1 Korinthiërs 14: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 145: Regel 145:
Merk op dat in vers 26 eerst gewone, niet de bijzondere geestelijke uitingen genoemd worden: een psalm, een leer. Zingen en onderwijzen. Merk ook op dat openbaring (profetie) genoemd wordt vóór een taal en een uitlegging. Voor de [[opbouwing]] van de gemeente is profetie nuttiger dan spreken in een taal (tenzij deze uitgelegd wordt).
Merk op dat in vers 26 eerst gewone, niet de bijzondere geestelijke uitingen genoemd worden: een psalm, een leer. Zingen en onderwijzen. Merk ook op dat openbaring (profetie) genoemd wordt vóór een taal en een uitlegging. Voor de [[opbouwing]] van de gemeente is profetie nuttiger dan spreken in een taal (tenzij deze uitgelegd wordt).


'''Heeft ieder een psalm, heeft een leer, heeft een openbaring, heeft een taal, heeft een uitlegging.''' "Ieder van u" hebben sommige handschriften<ref>De T. R. met D. E. F. G. K. L. Syr. </ref>. Sommige handschriften<ref>De T. R. met L.; K. heeft "heeft een taal" niet. </ref> zetten "heeft een taal" vóór "heeft een openbaring".
'''Een psalm.''' Daarmee staat de lof van God voorop.

Een ieder heeft niet álles, maar een ieder heeft of kan ten minste iets hebben.

De zin kan ''vragenderwijs'' opge­vat worden. Misschien is het beter hem op te vatten in de zin van een ''twijfelachtige bevestiging'': „Ingeval dat aldus gebeurt."

De herhaling van "heeft" doet de verdeling van de bijdragen aan de dienst goed uitkomen.

Vergelijk met "ieder ...zegt" in 1 Cor. 1:12.

''1Co 1:12  Ik bedoel dit, dat ieder van u zegt: Ik ben van Paulus, ik van Apollos, ik van Kefas, en ik van Christus.'' (Telos)

De apostel noemt vijf soorten bijdragen:

'''Een psalm.''' Daarmee staat de lof van God voorop.

De psalm (Grieks ''psalmos'') is hier niet een gezang onder de vorm van het spreken in talen, het zingen met de geest, van vs. 15. Want later wordt er afzonderlijk gesproken van het spreken in talen en van zijn uitlegging. Hier is dus sprake van een psalm, gelijk aan die waarvan gesproken wordt in Col. 3:16 en Ef. 5:19.

''Col 3:15  En laat de vrede van Christus, waartoe u ook geroepen bent in een lichaam, in uw harten heersen; en weest dankbaar. Col 3:16  Laat het woord van Christus rijkelijk in u wonen, terwijl u in alle wijsheid elkaar leert en terechtwijst met <u>psalmen</u>, lofzangen en geestelijke liederen en in de genade zingt in uw harten voor God.  Col 3:17  En al wat u doet, in woord of in werk, doet alles in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God de Vader door Hem dankt.'' (Telos)

''Efe 5:18  En wordt niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar wordt vervuld met de Geest,  Efe 5:19  en spreekt tot elkaar in <u>psalmen</u>, lofzangen en geestelijke liederen, zingend en jubelend in uw hart tot de Heer, Efe 5:20  en dankt te allen tijde voor alles de God en Vader in de naam van onze Heer Jezus Christus,'' (Telos)

Het gaat om zingen terwijl men wel bij zijn zinnen is, gelijk het past bij het begin van de godsdienstoefening.

''1Co 14:15  Hoe is het dan? Ik zal met mijn geest bidden, maar ik zal ook met mijn verstand bidden; ik zal met mijn geest lofzingen, maar ik zal ook met mijn verstand lofzingen.'' (Telos)

Het ligt weinig voor de hand dat Paulus alleen van een oudtestamentische psalm wil spreken of van een christelijk gezang dat reeds bestaat, dat nu voorge­dragen of gezongen wordt. Het woord "heeft" sluit een geïmproviseerd gezang niet uit, want deze term wordt vervolgens toegepast op de taal en haar uitlegging, die toch onmiddellijke producten zijn van de werking van de Geest.


'''Een leer.''' Hiervóór onderscheidt Paulus leer van kennis, openbaring en profetie. 
'''Een leer.''' Hiervóór onderscheidt Paulus leer van kennis, openbaring en profetie. 

Versie van 22 jun 2021 22:03

1 Korinthiërs 14 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van 1 Korinthiërs zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

1 Korinthiërs, hoofdstuk: 12345678910111213141516

1

1Co 14:1 Jaagt naar de liefde en streeft naar de geestelijke [uitingen], maar vooral, dat u mag profeteren. (TELOS)

Jaagt naar de liefde. Want de liefde is meer dan de geestelijke uitingen. Zij wordt als eerste vrucht genoemd in Gal. 5:22.

Ga 5:22 Maar de vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (TELOS)

Streeft naar. Zij streefden er al naar (1 Cor. 14:12), maar Paulus moedigt het aan dit te (blijven) doen.

1Co 14:12 Zo ook u, omdat u streeft naar geestelijke gaven, tracht overvloedig te zijn tot opbouwing van de gemeente. (TELOS)

Hun beschouwing en gebruik van de gaven had verbetering nodig, doch Paulus wilde door zijn verhandeling niet de indruk wekken dat zij moesten ophouden te streven naar de werkingen en uitingen van de Geest.

1Co 14:5 En ik wilde wel dat u allen in talen sprak, maar nog meer dat u profeteerde. En wie profeteert, is meer dan wie in talen spreekt, tenzij hij het uitlegt, opdat de gemeente opbouwing ontvangt. (TELOS)

1Co 14:39 Daarom, mijn broeders, streeft ernaar te profeteren, en verhindert het spreken in talen niet. (TELOS)

Geestelijke [uitingen]. Met deze uitdrukking begon Paulus zijn verhandeling:

1Co 12:1 Wat nu de geestelijke uitingen betreft, broeders, wil ik niet dat u onwetend bent. (TELOS)

Vooral, dat u mag profeteren. Want profetie is nuttiger voor de gemeente, bouwt haar meer op, dan het spreken in een vreemde taal. Dit wordt in het navolgende betoogd.

2

1Co 14:2 Want wie in een taal spreekt, spreekt niet voor mensen, maar voor God; want niemand verstaat het, maar in [de] geest spreekt hij verborgenheden. (TELOS)

Dat was de praktijk geworden. De eerste keer van het spreken in talen, op de Pinksterdag, werden de talen verstaan door de omstanders (Hand. 2).

3

1Co 14:3 Maar wie profeteert, spreekt voor mensen tot opbouwing, vermaning en vertroosting. (TELOS)

Tot opbouwing. Zie ook de volgende verzen. Spreken in een onverstaanbare taal bouwt de andere discipelen niet op. Daarom is profeteren nuttiger dan spreken in een taal.

Vermaning. Het Griekse woord is 'paraklesis'.

Vertroosting. Gr. 'paramuthia'.

1Co 14:31 Want u kunt allen, een voor een, profeteren, opdat allen leren en allen vertroost worden [Gr. werkwoord parakaleo] (TELOS)

4

1Co 14:4 Wie in een taal spreekt, bouwt zichzelf op; maar wie profeteert, bouwt de gemeente op. (TELOS)

Bouwt zichzelf op. Niet omdat hij verstaat wat hij spreekt, maar omdat hij iets van de Geest ervaart.

5

1Co 14:5 En ik wilde wel dat u allen in talen sprak, maar nog meer dat u profeteerde. En wie profeteert, is meer dan wie in talen spreekt, tenzij hij het uitlegt, opdat de gemeente opbouwing ontvangt. (TELOS)

Is meer dan wie in talen spreekt. In die zin dat hij door deze geestesgave nuttiger voor de gemeente is. Hij 'doet' de gemeente 'nut' (1 Cor. 14:6).

Tenzij hij het uitleg. Het is kennelijk mogelijk dat iemand in een vreemde taal kan spreken en ook de gave van uitlegging van die taal ontvangt. → Uitleggen van talen.

6

1Co 14:6  En nu, broeders, als ik tot u kom en in talen spreek, welk nut zal ik u doen, als ik niet tot u spreek of in openbaring, of in kennis, of in profetie, of in leer? (TELOS)

7

1Co 14:7 Zelfs de onbezielde dingen die geluid geven, hetzij fluit, hetzij harp, als zij geen onderscheid in de tonen geven, hoe zal men weten wat op de fluit of wat op de harp gespeeld wordt? (TELOS)

Onbezielde. Gr. apsychos, lett. 'zonder-ziel'. De onbezielde dingen zijn zonder ziel, zonder leven.

Onderscheid in tonen. Aan het onderscheid in tonen herkent men de instrumenten.

8

1Co 14:8 Immers, als de bazuin een onduidelijk geluid geeft, wie zal zich voor de oorlog gereed maken? (TELOS)

Hier gaat het, anders dan in het vorige vers, niet om het herkennen van het instrument, maar om het verstaan van de betekenis van het geluid, de oproep die middels de bazuin wordt gedaan.

12

1Co 14:12 Zo ook u, omdat u streeft naar geestelijke gaven, tracht overvloedig te zijn tot opbouwing van de gemeente.

Geestelijke gaven. Lett. 'geesten', d.i. werkingen van de Geest in hen.

Tracht over overvloedig te zijn tot opbouwing van de gemeente. Opbouwing van de gemeente, niet van onszelf, daar gaat het om, wanneer wij onder de gelovigen streven naar de geestelijke werkingen.

13

1Co 14:13 Daarom moet hij die in een taal spreekt, bidden dat hij het mag uitleggen. (TELOS)

Ook een ander kan het uitleggen.

1Co 14:27 Als iemand in een taal spreekt, dan door twee of ten hoogste drie, en ieder op zijn beurt, en laat een het uitleggen. (TELOS)

14

1Co 14:14 Want als ik in een taal bid, dan bidt mijn geest, maar mijn verstand is onvruchtbaar. (TELOS)

Onvruchtbaar. Brengt geen begrip voort.

16

1Co 14:16 Anders, als u looft met de geest, hoe zal hij die de plaats van de onkundige inneemt, Amen zeggen op uw dankzegging? Hij weet immers niet wat u zegt? (TELOS)

Amen zeggen op uw dankzegging. Als teken van instemming, bevestiging. → Amen.

18

1Co 14:18 Ik dank God, dat ik meer dan u allen in talen spreek; 

19

Maar in de gemeente ... spreken. Paulus onderscheidt spreken binnen en buiten de gemeentelijke samenkomst. Sommigen verstaan het spreken (bidden, profeteren) door de zusters in 1 Cor. 11 door spreken buiten de gemeentelijke samenkomst.

1Co 14:19 maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden spreken met mijn verstand, om ook anderen te onderwijzen, dan tienduizend woorden in een taal. (TELOS)

Onderwijzen. Is een zeer belangrijk werk in de samenkomst van de gemeente.

20

1Co 14:20 Broeders, weest geen kinderen in uw overleggingen, maar weest kleine kinderen in de boosheid, en wordt in uw overleggingen volwassenen. (TELOS)

Weest kleine kinderen in de boosheid. Die weinig of geen verstand hebben van slechte (vleselijke) dingen, daarmee niet zo bezig zijn, daarop niet gericht zijn. Vergelijk wat de apostel van de liefde heeft gezegd:

1Co 13:5 [de liefde] handelt niet onwelvoeglijk, zoekt niet haar eigen belang, wordt niet verbitterd, rekent het kwade niet toe, 1Co 13:6 verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar verblijdt zich met de waarheid; (TELOS)

21

1Co 14:21  In de wet staat geschreven: ‘Ik zal in andere talen en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook zo zullen zij Mij niet horen, zegt de Heer’. (TELOS)

In de wet staat geschreven. D.i. in de Schrift (van het oude verbond). Paulus verwijst naar Jes. 28:11-12.

Jes 28:11 Ja, met belachelijke klanken en in een andere taal zal Hij tot dit volk spreken, Jes 28:12 tegen wie Hij zei: Dit is de rust, geef de vermoeide rust, en dit is de verademing-maar zij wilden niet luisteren. (HSV)

Even verderop verwijst Paulus wederom naar de wet.

1Co 14:34 zoals in alle gemeenten van de heiligen. Laten de vrouwen zwijgen in de gemeenten; want het is hun niet geoorloofd te spreken, maar laten zij onderdanig zijn, zoals ook de wet zegt. (TELOS)

23

1Co 14:23 Als dan de hele gemeente op een plaats samenkomt en allen spreken in talen, en er komen onkundigen of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen dat u wartaal spreekt? (TELOS)

De hele gemeente op één plaats samenkomst. Hier is sprake van de gemeentelijke samenkomst, een plenaire bijeenkomst van de leerlingen van Jezus in een bepaalde plaats (als Korinthe). Ook vers 26 heeft daarop betrekking:

1Co 14:26 Hoe is het dan, broeders? Wanneer u samenkomt, heeft ieder een psalm, heeft een leer, heeft een openbaring, heeft een taal, heeft een uitlegging; laat alles gebeuren tot opbouwing. (TELOS)

24

1Co 14:24 Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of een onkundige binnen, dan wordt hij door allen overtuigd, door allen beoordeeld; 1Co 14:25 het verborgene van zijn hart wordt openbaar, en dus zal hij op zijn aangezicht neervallen en God aanbidden en verkondigen dat God werkelijk onder u is. (TELOS)

Profetie berust op openbaring door God (vers 30).

1Pe 4:11 Als iemand spreekt, laat het zijn als uitspraken van God; ... (TELOS)

Door profetie aangaande een bezoeker worden dingen meegedeeld die God openbaart. De bezoeker zal daaruit opmaken dat God tot Hem spreekt en onder de gelovigen aanwezig is en door hen werkt.

Orde in de vergadering (24-40)

26

1Co 14:26 Hoe is het dan, broeders? Wanneer u samenkomt, heeft ieder een psalm, heeft een leer, heeft een openbaring, heeft een taal, heeft een uitlegging; laat alles gebeuren tot opbouwing. (TELOS)

Een letterlijke vertaling volgt hieronder. De inspringing van de tekst is hier bedoeld om de tekst overzichtelijker te maken. De gecursiveerde en/of onderstreepte woorden hebben nadruk in de Griekse brontekst[1].

26 Wat dus is het, broeders? 
Wanneer u samenkomt, ieder
     een psalm heeft, 
     een leer heeft,
     een openbaring heeft,
     een taal heeft,
     een uitlegging heeft;
alles tot opbouwing laat het zijn.

De geestelijke uitingen (talen en profetie) worden in de verzen 26 en volgende geordend.

Hoe is het dan, broeders? De betekenis van deze vraag is dezelfde als in vs. 15.

1Co 14:15  Hoe is het dan? Ik zal met mijn geest bidden, maar ik zal ook met mijn verstand bidden; ik zal met mijn geest lofzingen, maar ik zal ook met mijn verstand lofzingen. (Telos)

De apostel wil zijn lezers er toe brengen om zelf uit de vooropgestelde beginselen de gevolgen te trekken die daaruit voortvloeien. De grondregel luidt: Geen enkele gave moet buitengesloten worden. Iedere openbaring van de Geest hebbe haar vrije loop; het is voldoende dat alles zij ter opbouwing.

Wanneer u samenkomt. Als gemeente. Paulus' verhandeling ziet op de gemeentelijke samenkomst.

1Co 14:23 Als dan de hele gemeente op een plaats samenkomt en allen spreken in talen, en er komen onkundigen of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen dat u wartaal spreekt? (TELOS)

Merk op dat in vers 26 eerst gewone, niet de bijzondere geestelijke uitingen genoemd worden: een psalm, een leer. Zingen en onderwijzen. Merk ook op dat openbaring (profetie) genoemd wordt vóór een taal en een uitlegging. Voor de opbouwing van de gemeente is profetie nuttiger dan spreken in een taal (tenzij deze uitgelegd wordt).

Heeft ieder een psalm, heeft een leer, heeft een openbaring, heeft een taal, heeft een uitlegging. "Ieder van u" hebben sommige handschriften[2]. Sommige handschriften[3] zetten "heeft een taal" vóór "heeft een openbaring".

Een ieder heeft niet álles, maar een ieder heeft of kan ten minste iets hebben.

De zin kan vragenderwijs opge­vat worden. Misschien is het beter hem op te vatten in de zin van een twijfelachtige bevestiging: „Ingeval dat aldus gebeurt."

De herhaling van "heeft" doet de verdeling van de bijdragen aan de dienst goed uitkomen.

Vergelijk met "ieder ...zegt" in 1 Cor. 1:12.

1Co 1:12  Ik bedoel dit, dat ieder van u zegt: Ik ben van Paulus, ik van Apollos, ik van Kefas, en ik van Christus. (Telos)

De apostel noemt vijf soorten bijdragen:

Een psalm. Daarmee staat de lof van God voorop.

De psalm (Grieks psalmos) is hier niet een gezang onder de vorm van het spreken in talen, het zingen met de geest, van vs. 15. Want later wordt er afzonderlijk gesproken van het spreken in talen en van zijn uitlegging. Hier is dus sprake van een psalm, gelijk aan die waarvan gesproken wordt in Col. 3:16 en Ef. 5:19.

Col 3:15  En laat de vrede van Christus, waartoe u ook geroepen bent in een lichaam, in uw harten heersen; en weest dankbaar. Col 3:16  Laat het woord van Christus rijkelijk in u wonen, terwijl u in alle wijsheid elkaar leert en terechtwijst met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen en in de genade zingt in uw harten voor God.  Col 3:17  En al wat u doet, in woord of in werk, doet alles in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God de Vader door Hem dankt. (Telos)

Efe 5:18  En wordt niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar wordt vervuld met de Geest,  Efe 5:19  en spreekt tot elkaar in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, zingend en jubelend in uw hart tot de Heer, Efe 5:20  en dankt te allen tijde voor alles de God en Vader in de naam van onze Heer Jezus Christus, (Telos)

Het gaat om zingen terwijl men wel bij zijn zinnen is, gelijk het past bij het begin van de godsdienstoefening.

1Co 14:15  Hoe is het dan? Ik zal met mijn geest bidden, maar ik zal ook met mijn verstand bidden; ik zal met mijn geest lofzingen, maar ik zal ook met mijn verstand lofzingen. (Telos)

Het ligt weinig voor de hand dat Paulus alleen van een oudtestamentische psalm wil spreken of van een christelijk gezang dat reeds bestaat, dat nu voorge­dragen of gezongen wordt. Het woord "heeft" sluit een geïmproviseerd gezang niet uit, want deze term wordt vervolgens toegepast op de taal en haar uitlegging, die toch onmiddellijke producten zijn van de werking van de Geest.

Een leer. Hiervóór onderscheidt Paulus leer van kennis, openbaring en profetie. 

1Co 14:6 En nu, broeders, als ik tot u kom en in talen spreek, welk nut zal ik u doen, als ik niet tot u spreek of in openbaring, of in kennis, of in profetie, of in leer? (TELOS)

Een openbaring. Een woord, inzicht door God verleend aangaande Zijn wil of Zijn gedachte. Zie ook vers 30. Openbaring is een bron van profetie (vers 30).

Een taal, ... een uitlegging. Ze worden het laatst genoemd, (1) omdat ze van mindere betekenis zijn voor de opbouwing, en (2) omdat ze bij de Korinthiërs voorop stonden.

Tot opbouwing.

2Co 12:19 Reeds lang meent u dat wij ons bij u verdedigen. Wij spreken tegenover God in Christus, en alles, geliefden, tot uw opbouwing. (Telos)

27

1Co 14:27 Als iemand in een taal spreekt, dan door twee of ten hoogste drie, en ieder op zijn beurt, en laat een het uitleggen. (TELOS) 

Een letterlijke vertaling volgt hieronder. De inspringing van de tekst is hier bedoeld om de tekst overzichtelijker te maken. De gecursiveerde en/of onderstreepte woorden hebben nadruk in de Griekse brontekst[1].

27 Als in een taal iemand spreekt, 
          door twee of ten hoogste drie, 
          en om de beurt,
          en een laat het uitleggen. 

Door twee of ten hoogste drie. Het spreken in talen kwam in Korinthe kennelijk bovenmate voor. Vergelijk:

1Co 14:23 Als dan de hele gemeente op een plaats samenkomt en allen spreken in talen, en er komen onkundigen of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen dat u wartaal spreekt? (TELOS)

De beperking moet ervoor zorgen dat de uitoefening van de gaven niet onevenwichtig is en één gave de boventoon voert.

En ieder op zijn beurt. Niet door elkaar heen spreken in talen

En laat een het uitleggen. Die een kan de spreker zelf of ook een ander zijn.

28

1Co 14:28 Maar als er geen uitlegger is, laat hij zwijgen in de gemeente en laat hij tot zichzelf spreken en tot God. (TELOS)

Een letterlijke vertaling volgt hieronder. De inspringing van de tekst is hier bedoeld om de elementen van de tekst te doen uitkomen.

28 Maar als er is niet een uitlegger, 
           laat hij zwijgen in gemeente
           en tot zichzelf laat hij spreken
           en tot God.

29

1Co 14:29 En laten twee of drie profeten spreken en laten de anderen het beoordelen. (TELOS)

Laten twee of drie profeten spreken. Dat lijkt dezelfde beperking als bij het spreken in talen (vers 27). Sommigen zijn echter van mening dat de beperking van 'ten hoogste drie' alleen bij het spreken in talen wordt gegeven, niet voor het profeteren[4]. Dat allen kunnen profeteren (vers 24, 31) is geen reden om aan te nemen dat er geen beperking geldt, want allen kunnen ook in talen spreken (vers 23).

De anderen. Mogelijk: 1) de andere profeten, de anderen die willen profeteren, 2) al de toehoorders, want allen kunnen profeteren. Voor uitleg 1 pleit:

1Co 14:30 En als aan een ander die daar zit, iets geopenbaard wordt, laat de eerste zwijgen.

Als de hele gemeente moet beoordelen, zou "laat de gemeente het beoordelen" meer voor de hand liggen.

Voor uitleg 2 pleit:

1Co 14:31 Want u kunt allen, een voor een, profeteren, opdat allen leren en allen vertroost worden.

Beoordelen. Toetsen, waarderen. Vgl. 12:10 (onderscheiden van geesten. Het Griekse woord, hier vertaald door 'beoordelen, komt van dezelfde taalstam als „kritiek"[5].

30

1Co 14:30  En als aan een ander die daar zit, iets geopenbaard wordt, laat de eerste zwijgen. (Telos)

Iets geopenbaard wordt. Iemand krijgt opeens inzicht in Gods wil of in Zijn gedachten.

Efe 1:17  opdat de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u de geest van wijsheid en openbaring geeft in de kennis van Hem, (Telos)

In vers 6 worden openbaring en profetie onderscheiden. In vers 29vv. lijken ze bij elkaar te horen: profetie berust op openbaring door God.

1Co 14:6  En nu, broeders, als ik tot u kom en in talen spreek, welk nut zal ik u doen, als ik niet tot u spreek of in openbaring, of in kennis, of in profetie, of in leer?

Zwijgen. De vorm van het werkwoord wijst op een zwijgende, die zich stil houdt.

33

1Co 14:33 Want God is niet een God van verwarring maar van vrede, (TELOS)

Verwarring. vergelijk vers 23.

1Co 14:23 Als dan de hele gemeente op een plaats samenkomt en allen spreken in talen, en er komen onkundigen of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen dat u wartaal spreekt? (TELOS)

34

1 Cor 14: 34 zoals in alle gemeenten van de heiligen. Laten de vrouwen zwijgen in de gemeenten; want het is hun niet geoorloofd te spreken, maar laten zij onderdanig zijn, zoals ook de wet zegt. (TELOS)

Gemeenten. Dat is de samenkomsten van de gemeenten, niet alleen in Korinthe, doch ook elders, vgl. 1 Cor. 1:2.

Laten de vrouwen zwijgen in de gemeenten; want het is hun niet geoorloofd te spreken, maar laten zij onderdanig zijn. De emancipatie van de vrouw ging wellicht wat ver.

Een moeilijkheid levert de vergelijking met 11 : 5, waar de vrouw bij het bidden en profeteren een hoofdbedekking moet dragen, dus toch wel bidt en profeteert. Men heeft allerlei oplossingen gezocht. De waarschijnlijkste is[5], dat hier sprake is van het beoordelen en het vragen van ophelderingen. Dat kan thuis door haar gebeuren. Maar bidden en profeteren wordt haar niet verboden. Men denke aan de profetessen in het Oude en Nieuwe Testament.

In elk geval is het een vrouw niet geoorloofd te leren.

1Ti 2:11  Een vrouw moet zich stil, in alle onderdanigheid laten leren; 1Ti 2:12  maar ik sta aan een vrouw niet toe dat zij leert of over een man heerst, maar zij moet stil zijn. 1Ti 2:13  Want Adam is eerst geformeerd, daarna Eva; 1Ti 2:14  en Adam werd niet verleid, maar de vrouw werd verleid en viel in overtreding. 1Ti 2:15  Maar zij zal bewaard blijven tijdens het ter wereld brengen van kinderen, als zij blijven in geloof, liefde en heiliging, met ingetogenheid. (Telos)

Een vrouwelijke predikant, die de gemeente van Christus leert, handelt in strijd met dit verbod.

Zoals ook de wet zegt. Het is niet duidelijk waarop dit betrekking heeft. Paulus beroept zich denkelijk op Gen. 3 : 16.

Ge 3:16 Tegen de vrouw zei Hij: Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen. (HSV)

In Num. 30:1-16 lezen wij dat een vrouw haar vader of haar man de vervulling van haar geloften mag beletten. Zij is daarin aan hen onderworpen.

Nu 30:13 Alle gelofte, en allen eed der verbintenis, om de ziel te verootmoedigen, die zal haar man bevestigen, of die zal haar man te niet maken. (...) Nu 30:16 Dat zijn de inzettingen, die de HEERE Mozes geboden heeft, tussen een man en zijn huisvrouw, tussen een vader en zijn dochter, zijnde in haar jonkheid, ten huize haars vaders. (SV)

37

1Co 14:37 Als iemand meent een profeet te zijn of geestelijk, laat hij erkennen, dat wat ik u schrijf een gebod van de Heer is. (TELOS)

Een gebod van de Heer. Door Gods Geest ingegeven of zelfs mogelijk door de Heer hoorbaar meegedeeld.

38

1Co 14:38 Maar is iemand onwetend, hij zij onwetend. (TELOS)

Onwetend. Vgl. 12:1.

Bron

A. van Veldhuizen, Paulus' brieven aan de Korinthiërs (Groningen, Den Haag: J.B. Wolters' uitgeversmaatschappij, 1922. Deel van de reeks Tekst en Uitleg. Praktische Bijbelverklaring door F.M.Th. Böhl en A. van Veldhuizen). Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 20 okt. 2020.

F. Godet, Kommentaar op Paulus eersten brief aan de Corinthiërs. Utrecht: Kemink & Zoon, 1904. Enige tekst van het commentaar op 1 Kor. 14:26 is onder wijziging verwerkt op 21 juni 2021.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Deze nadruk is ontleend aan ‘The Discovery Bible’ (uitgever Moody Press, 1987). De gecursiveerde, onderstreepte woord en hebben meer nadruk dan de alleen gecursiveerde woorden.
  2. De T. R. met D. E. F. G. K. L. Syr.
  3. De T. R. met L.; K. heeft "heeft een taal" niet.
  4. Verslag van de elfde samenspreking van broeders van de "Vergaderingen' in Nederland en Vlaanderen over de grondbeginselen van het samenkomen (29 okt. 1988). Die broeders behoren tot de Vergadering van Gelovigen.
  5. 5,0 5,1 A. van Veldhuizen, Paulus' brieven aan de Korinthiërs (Groningen, Den Haag: J.B. Wolters' uitgeversmaatschappij, 1922. Deel van de reeks Tekst en Uitleg. Praktische Bijbelverklaring door F.M.Th. Böhl en A. van Veldhuizen), blz. 105.