Lukas 1: verschil tussen versies

k (Jillis Roosken heeft pagina Lukasevangelie/Hoofdstuk 1 hernoemd naar Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 1 over een doorverwijzing)
 
(12 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Evangelie naar Lukas|Bijbelboekpagina=Evangelie naar Lukas|Bijbelboek=Lukas|Aantalhoofdstukken=24|Aantalverzen=80}}
{{Commentaar hoofdstuk}}
== Samenvatting ==
 
== Luk. 1:20 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=1|Tot_vers=1}} (Telos)
'''Aangezien velen ondernemen hebben een verhaal op te stellen over de zaken ...''' Dat 'velen' bewijst hoezeer de gebeurtenissen met betrekking tot Jezus rijk aan indrukken en gevolgen zijn geweest, memorabel in de overtuiging van velen, waard om op schrift gesteld te worden. Van de geschiedverhalen zijn er door de oude Kerk vier erkend als betrouwbaar, de vier evangeliën.
 
'''Die zich onder ons voltrokken hebben.''' Dit maakt het waarschijnlijk dat Theofilus in het landen Israël woonde en dat Lukas daar heeft geschreven.
 
== 2 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=2|Tot_vers=2}} (Telos)
'''Zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest.''' De apostelen van Jezus Christus. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=2 Petrus|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=16|Tot_vers=16}} </blockquote>Waarneming (door ooggetuigen) van "de zaken zich onder ons voltrokken hebben" (vs. 1) → Mondelinge overlevering → Schriftelijke vastlegging. Mogelijk hebben sommige apostelen ook aantekeningen gemaakt.
 
== 3 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=3|Tot_vers=3}} (Telos)
'''Hoogedele Theófilus.''' Hij was dus een aanzienlijk man. Vergelijk [[Jozef van Arimathea]], die aan "aanzienlijk raadsheer" was. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=15|Vanaf_vers=43|Tot_vers=43}}(Telos)</blockquote>'''Nauwkeurig onderzocht.''' Met het oogmerk Theófilus de zekerheid doen kennen aangaande de dingen die gebeurd zijn en waarin hij onderwezen is (vs. 2, 4). <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=2 Petrus|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=16|Tot_vers=16}}</blockquote>
 
== 5 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=5|Tot_vers=5}} (Telos)
'''Uit [de] afdeling van Abia.''' De priesterafdeling genoemd naar de priester Abia, zie [[Abia]].
 
== 7 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=7|Tot_vers=7}} (Telos)
'''Elizabeth onvruchtbaar.''' Terwijl zij rechtvaardig was. Dat moet een moeilijk te begrijpen zaak zijn geweest. In het verleden waren bekende vrouwen van Israël onvruchtbaar: [[Sarai]] (Gen. 11:30), [[Rebekka]] (Gen. 25:21), [[Rachel]] (Gen. 29:31), de vrouw van Manoach, de moeder van de [[Simson]] (Richt. 13:2). Alle dezen hebben desondanks een kind gekregen.
 
'''Beiden op hoge leeftijd.''' Gelijk Abraham en Sarah.
 
== 9 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=9|Tot_vers=9}} (Telos)
'''Door het lot werd aangewezen.''' <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Spreuken|Hoofdstuk=16|Vanaf_vers=33|Tot_vers=33}}</blockquote>
 
== 11 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=11|Tot_vers=11}} (Telos)
De engel verscheen juist op deze plek, bij het [[reukaltaar]], terwijl er buiten door het vol gebeden werd (10). Ook gebeden zijn als reukwerk voor God. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Openbaring|Hoofdstuk=5|Vanaf_vers=8|Tot_vers=8}}</blockquote><blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Openbaring|Hoofdstuk=8|Vanaf_vers=3|Tot_vers=4}}</blockquote>
 
== 13 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=13|Tot_vers=13}}<noinclude>(Telos)
'''Uw gebed ... u een zoon.''' Dit schijnt erop te wijzen dat Zacharia gebeden heeft dat hij een zoon mocht hebben; het was zijn verlangen (naast, wellicht, dat van zijn vrouw) geweest om een zoon te krijgen.
 
'''De naam Johannes geven.''' De betekenis is ”Jahweh is genadig” of “Jahweh heeft begunstigd"; zie [[Johannes]]. De naam strekt ten teken dat de tijd is gekomen dat al Gods welbehagen zich tot Zijn volk wendt ter vervulling van de Messiaanse profetieën. "''Die naam heeft God zelf uitgekozen. Wie die naam hoort noemen moet weten dat God genadig wil zijn en de naam moet door het land heengaan als een prediking, dat de tijd van de genade nabij gekomen is, waarin God de misdaad van Zijn volk wil uitdelgen en Zijn erfdeel verkwikken.''"<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). </ref>
 
Vgl.<blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=4|Vanaf_vers=19|Tot_vers=19}}</blockquote>Johannes heeft op Jezus gewezen: "Zie, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1:29). Het offer van dit Lam is een bewijs van Gods genade voor zondaars, die Hij wil redden van hun zonden en van de zondemacht. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Johannes|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=29|Tot_vers=29}}</blockquote>
 
== 15 ==
{{BVP|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=15|Tot_vers=15}} (Telos)
'''Hij zal groot zijn voor het aangezicht van <de> Heer.''' Groot in de ogen van God. De Heer Jezus heeft gezegd:<blockquote>''Mattheüs 11:11  Voorwaar, Ik zeg u: onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is geen grotere opgestaan dan Johannes de doper; ... (Telos).''</blockquote><blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=7|Vanaf_vers=26|Tot_vers=26}}</blockquote>Zijn uiterlijke verschijning was niet groot, in deze zin dat hij geen prachtige kleding droeg. <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Lukas|Hoofdstuk=7|Vanaf_vers=25|Tot_vers=25}}</blockquote>'''Wijn en sterke drank zal hij geenszins drinken.''' Gelijk een [[Nazireeër]].
 
== 20 ==
Lu 1:20 En zie, u zult zwijgen en niet kunnen spreken tot op de dag dat deze dingen zullen gebeuren, omdat u mijn woorden niet hebt geloofd die op hun tijd zullen worden vervuld. (TELOS)
'''Zwijgen ... niet hebt geloofd'''. Als straf kon Zacharia niet spreken tot de geboorte van Johannes. Contrast:<blockquote>''Ps 116:10 Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest. (SV)''</blockquote>
 
== 28 ==
Lu 1:28  En toen de engel bij haar was binnengekomen, zei hij: Gegroet, begenadigde, de Heer is met u, u bent gezegend onder de vrouwen. <noinclude>(Telos)
'''Begenadigde.''' In het Grieks κεχαριτωμενη, kecharitomenè, van het werkwoord χαριτοω, charito-oo. Dat deelwoord komt nog alleen voor in Ef. 1:6. <blockquote>''Efe 1:6  tot lof van de heerlijkheid van zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde,'' (Telos)</blockquote>Elke gelovige in Christus is een begenadigde in Hem.
 
Volgens een uitlegger hebben de werkwoorden met de uitgang -oo- in het Grieks de betekenis van vervullen, oyerstelpen enz., en zo betekent het deelwoord kecharitomenè: „met genade overstelpte, van genade vervulde, met genade overgotene"<ref>Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 191. </ref>.
 
'''U bent gezegend onder de vrouwen.''' Ook haar tante Elizabeth zal dit, door de Geest, zeggen (42).
 
== 32 ==
''Ps 116:10 Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest. (SV)''
Lu 1:32 Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Heer, God, zal Hem de troon van zijn vader David geven, (Telos)
'''De troon van zijn vader David.''' Dit in Jeruzalem heeft gestaan en zal staan. Jeruzalem wordt ook genoemd "de stad van de grote koning", d.i. van de Christus, die als zoon van David zal regeren. De vervallen hut van David (Hand.15) zal worden opgericht.
 
== Luk. 1:38 ==
Lu 1:38  Maria nu zei: Zie, de slavin van de Heer, moge met mij gebeuren naar uw woord. En de engel ging van haar weg. (Telos)
'''De slavin van de Heer.''' In vers 48 noemt zij zich ook 'zijn slavin', d.w.z. van God, haar Heiland.
Regel 13 ⟶ 68:
'''Moge met mij gebeuren naar uw woord.''' Hiermee gaf zij blijk van geloof, in tegenstelling met Zacharias, die blijk gaf van ongeloof. Elizabeth, de vrouw van Zacharias, zal haar geloof bevestigen (vs. 45)
 
== Luk. 1:41 ==
Lu 1:41  En het gebeurde toen Elizabeth de begroeting van Maria hoorde, dat het kindje opsprong in haar schoot; en Elizabeth werd vervuld met de Heilige Geest, (Telos)
'''Het kindje in haar schoot'''. Het is zo'n zes maanden oud (vs. 36). Het is al, wordt al gezien als een kindje, niet pas na de geboorte.
 
== Luk. 1:4342 ==
Lu 1:42  en zij riep uit met luid geroep en zei: Gezegend ben jij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot. (telos)
Lu 1:43  En waaraan dank ik dit dat de moeder van mijn Heer bij mij komt? (Telos)
'''Gezegend ben jij onder de vrouwen.''' Ook de engel Gabriël heeft dit gezegd (28).
'''De moeder van mijn Heer.''' Niet 'de moeder van God'. Het kind dat geboren zou worden, zou haar Heer zijn. Dat zegt Elizabeth, vervuld zijn met Heilige Geest (vers. 41). Vergelijk:
 
== 43 ==
''Mr 12:36  David zelf heeft door de Heilige Geest gezegd: ‘De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten stel’. (Telos)''
Lu 1:43  En waaraan dank ik dit dat de moeder van mijn Heer bij mij komt? (Telos)
'''De moeder van mijn Heer.''' Niet 'de moeder van God'. Het kind dat geboren zou worden, zou haar Heer zijn. Dat zegt Elizabeth, vervuld zijn met Heilige Geest (vers. 41). Vergelijk: <blockquote>''Mr 12:36  David zelf heeft door de Heilige Geest gezegd: ‘De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten stel’. (Telos)''</blockquote>
 
== Luk. 1:47 ==
Lu 1:47  en mijn geest verheugt zich over God, mijn Heiland, (Telos)
'''God, mijn Heiland'''. In de naam van Jezus is het begrip 'heil', 'redding' ingesloten. Zacharias zal 3 maanden later zeggen dat God voor zijn volk verlossing heeft bewerkt en een hoorn van behoudenis opgericht (vers. 68), behoudenis ten opzichte van de vijanden en haters (vers 71, vgl. vers 74).
 
== Luk. 1:49 ==
Lu 1:49  omdat de Machtige grote dingen aan mij heeft gedaan; en heilig is zijn naam, (Telos)
'''Grote dingen ... heeft gedaan.''' Vers 51: 'krachtig werk'. Vergelijk de woorden van de engel Gabriël aangaande de zwangerschap van Elizabeth, die onvruchtbaar heette:<blockquote>''Lu 1:37  want geen enkel ding zal vanwege God onmogelijk zijn. (Telos)''</blockquote>
 
== Luk. 1:50 ==
''Lu 1:37  want geen enkel ding zal vanwege God onmogelijk zijn. (Telos)''
 
== Luk. 1:50 ==
Lu 1:50  en zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. (Telos)
'''Zijn barmhartigheid.''' De barmhartigheid van Gods wordt meermalen genoemd in deze verzen: vers 54, 72, 78.
 
== Luk. 1:69 ==
Lu 1:69  en heeft een hoorn van behoudenis voor ons opgericht in het huis van zijn knecht David (Telos)
'''Hoorn van behoudenis'''. Ook David sprak van zo'n hoorn:<blockquote>''Ps 18:2  (18-3) De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en <u>de Hoorn mijns heils</u>, mijn Hoog Vertrek. Ps 18:3  (18-4) Ik riep den HEERE aan, die te prijzen is, en werd verlost van mijn vijanden.'' (SV)</blockquote>
'''Hoorn van behoudenis'''. Ook David sprak van zo'n hoorn:
 
''Ps 18:2  (18-3) De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en <u>de Hoorn mijns heils</u>, mijn Hoog Vertrek. Ps 18:3  (18-4) Ik riep den HEERE aan, die te prijzen is, en werd verlost van mijn vijanden.'' (SV)
 
== Luk. 1:78 ==
Lu 1:78  door de innerlijke barmhartigheid van onze God, waarmee de Opgang uit de hoogte ons zal bezoeken, (Telos)
'''De Opgang uit de hoogte'''. Dat is de Heer Jezus, die Gods liefde en barmhartigheid openbaarde. Hij is gekomen als het Licht der wereld. Zijn licht was een zedelijk en geestelijk licht. Bij zijn wederkomst zal hij een zichtbaar licht zijn voor het natuurlijke oog, zoals vooraf vertoond op de hoge berg der verheerlijking. Hij is de zon der gerechtigheid <blockquote>''Mal 4:2  Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal. (NBG51)''</blockquote>[[Bestand:Zon en wolken Edese Heide 11 maart 2021.jpg|kaderloos|891x891px]]
 
''Mal 4:2  Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal. (NBG51)''
 
== Voetnoten ==
[[Bestand:Zon en wolken Edese Heide 11 maart 2021.jpg|kaderloos|891x891px]]

Huidige versie van 14 jun 2024 om 18:08

Lukas 1 is een hoofdstuk van Evangelie naar Lukas, een geschrift in de Bijbel, en telt 80 verzen.

Hoofdstukken van Evangelie naar Lukas samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 9 · 10 · 11 · 22
Verzen van Lukas 1 becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 5 · 7 · 9 · 11 · 13 · 15 · 20 · 28 · 32 · 38 · 41 · 42 · 43 · 47 · 49 · 50 · 69
Het maximum aantal herhalingen is uitgevoerd

Samenvatting

1

  1: 1 Aangezien velen ondernomen hebben een verhaal op te stellen over de zaken die zich onder ons voltrokken hebben,  (Telos)

Aangezien velen ondernemen hebben een verhaal op te stellen over de zaken ... Dat 'velen' bewijst hoezeer de gebeurtenissen met betrekking tot Jezus rijk aan indrukken en gevolgen zijn geweest, memorabel in de overtuiging van velen, waard om op schrift gesteld te worden. Van de geschiedverhalen zijn er door de oude Kerk vier erkend als betrouwbaar, de vier evangeliën.

Die zich onder ons voltrokken hebben. Dit maakt het waarschijnlijk dat Theofilus in het landen Israël woonde en dat Lukas daar heeft geschreven.

2

  1: 2 zoals zij die van [het] begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest, ons hebben overgeleverd,  (Telos)

Zij die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het woord zijn geweest. De apostelen van Jezus Christus.

  2 Petrus 1: 16 Want niet als navolgers van vernuftig verzonnen fabels hebben wij u de kracht en komst van onze Heer Jezus Christus bekend gemaakt, maar als ooggetuigen van zijn majesteit.

Waarneming (door ooggetuigen) van "de zaken zich onder ons voltrokken hebben" (vs. 1) → Mondelinge overlevering → Schriftelijke vastlegging. Mogelijk hebben sommige apostelen ook aantekeningen gemaakt.

3

  1: 3 heeft het ook mij goed gedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het in geregelde orde aan u te schrijven, hoogedele Theófilus,  (Telos)

Hoogedele Theófilus. Hij was dus een aanzienlijk man. Vergelijk Jozef van Arimathea, die aan "aanzienlijk raadsheer" was.

  Markus 15: 43 kwam Jozef van Arimathéa, een aanzienlijk raadsheer, die ook zelf het koninkrijk van God verwachtte, en waagde het naar binnen te gaan naar Pilatus en het lichaam van Jezus te vragen. (Telos)

Nauwkeurig onderzocht. Met het oogmerk Theófilus de zekerheid doen kennen aangaande de dingen die gebeurd zijn en waarin hij onderwezen is (vs. 2, 4).

  2 Petrus 1: 16 Want niet als navolgers van vernuftig verzonnen fabels hebben wij u de kracht en komst van onze Heer Jezus Christus bekend gemaakt, maar als ooggetuigen van zijn majesteit.

5

  1: 5 In de dagen van Herodes, koning van Judea, was er een priester, Zacharia genaamd, uit [de] afdeling van Abia, en zijn vrouw was uit de dochters van Aaron en haar naam was Elizabeth.  (Telos)

Uit [de] afdeling van Abia. De priesterafdeling genoemd naar de priester Abia, zie Abia.

7

  1: 7 En zij hadden geen kind, omdat Elizabeth onvruchtbaar was; en zij waren beiden op hoge leeftijd gekomen.  (Telos)

Elizabeth onvruchtbaar. Terwijl zij rechtvaardig was. Dat moet een moeilijk te begrijpen zaak zijn geweest. In het verleden waren bekende vrouwen van Israël onvruchtbaar: Sarai (Gen. 11:30), Rebekka (Gen. 25:21), Rachel (Gen. 29:31), de vrouw van Manoach, de moeder van de Simson (Richt. 13:2). Alle dezen hebben desondanks een kind gekregen.

Beiden op hoge leeftijd. Gelijk Abraham en Sarah.

9

  1: 9 dat hij naar de gewoonte van het priesterambt door het lot werd aangewezen om te reukofferen, na het tempelhuis van de Heer te zijn binnengegaan.  (Telos)

Door het lot werd aangewezen.

  Spreuken 16: 33 Het lot wordt in de schoot geworpen; maar het gehele beleid daarvan is van Jhwh.

11

  1: 11 Nu verscheen hem een engel van [de] Heer, die aan [de] rechterkant van het reukofferaltaar stond.  (Telos)

De engel verscheen juist op deze plek, bij het reukaltaar, terwijl er buiten door het vol gebeden werd (10). Ook gebeden zijn als reukwerk voor God.

  Openbaring 5: 8 En toen het dat boek had genomen, vielen de vier levende wezens en de vierentwintig oudsten voor het Lam neer; zij hadden elk een harp en gouden schalen vol reukwerken, welke zijn de gebeden van de heiligen.

  Openbaring 8: 3 En een andere engel kwam en ging bij het altaar staan met een gouden wierookvat; en hem werden veel reukwerken gegeven, opdat hij kracht zou geven aan de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar dat voor de troon was. 4 En de rook van de reukwerken steeg op met de gebeden van de heiligen uit de hand van de engel voor God.

13

  1: 13 De engel zei echter tot hem: Wees niet bang, Zacharia, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elizabeth zal u een zoon baren en u zult hem de naam Johannes geven. (Telos)

Uw gebed ... u een zoon. Dit schijnt erop te wijzen dat Zacharia gebeden heeft dat hij een zoon mocht hebben; het was zijn verlangen (naast, wellicht, dat van zijn vrouw) geweest om een zoon te krijgen.

De naam Johannes geven. De betekenis is ”Jahweh is genadig” of “Jahweh heeft begunstigd"; zie Johannes. De naam strekt ten teken dat de tijd is gekomen dat al Gods welbehagen zich tot Zijn volk wendt ter vervulling van de Messiaanse profetieën. "Die naam heeft God zelf uitgekozen. Wie die naam hoort noemen moet weten dat God genadig wil zijn en de naam moet door het land heengaan als een prediking, dat de tijd van de genade nabij gekomen is, waarin God de misdaad van Zijn volk wil uitdelgen en Zijn erfdeel verkwikken."[1]

Vgl.

  Lukas 4: 19 om aan gevangenen loslating te prediken en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijlating, om te prediken het aangename jaar van de Heer’.

Johannes heeft op Jezus gewezen: "Zie, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1:29). Het offer van dit Lam is een bewijs van Gods genade voor zondaars, die Hij wil redden van hun zonden en van de zondemacht.

  Johannes 1: 29 De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen en zei: Zie, het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.

15

  1: 15 Want hij zal groot zijn voor het aangezicht van <de> Heer, en wijn en sterke drank zal hij geenszins drinken, en hij zal met [de] Heilige Geest worden vervuld, al van [de] moederschoot af.  (Telos)

Hij zal groot zijn voor het aangezicht van <de> Heer. Groot in de ogen van God. De Heer Jezus heeft gezegd:

Mattheüs 11:11  Voorwaar, Ik zeg u: onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is geen grotere opgestaan dan Johannes de doper; ... (Telos).

  Lukas 7: 26 Maar wat bent u gaan zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, zelfs meer dan een profeet.

Zijn uiterlijke verschijning was niet groot, in deze zin dat hij geen prachtige kleding droeg.

  Lukas 7: 25 Maar wat bent u gaan zien? Een mens in zachte kleren gekleed? Zie, zij die prachtig gekleed gaan en in weelde leven, zijn in de paleizen.

Wijn en sterke drank zal hij geenszins drinken. Gelijk een Nazireeër.

20

Lu 1:20 En zie, u zult zwijgen en niet kunnen spreken tot op de dag dat deze dingen zullen gebeuren, omdat u mijn woorden niet hebt geloofd die op hun tijd zullen worden vervuld. (TELOS)

Zwijgen ... niet hebt geloofd. Als straf kon Zacharia niet spreken tot de geboorte van Johannes. Contrast:

Ps 116:10 Ik heb geloofd, daarom sprak ik; ik ben zeer bedrukt geweest. (SV)

28

Lu 1:28  En toen de engel bij haar was binnengekomen, zei hij: Gegroet, begenadigde, de Heer is met u, u bent gezegend onder de vrouwen. (Telos)

Begenadigde. In het Grieks κεχαριτωμενη, kecharitomenè, van het werkwoord χαριτοω, charito-oo. Dat deelwoord komt nog alleen voor in Ef. 1:6.

Efe 1:6  tot lof van de heerlijkheid van zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde, (Telos)

Elke gelovige in Christus is een begenadigde in Hem.

Volgens een uitlegger hebben de werkwoorden met de uitgang -oo- in het Grieks de betekenis van vervullen, oyerstelpen enz., en zo betekent het deelwoord kecharitomenè: „met genade overstelpte, van genade vervulde, met genade overgotene"[2].

U bent gezegend onder de vrouwen. Ook haar tante Elizabeth zal dit, door de Geest, zeggen (42).

32

Lu 1:32 Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en de Heer, God, zal Hem de troon van zijn vader David geven, (Telos)

De troon van zijn vader David. Dit in Jeruzalem heeft gestaan en zal staan. Jeruzalem wordt ook genoemd "de stad van de grote koning", d.i. van de Christus, die als zoon van David zal regeren. De vervallen hut van David (Hand.15) zal worden opgericht.

38

Lu 1:38  Maria nu zei: Zie, de slavin van de Heer, moge met mij gebeuren naar uw woord. En de engel ging van haar weg. (Telos)

De slavin van de Heer. In vers 48 noemt zij zich ook 'zijn slavin', d.w.z. van God, haar Heiland.

Moge met mij gebeuren naar uw woord. Hiermee gaf zij blijk van geloof, in tegenstelling met Zacharias, die blijk gaf van ongeloof. Elizabeth, de vrouw van Zacharias, zal haar geloof bevestigen (vs. 45)

41

Lu 1:41  En het gebeurde toen Elizabeth de begroeting van Maria hoorde, dat het kindje opsprong in haar schoot; en Elizabeth werd vervuld met de Heilige Geest, (Telos)

Het kindje in haar schoot. Het is zo'n zes maanden oud (vs. 36). Het is al, wordt al gezien als een kindje, niet pas na de geboorte.

42

Lu 1:42  en zij riep uit met luid geroep en zei: Gezegend ben jij onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot. (telos)

Gezegend ben jij onder de vrouwen. Ook de engel Gabriël heeft dit gezegd (28).

43

Lu 1:43  En waaraan dank ik dit dat de moeder van mijn Heer bij mij komt? (Telos)

De moeder van mijn Heer. Niet 'de moeder van God'. Het kind dat geboren zou worden, zou haar Heer zijn. Dat zegt Elizabeth, vervuld zijn met Heilige Geest (vers. 41). Vergelijk:

Mr 12:36  David zelf heeft door de Heilige Geest gezegd: ‘De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten stel’. (Telos)

47

Lu 1:47  en mijn geest verheugt zich over God, mijn Heiland, (Telos)

God, mijn Heiland. In de naam van Jezus is het begrip 'heil', 'redding' ingesloten. Zacharias zal 3 maanden later zeggen dat God voor zijn volk verlossing heeft bewerkt en een hoorn van behoudenis opgericht (vers. 68), behoudenis ten opzichte van de vijanden en haters (vers 71, vgl. vers 74).

49

Lu 1:49  omdat de Machtige grote dingen aan mij heeft gedaan; en heilig is zijn naam, (Telos)

Grote dingen ... heeft gedaan. Vers 51: 'krachtig werk'. Vergelijk de woorden van de engel Gabriël aangaande de zwangerschap van Elizabeth, die onvruchtbaar heette:

Lu 1:37  want geen enkel ding zal vanwege God onmogelijk zijn. (Telos)

50

Lu 1:50  en zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. (Telos)

Zijn barmhartigheid. De barmhartigheid van Gods wordt meermalen genoemd in deze verzen: vers 54, 72, 78.

69

Lu 1:69  en heeft een hoorn van behoudenis voor ons opgericht in het huis van zijn knecht David (Telos)

Hoorn van behoudenis. Ook David sprak van zo'n hoorn:

Ps 18:2  (18-3) De HEERE is mijn Steenrots, en mijn Burg, en mijn Uithelper; mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild, en de Hoorn mijns heils, mijn Hoog Vertrek. Ps 18:3  (18-4) Ik riep den HEERE aan, die te prijzen is, en werd verlost van mijn vijanden. (SV)

Luk. 1:78

Lu 1:78  door de innerlijke barmhartigheid van onze God, waarmee de Opgang uit de hoogte ons zal bezoeken, (Telos)

De Opgang uit de hoogte. Dat is de Heer Jezus, die Gods liefde en barmhartigheid openbaarde. Hij is gekomen als het Licht der wereld. Zijn licht was een zedelijk en geestelijk licht. Bij zijn wederkomst zal hij een zichtbaar licht zijn voor het natuurlijke oog, zoals vooraf vertoond op de hoge berg der verheerlijking. Hij is de zon der gerechtigheid

Mal 4:2  Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal. (NBG51)

 

Voetnoten

  1. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).
  2. Th. F. Bensdorp, Apologetica. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 191.