Johannes 9 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. Van het Evangelie naar Johannes zijn de volgende hoofdstukken samengevat en/of becommentarieerd op Christipedia.

Johannes: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21
Johannes, onderwerpen: TekenenDiverse onderwerpen

Samenvatting

De genezing van een blindgeborene, die een aanbidder wordt, nadat hij uit de synagoge geworpen is. Opnieuw een openbaring van haat.

De Heer Jezus geeft gezichtsvermogen aan een blindgeborene. Hier is het Zijn werk dat van de Heer getuigt. De leiders van de Joden waren zelf blind. Ze zeiden aangaande van Jezus: "Wij weten dat deze man een zondaar is." De blindgeborene weerlegt hun bewering door een eenvoudige redenering. Maar zij werpen hem uit hun synagoge. Jezus openbaart zich aan hem als de Mensenzoon. De blindgeborene gelooft in Jezus en aanbidt hem. Hoewel uitgeworpen door mensen, behoort Hij nu de Heer toe. Hij werd ziende, maar de ziende Farizeeën (9:15), de Joden (9:18) die Jezus verwierpen, waren blind geworden (9:39).

1

Joh 9:1  En toen Hij voorbijging, zag Hij een mens, blind van de geboorte af. (Telos)

Een mens, blind van de geboorte af. Die daar zat te bedelen (vgl. vs. 8).

2

Joh 9:2  En zijn discipelen vroegen Hem aldus: Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind geboren werd? (Telos)

Wie heeft gezondigd, deze of ... De discipelen wisten kennelijk niet dat de man blind van zijn geboorte af was. Dit zal hen later zijn bekend geworden.

4

Joh 9:4  Ik moet de werken werken van Hem die Mij heeft gezonden, zolang het dag is; de nacht komt wanneer niemand kan werken.

Joh 12:35  Jezus dan zei tot hen: Nog een korte tijd is het licht onder u; wandelt terwijl u het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalt. En wie in de duisternis wandelt, weet niet waar hij heengaat. (Telos)

De nacht komt wanneer niemand kan werken. Welke nacht wordt door de Heer bedoeld? Enkele antwoorden: 1. de nacht van de dood[1]; 2. de tijd voor de Joden na Jezus' vertrek uit deze wereld[1]; 3. de tijd van de toekomstige grote verdrukking.

6

Joh 9:6  Na dit gezegd te hebben spuwde Hij op de grond en maakte slijk van het speeksel en streek het slijk op zijn ogen (Telos)

Wat heeft deze behandeling te betekenen? De blindgeborene ging, nog altijd blind, met slijk op zijn ogen, heen naar de vijver (vs. 7). Misschien wordt met het slijk de oorzaak van de blindheid aangewezen: een vloek ('spuwde') is na de zondeval over de aarde ('grond') gekomen, met gevolgen voor de mens en diens nageslacht (blindheid vanaf de geboorte). Door het woord van God (water) worden wij gereinigd en onze ogen geopend (vs. 7).

7

Joh 9:7  en zei tot hem: Ga heen, was u in de vijver Siloam-wat vertaald wordt: uitgezonden. Hij dan ging weg, waste zich en kwam ziende terug. (Telos)

Hij dan ging weg. Nog blind, met slijk op zijn ogen.

Waste zich en kwam ziende terug.

Opb 7:14  En ik zei tot hem: Mijn heer, u weet het. En hij zei tot mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange kleren gewassen en ze wit gemaakt in het bloed van het Lam. (Telos)

13

Joh 9:13 Zij brachten hem die vroeger blind was geweest, naar de farizeeën. (Telos)

De man was een levend teken voor de farizeeën.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).