. De NBG51-vertaling heeft dan ook "Mozes".
  4. een goddeloze koning van Juda. Zie Manasse (koning) voor het hoofdartikel.
  5. twee van de Israëlieten, die vreemde vrouwen genomen hadden. De ene man Manasse was een nakomeling van Pachat-moab, de andere een nakomeling van Hasum. Zij zonden hun buitenlandse vrouwen heen ten tijde van Ezra.

Er is een apocrief geschrift genaamd Het gebed van Manasse

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Manasse' is op 22 dec. 2017 verwerkt.

Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce. 

Voetnoten

  1. S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Menassé. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.