Tyrus

Uit Christipedia

Tyrus was een beroemde zee- en handelstad van Fenicië, lange tijd de eerste stad van dit land. De stad ligt thans in het zuiden van Libanon. De bewoners heten Tyriërs.

Ligging van Tyrus in Fenicië (Phoenicia).

Een deel van de stad lag aan de kust (Oud-Tyrus) en een deel lag op een prachtig eiland (Nieuw-Tyrus), zo'n 800 meter van het vasteland. De eilandstad was gelegen op een rots. In 332 v.C. werd het eiland door een dam verbonden met het vaste land. De dam werd aangelegd door het leger van Alexander de Grote ten einde de stad te veroveren. Een wandeling over de dam duurt ongeveer 12 minuten.

Eilandstad Tyrus

Tyrus is gesticht door kolonisten uit Sidon, dat ongeveer 40 km noordelijker ligt.

Oudheid. Tyrus is een oude stad. "Haar oudheid is van oude dagen af" (Jes. 23:7)

Jes 23:7  Is dit uw vrolijk huppelende [stad]? welker oudheid [wel] van oude dagen af is; ... (HSV)

De Griekse geschiedschrijver Herodotus (ca. 485- ca. 423 v.C.) stelt dat Tyrus gesticht werd in ongeveer de 27e eeuw v.C., dus in het 3e millennium v.C. Volgens de Griekse geschiedschrijver Strabo[1] (ca. 64 v.C. - ca. 24 n.C.) was zij op Sidon na de oudste stad van Fenicië. De Romeinse politicus en geschiedschrijver Quintus Curtius Rufus (?-53), beroemd door zijn werk over de daden van Alexander de Grote, noemt Tyrus een stad: "beroemd door de oudheid van haar oorsprong" (vetustate originis insignis). Volgens de Joodse geschiedschrijver Josefus (37 - ca. 100 n.C.) zou zij 240 jaren vóór het bouwen van de tempel van Jeruzalem gesticht zijn; dat ware naar onze berekening ongeveer in het jaar 1208 v.C. Hoe het ook zij, "haar oudheid is van oude dagen af" (Jesaja). Stad van Aser. De stad is bij de verdeling van het beloofde land onder de Israëlieten toebedeeld aan de stam van Aser.

Joz 19:29  Vervolgens wendde de grens zich naar Rama en tot aan de vesting Tyrus, keerde zich dan naar Chosa en eindigde aan de zee, van Chebel naar Akzib. (NBG51)

Ligging van Tyrus (Eng. Tyre) in het stamgebied van Aser.

Rond 1000 v.C. was koning Hiram van Tyrus was rond 1000 v.C. een bondgenoot van Salomo, de koning van Israël. Hiram leverde het merendeel van het bouwmateriaal en de bouwvakkers om de Joodse Tempel mee te bouwen. Ook rustten Hiram en Salomo gezamenlijk expedities uit voor handelsreizen op de Middellandse Zee en Rode Zee.

In de 10e eeuw v.Chr. werd de Kanaänitische godin Asherah (Astarte) in Tyrus en Sidon hoog vereerd.

Uit Tyrus afkomstig was Izebel, de gemalin van Koning Achab van het tienstammenrijk Israël.

Assyrische periode

In 841 v.Chr. trok Salmanasser III weer op naar Syrië en nu ook noord Israël, verwoestte volgens zijn inscripties talloze steden en vorderde er schatten van Tyrus, Sidon en "Jehu, zoon van Omri" (dat wil zeggen van het huis van Omri).

Tyrus en Juda wedijverden met elkaar om de winstgevende handel die vanuit Egypte in het zuiden en Mesopotamië in het noorden door hun land kwam. Tyrus domineerde de handelsroutes op zee, terwijl Juda de karavaanroutes over land beheerste.

Onder andere vanuit deze stad verkenden en bedienden de Feniciërs met hun schepen de kusten van de Middellandse Zee, waar zij een handelsimperium leidden. Zij stichtten her en der diverse koloniën. Onder andere Carthago was een Tyrische kolonie. In de 7e eeuw v.Chr. schijnen zich Feniciërs te hebben gevestigd in Rome, op het Forum Boarium (veemarkt).

In de 2e helft van de 8e eeuw v.C. profeteerde Jesaja over de verwoesting van de stad Tyrus en haar herstel (Jes. 23).

De Assyrische koning Sargon II (ca. 772 - 705/4 v. C.) belegerde Tyrus vijf jaren lang[2].

Diens zoon en opvolger Sanherib teisterde Fenícië in 701 v. C[2]. En de opvolger van deze, Esarhaddon, nam in 677 v. C. Sidon nogmaals in[2].

Babylonische periode

De profeet Ezechiël profeteerde in 586 v.Chr. tegen Tyrus. Tyrus zou met de grond gelijk gemaakt worden.

Van 586 tot 573 v.Chr. werd Tyrus belegerd door de Babylonische koning Nebukadnezer, maar na een beleg lukte het hem niet om Tyrus, dat toen nog een eiland was, in te nemen, want de achterkant van de stad lag aan de zee, zodat elke dag verse voorraden binnengevaren konden worden. Wel werd een compromis bereikt waarbij Tyrus toch schatting aan de Babyloniërs moest betalen.

Perzische periode

Later kwam Tyrus, net als grote delen van het Midden-Oosten, in handen van de Perzische Achaemeniden. Tyriërs leverden cederhout voor de herbouw van het huis van God te Jeruzalem.

Ezr 3:6  Van den eersten dag af der zevende maand begonnen zij den HEERE brandofferen te offeren; doch de grond van den tempel des HEEREN was niet gelegd. Ezr 3:7  Zo gaven zij geld aan de houwers en werkmeesters, ook spijs en drank, en olie aan de Sidoniërs en aan de Tyriërs, om cederenhout van den Libanon te brengen aan de zee naar Jafo, naar de vergunning van Kores, koning van Perzie, aan hen. (SV)

In de tijd van Nehemia, toen de sabbat geschonden werd, waren er Tyrische handelaars in Juda en Jeruzalem.

Ne 13:15  In dezelfde dagen zag ik in Juda, die persen traden op den sabbat, en die garven inbrachten, die zij op ezels laadden; als ook wijn, druiven en vijgen, en allen last, dien zij te Jeruzalem inbrachten op den sabbatdag; en ik betuigde [tegen] [hen] ten dage, als zij eetwaren verkochten.  Ne 13:16  Daar waren ook Tyriërs binnen, die vis aanbrachten, en alle koopwaren, die zij op den sabbat verkochten aan de kinderen van Juda en te Jeruzalem. (SV)

Hellenistische periode

Toen Alexander de Grote in 333 v.C. met zijn leger de eilandstad Tyrus bereikte, weigerden de inwoners zich aan hem te onderwerpen. Ze gingen ervan uit dat Alexander de Grote geen maanden zou verspillen met het veroveren van een eilandje, en tevens dachten de Tyriërs dat hun machtige dochterstad Carthago hen wel te hulp zou snellen. Aanvankelijk probeerde Alexander de Grote de stad in handen te krijgen door ze aan te vallen met zijn vloot, maar de Feniciërs waren heer en meester op zee. De Tyriërs waren voorbereid op een maandenlange belegering. Alexander de Grote gooide het puin van de stad op het vasteland in zee totdat er een brug was ontstaan naar het eiland. Vervolgens trok hij de brug over en verwoestte het eiland. De stad werd 332 v.C. ingenomen, en de inwoners die niet naar Carthago konden vluchten werden gevangengenomen: de kinderen en vrouwen werden verkocht als slaven en de mannelijke inwoners werden allen gekruisigd. Het is dus aan Alexander de Grote te danken dat Tyrus tegenwoordig een schiereiland is in plaats van een eiland.

Na de verovering van de stad is zij weer opgebouwd. Zij werd de belangrijkste Macedonische haven aan de oostkust van de Middellandse zee. Later zouden de Joden enige synagogen te Tyrus hebben.

Tyrus in het Nieuwe Testament

Jezus. Uit de kuststreek van Tyrus en Sidon kwamen mensen op Jezus af, om hem te horen en van hun ziekten genezen te worden:

Lu 6:17 En Hij daalde met hen af en ging op een vlakke plaats staan, met een grote menigte van zijn discipelen en een grote massa van het volk uit heel Judea en Jeruzalem en van de kuststreek van Tyrus en Sidon, Lu 6:18 die gekomen waren om Hem te horen en van hun ziekten gezond te worden. En zij die door onreine geesten gekweld waren, werden genezen. (TELOS)

De Heer zelf is ook in de streken van Tyrus en Sidon geweest. Daar smeekte een Kananese vrouw hem dat Hij haar bezeten dochter zou genezen.

Mt 15:21 En Jezus ging vandaar weg en vertrok naar de streken van Tyrus en Sidon. Mt 15:22 En zie, een Kananese vrouw die uit dat gebied kwam, riep de woorden: Erbarm U over mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter is ernstig bezeten. (... ) Mt 15:28 Toen antwoordde Jezus en zei tot haar: O vrouw, groot is uw geloof; moge u gebeuren zoals u wilt. En haar dochter werd gezond van dat uur af. Mt 15:29 En Jezus vertrok vandaar en kwam aan de zee van Galilea, ... (TELOS)

Jezus kwam in de streken van Tyrus en Sidon

Paulus voer tijdens zijn derde zendingsreis van Patara naar de fenicische stad Tyrus, waar een gemeente van Christus was.

Hnd 21:2 En nadat wij een schip hadden gevonden dat naar Fenicie overvoer, gingen wij aan boord en voeren af. Hnd 21:3 En nadat wij Cyprus in zicht hadden gekregen en het links hadden laten liggen, voeren wij naar Syrie en kwamen aan in Tyrus, want daar zou het schip zijn lading lossen. Hnd 21:4 Toen wij nu de discipelen hadden gevonden, bleven wij daar zeven dagen. Dezen zeiden Paulus door de Geest niet op te gaan naar Jeruzalem. Hnd 21:5 Toen het nu gebeurde dat wij die dagen ten einde hadden gebracht, gingen wij weg en reisden verder, terwijl zij allen met vrouwen en kinderen ons uitgeleide deden tot buiten de stad; en wij knielden neer op het strand en baden, Hnd 21:6 en nadat wij elkaar hadden gegroet, gingen wij aan boord van het schip, maar zij keerden naar huis terug. Hnd 21:7 Nadat wij nu de vaart vanaf Tyrus hadden volbracht, kwamen wij in Ptolemais aan, en na de broeders te hebben gegroet bleven wij een dag bij hen. (TELOS)

Christelijke gemeente

In Tyrus ontstond een christelijke gemeente. In 303 n.C., in het begin van de tiende christenvervolging in de Romeinse rijk (303-313 n.C.) leed en stierf als martelaar Tyrannion, opziener van de gemeente te Tyrus[3].

Meer informatie

Tyrus, nl.wikipedia.org

Lijst van koningen van Tyrus, nl.wikipedia.org.

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866.

Tyrus, nl.wikipedia.org. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 28 mei 2020.

Voetnoot

  1. Geographika, l. 16. p. 520. Verwijzing in John Gill's Expositor, commentaar bij Jes. 23:7.
  2. 2,0 2,1 2,2 Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Jes. 23:1.
  3. Adrianus Haemstedius, Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655 (Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881), blz. 41