Filippenzen 4

Uit Christipedia

Filippenzen 4 van de Filippenzenbrief wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd. De volgende hoofdstukken zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Filippenzenbrief: 1 · 2 · 3 · 4.

Filip. 4:1

Flp 4:1  Daarom, mijn geliefde broeders, naar wie ik ook verlang, mijn blijdschap en kroon, staat zo vast in de Heer, geliefden! (Telos)

Mijn blijdschap. Vergelijk:

1Th 2:19 Want wat is onze hoop of blijdschap of kroon van de roem? Bent u niet juist tegenover onze Heer Jezus bij zijn komst? 1Th 2:20 U bent immers onze heerlijkheid en blijdschap. (TELOS)

1Th 3:9 Want welke dank kunnen wij God voor u vergelden, wegens al de blijdschap, waarmee wij ons om u verblijden voor onze God? (Telos)

En kroon. Deze kroon verwacht Paulus om zijn evangeliearbeid te ontvangen van de Heer bij Dienst komst. Paulus spreekt elders van 'kroon van de roem'.

Flp 2:16 terwijl u het woord van het leven vertoont, mij tot roem tegen de dag van Christus, dat ik niet tevergeefs gelopen of tevergeefs gearbeid heb. (TELOS)

1Th 2:19 Want wat is onze hoop of blijdschap of kroon van de roem? Bent u niet juist tegenover onze Heer Jezus bij zijn komst? 1Th 2:20 U bent immers onze heerlijkheid en blijdschap. (TELOS)

2Co 1:14 zoals u ook ten dele ons hebt erkend dat wij uw roem zijn, evenals u ook de onze bent op de dag van onze Heer Jezus. (TELOS)

Zie Kroon voor het hoofdartikel.

Staat zo vast in de Heer.

Flp 1:27 Alleen, wandelt waardig het evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik uw omstandigheden hoor, dat u vast staat in één geest, terwijl u één van ziel meestrijdt met het geloof van het evangelie (TELOS)

1Th 3:8 want nu leven wij, als u vaststaat in de Heer. (TELOS)

Filip. 4:2

Flp 4:2 Euódia vermaan ik en Syntyché vermaan ik eensgezind te zijn in de Heer. (Telos)

Euódia ... en Syntyché. Deze zusters wordt alleen hier in het Nieuwe Testament genoemd. Uit vers 3 blijkt ook dat de beide genoemde zusters met Paulus en anderen in de verbreiding van het evangelie hebben gearbeid. Zie Euodia en Syntyché voor de hoofdartikelen.

Filip. 4:3

Flp 4:3 Ja, ik vraag ook u, trouwe metgezel, wees hun behulpzaam die met mij hebben gestreden in het evangelie, samen met Clemens en mijn overige medearbeiders, van wie de namen in het boek van het leven staan. (Telos)

Trouwe metgezel. Deze is wellicht Epafroditus, die met de door Paulus en Timotheüs geschreven brief naar Filippi terugkeerde. Een andere mogelijkheid is dat het om een broeder genaamd Suzugos gaat. 'Metgezel' is de vertaling van het Griekse συζυγος, suzugos = jukgenoot. Het woord komt alleen hier voor in het Nieuwe Testament. Misschien gaat het om een ons verder onbekende Suzugos te Filippi.

Clemens. Deze broeder wordt alleen hier in het Nieuwe Testament genoemd. Zie Clemens.

Gestreden in het evangelie. De evangeliearbeid is een strijd: Paulus moest dikwijls bolwerken slechten en tegenstand en vijandschap ondervinden.

Flp 1:27 Alleen, wandelt waardig het evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig ben, ik uw omstandigheden hoor, dat u vast staat in één geest, terwijl u één van ziel meestrijdt met het geloof van het evangelie (TELOS)

Boek van het leven. Zie Boek des levens

Filip. 4:4

Flp 4:4 Verblijdt u altijd in de Heer! Nog eens zal ik zeggen: Verblijdt u! (Telos)

Paulus schreef dit terwijl hij gevangen was.

Filip. 4:5

Flp 4:5 Laat uw inschikkelijkheid aan alle mensen bekend zijn. De Heer is nabij. (Telos)

De Heer is nabij. 'Nabij' kan duiden op nabij zijn in plaats of in tijd. In de eerste betekenis: De Heer is met u en staat u bij.

Ps 118:6 De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen? Ps 118:7 De HEERE is bij mij, te midden van wie mij helpen, daarom zie ík neer op wie mij haten. (HSV)

Mt 28:20 En zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de eeuw. (Telos)

In de tweede betekenis: Zijn komst is aanstaande. Gezien het volgende vers ligt de eerste betekenis voor de hand. Maar misschien mogen we aan beide betekenissen tegelijk denken.

Filip. 4:6

Flp 4:6 Weest in niets bezorgd, maar laat in alles, door gebed en smeking met dankzegging, uw verlangens bekend worden bij God. (Telos)

Het helpt om bezorgdheid af te leggen of te voorkomen door onze zorgen en verlangens aan God onze Vader bekend te maken.

Met dankzegging. Dit kunnen we, als bezorgdheid ons vervult of dreigt te vervullen, vergeten.

Uw verlangens. In vers 1 geeft Paulus een verlangen van hemzelf te kennen.

Filip. 4:7

Flp 4:7 En de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus. (Telos)

Hier moet Paulus, gevangen zijnde, uit ervaring spreken.

De vrede van God. Zie ook vers 9 ('de God van de vrede').

Die alle verstand te boven gaat. Terwijl er, gelet alleen op de nood, alle reden kan zijn om bezorgd te zijn, kan een vrede van Boven ons hart vervullen.

Zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus. Zorgen op God werpen, met dankzegging, opent de deur voor de vrede van God, die onze gedachten zal bewaren in Christus Jezus.

Werp zorgen en smart
aan ’t minnende hart
van God, onze zorgende Vader.[1]

Filip. 4:8

Flp 4:8  Overigens, broeders, al wat waar, al wat eerzaam, al wat rechtvaardig, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, als er enige deugd en als er enige lof is, bedenkt dat. (Telos)

Welluidend. Het geluid, de stem, van woorden en daden die een goede betekenis of strekking hebben. Gr. ευφημος, euphemos = goede roep, goed geluid. Van φημη, pheme, = faam, roep[2]; dit van het Griekse werkwoord pheme = zijn gedachten bekend maken, zich uitspraken, zeggen[2] .

Bedenkt dat. In denken, streven en handelen.

Ro 12:2  En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt veranderd door de vernieuwing van uw denken, opdat u beproeft wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is. (Telos)

Het tegendeel van het goede bedenken:

Ro 1:28  En daar het hun niet goeddacht God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan een verkeerd denken, om dingen te doen die niet betamen; (Telos)

Filip. 4:9

Flp 4:9 Wat u geleerd, ontvangen, gehoord en gezien hebt in mij, doet dat; en de God van de vrede zal met u zijn. (Telos)

Geleerd, ontvangen. Ook wij hebben. door zijn brieven, van Paulus ontvangen en geleerd.

Gehoord en gezien hebt in mij. Paulus stelt zichzelf tot voorbeeld. Leer en leven waren bij hem in overeenstemming. Wij hebben Paulus niet naar het vlees gekend, de Filippiërs hebben hem wel gehoord en gezien. Maar wij hebben door zijn brieven wel van hem geleerd en ontvangen. In door het boek Handelingen en door Paulus' brieven kunnen wij ons ook een voorstelling maken van het doen en laten van de apostel.

God van de vrede. Die Zijn vrede, de 'vrede van God' (4:7), geeft.

Filip. 4:11

Flp 4:11 Ik zeg dit niet omdat ik gebrek lijd; want ik heb geleerd tevreden te zijn met de omstandigheden waarin ik ben. (Telos)

De omstandigheden waarin ik ben. Paulus bevond zich in gevangenschap in Rome. Het volgende vers noemt verschillende omstandigheden. In vers 14 schrijft hij "mijn verdrukking".

Filip. 4:12

Flp 4:12 Ik weet vernederd te worden, ik weet ook overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd, zowel in verzadigd zijn als in honger lijden, zowel in overvloed hebben als in gebrek lijden. (Telos)

Ik weet vernederd te worden. En vernederd ís hij, daar in de Romeinse gevangenis.

Flp 3:20  Want ons burgerschap is in de hemelen, waaruit wij ook de Heer Jezus Christus als Heiland verwachten, Flp 3:21  die het lichaam van onze vernedering zal veranderen tot gelijkvormigheid aan het lichaam van zijn heerlijkheid, naar de werking van de macht die Hij heeft om ook alles aan Zich te onderwerpen. (Telos)

Hij die ook kan zeggen 'ik weet vernederd te worden', is de Heer Jezus.

Zie Vernederen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Ik weet ook overvloed te hebben. Paulus heeft, nu hij schrijft, overvloed dankzij de gave afkomstig van de Filippenzen (vers 18).

Flp 4:18  Maar ik heb alles en heb overvloed; ik heb volop, nu ik van Epafroditus het door u gezondene heb ontvangen: een welriekende reuk, een aangenaam, God welbehaaglijk offer. (Telos)

Filip. 4:13

Flp 4:13  Ik vermag alles door Hem die mij kracht geeft. (Telos)

Paulus vermocht, was in staat in uiteenlopende omstandigheden (vers 12) de Heer trouw te blijven en te dienen. Hij had de zedelijke en geestelijke kracht dat gebrek, lijden e.d. te verduren. En geld, overvloed trok hem niet van de Heer af.

Filip. 4:14

Flp 4:14  Toch hebt u er goed aan gedaan deel te nemen aan mijn verdrukking. (Telos)

Door hun denken aan hem, die gevangen was, te verlevendigen (vs. 10) en hem met hun goederen te dienen.

Filip. 4:15

Flp 4:15 U weet ook zelf, Filippiërs, dat in [het] begin van het evangelie, toen ik van Macedonië was vertrokken, geen gemeente in rekening van uitgave en ontvangst met mij in verbinding heeft gestaan dan u alleen. (Telos)

In het begin van het evangelie. Toen het ook in jullie werelddeel Europa (Hand. 16:8v) werd verkondigd.

Geen gemeente. Ook niet van die, die er nog meer in Macedonië zijn, zoals die te Thessalonica en Berea.

In rekening van uitgave en ontvangst met mij.

Paulus dacht ook aan vorige gaven ontvangen van de gemeente te Filippi, zie volgende vers. Tussen Paulus en de gemeente was er een betrekking van geven en nemen (ontvangen). Paulus gaf hun het evangelie en onderwijs, hij ontving goederen en geestelijke hulp.

We mogen ervan uitgaan dat Paulus later ook van andere gemeenten materiële ondersteuning heeft ontvangen.

Ga 6:6  En laat hij die in het woord wordt onderwezen, hem die onderwijst van alle goede dingen meedelen. (Telos)

Doch wij weten dat hij terughoudend was en wilde voorkomen dat mensen gingen zeggen dat Paulus zijn voordeel zocht bij de mensen die zijn boodschap aannamen. Zie volgende vers, 'niet dat ik de gave zoek'.

1Co 9:4  Hebben wij niet het recht te eten en te drinken? (...) 1Co 9:7  Wie doet ooit dienst als soldaat op eigen kosten? Wie plant een wijngaard en eet niet zijn vrucht? Of wie hoedt een kudde en eet niet van de melk van de kudde? (...) 1Co 9:11  Als wij voor u het geestelijke hebben gezaaid, is het iets groots, als wij het stoffelijke van u zullen maaien? 1Co 9:12  Als anderen dit recht op u bezitten, wij niet nog meer? Maar wij hebben dit recht niet gebruikt, maar verdragen alles, opdat wij voor het evangelie van Christus geen enkele belemmering vormen. (Telos)

Filip. 4:16

Flp 4:16  Want ook in Thessalonika hebt u mij eenmaal en andermaal voor mijn behoefte gezonden. (Telos)

Thessalonika. Deze stad lag eveneens in Macedonië, zo'n 150 km westelijker dan Filippi. Op zijn tweede zendingsreis was hij eerst in Filippi geweest en daarna in Thessalonika.

Tweede zendingsreis van de apostel Paulus (Hand. 15:36-18:22), volgend op een eerste en gevolgd door een derde.

Route: Antiochië (Syrië)SyriëCiliciëDerbeLystraFrygië, GalatiëMysiëTroasSamothráceMacedoniëNeápolisFilippiAmfipolisApolloniaThessaloníkaBeréaAtheneKorintheKenchreaEfezeCaesarea (Maritima)JeruzalemAntiochië (Syrië)

Filip. 4:17

Flp 4:17 Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die rijkelijk op uw rekening komt. (Telos)

Paulus zoekt niet de goederen van de Filippenzen, maar de vrucht van hun geestelijk leven. Hij verlangt dat hun geloof doorwerkt in hun leven en vrucht draagt. En vrucht dragen is lonend voor de gelovigen, de opbrengst komt op hun rekening.

Filip. 4:18

Flp 4:18 Maar ik heb alles en heb overvloed; ik heb volop, nu ik van Epafroditus het door u gezondene heb ontvangen: een welriekende reuk, een aangenaam, God welbehaaglijk offer. (Telos)

Ik heb alles en heb overvloed. Vergelijk vers 12.

Een welriekende reuk, een aangenaam, God welbehaaglijk offer. De gave aan Paulus is tevens een offergave waaraan God welbehagen heeft. De gave is vrucht èn offer.

Epafroditus. Zie Epafroditus.

Filip. 4:19

Flp 4:19 Maar mijn God zal in al uw behoefte voorzien naar zijn rijkdom in heerlijkheid in Christus Jezus. (Telos)

De Filippiërs voorzagen in de behoefte van Paulus. God zal in hun behoeften voorzien. Wie geeft, zal gegeven worden.

Naar zijn rijkdom in heerlijkheid.

Hnd 7:2  En hij zei: Mannen broeders en vaders, hoort. De God der heerlijkheid verscheen aan onze vader Abraham, toen hij in Mesopotamie was, voordat hij woonde in Haran, (Telos)

Efe 1:17  opdat de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u de geest van wijsheid en openbaring geeft in de kennis van Hem, (Telos)

Filip. 4:22

Flp 4:22 Alle heiligen groeten u, en vooral zij die tot het huis van de keizer behoren. (Telos)

De keizer. Dat is keizer Nero, keizer van 37 - 68 n.C.

Zij die tot het huis van de keizer behoren. Dat zijn enigen die aan het hof van de keizer hem dienen en van zijn huisgezin zijn[3]. Zij, onderhorigen van verschillende rang, behoren tot het keizerlijk hof[4]. Zij zijn geen familie, maar bedienden, personeel: slaven, en vrijgelatenen die nog in zijn dienst waren, en misschien ook garde-soldaten[5]. Dat Paulus hun groeten overbrengt, zij voor de Filippenzen een teken van de overwinningsgang van het Evangelie[5].

Vergelijk:

Flp 1:13 zodat in het hele pretorium en aan alle overigen duidelijk is geworden dat ik in gevangenschap ben om Christus’ wil; (Telos)

Filip. 4:23

Flp 4:23  De genade van de Heer Jezus Christus zij met uw geest. <Amen.> (Telos)

Opdat Zijn gezindheid in ons zij:

Flp 2:5  Want laat die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, (Telos)

En wij goede dingen bedenken:

Flp 4:8  Overigens, broeders, al wat waar, al wat eerzaam, al wat rechtvaardig, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, als er enige deugd en als er enige lof is, bedenkt dat. (Telos)

Vergelijk:

Ga 6:18  De genade van onze Heer Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen. (Telos)

Flm 1:25  De genade van onze Heer Jezus Christus zij met uw geest. (Telos)

Meer weten

Jacob Folkerts, Brief aan de Filippenzen, hoofdstuk 4. Youtube.com: De Betteld, 10 juli 2020. De toespraak begint op 16 min. 38 sec.

Voetnoten

  1. Uit: Geestelijke Liederen (1979), lied 42, couplet 1.
  2. 2,0 2,1 Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  3. Kanttekeningen bij de Statenvertaling van Filip. 4:22
  4. Aantekeningen bij de Leidse Vertaling. Commentaar op Filip. 4:22.
  5. 5,0 5,1 Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Filip. 4:22.