Kibroth-Taäva

Uit Christipedia

Kibroth-Taäva, ook geschreven Kibroth Thaäva, Kibrot-Hattaäwa en Kivrot Hataäva, was een van de legerplaats der kinderen Israëls, na hun vertrek van de Sinai (Num. 33:16), waar God hun kwakkels toezond, en het onmatig gebruik er van hun ten verderve werd (Num. 11 : 4-34; Deut. 9. 22).

De plaats is bekend door de straf, welke gevolgd is op de vreetzucht van de ontevredenen, die niet altijd manna wilden eten, maar vlees begeerden en zich stortten op de kwakkels die God had doen komen. De talloze kwakkels vervulden wel hun wens, maar werden tevens hun straf.

Naam. Van die gebeurtenis ontleende die plaats haar naam "graven der begeerlijkheid" of "graven der begeerte".

Ligging. Kibroth-Thadva ligt naar alle waarschijnlijkheid tussen de legerplaats Hazeroth (vs. 35) en Sinaï. Zij hadden drie dagreizen nodig om de plaats te bereiken (Num. 10 : 33). Hier vertoefden zij ten minste een gehele maand (Num. 11:20).

De route van het volk Israël van Egypte naar Kanaän.

Egypte (vertrek 14e dag van 1e mnd) → Pi-HachirothSchelfzeeSurMaraElimWoestijn Sin (aankomst 15e van 2e mnd) → Rafidim → woestijn Sinaï (aankomst in de 3e mnd) → TaberaKibroth-TaävaHazeroth → woestijn Paran, Kades → omzwerving gedurende 38 jaren → KadesHorObothIjje-AbarimZeredArnonBeërMattanaNahaliëlBamothPisgaHesbon → vlakke velden van Moab → ... → Kanaän (aankomst 40 jaar na uittocht).

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Kibroth-Thaäva' is onder wijziging verwerkt op 4 sept. 2023.