Hebreeën 3: verschil tussen versies
k (Kees Langeveld heeft pagina Hebreeën (bijbelboek)/Hoofdstuk 3 hernoemd naar Hebreeënbrief/Hoofdstuk 3) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Special:PrefixIndex/ |
{{Special:PrefixIndex/Hebreeënbrief/}} |
||
Hieronder worden een of meer passages uit hoofdstuk 3 van de [[brief aan de Hebreeën]] becommentarieerd. |
Hieronder worden een of meer passages uit hoofdstuk 3 van de [[brief aan de Hebreeën]] becommentarieerd. |
||
Versie van 7 mei 2017 20:51
Hieronder worden een of meer passages uit hoofdstuk 3 van de brief aan de Hebreeën becommentarieerd.
Hebr. 3:1
Heb 3:1 Daarom, heilige broeders, deelgenoten van de hemelse roeping, beschouwt de apostel en hogepriester van onze belijdenis, (TELOS)
Hemelse roeping. De hemelse roeping is een roeping die van de hemel uitgaat en tot de hemel leidt.
Heb 12:25 Kijkt u uit dat u Hem die spreekt, niet afwijst. Want als zij niet ontkomen zijn, die Hem afwezen die op aarde Goddelijke aanwijzingen gaf, hoeveel te minder wij, als wij ons afwenden van Hem die van de hemelen spreekt. (TELOS)
De Heer leidt ons tot heerlijkheid, Hebr. 2. Wij geroepenen ontvangen een eeuwige erfenis.
Heb 9:15 En daarom is Hij middelaar van een nieuw verbond, zodat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verlossing van de overtredingen onder het eerste verbond, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen. (TELOS)
We hebben een "grote behoudenis" (Hebr. 2:3) ontvangen en ons wacht "een sabbatsrust over voor het volk van God" (Hebr. 4:9).
Heb 2:3 hoe zullen wij ontkomen als wij zo’n grote behoudenis veronachtzamen, waarover aanvankelijk gesproken is door de Heer en die aan ons bevestigd is door hen die het gehoord hebben, (TELOS)
Wij zullen vanuit de hemel met Christus regeren over de aarde, Hebr. 3.
Onze belijdenis. Over belijden, zie Belijden. Vergelijk 2:3-4; 4:14: 10:23. Belijden is openlijk uitspreken. Rom. 10 "met uw mond belijden". Hebr. 3:6 "roemen in de hoop".
Hebr. 3:6
Heb 3:6 maar Christus als Zoon over zijn huis, Wiens huis wij zijn, als wij de vrijmoedigheid en het roemen in de hoop tot het einde toe onwrikbaar vasthouden.
Vrijmoedigheid. Op grond van Jezus' vergoten bloed.