Ruth (persoon): verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(8 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 2: Regel 2:


De betekenis van de eigennaam is 'gezel, vriend'<ref name=":0">Bromiley, Geoffrey  W.: ''The International Standard Bible Encyclopedia,'' Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002.</ref>, 'vriendschap'<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.</ref>, 'verzadigd, tevreden'<ref name=":0" /> of 'aanzien, schoonheid'<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ruth. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. Van Ronkel zegt dat Ruth wellicht is samengetrokken uit Reüth = aanzien, schoonheid, van het wwerkwoord ''Raoh'' = zien.</ref>. Het Strongnummer is 07327. De Hebreeuwse naam is רות, ''Roet.'' De naam komt 12x voor in het Oude Testament en 1x in het Nieuwe Testament (Matth. 1:5)
De betekenis van de eigennaam is 'gezel, vriend'<ref name=":0">Bromiley, Geoffrey  W.: ''The International Standard Bible Encyclopedia,'' Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002.</ref>, 'vriendschap'<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.</ref>, 'verzadigd, tevreden'<ref name=":0" /> of 'aanzien, schoonheid'<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ruth. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. Van Ronkel zegt dat Ruth wellicht is samengetrokken uit Reüth = aanzien, schoonheid, van het wwerkwoord ''Raoh'' = zien.</ref>. Het Strongnummer is 07327. De Hebreeuwse naam is רות, ''Roet.'' De naam komt 12x voor in het Oude Testament en 1x in het Nieuwe Testament (Matth. 1:5)
[[Bestand:Philip Hermogenes Calderon - Ruth and Naomi.jpg|miniatuur|414x414px|Ruth kleeft haar schoonmoeder Naomi aan en wil mee haar mee. Orpa (rechts) blijft in Moab. ]]


{| class="wikitable" style="float:left; width: 100px; margin-right: 20px;"
De eerste man van Ruth was [[Machlon]]. Deze was eerder met zijn ouders [[Elimelech]] en [[Naomi]] wegens een hongersnood uit Bethlehem-Juda naar Moab gegaan. Daar huwden hij en zijn broer Chiljan de Moabietische vrouwen Ruth en Orpa. Machlon en Chiljon stierven echter kinderloos in Moab.
| style="padding: 15px;"|{{Stamboom Elimelech}}
|}


Ruth woonde in haar geboorteland Moab. Hier huwde ze met de Israëliet [[Machlon]]. Deze was eerder met zijn ouders [[Elimelech]] en [[Naomi]] wegens een hongersnood uit Bethlehem-Juda naar Moab gegaan. Zijn broer Chiljon huwde eveneens een Moabietische vrouw: Orpa. Machlon en Chiljon stierven echter kinderloos in Moab.
{{Stamboom Elimelech}}<br>


Toen Naömi, de schoonmoeder van Ruth, terugkeerde naar Bethlehem-Juda, liet Ruth haar ouders in Moab achter (Ruth 2:11) en ging met haar schoonmoeder mee. Uw volk is mijn volk en uw God is Mijn God, zei ze tegen Naömi, die Ruth aanraadde in Moab te blijven. Orpa bleef in Moab, maar Ruth kleefde Naömi aan.
Ruth ging met haar schoonmoeder mee, toen deze terugkeerde naar Bethlehem-Juda. Orpa bleef in Moab. Boaz, een bloedverwant van haar overledenen man Chiljon, nam haar tot vrouw. Zij baarde hem Obed, de grootvader van David. <blockquote>''Mt 1:5 en Salmon verwekte Boaz bij Rachab; en Boaz verwekte Obed bij Ruth; en Obed verwekte Isai,''</blockquote>De, ons onbekende, schrijver van het boek Ruth leefde enige tijd na David. De gebeurtenissen, door hem verhaald, schijnen voorgevallen te zijn in de jaren die tussen het optreden van Gideon en Jefta waren verlopen<ref>P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling'' (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866) s.v. Ruth. </ref>.

In Bethlehem ontmoette Ruth in de tijd van de gersteoogst op diens korenveld de rijke man [[Boaz]], een bloedverwant van haar overledenen man [[Machlon]].
[[Bestand:Gebhard Fugel Weizenernte mit Ruth.jpg|geen|miniatuur|600x600px|Boaz kijkt naar Ruth. ''Weizenernte mit Ruth,'' door Gebhard Fugel.]]
Boaz nam haar tot vrouw. Zij baarde hem [[Obed]], de grootvader van [[David]].

Ruth was een voorouder van Israëls verlosser, onze Heiland Jezus Christus. Ze wordt genoemd in het geslachtsregister van de Heer Jezus.<blockquote>''Mt 1:5 en Salmon verwekte Boaz bij Rachab; en Boaz verwekte Obed bij Ruth; en Obed verwekte Isai,''</blockquote>

{{Stamboom Boaz}}

Uit het geslachtsregister van de Heer Jezus blijkt dat [[Rachab]] de moeder van Boaz en daarmee de schoonmoeder van Ruth was. Of Ruth de ex-prostitué uit Jericho nog gekend heeft, weten wij niet.

De ons onbekende schrijver van het boek Ruth leefde enige tijd na David. De gebeurtenissen door hem verhaald schijnen voorgevallen te zijn in de jaren die tussen het optreden van Gideon en Jefta waren verlopen<ref>P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling'' (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866) s.v. Ruth. </ref>.


== Voetnoten ==
== Voetnoten ==

Huidige versie van 27 okt 2023 om 20:27

Ruth was de Moabietische schoondochter van Naomi. Door haar huwelijk met Boaz werd zij de overgrootmoeder van David. Naar haar is het boek Ruth genoemd.

De betekenis van de eigennaam is 'gezel, vriend'[1], 'vriendschap'[2], 'verzadigd, tevreden'[1] of 'aanzien, schoonheid'[3]. Het Strongnummer is 07327. De Hebreeuwse naam is רות, Roet. De naam komt 12x voor in het Oude Testament en 1x in het Nieuwe Testament (Matth. 1:5)

Ruth kleeft haar schoonmoeder Naomi aan en wil mee haar mee. Orpa (rechts) blijft in Moab.
Elimelech
 
Naomi
 
 
 
 
Machlon
 
Ruth
 
Chiljon
 
Orpa
 

Ruth woonde in haar geboorteland Moab. Hier huwde ze met de Israëliet Machlon. Deze was eerder met zijn ouders Elimelech en Naomi wegens een hongersnood uit Bethlehem-Juda naar Moab gegaan. Zijn broer Chiljon huwde eveneens een Moabietische vrouw: Orpa. Machlon en Chiljon stierven echter kinderloos in Moab.

Toen Naömi, de schoonmoeder van Ruth, terugkeerde naar Bethlehem-Juda, liet Ruth haar ouders in Moab achter (Ruth 2:11) en ging met haar schoonmoeder mee. Uw volk is mijn volk en uw God is Mijn God, zei ze tegen Naömi, die Ruth aanraadde in Moab te blijven. Orpa bleef in Moab, maar Ruth kleefde Naömi aan.

In Bethlehem ontmoette Ruth in de tijd van de gersteoogst op diens korenveld de rijke man Boaz, een bloedverwant van haar overledenen man Machlon.

Boaz kijkt naar Ruth. Weizenernte mit Ruth, door Gebhard Fugel.

Boaz nam haar tot vrouw. Zij baarde hem Obed, de grootvader van David.

Ruth was een voorouder van Israëls verlosser, onze Heiland Jezus Christus. Ze wordt genoemd in het geslachtsregister van de Heer Jezus.

Mt 1:5 en Salmon verwekte Boaz bij Rachab; en Boaz verwekte Obed bij Ruth; en Obed verwekte Isai,

Geslachtslijn
Salmon
 
Rachab
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Boaz
 
Ruth
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Obed
 
(onbekend)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Isaï
 
(onbekend)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
David

Uit het geslachtsregister van de Heer Jezus blijkt dat Rachab de moeder van Boaz en daarmee de schoonmoeder van Ruth was. Of Ruth de ex-prostitué uit Jericho nog gekend heeft, weten wij niet.

De ons onbekende schrijver van het boek Ruth leefde enige tijd na David. De gebeurtenissen door hem verhaald schijnen voorgevallen te zijn in de jaren die tussen het optreden van Gideon en Jefta waren verlopen[4].

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Bromiley, Geoffrey  W.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002.
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  3. S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ruth. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. Van Ronkel zegt dat Ruth wellicht is samengetrokken uit Reüth = aanzien, schoonheid, van het wwerkwoord Raoh = zien.
  4. P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866) s.v. Ruth.