Geschiedenis van Jeruzalem

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 15 dec 2017 om 14:31 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Jeruzalem''', de stad die God heeft uitgekozen om daar Zijn naam te vestigen, 'de stad van de Grote Koning', waar Christus Jezus geleden heeft en waa...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Jeruzalem, de stad die God heeft uitgekozen om daar Zijn naam te vestigen, 'de stad van de Grote Koning', waar Christus Jezus geleden heeft en waarover Hij eens zal regeren, heeft een veelbewogen geschiedenis gekend. In de loop der eeuwen (tot 2011) is er om Jeruzalem 69 maal oorlog gevoerd en werd de stad door 17 verschillende volken overheerst[1]

Indeling

Naar het hoogste menselijke gezag en bestuur uitgeoefend over Jeruzalem kan men de volgende perioden onderscheiden.

  • Jebusietische periode (? - 1004 v.C.): de stad bewoond door de Jebusieten
  • Davidische periode (1004-586 v.Chr.): koningshuis van david
  • Babylonische periode (586-539 v. Chr.): onder de heerschappij van Babel
  • Perzische periode (539-332 v.Chr.): onder heerschappij van de Meden en de Perzen
  • Griekse periode (320-63 v.Chr.): onder de heerschappij van Alexander de Grote en zijn opvolgers
  • Romeinse periode (63 v.Chr - 324 n.Chr.): onder de heerschappij van Rome
  • Byzantijnse periode ( 324-638): onder de heerschappij van het Oost-Romeinse rijk
  • Islamitische periode ( 638-1099): onder de heerschappij van de moslims
  • Kruisvaardersperiode (1099-1260): onder de heerschappij van de 'christelijke' Kruisvaarders
  • Mamelukse periode (1260-1516): onder de heerschappij van een Egyptische militaire kaste
  • Ottomaanse periode (1516-1917): onder de heerschappij van de Turken
  • Britse periode (1917-1948): onder het bestuur van Groot-Brittannië
  • Jordaanse periode (1948-1967): Oost-Jeruzalem bezet door het hashemietische koninkrijk Jordanië
  • Israëlische periode (1968-heden): Jeruzalem de ongedeelde hoofdstad van Israël.

Voor al de niet-Joodse veroveraars bleef Jeruzalem slechts een provincieplaats. Hun eigen hoofdstad lag elders.

Jebusietische periode (tot 1004 v.C.)

ca. 1850 v.C.: Melchizedek, de koning van Salem (= Jeruzalem, Ps. 76:3) en priester van God de Allerhoogste, gaat Abraham met brood en wijn tegemoet en zegent hem (Gen. 14:18). 

ca. 1800 v. C.: God stelt Abraham op de proef en draagt hem op, zijn zoon Izak te offeren (Gen. 22). Abraham trek dan in het land Moria en offert Izak op één der bergen daar. De berg Moria is de latere Tempelberg in Jeruzalem (2 Kron. 3:1). Abraham noemt de plaats: „De HEER zal erin voorzien“ (Hebr. Jahwe Jireh). Hieraan is misschien het eerste deel van de naam Jeruzalem ontleend.  

ca. 1400 v.C.: Israel strijdt tegen vijf koningen der Amorieten, onder wie Adoni-Zedek, de koning van Jeruzalem, en verslaat hen met Gods hulp (Joz. 10).

Bij de verdeling van het Beloofde Land komt Jeruzalem binnen het erfdeel van de stam Benjamin (Joz. 18:27-28). De oude inwoners van Jeruzalem, de Jebusieten, worden niet uit de stad verdreven (Joz.15:63).

Joz 15:63 Maar de nakomelingen van Juda konden de Jebusieten, de inwoners van Jeruzalem, niet verdrijven. Daarom wonen de Jebusieten bij de nakomelingen van Juda in Jeruzalem, tot op deze dag. (SV)

Hoewel de stam Juda de stad verovert (Richt. 1), blijven de Jebusieten daarin wonen. Ten tijde van de Richteren draagt de stad de naam Jebus (Richt. 1). 

14e eeuw v.C.: De naam van de stad ('Urusalimmu') wordt reeds vermeld in oude spijkerschriftteksten, waaronder vooral de Egyptische Amarnabrieven (14de eeuw v.C.) van belang zijn. 

Davidische periode (1004-586 v.Chr.)

In deze tijd regeert het koningshuis van David. 

1004 v.C.: Koning David verovert, als eerste daad van zijn koningschap, de stad op de Jebusieten (2 Sam. 5:6–9; 1 Kron. 11:4–7) en maakt haar tot zijn hoofdstad. Hij brengt de ark van het verbond binnen haar muren. Vanaf de 10e eeuw voor Christus was Jeruzalem het godsdienstige en politieke centrum van Israël. Het tempelterrein, het heiligste deel van de stad, werd door David gekocht en niet veroverd. 

962-955 v.C.: Koning Salomo bouwt de Eerste Tempel (1 Kon. 6).

926 v.C.: Deling van Israël in het tienstammenrijk (Israel) en het tweestammenrijk (Juda) (1 Kon. 12)

925 v.C.: Verovering en plundering door de Egyptische koning Sisak (1 Kon. 14:25v). 

843 v.C.: De Filistijnen en Arabieren veroveren en plunderen Jeruzalem (2 Kron. 21:16v.).

733 v.C.: Israëlieten en Arameërs belegeren samen Jeruzalem, Tiglat-Pileser bevrijdt Jeruzalem (2 Kon. 16).

701 v.C.: Gedurende de regering van Hizkia wordt Jeruzalem belegerd door de Assyrische koning Sanherib (2 Kon. 18-19), die hierover in zijn annalen bericht, parallel aan de mededelingen van 2 Kon. 17–18 en Jes. 36–37. 

605 v.C.: Inval van de babylonische koning Nebukadnezar in Juda. Eerste wegvoering (2 Kon. 24 ).

597 v.C.: Tweede wegvoering (2 Kon. 24)

Van Babel tot Christus (586 - ca. 4 v.C.)

587/586 v.C.: De Babylonische koning Nebukadnezar neemt de stad in, verwoest de Tempel en voert de bewoners weg naar Babylon (2 Kon. 25:9v), derde wegvoering. 

Perzische periode (539-332 v.Chr.): onder heerschappij van de Meden en de Perzen

V.a. 538 v.C.: Na de val van het Nieuw-Babylonische rijk (539 v.C.) keren de ballingen van Juda en Jeruzalem met steun van Cyrys, de koning van Perzië, naar hun land van herkomst terug. 

520–516 v.C.: Herbouw van de tempel (Ezra). 

445 v.C.: Herbouw van de stadsmuren (Nehemia) 

332 v.C.: de Griek Alexander de Grote in Israël, Jeruzalem wordt Grieks. 

313 v.C.: Ptolemaeus I, generaal onder Alexander de Grote, neemt Jeruzalem in.

301–198 v.C.: Jeruzalem onder Egyptische heerschappij.  

198 v.C.: Begin van de heerschappij van de hellenistische Syrische Seleuciden

167 v.C.: De Syrische heerser Antiochus IV Epiphanes ontheiligt de tempel. Op het brandofferaltaar wordt een afgodsbeeld geplaatst, waarschijnlijk een beeld van de Griekse hoofdgod Zeus. In de tempel werden varkens, voor joden onreine dieren, geslacht. Op het onderhouden van de sabbat en de besnijdenis en het bezit van heilige Wetsrollen kwam de doodstraf te staan.

167-165 v.C.: Makkabese Oorlog. Tijdens de Seleucidische heerschappij breekt de zgn. Makkabeese Oorlog uit. De oorlogsjaren liggen tussen de verontreiniging van de tempel door invoering van heidense cultus onder de hogepriester Menelaüs en de herinwijding van de tempel door Judas de Makkabeeër. 

164 v.C.: Judas de Makkabeeër verslaat een Grieks-Syrisch (Seleucidisch) leger in de slag bij Beth Zur, de Joodse opstandelingen heroveren Jeruzalem. Herinwijding van de Joodse Tempel, welke gebeurtenis nog jaarlijks door de Joden over de hele wereld herdacht (Chanoeka). 

63 v.C.: De romeinse generaal Pompejus (106-48 v.C.) maakt een einde aan de schijn van onafhankelijkheid die de Makkabeese dynastie had weten te bewaren en bevestigt de heerschappij van de Romeinen.

25-13 v.C.: Herodes de Grote (73-4 v.C) verfraait Jeruzalem met bouwwerken en doet vooral veel voor de restauratie en uitbreiding van de tempel en zijn bijgebouwen. 

20 v.C.: Koning Herodes begint met de verbouwing van de Tweede Tempel.

Na Christus

c. 32 n.C.: De door God gezonden Messias Jezus, onze Heiland, wordt gekruisigd op Golgotha, buiten de poort van Jeruzalem. Op de derde dag staat Hij echter uit de doden op. Gedurende 40 dagen verschijnt hij aan zijn leerlingen (Hand. 1). Vanaf de Olijfberg buiten Jeruzalem vaart Hij op naar de hemel (Hand. 2:10). Later daalt de Heilige Geest in de leerlingen neer en de eerste gemeente ontstaat in Jeruzalem, die snel aangroeit tot meer dan 3000 leden. De gemeente ondervindt later vervolging.  

70 n.C.: Tijdens de Joodse opstand tegen de Romeinen wordt Jeruzalem met de tempel in 70 n.C. door Titus veroverd en verwoest. 

 
Schilderij van David Roberts (1796-1864): The Siege and Destruction of Jerusalem by the Romans Under the Command of Titus, A.D. 70 (1850)

Keizer Hadrianus staat later de Joden toe, de tempel te herbouwen, maar dan op een andere plaats en met andere maten. De Joden doen dit niet. 

132–135: Joodse opstand tegen de Romeinse overheersing. Verbitterde strijd om Jeruzalem, onder aanvoering van Bar Kochba.  

135: Verwoesting van Jeruzalem en verdrijving van de Joden uit de stad door keizer Hadrianus. Op de berg Moria wordt een tempel voor de Romeinse afgod Jupiter (equivalent van de Griekse hoofdgod Zeus) gebouwd. De verwoeste stad wordt een Romeinse kolonie met de naam Colonia Aelia Capitolina.

Alleen op de 9e dag van de maand Av (Joodse kalender, eind juli/begin augustus), de dag waarop de eerste en de tweede tempel werden verwoest, mochten de Joden in Jeruzalem komen om ter plaatse over de verwoesting van de tempel en het leed van hun verstrooiing te treuren. Ze moesten echter ook belasting betalen overeenkomstig de hoeveelheden tranen die ze vergoten hadden. Als plaats van samenkomen werd hun een overeind gebleven deel van de westelijke muur van de tempelhof aangewezen. Zo werd deze muur tot de Klaagmuur.  

In de vierde eeuw maakten de Byzantijnen Jeruzalem tot een christelijk centrum.

324.: Jeruzalem wordt onder keizer Constantijn een christelijke stad. 

333: Bouw van de Heilig-Grafkerk en andere kerken door Constantijn en zijn moeder Helena.

363: De byzantijnse keizer Julianus gaf de Joden toestemming om de tempel te herbouwen. Bij het begin van de bouw kwamen door een aardbeving, gevolgd door een ontploffing, vele arbeiders om het leven. Deswegen, en omdat de keizer korte tijd later stierf, en een andersgezinde heerser aan de macht kwam, werd de bouw gestopt. 

614: De Perzen onder Chosroës II nemen de stad in en verwoesten haar. Ze heersen er tot 628.

629: De Byzantijnse Romeinen (Oost-Romeinse Rijk) heroveren Jeruzalem. In de tijd daarna hoopt zich mest en vuil op de Tempelberg op.  

638: Jeruzalem wordt veroverd door de islamitische kalief Omar ibn al-Chattab (= Omar I), dankzij het optreden van patriarch Sophronius zonder geweldpleging. Er was destijds nog geen moskee in Jeruzalem. Omar slaat een uitnodiging om in een kerk te bidden af, omdat hij niet wilde dat de moslims de kerk in een moskee zouden veranderen nadat hij er zou hebben gebeden[2]

685-691: Bouw van het Islamitische Rotskoepelheiligdom op het Tempelplateau. Abdel-Malik laat over de Offersteen van Abraham de Rotskoepel bouwen.

705–750: Bouw van de Al-Aksa-Moskee.

1077: de Turken veroveren de stad. Hun harde optreden tegen de christelijke bevolking wordt een van de oorzaken van de kruistochten.

1099: Inname van Jeruzalem door de kruisvaarders onder aanvoering van Godfried van Bouillon, tijdens de eerste kruistocht. Ze richten een slachting onder Joden en moslims aan.

1100: Jeruzalem wordt de hoofdstad van de kruisvaarderstaat. 

1187 de Koerdische sultan Saladin, sultan van Egypte en Syrië, verovert Jeruzalem, verdrijft de kruisvaders en staat de joden toe terug te keren.

1229: De Duitse keizer Frederik II weet door onderhandeling de heilige plaatsen (Jeruzalem, Betlehem en Nazaret) opnieuw in bezit te krijgen. De heerschappij der kruisvaarders duurt tot 1244. 

1244: Jeruzalem valt weer in handen van de moslims, ditmaal van de Egyptische Mamelukken, die tot 1517 over Palestina heersten.

1517: Jeruzalem veroverd door de ottomaanse Turken. Ze heersen in het land Israël tot 1917. Jeruzalem is de een ottomaanse provinciehoofstad. 

1538: Sultan Süleyman I de Grote, ook genoemd 'de Prachtlievende', herbouwt de muren en poorten van Jeruzalem. Deze muren en poorten zijn er nu nog. Onder de moslims heette de stad el-Koeds.

19e eeuw

1836: Volgens de meest geloofwaardige opgaven[3] heeft de stad ongeveer 20.000 inwoners, onder welke 2000 Grieken, 1000 Roomsgezinden, 600 Armeniërs, Syriërs en Kopten, en 3 à 4000 Joden gerekend worden. De overige bewoners moslims en merendeels Arabieren.

1840: Sinds 1840 - volgens anderen sinds 1850 of 1863 -  vormen Joodse inwoners een meerderheid in Jeruzalem.

1843: Het aantal pelgrims dat Jeruzalem bezoekt wordt geschat op ongeveer 5000[4].

1844: de oudste foto's (zover bekend) van Jeruzalem dateren uit 1844. Ze zijn gemaakt door de Franse fotograaf Joseph-Philibert Girault de Prangey, die in de jaren 1841-1844 in italië en het Midden-Oosten rondreisde[5]

Voetnoten

  1. Bron: A. van Deursen, Schoolatlas voor Bijbelse geschiedenis, Uitg. J.B. Wolters Groningen Batavia, 1940. De kaart is gemaakt door het Cartografisch instituut J.B. Wolters. 
  2. The Nazi teen and the occupation of Jerusalem, op hurriyetdailynews.com, 21 april 2012.
  3. Aldus P.G. Witsen Geysbeek e.a., Algemeen noodwendig woordenboek der zamenleving. Eerste afdeeling: A-K (Amsterdam: Gebr. Diederichs, 1836) s.v. Jerusalem.
  4. Ernst Gustav Schultz, Jerusalem; eine Vorlesung (Berlin: S. Schropp, 1845) blz. 34. De electronische versie is te vinden op Google Books.
  5. Bron: Rose Evelet, See the First Photographs Ever Taken of Jerusalem, www.smithsonianmag.com, nieuwsartikel, 23 jan. 2014.