Filippenzen 2

Uit Christipedia

Filippenzen 2 van de Filippenzenbrief wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd. De volgende hoofdstukken zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Filippenzenbrief: 1 · 2 · 3 · 4.

1

Flp 2:1  Als er dan enige vertroosting in Christus, als er enige troost van de liefde, als er enige gemeenschap van de Geest, als er enige genegenheid en ontferming is, (Telos)

Enige vertroosting. Van de zijde van de gelovigen in Filippi voor Paulus, die in gevangenschap is. Zie 1:3v.

Troost van de liefde. Ondervonden liefde geeft troost.

Flp 1:9  En dit bid ik, dat uw liefde nog meer en meer mag overvloeien in kennis en alle inzicht, (Telos)

Gemeenschap van de Geest. De Geest, die in elke heilige woont, schept een band tussen hen, hier tussen Paulus en de heiligen te Filippi. Door de Geest verstaan zij elkaar als kinderen van God en hebben elkaar lief.

Genegenheid en ontferming. Jegens Paulus, die om het evangelie in de gevangenis zit.

2

Flp 2:2  maakt dan mijn blijdschap volkomen door hetzelfde te bedenken, terwijl u dezelfde liefde hebt, eenstemmig bent, het ene bedenkt. (Telos)

Dezelfde liefde. Die zij Paulus betonen ook onder elkaar zij.

Flp 1:9  En dit bid ik, dat uw liefde nog meer en meer mag overvloeien in kennis en alle inzicht, (Telos)

Hetzelfde te bedenken, .... eenstemmig bent, het ene bedenkt.

Flp 1:27  Alleen, wandelt waardig het evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik uw omstandigheden hoor, dat u vast staat in een geest, terwijl u een van ziel meestrijdt met het geloof van het evangelie  Flp 1:28  en u in geen enkel opzicht door de tegenstanders laat afschrikken. Voor hen is dit een bewijs van verderf, maar voor u van behoudenis, en dat van Godswege. (Telos)

3

Flp 2:3  Doet niets uit partijzucht of uit ijdele roem, maar laat elk in nederigheid de ander uitnemender achten dan zichzelf; (Telos)

Partijzucht. Staat tegenover het streven naar eenheid (vers 2). Sommige mensen verkondigden Christus uit partijzucht (1:17).

Uit ijdele roem. Uit zucht naar ijdele roem, of omdat er reeds in hem geroemd werd.

4

Flp 2:4  laat ieder niet alleen op zijn eigen belangen, maar ieder ook op die van anderen zien. (Telos)

Belangen. Timotheüs zocht het belang van Jezus Christus en, als uitvloeisel daarvan, van de Filippiërs.

Flp 2:20  Want ik heb niemand van gelijke gezindheid als hij, die zo trouw uw belangen zal behartigen, Flp 2:21  want allen zoeken hun eigen belang, niet dat van Jezus Christus. (Telos)

5

Flp 2:5  Want laat die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, (Telos)

Gezindheid ... die ook in Christus Jezus was. De gezindheid van nederigheid en dienstwilligheid. Hij was nederig van hart en diende als een slaaf (vers 7), zoals bleek bij de voetwassing van zijn leerlingen.

Flp 4:23  De genade van de Heer Jezus Christus zij met uw geest. Amen. (Telos)

6

Flp 2:6  die in de gestalte van God zijnde het geen roof geacht heeft God gelijk te zijn, (Telos)

De satan wilde aan God gelijk. Jezus was altijd aan God gelijk. Hij heeft zich die stand niet als een roof toegeëigend.

Gestalte. Zelfde Griekse woord als in vs. 7.

7

Flp 2:7  maar Zichzelf ontledigd heeft, de gestalte van een slaaf aannemend, de mensen gelijk wordend. (Telos)

Ontledigd heeft. Zichzelf in overdrachtelijke zin 'leeg' heeft gemaakt. Hoe? Door de vorm, gestalte, van een slaaf aan te nemen en een mens te worden.

Hij heeft Zichzelf ontledigd, niet omdat hij zich eerder ten onrechte tot God verheven had, maar, hoewel Hij God gelijk was en zich niet hoefde te ontledigen.

Gestalte. Zelfde Griekse woord als in vs. 6.

De gestalte van een slaaf aannemend. Hij die in de gestalte van God, de Algebieder was, nam de gestalte van een slaaf aan.

8

Flp 2:8  En uiterlijk als een mens bevonden heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam wordend tot de dood, ja, tot de kruisdood. (Telos)

Hij, de Koning van Israël, heeft zich als mens vernederd en is, als slaaf van God, gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de smadelijke kruisdood.

9

Flp 2:9  Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is, (Telos)

Tegenover de diepste, vrijwillige zelfvernedering, zelfverlaging, staat de hoogste verheffing door zijn Vader. De Heer Jezus is geworden de Heer van allen (vers 11), de Heer der heren.

10

Flp 2:10  opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, (Telos)

Die onder de aarde zijn. De gestorvenen in het dodenrijk.

11

11  en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader. (Telos) 

Heer. Gr. Kurios. Hetzelfde woord dat de oude Griekse vertaling Septuagint gebruikt voor de Godsnaam Jahweh.

19

Flp 2:19  Maar ik hoop in de Heer Jezus Timotheüs spoedig naar u toe te zenden, opdat ook ik welgemoed mag zijn als ik uw omstandigheden weet. (Telos)

Ik hoop in de Heer Jezus ... . Ik hoop in afhankelijkheid van Hem.

Timotheüs. Zie Timotheüs voor het hoofdartikel over hem.

Spoedig. Over dit begrip, zie Spoedig.

20-21

Flp 2:20  Want ik heb niemand van gelijke gezindheid als hij, die zo trouw uw belangen zal behartigen, Flp 2:21  want allen zoeken hun eigen belang, niet dat van Jezus Christus. (Telos)

Vergelijk:

Flp 2:4  laat ieder niet alleen op zijn eigen belangen, maar ieder ook op die van anderen zien. (Telos)

23

Flp 2:23  Hem nu hoop ik onmiddellijk te zenden, zodra ik mijn omstandigheden heb overzien. (Telos)

Flp 2:19  Maar ik hoop in de Heer Jezus Timotheüs spoedig naar u toe te zenden, opdat ook ik welgemoed mag zijn als ik uw omstandigheden weet. (Telos)

24

Flp 2:24  Maar ik vertrouw in de Heer, dat ik ook zelf spoedig zal komen. (Telos)

Ik vertrouw in de Heer, dat ... In afhankelijkheid van de Heer, Zijn wil zoekend. Vergelijk:

Flp 2:19  Maar ik hoop in de Heer Jezus Timotheüs spoedig naar u toe te zenden, opdat ook ik welgemoed mag zijn als ik uw omstandigheden weet. (Telos)

25

Flp 2:25  Maar ik vond het nodig Epafroditus, mijn broeder en medearbeider en medestrijder, maar uw gezant en bedienaar in mijn behoefte, naar u toe te zenden, (Telos)

Uw gezant en bedienaar in mijn behoefte.

Flp 4:18  Maar ik heb alles en heb overvloed; ik heb volop, nu ik van Epafroditus het door u gezondene heb ontvangen: een welriekende reuk, een aangenaam, God welbehaaglijk offer. (Telos)

Meer informatie

Jacob Folkerts, De brief aan de Filippenzen, hoofdstuk 2, Youtube.com: De Betteld, 7 juli 2020. De toespraak (met geluid) begint op 17 min 50 sec. Korte inleiding tot de brief en behandeling van hoofdstuk 2.