Ludieten: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Ludieten''' of ''Loedieten'' waren nakomelingen van Mitsraïm, de zoon van Cham. Ze worden in Nederlandse Bijbelvertalingen ook genoemd 'Lydiërs', niet te verwarren met de nakomelingen van Lud, een zoon van Sem, die het koninkrijk Lydië in het tegenwoordige Turkije stichtten. {{Cham nageslacht}} Ze woonden in Noord-Afrika, wellicht ten westen van de Egyptische Nijldelta. Ze worden in Jer. 46:9 in het Hebreeuws genoemd 'Loediem'.<blockquote>''Jer...') |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Ludieten''' of ''Loedieten'' waren nakomelingen van Mitsraïm, de zoon van Cham. |
'''Ludieten''' of ''Loedieten'' waren nakomelingen van Mitsraïm, de zoon van [[Cham]].<blockquote>''Ge 10:13 En Mitsraïm gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten,'' (SV)</blockquote>{{Cham nageslacht}} |
||
⚫ | '''Naam.''' Ze worden in Jer. 46:9 in het Hebreeuws genoemd 'Loediem'.<blockquote>''Jer 46:9 Trekt op, gij paarden! en raast, gij wagens! en laat de helden uittrekken: de Moren, en de Puteers, die het schild handelen, en de Lydiërs, die den boog handelen [en] spannen.'' (SV)</blockquote>De Naardense vertaling heeft hier 'Loedieten'. |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
{{Cham nageslacht}} |
|||
'''Woonplaats.''' De Ludieten woonden in Noord-Afrika, wellicht ten westen van de Egyptische Nijldelta. |
|||
⚫ | |||
'''Huurlingen.''' In het Egyptische leger dat te Karchemis aan de Eufraat ca. 605 v.C. slag leverde tegen de Babyloniërs waren ook Ludieten. Ze maakten als huur- en hulptroepen deel uit van het Egyptische leger onder bevel van farao Necho II, zie het bovenaangehaalde vers Jer. 46:9. Ze waren blijkbaar vaardig in het hanteren van de boog. |
Huidige versie van 13 dec 2022 om 14:19
Ludieten of Loedieten waren nakomelingen van Mitsraïm, de zoon van Cham.
Ge 10:13 En Mitsraïm gewon de Ludieten, en de Anamieten, en de Lehabieten, en de Naftuchieten, (SV)
Nageslacht van Cham |
---|
Naam. Ze worden in Jer. 46:9 in het Hebreeuws genoemd 'Loediem'.
Jer 46:9 Trekt op, gij paarden! en raast, gij wagens! en laat de helden uittrekken: de Moren, en de Puteers, die het schild handelen, en de Lydiërs, die den boog handelen [en] spannen. (SV)
De Naardense vertaling heeft hier 'Loedieten'.
'Lydiërs'. Ze worden in Nederlandse Bijbelvertalingen van Jer. 46:9 ook wel genoemd 'Lydiërs', niet te verwarren met de nakomelingen van Lud, een zoon van Sem, die het koninkrijk Lydië in het tegenwoordige Turkije stichtten.
Woonplaats. De Ludieten woonden in Noord-Afrika, wellicht ten westen van de Egyptische Nijldelta.
Huurlingen. In het Egyptische leger dat te Karchemis aan de Eufraat ca. 605 v.C. slag leverde tegen de Babyloniërs waren ook Ludieten. Ze maakten als huur- en hulptroepen deel uit van het Egyptische leger onder bevel van farao Necho II, zie het bovenaangehaalde vers Jer. 46:9. Ze waren blijkbaar vaardig in het hanteren van de boog.