Mattheüs 10, een hoofdstuk van het Evangelie naar Mattheüs, wordt hier samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.

Hoofdstukken die zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:
Mattheüs: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28

Samenvatting

1-15 Uitzending van de twaalf. 16-25 Komende vervolgingen. 26-33 Weest niet bang om Jezus te belijden. 23-39 Geloof in Jezus brengt je in conflict met je medemensen. Stel echter Jezus boven anderen. 40-42 Degenen die Jezus’ gezanten ontvangen en helpen, zullen beloond worden.  

1

Mt 10:1  En Hij riep zijn twaalf discipelen bij Zich en gaf hun macht over onreine geesten om ze uit te drijven en elke ziekte en elke kwaal te genezen. (Telos)

En elke ziekte en elke kwaal te genezen. Dit is wat de Heer zelf deed en wat zojuist is vermeld:

Mt 9:35  En Jezus trok alle steden en dorpen rond, leerde in hun synagogen, predikte het evangelie van het koninkrijk en genas elke ziekte en elke kwaal. (Telos)

2

Mt 10:2  De namen nu van de twaalf apostelen zijn deze: als eerste Simon, Petrus geheten, en zijn boer Andreas, Jakobus, de zoon van Zebedeus, en zijn broer Johannes, (Telos)

Als eerste Simon, Petrus geheten. Deze was een vooraanstaande apostel. Hierom wordt hij vermoedelijk als eerste genoemd. Judas, die Jezus zou overleveren, wordt als laatste genoemd. Petrus stond vooraan, maar maant in zijn eerste brief meermaals tot nederigheid en onderdanigheid.

4

Mt 10:4  Simon de Kanaäniet en Judas, de Iskariot, die Hem ook heeft overgeleverd. (Telos)

Simon de Kanaäniet. Elders Simon de Zeloot genoemd. De synoniemen betekenen: Simon de IJveraar. Zie Simon de Zeloot.

5

Mt 10:5 Deze twaalf zond Jezus uit en Hij beval hun aldus: Gaat niet heen op een weg van [de] volken en gaat geen stad van Samaritanen binnen; (Telos)

Gaat niet heen op een weg van [de] volken. Het evangelie van het Koninkrijk mag niet bekend worden gemaakt aan de volken; de doelgroep is Israël. Na Jezus’ veroordeling, dood en opstanding krijgen de discipelen de opdracht om alle volken te evangelie te brengen en hen tot leerlingen van Jezus te maken. Dat is het evangelie van Gods genade en verlossing voor verloren mensen.  

Mt 28:19  Gaat dan heen, maakt alle volken tot discipelen, hen dopend tot de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en hen lerend te bewaren alles wat Ik u heb geboden. (Telos)

7

Mt 10:7  Als u nu heengaat, predikt aldus: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. (Telos)

Predikt aldus: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Dit is het evangelie, het goede nieuws, van het koninkrijk der hemelen.

23

Mt 10:23  Wanneer zij u nu in deze stad vervolgen, vlucht in de andere; want voorwaar, Ik zeg u: u zult met de steden van Israel geenszins zijn klaargekomen voordat de Zoon des mensen komt. (Telos)

Klaargekomen. Van het Griekse werkwoord τελεω, teleo = o.a. voleindigen, ten einde brengen. De pregnante uitdrukking in ons vers is "ου μη τελεσητε τας πολεις" = u zult de steden niet ten einde zijn, dit is ze niet alle, of niet tot de laatste toe, doorgegaan zijn[1]. Tot aan de komst van de Heer Jezus zullen gelovigen in Israël moeten vluchten, maar ze zullen in hun vlucht niet in alle steden komen vóór de komst van de Heer. Deze voorzegging ziet, logisch, ook op de eindtijd. In de 19e eeuw schreef John Nelson Darby (1800-1882)[2] dat het getuigenis van de christenjoden zou worden hervat in Israël, wanneer ze weer in hun land zijn.

29-31

Mt 10:29 Worden niet twee musjes voor een penning verkocht? En niet een van hen zal op de aarde vallen zonder uw Vader. Mt 10:30 Van u echter zijn zelfs de haren van uw hoofd alle geteld. Mt 10:31 Weest dan niet bang; u gaat vele musjes te boven. (TELOS)

Muziekvideo


His Eye Is on the Sparrow (= Zijn oog is op de mus) . Gezongen door Lindsay Kirkland. Gepubliceerd op Youtube.com door gebruiker Sounds Like Reign.

39

Mt 10:39 Wie zijn ziel vindt, zal hem verliezen; en wie zijn ziel verliest ter wille van Mij, zal hem vinden. 

Ziel. Grieks: psuchè. Sommige vertalen "leven". "Ziel" lijkt een betere keus, gezien het voorgaande:

Mt 10:28 En weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam doden, maar de ziel (Gr. psuche) niet kunnen doden; weest veeleer bevreesd voor Hem, die beide, ziel (Gr. psuche) en lichaam, kan verderven in de hel. (NBG51)

Wel houdt "ziel" verband met leven: zijn ziel verliezen, is sterven; zijn ziel vinden, is tot ontplooiing en welvaart komen. Vergelijk:

Lu 12:19 en ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel, je hebt vele goederen liggen voor vele jaren; rust, eet, drink, wees vrolijk. (TELOS)

Zijn ziel verliezen is zichzelf verloochenen, desnoods tot in de dood, ter wille van Christus.

Voetnoot

  1. D. Harting, Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament (1861-1863). Opgenomen als Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament in Online Bible (uitgeverij Importantia).   
  2. In zijn Synopsis.