Girgasieten: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met ' '''Girgasieten''', ook ''Girgazieten'' gespeld, waren nakomelingen van Kanaän. Ze woonden in het land Kanaän. Hebre...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 6: Regel 6:
De naam ‘Girgasiet’ betekent ’wonen op kleigrond’<ref name=":0">''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce.  </ref>. In het Oude Testament worden ze 7 maal genoemd, de eerste maal onder de afstammelingen van Kanaän (Gen. 10:16).
De naam ‘Girgasiet’ betekent ’wonen op kleigrond’<ref name=":0">''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce.  </ref>. In het Oude Testament worden ze 7 maal genoemd, de eerste maal onder de afstammelingen van Kanaän (Gen. 10:16).


Ze waren nakomelingen van [[Kanaän (persoon)|Kanaän]], een zoon van Cham en een kleinzoon van [[Noach]].<blockquote>''Ge 10:15  Kanaän verwekte Sidon, zijn eerstgeborene, Heth,'' ''Ge 10:16 en de Jebusiet, de Amoriet, de Girgasiet,'' ''Ge 10:17 de Heviet, de Arkiet, de Siniet,'' ''Ge 10:18 de Arvadiet, de Zemariet en de Hamathiet; daarna zijn de geslachten van de Kanaänieten verspreid.'' (HSV)</blockquote>De opgaven van hun '''woonplaats''' zijn verschillend: 1) oostelijk van het meer van Galilea, toen de Israëlieten het beloofde land binnenvielen<ref name=":0" />; 2) in het westen van Kanaän<ref>Bromiley, Geoffrey  W.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002.</ref>; 3) ‘tot op heden niet bekend’<ref>F.L.Bakker, ''Geschiedenis der Godsopenbaring:het Oude Testament''. Kampen: J.H. Kok N.V., 3<sup>e</sup> druk, 1955, blz.71 </ref> .
Ze waren nakomelingen van [[Kanaän (persoon)|Kanaän]], een zoon van Cham en een kleinzoon van [[Noach]].<blockquote>''Ge 10:15  Kanaän verwekte Sidon, zijn eerstgeborene, Heth,'' ''Ge 10:16 en de Jebusiet, de Amoriet, de Girgasiet,'' ''Ge 10:17 de Heviet, de Arkiet, de Siniet,'' ''Ge 10:18 de Arvadiet, de Zemariet en de Hamathiet; daarna zijn de geslachten van de Kanaänieten verspreid.'' (HSV)</blockquote>{{Cham nageslacht}}
De opgaven van hun '''woonplaats''' zijn verschillend: 1) oostelijk van het meer van Galilea, toen de Israëlieten het beloofde land binnenvielen<ref name=":0" />; 2) in het westen van Kanaän<ref>Bromiley, Geoffrey  W.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002.</ref>; 3) ‘tot op heden niet bekend’<ref>F.L.Bakker, ''Geschiedenis der Godsopenbaring:het Oude Testament''. Kampen: J.H. Kok N.V., 3<sup>e</sup> druk, 1955, blz.71 </ref> .


Ze waren meerder en machtiger dan de Israëlieten.<blockquote>''De 7:1 Wanneer u de HEERE, uw God, zal gebracht hebben in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven; en Hij vele volken voor uw aangezicht zal hebben uitgeworpen, de Hethieten, en de Girgasieten, en de Amorieten, en de Kanaänieten, en de Ferezieten, en de Hevieten, en de Jebusieten, zeven volken, die meerder en machtiger zijn dan gij; (SV)''</blockquote>
Ze waren meerder en machtiger dan de Israëlieten.<blockquote>''De 7:1 Wanneer u de HEERE, uw God, zal gebracht hebben in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven; en Hij vele volken voor uw aangezicht zal hebben uitgeworpen, de Hethieten, en de Girgasieten, en de Amorieten, en de Kanaänieten, en de Ferezieten, en de Hevieten, en de Jebusieten, zeven volken, die meerder en machtiger zijn dan gij; (SV)''</blockquote>

Huidige versie van 7 sep 2020 om 12:25

Girgasieten, ook Girgazieten gespeld, waren nakomelingen van Kanaän. Ze woonden in het land Kanaän.

Hebreeuws: Girgāšî; Grieks: Gergesaios. De Engelse Authorized Version heeft ‘Girgashites’.

De naam ‘Girgasiet’ betekent ’wonen op kleigrond’[1]. In het Oude Testament worden ze 7 maal genoemd, de eerste maal onder de afstammelingen van Kanaän (Gen. 10:16).

Ze waren nakomelingen van Kanaän, een zoon van Cham en een kleinzoon van Noach.

Ge 10:15  Kanaän verwekte Sidon, zijn eerstgeborene, Heth, Ge 10:16 en de Jebusiet, de Amoriet, de Girgasiet, Ge 10:17 de Heviet, de Arkiet, de Siniet, Ge 10:18 de Arvadiet, de Zemariet en de Hamathiet; daarna zijn de geslachten van de Kanaänieten verspreid. (HSV)

Nageslacht van Cham

De opgaven van hun woonplaats zijn verschillend: 1) oostelijk van het meer van Galilea, toen de Israëlieten het beloofde land binnenvielen[1]; 2) in het westen van Kanaän[2]; 3) ‘tot op heden niet bekend’[3] .

Ze waren meerder en machtiger dan de Israëlieten.

De 7:1 Wanneer u de HEERE, uw God, zal gebracht hebben in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven; en Hij vele volken voor uw aangezicht zal hebben uitgeworpen, de Hethieten, en de Girgasieten, en de Amorieten, en de Kanaänieten, en de Ferezieten, en de Hevieten, en de Jebusieten, zeven volken, die meerder en machtiger zijn dan gij; (SV)

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce. 
  2. Bromiley, Geoffrey  W.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002.
  3. F.L.Bakker, Geschiedenis der Godsopenbaring:het Oude Testament. Kampen: J.H. Kok N.V., 3e druk, 1955, blz.71