Hebreeën 5
Hebreeën 5 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van de Brief aan de Hebreeën zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:
■ Hebreeën: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 |
Onderwerpen uit de brief: Allerlei · Priester · Tabernakel · Verbond |
Samenvatting
Christus is meer dan Aäron, de oudtestamentische hogepriester. Hij is de Zoon, die tranen heeft geweend, maar trouw is gebleven in de weg van gehoorzaamheid.
5
Heb 5:5 Zo heeft ook Christus niet Zichzelf verheerlijkt om hogepriester te worden, maar Hij die tot Hem gesproken heeft: ‘U bent mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt’. (Telos)
U bent mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt.
Heb 1:5 Want tot wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: ‘U bent mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt’? En opnieuw: ‘Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn’? (Telos)
Het schijnt te gaan om de mens Jezus Christus. Argumenten: 1. Tot Christus die God die woorden gesproken; 2. 'Heden' is een tijdsbepaling: in de tijd van heden.
7
Heb 5:7 Hij die tijdens zijn dagen in het vlees met sterk geroep en tranen zowel gebeden als smekingen geofferd heeft aan Hem die Hem uit de dood kon verlossen (en Hij is verhoord om zijn godsvrucht), (Telos)
Het gebed waarvan hier sprake is, ziet waarschijnlijk op Christus' benauwdheid en angst in de hof van Olijven (Gethsémané).
Uit de dood. Niet 'van de dood'. De Heer moest sterven, maar vervolgens werd Hij op de derde dag uit de dood verlost. Dit gebed werd dus verhoord. Hij vroeg dat Gods wil zou geschieden, en het was Gods wil dat Christus uit de dood zou verrijzen.
Om zijn godsvrucht. Zijn Godvrezendheid.
Echter, de Statenvertaling heeft: "uit de vreze". NBG51: "uit zijn angst". HSV: "uit de angst". De vertaling NBV'04 daarentegen: "vanwege zijn diep ontzag voor God".
In het Grieks ευλαβειας, eulabeias, van ευλαβεια, eulabeia. De gewone betekenis van het woord 'eulabeia,' dat de in grondtekst wordt gebruikt, is noch in het klassieke Grieks, noch in de taal van de Bijbel „vrees voor straf” of "vrees voor de dood"[1]. Het woord "wordt gewoonlijk in gunstige zin gebruikt"[2].
Bovendien, het woord apo, door sommige vertalingen hier door 'uit' vertaald, heeft in de taal van de Heilige Schrift heel vaak de betekenis van 'om.[1]
De vooraanstaande Griekse kerkleraars verstaan die tekst dan ook algemeen zó, dat Christus verhoord is omdat Hij verdiende verhoord te worden, daar Hijzelf alle eer en achting waardig was, ofwel om wille van de achting, met welke Hij zijn hemelse Vader bejegende. Ook Erasmus leert in zijn aantekeningen op de aangehaalde plaats, dat eulabeia hier 'reverentia' en 'pietas' betekent.
8
Hebreeën 5:8 heeft, hoewel Hij Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij geleden heeft;
Gehoorzaamheid geleerd. Hij heeft als mens de gehoorzaamheid geleerd. Hij is gehoorzaam geworden tot de kruisdood, Filipp. 2. Hoewel hij wenste dat hij niet zou hoeven te lijden en te sterven (vers 7), dat 'de drinkbeker' aan hem voorbij zou gaan, maakte hij zijn begeerte, zijn levensdrift, ondergeschikt aan de wil van de Vader. "Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede". Hij verloochende Zichzelf en stelde de wil en het plan van de Vader voorop, al kostte hem dat lijden en zijn leven. Zó heeft hij gehoorzaamheid geleerd.
9
Hebreeën 5:9 en volmaakt geworden is Hij voor allen die Hem gehoorzamen een oorzaak van eeuwige behoudenis geworden,
Gehoorzamen. Dat begint met geloof, de gehoorzaamheid van het geloof. Geloven in de Zoon van God is een daad van gehoorzaamheid.
11
Heb 5:11 Over hem hebben wij veel te zeggen, dat ook moeilijk te verklaren is, omdat u traag bent geworden in het horen. (Telos)
Omdat u traag bent geworden in het horen. Om die oorzaak begint de Hebreeënbrief ermee te wijzen op het spreken door God, "het woord van het begin van Christus" (6:1).
Heb 1:1 Nadat God vroeger vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij in het laatst van deze dagen tot ons gesproken in de Zoon, (Telos)
14
Heb 5:14 maar het vaste voedsel is voor volwassenen, die door de gewoonte hun zinnen geoefend hebben om zowel het goede als het kwade te onderscheiden. (Telos)
De gewoonte. Om zich te voeden met Gods woord, daarmee bezig te zijn en dat toe te passen in hun leven.
Hun zinnen. Waarmee zij proeven wat goed of slecht voedsel is. Fig. gezegd van hun verstand.