Kindermoord

Uit Christipedia

Kindermoord (ook infanticide genoemd) is het opzettelijk doden van een kind. Neonaticide is het doden van een pasgeboren kind. Abortus provocatus is het doden van een ongeboren kindje.

In de Bijbel worden twee bekende gevallen van kindermoord beschreven: de neonaticide op bevel van Farao en de infanticide op bevel van Herodes.

Op bevel van Farao, de koning van Egypte, moesten pasgeborene Hebreeuwse jongetjes in de Nijl worden geworpen. Het motief tot deze neonaticide was het tegengaan van de aanwas en macht van het volk Israël in Egypte. Een eerder bevel van Farao aan de Hebreeuwse vroedvrouwen om de pasgeborenen jongetjes te doden bleef zonder resultaat. Uit vrees voor de God van Israël deden de vroedvrouwen heimelijk aan ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. Het werpen van de Hebreeuwse jongetjes in de Nijl werd door de Egyptenaren zelf gedaan.
Ex 1:15 Bovendien zei de koning van Egypte tegen de vroedvrouwen van de Hebreeuwse vrouwen, van wie de naam van de een Sifra was en de naam van de ander Pua, Ex 1:16 hij zei: Als u de Hebreeuwse vrouwen bij het bevallen helpt en u let op de stenen [baarstoel] dan moet u, als het een zoon is, hem doden, maar als het een dochter is, mag zij blijven leven. Ex 1:17 De vroedvrouwen vreesden echter God en deden niet wat de koning van Egypte tot hen gesproken had, maar lieten de jongetjes in leven. Ex 1:18 Toen riep de koning van Egypte de vroedvrouwen [bij zich] en zei tegen hen: Waarom hebt u dit gedaan, dat u de jongetjes in leven laat? Ex 1:19 De vroedvrouwen zeiden tegen de farao: Omdat de Hebreeuwse vrouwen niet zijn zoals de Egyptische vrouwen, want zij zijn sterk. Zij hebben al gebaard, voordat er een vroedvrouw bij hen is aangekomen. Ex 1:20 Daarom deed God aan de vroedvrouwen goed, en het volk werd talrijk en zeer machtig. Ex 1:21 En het gebeurde, omdat de vroedvrouwen God vreesden, dat Hij aan hen nakomelingen schonk. Ex 1:22 Toen gebood de farao heel zijn volk: Al de zonen die geboren worden, moet u in de Nijl werpen, maar al de dochters mag u in leven laten. (HSV)
Deze kindermoord door verdrinking kwam op het hoofd van de Egyptenaren zelf neer, toen een latere Farao en zijn leger bij de achtervolging van het uitgetrokken volk van Israël verdronk in de zee. Toen onze Heer Jezus Christus, de koning der Joden, geboren was, liet Herodes alle jongetjes tot twee jaar in het gebied van de geboorteplaats Bethlehem doden. Zijn motief was om de geboren Koning te doden.  
Mt 2:16 Toen werd Herodes, daar hij zag dat hij door de wijzen was misleid, zeer toornig; en hij zond knechten en doodde alle jongens die in Bethlehem en in het hele gebied daarvan waren, van twee jaar en daaronder, overeenkomstig de tijd die hij bij de wijzen nauwkeurig onderzocht had. Mt 2:17 Toen werd vervuld wat gesproken is door de profeet Jeremia, die zei: Mt 2:18 ‘Een stem is in Rama gehoord, geween en veel geklaag: Rachel die haar kinderen beweende, en zij wilde niet getroost worden, omdat zij niet meer zijn’. (TELOS)
In de Bijbel vinden we ook het brengen van kinderoffers aan heidense afgoden. Zelfs bij Jeruzalem, het godsdienstig centrum van Isräel, was eens een offerplaats ('tofet') waar kinderen geofferd werden aan de god Moloch. Dit was een gruwel in de ogen van God.

In allerlei culturen vinden we sociaal geaccepteerde kindermoord. In India, Japan en China kan het ongewenste geslacht van de pasgeborene reden zijn voor babymoord. In de tijd dat Chinese ouders maar één kind mochten hebben, hadden ze liever een jongetje. Een jongetje had meer kansen dan een meisje. Pasgeboren meisjes werden dan vermoord.

In grote delen van de Westerse cultuurkring is abortus provocatus een geaccepteerd middel om van een ongeboren kindje (embryo, foetus) af te komen. Gevreesd mag worden dat deze praktijk, naast de invloed van andere factoren, op den duur leidt tot de maatschappelijke en vervolgens democratisch gelegitimeerde acceptatie van moord op pasgeborenen kinderen met een ernstige handicap.

Op grond van de Bijbel moet kindermoord, inclusief abortus provocatus en het brengen van kinderoffers, worden afgewezen. Vanaf het begin hebben christenen infanticide verworpen. Het buitenbijbelse christelijke geschrift Onderwijs van de apostelen of Didache (ca. 100 n.C.) leert het geborene niet te doden. De brief van Barnabas (tussen 70 – 130 n.C.) verbiedt hetzelfde. De geloofsverdedigers Justinus de Martelaar (103-165 n.C.), Athenagoras (c. 133 – 190 n.C.), Tertullianus (c. 160 – c. 220 n.C.), Minucius Felix (tussen 150 – 270 n.C.), en Lactantius (c. 240 – 320 n.C.) stelden dat een baby opzettelijk laten sterven een boze daad was. Constantijn de Grote hield infanticide voor een misdaad (318). In 374 n.C. beval Valentinianus I, keizer van het West-Romeinse rijk, alle kinderen groot te brengen. In die tijd kwam het opzettelijk laten doodgaan van baby’s, in het bijzonder meisjes, nog veel voor. Het derde Concilie van Toledo (589 n.C.) nam maatregelen tegen de Spaanse gewoonte om kinderen te doden.

Bronnen

Onder meer:

Artikel Infanticide op Wikipedia (Engels)