Eva

Uit Christipedia
Adam en Eva, volgens een artistieke verbeelding

Eva is de naam die Adam aan zijn vrouw gaf, nadat ze in de zonde waren gevallen en God gesproken had van "haar zaad" en van de “kinderen” die ze zou met smart zou dragen en baren.

Ge 3:20 En Adam gaf zijn vrouw de naam Eva, omdat zij moeder van alle levenden is. (HSV)

Naam. De oude Statenvertaling heeft Heva. De Hebreeuwse naam is chavvah, dat betekent 'leven, levend, die leven geeft, levengeefster'.

Eva en Adam in de tuin van Eden.
Adam, de man (Hebr. ish) noemde haar aanvankelijk naar zichzelf, Isha, door de Statenvertalers in de 17e eeuw heel treffend met een nieuw Nederlands woord, 'Manninne', vertaald. Want zij was vlees van zijn vlees en been van zijn gebeente. (Zie verder bij Mannin).
Ge 2:19  Want als de HEERE God uit de aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zo als Adam alle levende ziel noemen zoude, dat [zou] haar naam [zijn]. (...) Ge 2:23  Toen zeide Adam: Deze [is] ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit den man genomen is. (SV)
Haar schepping. Eva werd gevormd uit een rib, een lijfelijk deel van Adam. God bouwde de rib tot een vrouw.

De val van Mannin. Mannin werd door de slang, waarvan de satan zich bediende, misleid en viel als eerste in overtreding door te eten van de boom der kennis van goed en kwaad, waarvan Adam en zijn verboden had te eten. Daarna gaf zij de verboden vrucht aan Adam en ook hij at.

Als straf zouden haar zwangerschap en bevalling moeilijk en pijnlijk zijn, en zou haar man over haar heersen.
Ge 3:16  Tegen de vrouw zei Hij: Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen. (HSV)
Adams nageslacht
Kaïn. Haar eerstgeborene, aan wie 'Levengeefster' het leven schonk, was een zoon, die ze de naam Kaïn (= 'gekregen') gaf.
Ge 4:1 Adam had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en baarde Kaïn, en zei: Ik heb een man van de HEERE gekregen! (HSV)
Hoewel ze het leven schonk, wist zij tegelijk dat zij het nieuwe leven, dat zij gedragen en gebaard had, gekrégen had.

Haar val en de beperking van een vrouw in de gemeente. Eva wordt twee keer genoemd in het Nieuwe Testament (1 Tim. 2:13; 2 Cor. 11:3). Een vrouw dient te zwijgen in de kerk: zij mag niet leren en gezag uitoefenen over de man, want Adam was geformeerd vóór Eva en Adam is niet verleid, maar de vrouw.

1Ti 2:11 Een vrouw moet zich stil, in alle onderdanigheid laten leren; 1Ti 2:12 maar ik sta aan een vrouw niet toe dat zij leert of over een man heerst, maar zij moet stil zijn. 1Ti 2:13 Want Adam is eerst geformeerd, daarna Eva; 1Ti 2:14 en Adam werd niet verleid, maar de vrouw werd verleid en viel in overtreding. 1Ti 2:15 Maar zij zal bewaard blijven tijdens het ter wereld brengen van kinderen, als zij blijven in geloof, liefde en heiliging, met ingetogenheid. (TELOS)

Dit bedrog wordt op een andere plaats nader verklaard door erop te wijzen dat de slang Eva verleidde door haar sluwheid. Het is dezelfde vijand die nu probeert de heiligen te verstrikken (2 Kor 11:3).

2Co 11:3 Maar ik vrees dat wellicht, zoals de slang Eva verleidde door haar sluwheid, uw gedachten bedorven en afgeweken zijn van de eenvoudigheid en de reinheid jegens Christus. (TELOS)

Voorafbeelding. De eerste vrouw is een mooie voorafbeelding van de gemeente, die uit Christus is en aan Hem wordt voorgesteld (vgl. Ef 5:31-32). Zij is uit Hem genomen, die dood geweest (vgl. Adams diepe slaap) en leeft. Zij zal tot Christus worden gebracht, gelijk Mannin tot Adam was gebracht.

Bronnen

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Eve. Hieruit is op 28 september 2012 tekst genomen, vertaald en verwerkt.