Het wereldbeeld van de Bijbel is de voorstelling die de Bijbel van de wereld geeft.

Drieërlei wereldvoorstellingen. Een voorstelling van de wereld kan van drieërlei aard zijn:

  1. Een voorstelling op grond van de alledaagse waarneming. Het schijnt ons en het scheen ook de ouden toe dat de zon om de aarde draait. Daarom spreken wij nog altijd van “de ondergaande zon”,  “zonsondergang”, “zonsopgang”, "de zon komt op in het oosten", "een lekker zonnetje", "vallende ster". Dergelijk woordgebruik is fenomenaal, het verwijst naar de verschijnselen die zich aan ons voordoen. Het is de taal van het verschijnsel of van de indruk, de taal van de alledaagse waarneming.
  2. Een voorstelling door vergelijking. Het is ons soms, in de Nederlandse taal, alsof de regen “in bakken” van de hemel stort. Of dat het “pijpenstelen” regent. Bepaalde verschijnselen doen ons denken aan iets anders (het leegstorten van bakken) en woorden voor dat andere gebruiken we om de verschijnselen te beschrijven. Zo wordt in het Oude Testament gezegd dat God 'sluizen' of 'vensters' in de hemel heeft, waardoor water wordt neergestort. Het Hebreeuwse woord is, in het enkelvoud, ארבה, aroebbah, dat de betekenis heeft van 'sluis, 'venster' of 'schoorsteen'. Het is de taal van de gelijkenis, van de beeldspraak.
  3. Een oudwetenschappelijke ('primitieve', 'verouderde') of eigentijdse wetenschappelijke voorstelling.

Degenen die de taal van de indruk of gelijkenis spreken, kunnen de mening zijn toegedaan dat het letterlijk toegaat zoals zij zeggen, dus bijvoorbeeld dat de zon werkelijk, dat is astronomisch gezien, om de aarde draait, maar evengoed kunnen zij die mening niet zijn toegedaan of geen bepaalde (astronomische) mening hebben. Iemand die bijvoorbeeld tijdens een strandwandeling tegen zijn geliefde zegt: "mooie zonsondergang, hè?", verkondigt daarmee geen geocentrisch model[1] van ons zonnestelsel, waarin de zon en de andere hemellichamen om de aarde draaien.

Verouderd wereldbeeld? Wijd verspreid is het idee dat de Bijbel een verouderd wereldbeeld geeft. Daartegen stellen Bijbelgetrouwe uitleggers dat de Bijbel de taal van de indruk (alledaagse waarneming) en van de gelijkenis spreekt en ons niet een primitief, verouderd wereldbeeld geeft.

Vrijzinnige uitleggers echter menen een primitief wereldbeeld in de Bijbel op te merken. “De Bijbel leert dat het uitspansel een metalen koepel is.” “De Bijbel leert een antieke wereldvoorstelling.” De taal van dit wereldbeeld is volgens hen de verpakking van kernboodschappen. De verpakking (het wereldbeeld) is onbetrouwbaar, de boodschap is betrouwbaar. Het gezag van Gods Woord is bijgevolg beperkt tot die van de kernboodschap. De Bijbelse beschrijvingen van de wereld en de geschiedenis zijn niet bedoeld om kennis te verstrekken die van belang is voor onze wetenschapsbeoefening.

Enkele uitleggers nemen een standpunt in tussen het gangbare Bijbelgetrouwe stand en het gangbare vrijzinnige standpunt. Zij nemen aan dat de Bijbel een betrouwbaar geologisch en astronomisch beeld van de aarde geeft, waarbij de aarde plat is en in het middelpunt van het heelal staat.

Zij die in de Bijbel een verouderd wereldbeeld, een primitieve voorstelling van de kosmos lezen, zeggen dat de Bijbel ons de aarde voorstelt als plat en rustend op pilaren in het water. Boven de aarde is een harde koepel met hemellichamen. Vanaf het einde van de negentiende eeuw wordt afbeeldingen gemaakt van 'het wereldbeeld van de Bijbel' of 'het wereldbeeld van de Israëlieten'.

"Oud-Hebreeuwse voorstelling van het Universum". The White and Blue. Vol XIII # 11, Dec. 24 1909. pp. 84-88

Een voorbeeld is de voorstelling (1909) die hiernaast wordt weergegeven. Een ander voorbeeld is de afbeelding van Alexandra Schrober (1960)[2], waarin zij een 'hemelse oceaan' met zes voorraadkamers heeft getekend, die respectievelijk bevatten: hagel, wolken, wind, regen, nevel, sneeuw. Daaronder is het firmament met de zon, de maan en de sterren. De winden bevinden zich boven de sterren. Aan weerzijden staan de pilaren waarop de hemelen rusten. De aarde zelf heeft ook pilaren. Onder de aarde is de onderwereld en daaronder bevindt zich de oervloed (Tehom). Waarop de zuilen van de aarde rusten is in deze afbeelding onduidelijk. Een derde voorbeeld is de afbeelding van Nahum Sarna (1966)[3]. In deze voorstelling en in de hiernaast afgebeelde valt de symmetrie op.

Critici van dergelijke voorstellingen werpen tegen dat (1) zulke tekeningen berusten op uit hun verband gehaalde metaforen van Hebreeuwse dichters, en (2) de beeldspraak te letterlijk opgevat wordt.

De Bijbel laat een driedelige wereld zien, met de hemelen erboven, de aarde in het midden en de onderwereld hieronder. De aarde was voor de schepping woest en leeg en de duisternis lag over de watervloed.[4] De driedelige wereld van hemel, aarde en onderwereld dreef in Tehom, de mythologische kosmische oceaan, die de aarde bedekte totdat God het uitspansel op de tweede dag schiep om het water in hogere en lagere delen te verdelen. Op de derde scheppingsdag wordt het droge land onthult.[5] De wereld is sinds de schepping beschermd tegen de kosmische oceaan door de solide koepel van het uitspansel.[6]

Aan de hemelkoepel, het firmament, zijn de sterren bevestigd. Boven het firmament is de hemel der Hemelen. In de Bijbel staat niets vermeld over de aarde als planeet of als bol.[7] Het idee dat de aarde een bol was, werd ontwikkeld door de Grieken in de 6e eeuw voor onze jaartelling. [8] In de 3e eeuw voor Christus werd dit algemeen aanvaard door ontwikkelde Romeinen en Grieken en zelfs door sommige joden.[9] De auteur van het boek Openbaring nam echter een platte aarde aan. [10][11]

Hemel

 
De hemel door Francesco Botticini

De hemel wordt in Deuteronomium beschreven als woonplaats van God.[12][13]Van waaruit God handelt en neerdaalt.[14]De hemel is God's troon, de aarde is de voetbank van Zijn voeten.[15]De hemel van God is boven de wateren. In Psalm 148 staat “Loof hem, zon en maan, Loof hem, alle lichtende sterren. Loof Hem, Allerhoogste hemel en water wat boven de hemel is. [16]In de hemel woont ook God's hofhouding, de engelen; zij staan met duizenden voor Hem.[17][18][[Evangelie volgens Marcus en de apostel Paulus schrijven dat Jezus in de hemel zit aan de rechterhand van God.[19][20] Dat de hemel zich boven de aarde bevindt blijkt ook uit Jesaja 64:1 waarin staat "Och, dat u de hemel zou openscheuren, dat U zou neerdalen, dat de bergen voor Uw aangezicht zouden wegsmelten,...". De hemel wordt zo de sfeer of orde waar God onweersproken en zonder beperking regeert. In het gebed onze Vader wordt God aangesproken als onze Vader die in de hemelen zijt. Vanuit de hemel wordt de zoon en de Heilige geest over de mensen uitgestort. De hemel kan daarom functioneren als de plaats waar de gelovigen na zijn dood definitief in de nabijheid van God zijn. [21][22]In het visioen wat Ezechiël kreeg wordt God waargenomen boven het gewelf.[23]

Water boven en onder het gewelf

Genesis 1:6-7 God Zei: Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, en laat dat scheiding maken tussen water en water. En God maakt dat gewelf en maakte scheiding tussen water dat onder het gewelf is, en water dat boven het gewelf is. En het was zo.

[24] Een gewelf is een gebogen schaalvormige constructie. God noemde het uitspansel hemel. Het uitspansel scheidde de watervoorraden van de hemel en van het water beneden op de aarde. Nu het water binnen zijn perken was teruggedrongen, kon het droog geworden land planten en bomen voortbrengen.[25] God bouwde volgens de profeet Amos daarbij zijn opperzalen in de hemel en hij heeft zijn gewelf op de aarde gegrondvest.[26]De wateren strekten zich uit tot beneden de aarde, die rustte op pilaren die in de wateren waren verzonken, en in de onderwereld was Sheol, de verblijfplaats van de doden. [27] In het boek waarschuwt God tegen het maken van afgodsbeelden. Deze mogen niet gemaakt worden "in de hemel", "beneden op aarde" of "in het water onder de aarde".[28]

Hemelkoepel(Firmament)

 
De zon, sterren en engelen binnen het firmament. Woodcut anno 1475.

Het woord 'Firmament' is vertaald vanuit rāqîa' (רָקִ֫יעַ), een woord dat in de Hebreeuwse Bijbel wordt gebruikt. Het is afgeleid van de wortel raqqə' (רָקַע), wat "dun slaan of uitspreiden" betekent, bijvoorbeeld het maken van een metalen plaat door een brok metaal dun te behameren. [29]

Het firmament is de structuur boven de atmosfeer van de aarde, opgevat als een enorme stevige dome. [30] Het firmament is gemaakt op de tweede dag van de schepping[31], op de vierde dag zijn er hemellichamen erin gezet, [32] het is een solide koepel die de aarde beneden scheidt van de hemelen en hun wateren daarboven, zoals in het Egyptische en Mesopotamische geloof van dezelfde tijdperk aannamen. [33] In Genesis 1:17 staan ​​de sterren in de raqia '; in de Babylonische mythe werden de hemelen gemaakt van verschillende edelstenen vergelijk bijvoorbeeld Exodus 24:10 waar de oudsten van Israël God op de saffiervloer van de hemel zien, met de sterren in hun oppervlak gegraveerd. [34]. Het uitspansel, firmament, is als onmetelijk groot koepeldak, als een enorme tent uitgespannen. [35]Zoals bedoeïen een doek uitspannen als een tentzijl, spant God het hemelgewelf uit over de aarde. [36][37] De hoogte van de hemel is niet te doorgronden.[38]

In het boek Job 37 staat geschreven: "Kun jij dan als hij de hemelkoepel uithameren, die zo hard is als een gegoten spiegel?" [39] Jezus spreekt over een hemelkoepel. “Dan zal hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere”. [40]

Sluizen in de hemel en bronnen van de grote watervloed

Onder het uitspansel noemde God de schepping "goed"; erboven liggen de wateren van de chaos die door de sluizen van de hemel kunnen stromen om de schepping te vernietigen.[41] Tijdens de Zondvloed, in Noach zeshonderdste levensjaar, werden alle bronnen van de grote watervloed openbarsten en de sluizen van de hemel werden opengezet. Water stroomde via de sluizen van de hemel en via de bronnen van de grote watervloed op de aarde. Het water steeg meer en meer op de aarde, zodat alle hoge bergen die onder de hemel zijn, bedekt werden. [42] In Genesis 8:2 schrijft de auteur van Genesis dat de "...bronnen van de watervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten." Een Officier van de koning in het boek Koningen maakte eveneens een opmerking tegen Elisa: "Zie , al maakt de HEERE sluizen in de hemel,...". [43][44]

Hemellichamen

Op dag vier van de schepping wordt de taal van "heersen" geïntroduceerd: de Hemellichamen zullen dag en nacht "regeren" en seizoenen en jaren en dagen markeren (dit is van cruciaal belang voor de priesters, aangezien religieuze feesten werden georganiseerd rond de cycli van de zon en maan). [45]God schiep de Zon, Maan en de sterren. Later op dag zes van de schepping zal de mens geschapen worden om te heersen over de hele schepping als Gods regent. God plaatst "lichten" in het uitspansel om "te heersen" over de dag en de nacht. [46] In het bijzonder creëert God het 'grotere licht', het 'kleinere licht' en de sterren.[47] De glans van hemellichamen zijn verschillend van elkaar.

De glans van de zon is verschillend, en de glans van de maan is verschillend en de glans van de sterren is verschillend, want de ene ster verschilt in glans van de andere ster[48].

Aarde

 
Een illustratie van een platte aarde, Gleason's new standard map of the world (1892).

Aarde als een schijf

De aarde is als een landmassa omringd door de oceaan met als uiterste grenzen de einden van de aarde.[49][50] In het bijbelse boek Jesaja zegt Jesaja in Jesaja 40:21 en 22: "Weet u het niet? Hoort u het niet? Is het u van het begin niet bekendgemaakt? Hebt u niet gelet op de fundamenten van de aarde? Hij is het die troont boven de cirkel van de aarde, ...". Het Hebreeuwse woord חוג ḥūḡ/Chug wordt hier met een cirkel aangeduid, dit woord kan echter ook rond betekenen. Moderne vertalingen zijn daarom weer goed vertaald met 'het rond' van de aarde. Het zelfde woordje chug wordt gebruikt in Spreuken 8:27. "Toen Hij de hemel gereedmaakte, was Ik daar,toen Hij een cirkel trok over het oppervlak van de watervloed". De Statenvertaling gebruikt het woord ‘kloot’ of te wel een bal. Het woord bal is bekend bij Jesaja en hij gebruikt het in Jesaja 20:18. "...,als een bal naar een wijd uitgestrekt land werpen....", bal wordt hier met een met een ander Hebreeuwse woord דּוּר dur aangeduid, wat betekend bal of cirkel. Jesaja gebruikt het Hebreeuwse woord dur niet in hoofdstuk 40:22.

Vast staat de aarde

 
Jozua commandeert om de zon stil te laten staan boven Gideon. (John Martin, 1816)

In zowel het boek psalmen als kronieken staat dat de aarde vaststaat vast en niet zal wankelen. De zon en de maan draaien boven de aarde.

Psalm 93:1 Ja, vast staat de wereld, hij zal niet wankelen;

Psalm 96:10 Zeg onder de heidenvolken: de HEERE regeert; ja, vast staat de wereld, ze zal niet wankelen;

Kronieken 16:30 beef voor Zijn aangezicht, heel de aard. Ja, vast staat de wereld, zij zal niet wankelen.

Psalm 104:5 Hij heeft de aarde gegrondvest op zijn fundamenten die eeuwig en altijd niet wankelen.

1 Samuel 2:8B ... Want de grondvesten van de aarde zijn van de HEERE en Hij heeft de wereld daarop geplaatst.

Jozua sprak in het boek Jozua tot de HEERE om de zon en de maan stil te laten staan in de strijd met de Amorieten. "Zon sta stil in Gibeon, en maan, in het dal van Ajalon". De zon stond midden in de hemel ongeveer een volle dag stil. [51]

Water onder de aarde

De aarde staat vast in het water. Tijdens de tweede scheppingsdag maakte God scheiding tussen water boven het gewelf en water onder het gewelf. De aarde staat vast in het water onder het gewelf. De aardoppervlak bestaat voor 71% uit water.

Exodus 20:4 U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de de aarde is

2 Petrus 3-5 Want willens en wetens is het hun onbekend dat door het Woord van God de hemelen er rees lang geweest zijn, evenals de aarde die oprijst en in water vaststaat.

Hoeken van de aarde

 
Orlando Ferguson-1885 platte aarde kaart

Jesaja schrijft over de 4 hoeken van de aarde,[52] ook geeft de schrijver aan dat God Schepper is van de "einden van der aarde"[53]. Einden van de aarden wordt eveneens gebruikt in het boek Job .[54][55] Orlando Ferguson heeft in 1895 een map van de aarde gemaakt met 4 hoeken. Op de kaart van Orlando Ferguson staan 4 engelen op de 4 hoeken van de aarde gepositioneerd. Hier wordt gerefereerd naar Openbaring 7:1 ‘Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde".

Onderwereld

In de brief van Paulus aan de Efeziërs staat dat Jezus voordat hij opvoer naar de Hemel ook eerst is neergedaald in de diepten, namelijk de aarde. [56]. Het is een land van duisternis en schaduw van de dood, een stikdonker land, als de duisternis zelf. [57]Een plaats van pijn,[58] eeuwige en onuitblusbaar vuur, een vurige oven, waar gejammer is en tandengeknars.[59][60][61] Deze plaats is bestemd voor de duivel en zijn engelen.

De profeet Ezechiël schrijft dat zij die aan de dood zijn overgegeven gaan naar de onderste plaatsen van de aarde, te midden van de mensenkinderen. [62]In de Griekse Septuagint werd het Hebreeuwse woord Sheol vertaald als Hades, de naam voor de onderwereld en de verblijfplaats van de doden in de Griekse mythologie. De bijbel spreekt over verschillende delen van de onderwereld. Het dodenrijk is bijvoorbeeld niet hetzelfde als de hel(de poel van vuur) zoals de statenvertaling vertaalt, de Abysses(afgrond) is een soort gevangenis voor de gevallen engelen, daarin zal de de satan ook zelf worden opgesloten.[63] [64]. In het later jodendom en in het nieuwe testament wordt dit dodenrijk tot de strafplaats en verdoemden en wel onder de de naam van Gehenna, dat is dal van Hinnow, welke plaats werd gezien als ingang tot de de hel.[65]

Voetnoten

  1. Zie Geocentrisme op nl.wikipedia.org
  2. J. Edward Wright, The Early History of Heaven (2002), blz. 91. De tekening is uit 1960.
  3. J. Edward Wright, The Early History of Heaven (2002), blz. 91. De tekening is uit 1966.
  4. Genesis1:2 HSV
  5. Genesis 1:9
  6. Ryken, Leland; Wilhoit, Jim; Longman, Tremper; Duriez, Colin; Penney, Douglas; Reid, Daniel G., eds. (1998). "Cosmology". Dictionary of Biblical Imagery. InterVarsity Press.
  7. One Hundred Proofs that the Earth is Not a Globe William Carpenter (1885) P 17
  8. Christelijke encylopadie, tweede deel EBAL-HYZOP, Samengesteld door Prof. DR F. W. Frosheide. uitgave J. H. Kok te Kampen. Blz:496 uitgave:najaar 1925
  9. Dahl|Gauvin|2000|p=17
  10. Openbaring7:1
  11. Farmer, Ronald L. (2005). Revelation. Chalice Press
  12. Deuteronomium 26:15
  13. Psalm 2:4
  14. Psalm 14:2
  15. Jesaja 66:1
  16. Psalm 148:4 HSV
  17. Daniel 7:10
  18. Bij de Bron, oude testament, J. Ten Have, 11e druk, P 409, ISBN 90 297 0080 7
  19. Marcus 16:19
  20. Romeinen 8:34
  21. C. Houtman. De hemel in het Oude testament (Franeker 1974)
  22. Christelijke Encyclopedie 11 - Goll - ExFo, redactie dr. George Harinck ISBN 9043503359 P 776
  23. Ezechiël 1:26-28 HSV
  24. Genesis 1:6
  25. Bijbelse Geschiedenis, geschreven door MGR Dr. Jos. Keulers, en bijgewerkt door MGR Dr Jan. O. Smit. Uitgegeven door J. J. Romen en Zonen. Roermond en Maaseik in 1955 P 23
  26. Amos 9:6
  27. Knight 1990, pp. 175–76. Knight, Douglas A (1990). "Cosmology". In Watson E. Mills (General Editor). Mercer Dictionary of the Bible. Mercer University Press. ISBN 9780865543737.
  28. Exodus 20:4
  29. https://www.etymonline.com/word/firmament
  30. Herbermann, Charles, ed. (1913). "Firmament". Catholic Encyclopedia. New York: Robert Appleton Company
  31. Genesis 1:6-8
  32. Genesis 1:14-18
  33. Seeley 1991, p. 227 Seeley, Paul H. (1991) "The Firmament and the Water Above: The Meaning of Raqia in Genesis 1:6–8" (. Westminster Theological Journal. Westminster Theological Seminary. 53: 227–40.
  34. Walton 2003, pp. 158–59. Walton, John H. (2003). "Creation" In T. Desmond Alexander, David Weston Baker. Dictionary of the Old Testament: Pentateuch. InterVarsity Press. ISBN 9780830817818
  35. Bij de Bron, oude testament, J. Ten Have, 11e druk, P 29, ISBN 90 297 0080 7
  36. Bijbel in de nieuwe vertaling van het nederlandse bijbelsgenootschap met verklarende kanttekeningen Jesaja, Jeremia, klaagliederen, ds Wiersinga, P100, 1959 Bosch en Keuningen NV , Baarn
  37. Jeremia 10:12
  38. Spreuken 25:3
  39. Job 37:16
  40. Mattheus 24:31
  41. Mysteries van de bijbel - P 18 ISBN 90 6407 199 3
  42. Genesis 7:12-20 HSV
  43. 2 koningen 7:2
  44. 2 koningen 7:19
  45. Bandstra 2008, pp. 41–42.Bandstra, Barry L. (2008). Reading the Old Testament: An Introduction to the Hebrew Bible. Wadsworth Publishing Company. p. 576. ISBN 0-495-39105-0.
  46. Walsh 2001, p. 37 (fn.5)|Walsh, Jerome T. (2001). Style and Structure in Biblical Hebrew Narrative. Liturgical Press. ISBN 9780814658970.
  47. Genesis1:14-5
  48. 1 Korinthe 15:41
  49. psalm65:6
  50. Bijbelse Ecyclopedie, twaalfde druk september 2014 Redactie:drs.H.C. Endedijk, drs S.D. Heij ISBN97890 435 2293 Uitgeverij Kok p13
  51. Jozua 10:11-14
  52. Jesaja 11:12
  53. Jesaja 40:28 hsv
  54. Job 37:3
  55. Job38:13
  56. Efeze 4:9
  57. Job 10:21
  58. Lukas 16:23
  59. Mattheus 25:41
  60. Markus 9:43
  61. Mattheus 13:41
  62. Ezechiel 31:14
  63. Openbaring 20:3
  64. Jezus Komt, Arie Kleijne, 10e herziene herdruk: 2014, P37-39 ISBN 978-9-08129-071-5
  65. WP Encyclopedie,Gros Pent, P = 918, ISBN 910 02152 (deel 2)