1 Korinthiërs 1
1 Korinthiërs 1 is een hoofdstuk van De eerste brief van Paulus aan de Korinthiërs, een geschrift in de Bijbel, en telt 31 verzen.
■ Hoofdstukken van De eerste brief van Paulus aan de Korinthiërs samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 |
■ Verzen van 1 Korinthiërs 1 becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 30 |
Samenvatting
Paulus dankt God voor de heiligen in Korinthe. Onder hen ontbreken geen genadegaven, en zij verwachten de Heer Jezus. Hij vermaant hen eensgezind te zijn en keurt partijschappen af. De Grieken zoeken wijsheid, maar de ware wijsheid is van God in Christus geopenbaard, vooral aan de geringen in de wereld.
1
1: 1 Paulus, geroepen apostel van Christus Jezus door [de] wil van God, en Sósthenes, de broeder, (Telos)
Geroepen apostel. Paulus is zich steeds zijn roeping bewust geweest. De Heer riep hem bij zijn bekering. In moeilijke omstandigheden zal de herinnering aan zijn roeping hem geholpen hebben stand te houden.
Door de wil van God. De roeping was Gods wil. God wilde deze voormalige vervolger van de christenen gebruiken om Zijn genade bekend te maken.
Sosthenes. De naam betekent 'redder van zijn volk'. Hij is de medeschrijver van de brief. Zie artikel Sosthenes. De ware redder van zijn volk is uiteraard onze Heiland Jezus Christus.
Mattheüs 1: 21 Zij nu zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal zijn volk behouden van hun zonden. (Telos)
2
1: 2 aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan [de] geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen, in elke plaats, die de naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen, zowel hun als onze [Heer]: (Telos)
Korinthe. Over deze heidense stad, zie Korinthe (stad).
Geheiligden in Christus Jezus. Ondanks de wantoestanden in de gemeente, waarover de brief handelt, - of juist om die wantoestanden - spreekt Paulus de gelovigen aan als 'geheiligden'. Dat waren zij! God had hen geroepen en geheiligd, afgezonderd en bestemd om voor Hem en uit Hem te leven.
Zij waren geheiligden in Christus Jezus, dat was hun stand - niet zonder of buiten Hem.
Geroepen heiligen. Zie vs. 9, 24. Evenals Paulus (vers 1) waren ook zij door God geroepen bij hun bekering. De Geest had tot hun hart en geweten gesproken en zij hadden hun geloof op de Heer Jezus gevestigd.
Met allen enz. De brief is dus ook gericht aan gelovigen elders. Het schrijven is ook voor ons van belang!
In elke plaats. Waar een gemeente van God is. Zie ook "in elke plaats' in dit vers:
1 Timotheüs 2: 8 Ik wil dan dat mannen in elke plaats bidden met opheffing van heilige handen, zonder toorn en twist. (Telos)
De naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen. In het gebed mogen wij ons tot de Heer Jezus richten. Dat is mogelijk omdat Jezus een goddelijke persoon is, de Zoon van God. Hij is alomtegenwoordig, alhorend, alziend. Deze vermogens heeft een engel niet. Over het aanroepen van de Heer Jezus, zie Bidden.
Zowel hun als onze [Heer]. Wij gelovigen, waar wij ook wonen, hebben één en dezelfde Heer; wij hebben allen één Heer.
Efeziërs 4: 5 een Heer, een geloof, een doop; (Telos)
3
1: 3 genade zij u en vrede van God onze Vader en van [de] Heer Jezus Christus. (Telos)
Van de Heer Jezus Christus. Ook dit, zijn vermogen om alleen genade en vrede te geven, is een bewijs van zijn goddelijkheid.
4
1: 4 Ik dank mijn God altijd over u, vanwege de genade van God die u gegeven is in Christus Jezus, (Telos)
Ik dank mij God altijd over u. Bij de wantoestanden in de Korinthische gemeente, waarover wij later worden ingelicht, zijn er ook dingen waarvoor Paulus kan danken.
Vanwege de genade van God die u gegeven is in Christus Jezus.
Johannes 1: 14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van een eniggeborene van een vader) vol van genade en waarheid. 15 (Johannes getuigt van Hem en heeft geroepen en gezegd: Deze was het van Wie ik zei: Hij die na mij komt, is mij voor, want Hij was eerder dan ik.) 16 Want uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. (Telos)
5
1: 5 dat u in alles rijk geworden bent in Hem: in alle woord en alle kennis, (Telos)
1 Korinthiërs 1: 30 Uit Hem toch bent u in Christus Jezus, die ons geworden is: wijsheid van Godswege, gerechtigheid, heiliging en verlossing; (Telos)
6
1: 6 zoals het getuigenis van Christus onder u bevestigd is, (Telos)
Het getuigenis van Christus onder u bevestigd. Vgl. vs. 8, waar de heiligen zelf bevestigd worden.
7
1Co 1:7 zodat het u aan geen genadegave ontbreekt, terwijl u de openbaring van onze Heer Jezus Christus verwacht, (TELOS)
Aan geen genadegave ontbreekt. Vergelijk:
Efe 4:7 Maar aan ieder van ons is de genade gegeven naar de maat van de gave van Christus. Efe 4:8 Daarom zegt Hij: ‘Opgevaren naar de hoge heeft Hij de gevangenschap gevangen genomen en heeft de mensen gaven gegeven’. (TELOS)
Verderop in de brief gaat in op de gaven van de Geest, waarvan het spreken in talen bij Korinthiërs in hoog aanzien was.
Terwijl u de openbaring van onze Heer Jezus verwacht.
2 Thessalonicenzen 1: 6 daar het rechtvaardig is bij God, aan hen die u verdrukken, verdrukking te vergelden, 7 en aan u die verdrukt wordt, rust met ons bij de openbaring van de Heer Jezus van de hemel met de engelen van zijn kracht, 8 in vlammend vuur, als Hij wraak brengt over hen die God niet kennen en over hen die het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen. (Telos)
8
1: 8 die u ook zal bevestigen tot [het] eind toe, [zodat u] onstraffelijk [bent] op de dag van onze Heer Jezus <Christus>. (Telos)
Die u ook zal bevestigen. Vgl. vs. 4.
Romeinen 16: 25 Hem nu die machtig is u te bevestigen naar mijn evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar [de] openbaring van [de] verborgenheid, die in [de] tijden van de eeuwen verzwegen is geweest, (Telos)
Ook God bevestigt ons:
2 Korinthiërs 1: 21 Hij nu die ons met u bevestigt in Christus en ons heeft gezalfd, is God, (Telos)
De Heer Jezus versterkt en bewaart voor de boze.
2 Thessalonicenzen 3: 3 maar de Heer is trouw, die u zal versterken en bewaren voor de boze. (Telos)
Hij houdt ons staande.
Romeinen 14: 4 Wie bent u, dat u andermans huisknecht oordeelt? Of hij staat of valt, gaat zijn eigen heer aan. En hij zal staande gehouden worden, want de Heer is machtig hem staande te houden. (Telos)
Dag van onze Heer Jezus <Christus>. De dag dat Hij met ons in heerlijkheid verschijnt in deze wereld; zie Dag van Christus Jezus
9
1: 9 God is getrouw, door Wie u geroepen bent tot [de] gemeenschap van zijn Zoon Jezus Christus onze Heer. (Telos)
Geroepen. Zie vs. 2, 24.
De gemeenschap van zijn Zoon Jezus Christus. Hij is ons gemeenschappelijk deel, Hem hebben wij gemeenschappelijk. Wij allen zijn met Hem verbonden. Hierop wijst de apostel, omdat hij nu de verdeeldheid onder de gelovigen te Korinthe gaat behandelen.
10
1: 10 Maar ik vermaan u, broeders, door de naam van onze Heer Jezus Christus, dat u allen hetzelfde spreekt en dat er onder u geen scheuringen zijn; maar dat u vast aaneengesloten bent, één van denken en één van bedoeling. (Telos)
Een van denken. In elk geval door (1) dezelfde gerichtheid op en gehoorzaamheid aan God en Christus, en (2) in althans hoofdzaken dezelfde overtuiging te hebben. Sommigen te Korinthe, zo blijkt later in de brief, ontkenden dat er een opstanding van de doden is (1 Cor. 15).
Flp 2:2 maakt dan mijn blijdschap volkomen door hetzelfde te bedenken, terwijl u dezelfde liefde hebt, eenstemmig bent, het ene bedenkt. Flp 2:3 Doet niets uit partijzucht of uit ijdele roem, maar laat elk in nederigheid de ander uitnemender achten dan zichzelf; (TELOS)
11
1: 11 Want mij is over u bekend gemaakt, mijn broeders, door de [huisgenoten] van Chloë, dat er twisten onder u zijn. (Telos)
Twisten onder u zijn. Als gevolg van partijschappen (vs. 12). Vgl:
2Co 12:20 Want ik vrees dat, als ik kom, ik u niet zo vind als ik wens en ik door u zo gevonden word als u niet wenst; dat er twist, jaloersheid, toorn, partijzucht, kwaadsprekerijen, lasteringen, verwaandheden, verwarringen zijn; (Telos)
12
1: 12 Ik bedoel dit, dat ieder van u zegt: Ik ben van Paulus, ik van Apollos, ik van Kefas, en ik van Christus. (Telos)
Zo ontstonden partijschappen, met twisten (vs. 11) tot gevolg .
2Co 12:20 Want ik vrees dat, als ik kom, ik u niet zo vind als ik wens en ik door u zo gevonden word als u niet wenst; dat er twist, jaloersheid, toorn, partijzucht, kwaadsprekerijen, lasteringen, verwaandheden, verwarringen zijn; (Telos)
Paulus ... Apollos ... Kefas. Kefas = Petrus. Paulus herhaalt hun namen in dezelfde volgorde later in hoofdstuk 3:
1Co 3:22 hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Kefas, hetzij wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomstige dingen, alles is van u; (TELOS)
13
1: 13 Is Christus gedeeld? Is Paulus soms voor u gekruisigd, of bent u tot de naam van Paulus gedoopt? (Telos)
Is Christus gedeeld? Nee. We hebben allen, die in Hem geloven, deel aan Hem. Tot zijn gemeenschap zijn wij geroepen door God (vs. 9).
17
1: 17 Want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het evangelie te verkondigen; niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus niet krachteloos zou worden. (Telos)
Het kruis van Christus niet krachteloos zou worden. D.w.z. "het woord van het kruis" (vs. 18).
18
1Co 1:18 Want het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan, dwaasheid; maar voor ons die behouden worden, is het kracht van God. (Telos)
Woord van het kruis. Vergelijk:
1Co 1:23 maar wij prediken Christus, de Gekruisigde, voor Joden een aanleiding tot vallen en voor volken een dwaasheid, (Telos)
Dwaasheid. Zie vs. 21.
Kracht van God. Het evangelie raakt tot in harten en gewetens van mensen, bevrijdt hen, verandert hun levens en behoudt hen.
In vs. 24 wordt Christus zelf genoemd "de kracht van God".
Vergelijk:
1Co 1:24 maar voor de geroepenen zelf, zowel Joden als Grieken, Christus, de kracht van God en de wijsheid van God; (Telos)
19
1Co 1:19 Want er staat geschreven: ‘Ik zal de wijsheid van de wijzen doen vergaan, en het verstand van de verstandigen te niet doen’. (CP[1])
Verstand. Telos-vertaling: inzicht. 'Verstand', Gr. sunesin; 'verstandigen', Gr. sunetoon. De woorden zijn verwant.
Vergaan, te niet doen. Dit blijkt uit twee dingen: (1) de wijsheid schiet hopeloos te kort in het kennen van God, (2) de ware kennis van God houdt zij zelfs voor dwaasheid.
De woorden wijzen ook op Gods beleid. Vergelijk:
1Co 3:19 Want de wijsheid van deze wereld is dwaasheid voor God. Want er staat geschreven’: Die de wijzen vangt in hun sluwheid’; (TELOS)
20
1: 20 Waar is [de] wijze? Waar [de] schriftgeleerde? Waar [de] redetwister van deze eeuw? Heeft God niet de wijsheid van de wereld tot dwaasheid gemaakt? (TELOS)
Waar is [de] wijze? Waar [de] schriftgeleerde? Eerst wordt de wijze genoemd, de wijze Griek, dan de schriftgeleerde, de geleerde Jood.
Waar [de] redetwister van deze eeuw? Redetwist, debat, kwam onder de Grieken veel voor.
Tot dwaasheid gemaakt. De wijsheid van de wereld is tot dwaasheid gemaakt en daarmee vergaan, te niet gedaan (vers 19). Doordat de wereld in haar wijsheid de wijsheid van God, geopenbaard door de Heer Jezus en meegedeeld in de leer van apostelen en profeten, kortom 'het woord van het kruis', voor dwaasheid houdt, is zijzelf dwaas geworden.
21
1Co 1:21 Want daar in de wijsheid van God de wereld niet door de wijsheid tot kennis van God is gekomen, heeft het God behaagd door de dwaasheid van de prediking te behouden hen die geloven. (TELOS)
In de wijsheid van God. In Gods wijs beleid, in Zijn wijze raad.
De wereld niet door de wijsheid tot kennis van God is gekomen. Opdat niemand roeme in zichzelf, in zijn eigen verstand, voor God (vs. 29). Wel kunnen natuurlijke mensen door openbaring iets weten van Gods eeuwige kracht en Goddelijkheid:
Romeinen 1: 19 omdat wat van God gekend kan worden, onder hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard 20 -want van de schepping van de wereld af worden wat van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, uit zijn werken met inzicht doorzien-,opdat zij niet te verontschuldigen zijn, 21 omdat zij, hoewel zij God kennen, Hem als God niet verheerlijkt of gedankt hebben, maar in hun overleggingen zijn zij tot dwaasheid vervallen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden. (Telos)
Door de dwaasheid van de prediking. Door het gepredikte woord, dat de wereld voor dwaasheid houdt. Zie vs. 18.
Die geloven. Al schiet de menselijke wijsheid ook hopelijk tekort, geloven kunnen wij wel; het woord van God kunnen wij in geloof, in vertrouwen op Hem aannemen.
22
1Co 1:22 Immers, Joden begeren tekenen en Grieken zoeken wijsheid, (TELOS)
Joden begeren tekenen. Om een bewijs te hebben dat de spreker van God komt. De Heer Jezus deed voor de ogen van de Joden vele tekenen, maar zij verwierpen hem. Johannes de Doper deed geen tekenen.
Grieken zoeken wijsheid. Gelijk gebleken is in hun geschiedenis, waarin allerlei wijsgeren (filosofen) optreden, waarvan de bekendste zijn Socrates, Plato, Aristoteles.
23
1Co 1:23 maar wij prediken Christus, [de] Gekruisigde, voor Joden een aanleiding tot vallen en voor volken een dwaasheid, (TELOS)
Wij prediken Christus, de Gekruisigde. Vers 18 spreekt van "het woord van het kruis"
Een aanleiding tot vallen. Een aanstoot of struikelblok. Zij struikelen over hem en komen ten val, wanneer zij de Heer Jezus verwerpen en/of de leerlingen vervolgen.
Voor volken een dwaasheid. Zie vzn. 18, 21. De volken houden "het woord van het kruis" (vers 18) voor dwaasheid.
24
1: 24 maar voor de geroepenen zelf, zowel Joden als Grieken, Christus, [de] kracht van God en [de] wijsheid van God; (TELOS)
De geroepenen. Degenen die door God geroepen zijn via de prediking van het evangelie en aan Zijn woord gehoor en geloof geven. Zie vs. 2: "geroepen heiligen".
De kracht van God. Vergelijk:
1Co 1:18 Want het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan, dwaasheid; maar voor ons die behouden worden, is het kracht van God. (TELOS)
2Co 13:4 Hij is immers in zwakheid gekruisigd, maar leeft door Gods kracht; en wij zijn immers zwak in Hem, maar zullen met Hem leven door Gods kracht jegens u); (TELOS)
Zie commentaar bij vers 18.
25
1Co 1:25 want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen. (TELOS)
Het dwaze van God. Wat in de ogen van de wereld dwaas is, te weten het woord van het kruis, dat Gods tijding is.
Het zwakke van God. De Heer Jezus is in zwakheid gekruisigd. Een kruiseling is een zwakke, een krachteloze.
2Co 13:4 Hij is immers in zwakheid gekruisigd, maar leeft door Gods kracht; en wij zijn immers zwak in Hem, maar zullen met Hem leven door Gods kracht jegens u); (TELOS)
26
1: 26 Want kijkt naar uw roeping, broeders, dat er niet vele wijzen zijn naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele aanzienlijken; (Telos)
Uw roeping. Zie vzn. 2, 24.
Niet vele aanzienlijken. Crispus, de overste van de synagoge, en Gajus (vs. 14), die aan de gemeente en aan Paulus gastvrijheid bood, waren misschien aanzienlijken.
Hnd 18:8 Crispus nu, de overste van de synagoge, geloofde in de Heer met heel zijn huis; en velen van de Korinthiërs die hem hoorden, geloofden en werden gedoopt. (TELOS)
27
1Co 1:27 maar het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, 1Co 1:28 en het zwakke van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen, (TELOS)
Het dwaze van de wereld. De mensen die in de ogen van de wereld dwaas zijn: ongeleerd, ongeletterd, gelovigen aan het evangelie.
Het zwakke van de wereld. "Niet vele machtigen" (vs. 26, naar de maatstaf van de wereld) waren de gelovigen in Korinthe.
30
1: 30 Uit Hem toch bent u in Christus Jezus, die ons geworden is: wijsheid van Godswege, gerechtigheid, heiliging en verlossing; (Telos)
Wijsheid van Godswege. Dit goed wordt de Korinthische heiligen niet zonder reden als eerste meegedeeld. Immers, de Grieken hebben een hoge dunk van menselijke wijsheid en zoeken haar (vs. 22).
Voetnoot
- ↑ Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Telos-vertaling.