Mattheüs 12

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 16 dec 2022 om 14:49 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Mattheüs commentaar}} == Samenvatting == 1-8 Jezus beantwoordt de veroordeling van de Farizeeën aangaande het aren plukken en eten op sabbat door de (hongerige) discipelen. 9-14 Op de sabbat maakt Jezus iemands verschrompelde hand gezond. Daarop beraadslagen de Farizeeën om Hem te doden. 15-21 Jezus vertrekt daarom, geneest alle zieken die hem volgen, en waarschuwt hen dat zij Hem niet openbaar maken. 22-32 Jezus bevrijdt en geneest door de Geest van God...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Mattheüs 12, een hoofdstuk van het Evangelie naar Mattheüs, wordt hier samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.

Hoofdstukken die zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:
Mattheüs: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28

Samenvatting

1-8 Jezus beantwoordt de veroordeling van de Farizeeën aangaande het aren plukken en eten op sabbat door de (hongerige) discipelen. 9-14 Op de sabbat maakt Jezus iemands verschrompelde hand gezond. Daarop beraadslagen de Farizeeën om Hem te doden. 15-21 Jezus vertrekt daarom, geneest alle zieken die hem volgen, en waarschuwt hen dat zij Hem niet openbaar maken. 22-32 Jezus bevrijdt en geneest door de Geest van God een stomme en blinde bezetene. De Farizeeën schrijven dat toe aan de satan. De Heer weerlegt hen en waarschuwt voor de onvergeeflijke lastering van de Geest. 33-37 Jezus verklaart de boze uitspraken van zijn tegenstanders als voortbrengselen van een boos hart, en waarschuwt hen met het oog op de dag van het oordeel. 38-42 Jezus antwoordt Schriftgeleerden op hun vraag om een teken. Hij stelt hun de Ninevieten en de koningin van Scheba tot voorbeeld. 43-45. Hij waarschuwt “dit boos geslacht” voor verslechtering (wanneer zij Hem afwijzen). 46-50 Jezus wijst als zijn ware verwanten aan hen die de wil van God doen.

5

5 Of hebt u niet gelezen in de wet, dat op de sabbat de priesters in de tempel de sabbat ontheiligen en onschuldig zijn?(Telos)

De sabbat ontheiligen. De priesters 'ontheiligen' de sabbat, zulks nog wel in het huis van God, door het voorgeschreven werk dat zij verrichten.

Nu 28:9 Maar op den sabbatdag twee volkomen eenjarige lammeren, en twee tienden meelbloem, ten spijsoffer, met olie gemengd, mitsgaders zijn drankoffer. (Telos)

Dit is geen echte ontheiliging, maar een uitzondering door God bevolen.

6

6 Ik zeg u echter, iets groters dan de tempel is hier. (Telos)

Dit grotere, dit meer belangrijke en aanzienlijke is de Heer Jezus zelf, de Zoon van God.