Daniël 9

Uit Christipedia

Daniël 9 is een hoofdstuk van het boek Daniël. Het wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd.

Hoofdstukken samengevat en/of becommentarieerd:
Daniël: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12

Samenvatting

In het kort: de zeventig jaarweken. 1-19 Daniël verhaalt, hoe hij eens nadacht over de zeventig jaren gedurende welke volgens Jeremia Jeruzalem woest zou liggen, in rouw en gebed zich wendde tot God en voor zich en zijn volk een schuldbekentenis uitsprak. 20-23 Terwijl hij nog bad, was Gabriël tot hem gekomen en had hem inzicht in een gezicht. 24-27 Zeventig weken zijn bestemd over het volk Israël en over Jeruzalem, die de tot verzoening van Israëls schuld bepaalde tijd uitmaken en in enige tijdperken ingedeeld zijn.

1

1 In het eerste jaar van Darius, de zoon van Ahasveros, uit het zaad der Meden, die koning gemaakt was over het koninkrijk der Chaldeeën; (CP[1]) 

In het eerste jaar van Darius. Darius de Meder. Zie vs. 2.

600 — 550 v.C. < Israël 550 — 500 v.C.[2] > 500 — 400 v.C.
Zacharia (Bijbelboek)Darius IKoresDarius de MederBelsazarKoresDaniël (profeet)

Ahaveros. Niet te verwarren met de koning en gemaal van Esther, zie Ahasveros. Die koning gemaakt was over het koninkrijk der Chaldeeën. Waarschijnlijk ontving hij zijn koningschap over het gewest Babel uit de hand van Kores, de koning van het hele rijk der Meden en Perzen. Zie Darius de Meder.

Da 5:31 (6-1) Darius, de Meder nu, ontving het koninkrijk, omtrent twee en zestig jaren oud zijnde. (SV)

2

2 In het eerste jaar zijner regering, merkte ik, Daniël, in de boeken, dat het getal der jaren, van dewelke het woord des HEEREN tot den profeet Jeremia geschied was, in het vervullen der verwoestingen van Jeruzalem, zeventig jaren was. (SV) 

Verwoestingen van Jeruzalem. Vs. 18: "onze verwoestingen".

4

4 Ik bad dan tot den HEERE, mijn God, en deed belijdenis, en zeide: Och Heere! Gij grote en verschrikkelijke God, Die het verbond en de weldadigheid houdt dien, die Hem liefhebben en Zijn geboden houden. (SV)  

En deed belijdenis. Van zijn eigen zonde en van die van het volk Israël (20)

5

5 Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk gehandeld, en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden, en van Uw rechten. (SV)  

Daniël doet belijdenis (4). Hij belijdt het kwaad dat God deed besluiten tot "de verwoestingen van Jeruzalem" (2).

11

11 Maar geheel Israel heeft Uw wet overtreden, met af te wijken, dat zij Uwer stem niet gehoorzaamden; daarom is over ons uitgestort die vloek, en die eed, die geschreven is in de wet van Mozes, den knecht Gods, dewijl wij tegen Hem gezondigd hebben. (SV) 

De wet van Mozes. Zie vs. 13.

13

13 Gelijk als in de wet van Mozes geschreven is, alzo is al dat kwaad over ons gekomen; en wij smeekten het aangezicht des HEEREN, onzes Gods, niet, afkerende van onze ongerechtigheden, en verstandelijk acht gevende op Uw waarheid. (SV)

De wet van Mozes. Zie vs. 11.

16

16 O Heere! naar al Uw gerechtigheden, laat toch Uw toorn en Uw grimmigheid afgekeerd worden van Uw stad Jeruzalem, Uw heilige berg; want om onzer zonden wil en om onzer vaderen ongerechtigheden, zijn Jeruzalem en Uw volk tot versmaadheid bij allen die rondom ons zijn. (CP[1])  

Uw heilige berg. Zie vs. 20.

18

18 Neig Uw oor, mijn God! en hoor, doe Uw ogen op, en zie onze verwoestingen, en de stad, die naar Uw Naam genoemd is; want wij werpen onze smekingen voor Uw aangezicht niet neder op onze gerechtigheden, maar op Uw barmhartigheden, die groot zijn. (SV) 

Onze verwoestingen. Vs. 2: "verwoestingen van Jeruzalem".

20

20 Als ik nog sprak en bad, en beleed mijn zonde, en de zonde van mijn volk, van Israël, en mijn smeking neerwierp voor het aangezicht des HEEREN, mijn God, omwille van de heilige berg van mijn God; (CP[1]) 

En beleed mijn zonde, en de zonde van mijn volk. Zie vs. 4.

De heilige berg. Zie vs. 16.

21

21 Als ik nog sprak in het gebed, zo kwam de man Gabriel, die ik in het begin in een gezicht gezien had, snel gevlogen, mij aanrakend, omtrent de tijd van het avondoffer. (CP[1]) 

De man Gabriël. Wiens naam betekent "man Gods".

Die ik in het begin in een gezicht gezien had. Twaalf jaren geleden (550 3e jaar Belsazar - 538 1e jaar Darius de Meder), in het gezicht van Dan. 8, zie Daniël 8:15v.

23

23 In het begin uwer smekingen is het woord uitgegaan, en ik ben gekomen, om [u] [dat] te kennen te geven; want gij zijt een zeer gewenst [man]; versta dan dit woord, en merk op dit gezicht. (SV)

Dit gezicht. Deze ontmoeting met Gabriël was een visioen.

24

24  Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht en de profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven. (CP[1]) 

Zeventig weken. Dat zijn jaarweken, 70 x 7 jaren = 490 jaren. Deze zeventig weken worden hierna verdeeld in drie tijdvakken: 7 weken + 62 weken + 1 week.

Om de ongerechtigheid te verzoenen.

Ro 11:26  en zo zal heel Israel behouden worden, zoals geschreven staat ‘Uit Sion zal de Redder komen; Hij zal de goddeloosheden van Jakob afwenden. (Telos)

Om het gezicht en de profeet te verzegelen. Het gezicht, nadat het vervuld is, af te sluiten, evenals het woord van de profeten. Het grafsteen van het graf van de Heiland werd verzegeld, zijn einde was vastbesloten - bij mensen, maar niet bij God. Wat God verzegelt, die zegel kan niet verbroken worden.

De heiligheid der heiligheden. Petrus Canius-vertaling: "de Heilige der heiligen". Wellicht gaat het over de Heer Jezus Christus.

Te zalven. Door zalving te wijden voor zijn taak.

Jezus werd gezalfd na zijn dood in de Jordaan: de Heilige Geest daalde op Hem neer. Wellicht zal hij in de toekomst weer gezalfd worden, tot koning over Sion.

Ps 2:2  De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, [zeggende]: Ps 2:3  Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. Ps 2:4  Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten. Ps 2:5  Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken. Ps 2:6  Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. (SV)

Ook David, het vóórbeeld van Christus, werd tweemaal gezalfd.

1Sa 10:1  Toen nam Samuël een oliekruik, en goot ze uit op zijn hoofd, en kuste hem, en zeide: Is het niet [alzo], dat de HEERE u tot een voorganger over Zijn erfdeel gezalfd heeft? (SV)

2Sa 5:3  Alzo kwamen alle oudsten van Israël tot den koning te Hebron; en de koning David maakte een verbond met hen te Hebron, voor het aangezicht des HEEREN; en zij zalfden David tot koning over Israël. (SV)

25

Da 9:25  Weet dan, en versta: van de uitgang van het woord, om te doen weerkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, de Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; plein en gracht zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. (CP[1])

Van de uitgang van het woord, om te doen weerkeren, en om Jeruzalem te bouwen. Om het volk Israël (vs. 24: "uw volk") te doen weerkeren. Merk dat er gesproken wordt, niet van de herbouw van de tempel, maar van de stad (vs. 24: "uw stad").

Dat woord ging uit, volgens één opvatting in 445 v.C.[3][4], in de maand Nisan (maart/april) (Neh. 2:1) van dat jaar[5][6], wellicht op 1 Nisan 445 v.C. (14 maart 445 v.C.)[7], met het decreet van Arthahsasta om Jeruzalem te bouwen.

Messias, de Vorst. Dat is onze Heer Jezus Christus, de verlosser en de zoon van David. De Jodenheid van de oudheid hield er in het algemeen rekening mee dat de Messias in de 1e eeuw zou verschijnen[8].

Weken. Lett. zevens.

Zeven weken, en twee en zestig weken. 7 + 62 = 69 weken. Een week is 7 dagen. Het gaat om jaarweken[4]; een jaarweek is 7 jaren. Dus 7 jaarweken is 7 x 7 = 49 jaren. En 62 jaarweken is 62 x 7 = 434 jaren. 69 jaarweken zijn 69 x 7 = 483 jaren. Een (profetisch) jaar is 360 dagen[5]. Dus 69 jaarweken is 69 x 7 jaren x 360 dagen per jaar = 173.880 dagen.

De eerste zeven jaarweken beslaan 7 x 7 jaren = 49 jaren. Wat gebeurde er in dit tijdvak? In deze jaren, doch ook in het tweede tijdvak, zal Jeruzalem worden herbouwd. Waarom de 7 jaarweken afzonderlijk genoemd? Dat is niet duidelijk. Volgens een uitlegger duurt het eerste tijdvak tot de hogepriester Jozua[9].

De NBV04-vertaling zegt:

Da 9:25  Je moet weten en begrijpen: Vanaf het ogenblik waarop het woord is uitgegaan dat Jeruzalem hersteld en weer opgebouwd zal worden tot het tijdstip waarop een gezalfde vorst verschijnt, zullen zeven weken verstrijken; en het herstel en de wederopbouw van de stad, met pleinen en wallen en al, zal tweeënzestig weken duren, en het zal een tijd van verdrukking zijn. (NBV04)

Volgens deze vertaling en de Petrus Caniusvertaling duurt de tijd tot de gezalfde vorst zeven jaarweken. Als deze gezalfde vorst de hogepriester Jozua is, dan hebben we een moeilijkheid: de hogepriester Jozua was hogepriester ca. 538 tot 483. Kort daarvoor gaf Kores toestemming om Gods huis in Jeruzalem te bouwen. Daartussen zitten geen 49 jaren. Bovendien, het woord dat uitging (vs. 24) betreft waarschijnlijk het decreet van Arthasasta in 445 v.C. om de stad Jeruzalem te herbouwen, een decreet ná de ambtsperiode van Jozua. De NBV04-vertaling is niet juist[10]. Beter vertaalt de Herziene Statenvertaling:

Da 9:25  U moet weten en begrijpen: vanaf [de tijd dat] het woord uitgaat om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen tot op Messias, de Vorst, [verstrijken] er zeven weken en tweeënzestig weken. Plein en gracht zullen opnieuw gebouwd worden, maar [wel] in benauwde tijden. (HSV)

Als we een gewoon zonnejaar nemen, dan eindigde het eerste tijdvak 445 - 49 (7 jaarweken) = 396 v.C. en het tweede tijdvak 396 - 434 (62 jaarweken) = 36 n.C. Dit schijnt vreemd, omdat het verschil 38 jaren schijnt te zijn. Dit is echter schijn, doordat het jaar 0 niet bestaat in onze jaartelling, moeten we zowel vóór als na '0' een jaar aftrekken. Tussen 2 v.C. en 2 na C. zitten maar 2 jaren, niet vier, want 2 tot 1 v.C. is 1 jaar en 1 tot 2 n.C. is ook 1 jaar.

Volgens een uitlegger begon de periode van 69 jaarweken op 1 Nisan 445 v.C. (= 14 maart 445 v.C.) en eindigde zij in de maand Nisan (maart/april) van het jaar 32 n.C.[11][3], op 6 april 32 n.C., bij de intocht van Jezus in Jeruzalem ('palmzondag')[12][13]. Want het Paasfeest viel in dat jaar, volgens astronomische berekening, op 10 april[13]. Zes dagen te voren (Joh. 12:1), op 10 - 6 = vrijdag 4 april, kwam Jezus naar Bethanië. Op zondag 6 april was Jezus' intocht in Jeruzalem. Tussen 14 maart 445 v.C. en 6 april 32 n.C. liggen precies 173.880 dagen. 173.764 + 116 schrikkeldagen = 173.880 dagen.[7]

Plein en gracht zullen wederom gebouwd worden. Dit ziet op de herbouw van Jeruzalem. Deze aanwijzing maakt aannemelijk dat de zeven weken begonnen met het decreet van Arthasasta, niet met dat van Kores. Honderd jaar na het decreet van Kores was Jeruzalem nog niet herbouwd.[14]

Doch in benauwdheid der tijden. De herbouw van Jeruzalem vond plaats onder dreigend gevaar van aanslagen, zie het boek Nehemia.

26

Da 9:26  En na die twee en zestig weken zal de Messias worden afgesneden, terwijl er niets tegen hem is; en een volk van de vorst, die komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er oorlog zijn, [en] vastelijk besloten verwoestingen. (CP[1])

Afgesneden. Gedood worden.

Terwijl er niets tegen hem is. Hij is onschuldig.

Joh 19:6  Toen dan de overpriesters en de dienaars Hem zagen, riepen zij aldus: Kruisig, kruisig Hem! Pilatus zei tot hen: Neemt u Hem en kruisigt Hem, want ik vind geen schuld in Hem. (Telos)

Ook Judas Iskariot erkende Jezus' onschuld:

Mt 27:4  en zei: Ik heb gezondigd door onschuldig bloed over te leveren! Zij echter zeiden: Wat gaat ons dat aan? Dat is uw zaak. (Telos)

Een volk van de vorst, die komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven. Het volk is dat van de Romeinen, die de stad Jeruzalem en de heilige tempel in 70 n.C. hebben verwoest. Dit gebeurde dus na de afsnijding van de Messias.

27

Da 9:27  En hij zal velen het verbond versterken een week; en [in] de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste. (SV)

Hij. Deze treedt op in de laatste jaarweek van Daniël. Het is de vorst die uit het volk, genoemd in vers 26, zal voortkomen. Vandaar de mening dat deze vorst zal opstaan uit het herstelde Romeinse rijk, waarvan de EU de voorloper schijnt te wezen. Deze vorst is het Beest uit de zee.

Het verbond versterken. In het Hebreeuwse staat voor 'verbond' het lidwoord van bepaaldheid, dus 'het verbond', niet 'een verbond', zoals sommige vertalingen hebben.

De man zal het verbond versterken, bekrachtigen, bevestigen. King James vertaling: confirm = bevestigen. Het is volgens een uitlegger niet slechts bevestigen, maar uitbreiden, op een hoger plan brengen[15], vandaar 'versterken'.

Wat is dat verbond? Opvattingen zijn:

  1. Een bestaand verbond, namelijk het verbond met Abraham, dat onder andere inhoudt dat het land Kanaän het erfelijk bezit van Israël is[16]; of het verbond van Sinaï met zijn bepalingen voor de offerdienst.
  2. Een bestaande reeks verdragen met de Palestijnen en omliggende landen die tot dan toe niet tot echte vrede hebben geleid[17].
  3. Een nieuw verbond, verdrag of overeenkomst, een vredesverdrag.

Wie? Als het om een nieuw verbond gaat, wie sluiten dat verbond? Dit versterken hoeft niet te betekenen dat de vorst zelf een van de ondertekenende partijen. Hij kan een bemiddelende en faciliterende rol hebben gespeeld, zoals Amerikaanse presidenten hebben gedaan bij de vredesverdragen van Israël met Egypte en Jordanië in de 20e eeuw.

Eén mening zegt dat het een vals verbond is dat gesloten wordt tussen Israël en de Grote Hoer (vals godsdienstig systeem) en dat het verbond bevestigd, versterkt zal worden door het Beest uit de zee[18]. De Joden sluiten het verbond omdat ze niet gedood willen worden door de Grote Hoer, die immers veel slachtoffers maakt (Opb. 17:6; 19:2).

Wat is de inhoud van het verbond? Een mening zegt dat de versterking van het (bestaande) verbond inhoudt dat de tempel zal worden herbouwd. Een andere mening, welke een nieuw verbond onderstelt, zegt eveneens dat de herbouw van de tempel wordt overeengekomen.

Sommige uitleggers, die het als een nieuw verbond opvatten, vereenzelvigen het verbond met het verbond 'met de dood en het dodenrijk' genoemd in Jes. 28[19]. Bill Salus denkt dat in dit verdrag ook de herbouw van de tempel worden toegestaan[20].

Een week. Het sterk maken of bevestigen van dat verbond geldt voor een week of is een week lang van toepassing. Deze week is de zeventigste jaarweek van Daniël.

En [in] de helft der week. Na 3,5 jaar.

Zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden. Er zal dus een offerdienst zijn. Dit maakt waarschijnlijk dat er een tempel met een brandofferaltaar zal zijn, waar de offers gebracht worden.

Opb 11:1 En mij werd een rietstok gegeven, aan een staf gelijk, en gezegd: Sta op en meet de tempel van God en het altaar en hen die daarin aanbidden. (Telos)

Bron

Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting is onder wijziging verwerkt op 15 dec. 2020.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. De jaartallen zijn merendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).
  3. 3,0 3,1 Steve Cioccolanti: The Divine Code of the Bible. Youtube.com: Prophecy Watchers, 24 sept. 2018. Duur: 51 min. 12 sec. Vanaf 41 min 50 sec.
  4. 4,0 4,1 Roger Liebi, Jerusalem — Hindernis für den Weltfrieden? Das Drama des jüdischen Tempels (Berneck: Schwengeler-Verlag, 1994), blz. 37.
  5. 5,0 5,1 Roger Liebi, Jerusalem — Hindernis für den Weltfrieden? Das Drama des jüdischen Tempels (Berneck: Schwengeler-Verlag, 1994), blz. 38.
  6. Roger Liebi, Jerusalem — Hindernis für den Weltfrieden? Das Drama des jüdischen Tempels (Berneck: Schwengeler-Verlag, 1994), blz. 41.
  7. 7,0 7,1 Roger Liebi, Jerusalem — Hindernis für den Weltfrieden? Das Drama des jüdischen Tempels (Berneck: Schwengeler-Verlag, 1994), blz. 42.
  8. Roger Liebi, Jerusalem — Hindernis für den Weltfrieden? Das Drama des jüdischen Tempels (Berneck: Schwengeler-Verlag, 1994), blz. 45.
  9. Theo Niemeijer - Die groot verdrukking - 23 Februarie 2022. Youtube.com: EG Kerk Pretoria Oos, 23 feb. 2022. Duur: 1 uur 13 min. 55 sec.
  10. Vgl. de beoordeling van (onjuiste) vertalingen van dit vers in: Roger Liebi, Jerusalem — Hindernis für den Weltfrieden? Das Drama des jüdischen Tempels (Berneck: Schwengeler-Verlag, 1994), blz. 44v.
  11. Roger Liebi, Jerusalem — Hindernis für den Weltfrieden? Das Drama des jüdischen Tempels (Berneck: Schwengeler-Verlag, 1994), blz. 39.
  12. Amir Tsarfati: The Next Temple. Youtube.com: Behold Israel with Amir Tsarfati, april 2022. Vanaf 38 min. 56 sec.
  13. 13,0 13,1 Roger Liebi, Jerusalem — Hindernis für den Weltfrieden? Das Drama des jüdischen Tempels (Berneck: Schwengeler-Verlag, 1994), blz. 40.
  14. Roger Liebi, Jerusalem — Hindernis für den Weltfrieden? Das Drama des jüdischen Tempels (Berneck: Schwengeler-Verlag, 1994), blz. 43.
  15. Aldus Amir Tsarfati in: Amir Tsarfati: The Next Temple. Youtube.com: Behold Israel with Amir Tsarfati, april 2022. Vanaf 48 min. 36 sec.
  16. Dat is de mening van Dan Goodwin, te kennen gegeven in Signs of The End-Times, Youtube.com: Prophecy in the News, 15 april 2020
  17. Dat is de mening van Jimmy DeYoung in: What will transpire in the time between the rapture and the time when the tribulation begins? Youtube.com: John Ankerberg Show, 29 dec. 2011. Duur: 5 min. 25 sec.
  18. Deze mening heeft Bill Salus. Zie Bill Salus: The Mysterious Seals of Revelation. Youtube.com: Prophecy Watchers, 26 apr. 2017. Duur: 28 min. 30 sec.
  19. Zo Bill Salus, in: Bill Salus: The False Convenant, Youtube.com: Prophecy Watchers, 6 juni 2017.
  20. Bill Salus: Apocalypse Road, Youtube:com: Prophecy Watchers, 14 juli 2017.