Daniël 12

Uit Christipedia

Daniël 12 is een hoofdstuk van het boek Daniël. Het wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd.

Hoofdstukken samengevat en/of becommentarieerd:
Daniël: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12

1

1 En te dier tijd zal Michaël opstaan, die grote vorst, die voor de kinderen van uw volks staat, als het [zulk] een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat er een volk geweest is, tot op diezelfde tijd toe; en te dier tijd zal uw volk ontkomen, al wie gevonden wordt geschreven te zijn in het boek. (CP[1])

Te dier tijd. In die tijd, te weten 'de tijd van het einde' (11:40).

Sjabloon:Bijbelcitaat gekoppeld

Zie ook vers 4, 9.

Michaël. Deze aartsengel wordt ook genoemd in 10:13, 21 en eveneens 'vorst' genoemd.

Sjabloon:Bijbelcitaat gekoppeldSjabloon:Bijbelcitaat gekoppeld

Als het [zulk] een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat er een volk geweest is, tot op diezelfde tijd toe. Het is "een tijd van benauwdheid voor Jakob" (Jer. 30:7).

Jer 30:7  O wee! want die dag is zo groot, dat zijns gelijke niet geweest is; en het is een tijd van benauwdheid voor Jakob; nog zal hij daaruit verlost worden. Jer 30:8  Want het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE der heirscharen, [dat] Ik zijn juk van uw hals verbreken, en uw banden verscheuren zal; en vreemden zullen zich niet meer van hem doen dienen. Jer 30:9  Maar zij zullen dienen den HEERE, hun God, en hun koning David, dien Ik hun verwekken zal. (SV)

Deze tijd van benauwdheid kan worden vereenzelvigd met de grote verdrukking waarvan de Heiland heeft gewaagd. Sjabloon:Bijbelcitaat gekoppeld

De grote verdrukking duurt 3,5 jaren. De nieuwe, goddelijke wereldorde komt na zware geboorteweeën (Matth. 24).

Zal uw volk ontkomen. Het Hebreeuwse werkwoord kan hier betekenen: wegsluipen, ontsnappen, ontkomen, bevrijd worden[2]. Op grond van Zach. 13:8-9 moeten we de gevolgtrekking maken dat niet alle Israëlieten de grote verdrukking zullen overleven; een derde deel zal behouden worden.

Zac 13:7 Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder, en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden. Zac 13:8  En het zal geschieden in het ganse land, spreekt de HEERE, de twee delen daarin zullen uitgeroeid worden, [en] den geest geven; maar het derde deel zal daarin overblijven. Zac 13:9  En Ik zal dat derde deel in het vuur brengen, en Ik zal het louteren, gelijk men zilver loutert, en Ik zal het beproeven, gelijk men goud beproeft; het zal Mijn Naam aanroepen, en Ik zal het verhoren; Ik zal zeggen: Het is Mijn volk; en het zal zeggen: De HEERE is mijn God. (SV)

Waarschijnlijk is dit derde deel het 'hele Israël' dat Paulus noemt (Rom. 11:26), het derde deel van het volk dat is overgebleven en dat behouden zal worden. Als die dagen van de grote verdrukking niet werden verkort, langer zouden duren, zou niemand behouden worden (Matth. 24: 22).

Sommigen[3] zien hierin, gezien ook het volgende vers, een aanduiding van de opname van de gemeente, die behoed zal worden voor de zevenjarige verdrukking in de laatste jaarweek van Daniël. De opname volgt onmiddellijk op een opstanding van rechtvaardigen.

Het boek. Het 'Boek van het leven'.

2

2  En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden, [en] tot eeuwige afgrijzing. (SV)

Dit spreekt van de opstanding ten leven en van de opstanding ten oordeel.

Velen. Dit staat niet in tegenstelling tot 'allen', maar tot 'weinigen'. Vergelijk:

Mt 26:28  Want dit is mijn bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. (Telos)

Zullen ontwaken. Als uit een slaap. Ze zullen opstaan uit de doden, zie vs. 13. Dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden, [en] tot eeuwige afgrijzing. Vergelijk de woorden van de Heer Jezus:

Joh 5:28  Verwondert u hierover niet, want er komt een uur dat allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen en Joh 5:29  zullen uitgaan: zij die het goede hebben gedaan tot de opstanding van het leven, en zij die het kwade hebben bedreven tot de opstanding van het oordeel. (Telos)

Hnd 24:14  Dit echter beken ik u, dat ik naar de Weg die zij een sekte noemen, zo de God van de vaderen dien, terwijl ik alles geloof wat volgens de wet is en in de profeten geschreven staat Hnd 24:15  en hoop op God heb-welke hoop zij ook zelf verwachten-dat er een opstanding zal zijn zowel van rechtvaardigen als van onrechtvaardigen. (Telos)

3

3  De verstandigen nu zullen blinken, als de glans van het uitspansel, en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwig. (SV) 

De verstandigen. Zie ook vs. 10. Vergelijk 11:33, 35 Sjabloon:Bijbelcitaat gekoppeld De Statenvertaling heeft 'leraars' in vs. 3 en 'verstandigen' in vs. 10, terwijl het Hebreeuwse woord, maskiliem, hetzelfde is. Dit woord is een deelwoord, een meervoud van maskil, afgeleid van het werkwoord hiskil = verstandig zijn, verstandig handelen, verstandig maken. Maskiliem heeft deze deze betekenissen[4]:

  1. de verstandigen, zij die inzicht hebben;
  2. zij die verstandig, met begrip handelen;
  3. zij die verstandig maken, die doen begrijpen.

Zo een verstandig is onze Heer Jezus:

Jes 52:13 Zie, Mijn Knecht zal verstandig handelen, Hij zal verhoogd worden en verheven, ja, zeer hoog verheven worden. (HSV)

Onder de psalmen komen 'onderwijzingen' voor, bijv. Ps. 31.

Ps 32:1 Een onderwijzing van David. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. (SV)

In het Hebreeuws staat 'maskil' = onderwijzing. Dergelijke verstandig makende onderwijzingen, die 'maskil' in hun eerst vers hebben, zijn, naast Ps. 32 de psalmen 42, 44, 45, 52-55, 74, 78, 88-89, 142.

Wie zijn die verstandigen? Zij zijn waarschijnlijk het gelovig overblijfsel van Israël[4]. Daartoe behoren de 144.000 Israëlieten genoemd in Opb. 7:108 en 14:1-5.

Blinken, als de glans van het uitspansel. Licht geven als sterren. Vergelijk:

Ri 5:31  Alzo moeten omkomen al Uw vijanden, o HEERE! die Hem daarentegen liefhebben, [moeten] [zijn], als wanneer de zon opgaat in haar kracht. En het land was stil, veertig jaren. (SV)

Vgl.:

Flp 2:15  opdat u onberispelijk en rein bent, onbesproken kinderen van God temidden van een krom en verdraaid geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld, (Telos)

Die er velen rechtvaardigen. Of: "rechtvaardig verklaren", "rechtschapen maken", "recht verschaffen", "redden"[2]. Vergelijk wat van de Heiland wordt gezegd:

Jes 53:11  Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien, [en] verzadigd worden; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen. (SV)

4

4 En u, Daniël! sluit deze woorden toe, en verzegel dit boek, tot de tijd van het einde; velen zullen het naspeuren, en de wetenschap zal vermenigvuldigd worden. (CP[1]) 

Sluit deze woorden toe. Opdat zij niet begrepen worden of: omdat zij dan pas begrepen kunnen worden. Vgl. vers 8: "ik verstond het niet".

Verzegel dit boek. In tegenstelling tot wat een latere engel zei tot de apostel Johannes:

Opb 22:10  En hij zei tot mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet, want de tijd is nabij. (Telos)

De tijd van het einde. Zie vs. 1, 9.

Velen zullen het naspeuren. Naspeuren, Hebr. jesjotetoe = heen en weer gaan. Toegepast op de studie van de Schrift: in de Schrift heen en weer gaan om Schriftplaats met Schriftplaats te vergelijken[4].

En de wetenschap zal vermenigvuldigd worden. In de tijd van het eind zal het boek Daniël bestudeerd worden en de kennis ervan vermeerderen. Het begrip zal toenemen; dit doet denken aan 'de verstandigen' van het vorige vers.

5

5 En ik, Daniël, zag, en ziet, er stonden twee anderen, de een aan deze zijde van de oever der rivier, en de ander aan gene zijde van de oever der rivier. (CP[1])  

Twee anderen. Twee engelen.

Rivier. De Hiddékel = Tigris.

Da 10:4  En op den vier en twintigsten dag der eerste maand, zo was ik aan den oever der grote rivier, welke is Hiddékel. (SV)

6

6 En hij zei tot de Man, bekleed met linnen, Die boven op het water der rivier was: Tot hoe lang zal het zijn, dat er een einde van deze wonderen zal wezen? (CP[1])  

De Man, bekleed met linnen, Die boven op het water der rivier was. Dezelfde Man dien Daniël in 10:5-9 gezien had. Ook op die plaats wordt gezegd dat Hij met linnen was bekleed.

Sjabloon:Bijbelcitaat gekoppeld

Deze wonderen. Buitengewone, wonderlijke gebeurtenissen[5]: die vermeld worden in vers 1 of van dit vers af. Gezien het antwoord in vers 7 lijkt het vooral om de in vers 1 genoemd tijd van benauwdheid te gaan.

7

7  En ik hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechter [hand] en Zijn linkerhand op naar de hemel, en zwoer bij Dien, Die eeuwig leeft, dat na een bestemde tijd, bestemde tijden, en een helft, en als Hij zal voleindigd hebben te verbrijzelen de kracht van het heilige volk, al deze dingen voleindigd zullen worden. (CP[1])

Bekleed met linnen. Zie vs. 6.

Een bestemde tijd, bestemde tijden en een helft. Dat is drieëneenhalf jaar, vermoedelijk de tweede helft van Daniëls 70e jaarweek, de tijd van de benauwdheid voor Jakob. Zie Dan. 7:25.

Sjabloon:Bijbelcitaat gekoppeldSjabloon:Bijbelcitaat gekoppeld

Echter, volgens sommige uitleggers[6] gaat het in vers 7 om de eerste helft van Daniëls laatste jaarweek, na de opstanding en verheerlijking van de heiligen bij de opname van de gemeente.

Te verbrijzelen. Werkwoordsvorm: piel. Het woord betekent dan 'in stukken slaan'[2].

De kracht. Lett. hand, in figuurlijke zin: kracht, macht.

Dit doet denken aan de worsteling van Jakob met God bij de rivier Jabbok, waarbij de aartsvader aan zijn heup, een zetel van kracht, geslagen werd en daarna door God Israël (= 'Die met God worstelt') werd genoemd.

Wellicht is de gedachte dat Israël vernederd zal worden, opdat hij alleen nog Zijn God tot hulp heeft.

Sommigen denken echter aan de verstrooiing van een deel van het volk[5], want Hebr. yad kan ook 'deel' betekenen.

8

8 Dit hoorde ik, doch ik verstond het niet; en ik zeide: Mijn Heere! wat zal het einde zijn van deze [dingen]? (SV)  

Ik verstond het niet. De betekenis van de woorden was ook voor Daniël, die niet in de tijd van het einde leefde, verborgen.

9

9 En Hij zeide: Ga henen, Daniël! want deze woorden zijn toegesloten en verzegeld tot de tijd van het einde. (SV)  

Toegesloten en verzegeld. Zie vs. 4.

De tijd van het einde. Zie vs. 1, 4. Pas in de tijd van het eind zullen deze woorden door Daniëls volk goed begrepen worden.

10

10 Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt, en gelouterd worden; doch de goddelozen zullen goddelooslijk handelen, en geen van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan. (SV)

Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt, en gelouterd worden. Zie 11:35.

Sjabloon:Bijbelcitaat gekoppeld

Van de ontelbare (!) menigte uit de grote verdrukking wordt het volgende gemeld:

Opb 7:14  En ik zei tot hem: Mijn heer, u weet het. En hij zei tot mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange kleren gewassen en ze wit gemaakt in het bloed van het Lam. (Telos)

De verstandigen. Zie vs. 3.

11

11 En van dien tijd af, dat het gedurig [offer] zal weggenomen, en de verwoestende gruwel zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen. (SV)

Het gedurig [offer] zal weggenomen. De geschiedenis van Dan. 8, waar de Syriërs het dagelijks brandoffer doen ophouden, gaat zich herhalen in de toekomst die Daniël 12 schetst.

Sjabloon:Bijbelcitaat gekoppeld

De verwoestende gruwel zal gesteld zijn. Zeer waarschijnlijk het Beeld van het Beest in de voorhof van de herbouwde tempel te Jeruzalem.

Sjabloon:Bijbelcitaat gekoppeld

Duizend tweehonderd en negentig dagen. Dat is 30 dagen meer dan drieëneenhalf jaar (1290 - 1260 = 30 dagen). Dit is de tweede helft van de Daniëls laatste jaarweek. De eerste helft wordt volgens sommigen in vs. 7 genoemd.[6]

De 70e jaarweek

Volgens Bill Salus[7] zal de gruwel der verwoesting na de komst van de Heer nog 30 dagen op de heilige plaats staan.

12

12 Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt tot duizend driehonderd vijf en dertig dagen. (SV) 

Welgelukzalig. Omdat hij het vrederijk zal ingaan.

Duizend driehonderd vijf en dertig dagen. Bij de 30 dagen van vers 11 komen nog eens 45 dagen, totaal 75 dagen. 1335 - 1260 = 75 dagen na afloop van de 2e helft van de jaarweek. Zie de tijdbalk bij vers 11. De tijdspanne van 75 dagen is misschien de interval tussen het einde van de grote verdrukking en het begin van het Vrederijk[5].

13

13 Maar u, ga heen tot het einde, want u zult rusten, en zult opstaan tot uw lot, in het einde der dagen. (CP[1]) 

Het einde ... in het einde der dagen. Zie vs. 1.

U zult rusten. In de schoot van Abraham.

En zult opstaan tot uw lot. Zie vs. 2. Een lot is oorspronkelijk het toegewezen landsdeel. Door het lot ontvingen de stammen van Israël hun erfdeel in het beloofde land, in Kanaän. Bijvoorbeeld:

Joz 15:1 Het lot voor de stam van de nakomelingen van Juda, naar hun geslachten, was: tot de grens van Edom, zuidwaarts [tot aan] de woestijn Zin, in het uiterste zuiden. Joz 15:2  Hun zuidgrens begint aan het einde van de Zoutzee, vanaf de uitloper die op het zuiden ziet. enz. (HSV)

Het lot in ons vers is het Daniël toebedeelde erfdeel.

Hnd 20:32  En nu draag ik u op aan God en aan het woord van zijn genade, die machtig is op te bouwen en het erfdeel te geven onder alle geheiligden. (Telos)

Efe 5:5  Want dit weet en erkent u, dat geen hoereerder, onreine of hebzuchtige, dat is een afgodendienaar, erfdeel heeft in het koninkrijk van Christus en van God. (Telos)

Col 1:12  terwijl u de Vader dankt, die u bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan het erfdeel van de heiligen in het licht; (Telos)

Muziekvideo

Simon Khorolskiy en zijn vrienden zingen de verzen 1 tot 3 in het Russisch. Ondertiteling in het Engels beschikbaar.


Simon Khorolskiy & Friends – И святые будут сиять. Youtube.com:

Simon Khorolskiy, 10 feb. 2023.

Meer informatie

The Rapture in Daniel 12. Youtube.com: Ken Johnson, 25 mrt 2016. Studie van Daniël 12 in verband met de opneming van de Gemeente (vóór de laatste jaarweek van Daniël). Duur: 43 min. 10 sec.

Look at the Rapture Pt. 3. Youtube.com: Ken Johnson, 27 juni 2018. Studie van Daniël 12 in verband met de opneming van de Gemeente (vóór de laatste jaarweek van Daniël). Duur: 24 min. 41 sec.

Bron

Roger Liebi, Das Buch Daniël, 12:1-13 (oktober 2015). Pdf-document van 1 blz. op RogerLiebi.ch.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.
  2. 2,0 2,1 2,2 Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
  3. Zo Ken Johnson, The Rapture (2e editie, 2019), blz. 7-9.
  4. 4,0 4,1 4,2 Roger Liebi, Das Buch Daniël, 12:1-13 (oktober 2015). Pdf-document van 1 blz. op RogerLiebi.ch.
  5. 5,0 5,1 5,2 Elberfelder Bibel mit Erklärungen. Witten: SCM R. Brockhaus; Dillenburg: Christliche Verlagsgesellschaft, verbeterde uitgave 2011.
  6. 6,0 6,1 The Rapture in Daniel 12. Youtube.com: Ken Johnson, 25 mrt 2016. Studie van Daniël 12 in verband met de opneming van de Gemeente (vóór de laatste jaarweek van Daniël). Duur: 43 min. 10 sec.
  7. Bill Salus: The Millennium and the New Jerusalem. Youtube.com: Prophecy Watchers, 21 jan. 2022. Vanaf 5 min. 20 sec.