Romeinen 15

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 10 mei 2022 om 13:22 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Romeinen commentaar}} == 1 == Ro 15:1 Maar wij die sterk zijn, behoren de zwakheden van de niet-sterken te dragen en niet onszelf te behagen. (Telos) '''Niet-sterken.''' Of zwakken. Uit het verband van dit en het vorige hoofdstuk schijnen de sterken vooral christenen uit de volken te zijn, de zwakken vooral christenen uit de Joden. '''Niet onszelf behagen.''' Zomin als Christus dat gedaan heeft (vs. 3). == 2 == Rom 15:2 Laat ieder van ons de naaste be...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Romeinen 15 is een hoofdstuk van de Brief van Paulus aan de Romeinen. Het wordt hieronder samengevat en/of becommentarieerd. De volgende hoofdstukken zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Romeinenbrief: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16.

1

Ro 15:1  Maar wij die sterk zijn, behoren de zwakheden van de niet-sterken te dragen en niet onszelf te behagen. (Telos)

Niet-sterken. Of zwakken. Uit het verband van dit en het vorige hoofdstuk schijnen de sterken vooral christenen uit de volken te zijn, de zwakken vooral christenen uit de Joden.

Niet onszelf behagen. Zomin als Christus dat gedaan heeft (vs. 3).

2

Rom 15:2  Laat ieder van ons de naaste behagen ten goede, tot opbouwing. (Telos)

Tot opbouwing.

Ro 14:19  Laten wij dus jagen naar wat de vrede en de onderlinge opbouwing dient. (Telos)

3

Ro 15:3  Want ook Christus heeft Zichzelf niet behaagd, maar zoals geschreven staat: ‘De smaadheden van hen die U smaden, zijn op mij gevallen’. (Telos)

Zichzelf niet behaagd. Zie ook vs. 1.

Smaden. Is een uiting van minachting. De sterken hebben zich te onthouden van minachting ten aanzien van de niet-sterken (Rom. 14).

4

Ro 15:4 Want alles wat tevoren geschreven is, is tot onze lering geschreven, opdat wij door de volharding en door de vertroosting van de Schriften de hoop hebben. (Telos)

De volharding. Job, wiens lijden en geestelijke worsteling uitvoerig worden beschreven, is een voorbeeld van volharding.

Jak 5:11  Zie, wij prijzen hen gelukkig die volhard hebben. U hebt van de volharding van Job gehoord en hebt uit het einde van de Heer gezien dat de Heer vol genegenheid en ontfermend is. (Telos)

God geeft volharding (5).

De vertroosting van de Schriften. De Schriften tonen door allerlei voorbeelden (zoals van Job, Abraham, David) dat onder Gods bestuur uiteindelijk alles goed komt. De voorbeelden en beloften zijn ons een bron van troost.

5

Rom 15:5  Moge nu de God van de volharding en de vertroosting u geven onderling eensgezind te zijn in overeenstemming met Christus Jezus, (Telos)

De God van de volharding en de vertroosting. Hij schenkt ze.

Volharding. Zie vs. 4.

Vertroosting. zie vs. 4.

Eensgezind. Hoewel jullie niet hetzelfde denken ten aanzien van eten, drinken, dagen. Heiligen kunnen eensgezind en eendrachtig (vs. 6) zijn, zonder in kwesties eenstemmig, van dezelfde mening te zijn. Eensgezindheid is een gave van God. Moge Hij dat geven.

Eensgezind in overeenstemming met Christus Jezus. Zie verzen 2 en 3. Onderlinge eensgezindheid en overeenstemming met Christus Jezus houden met elkaar verband. Wat houdt die “overeenstemming met Christus” in? Misschien houdt het in: naar de wil of het voorbeeld van Christus. Misschien ook: gerichtheid op Christus en/of gelijk de eenheid van de Vader en de Zoon (genoemd in het gebed van de Heer in Johannes 17).

6

Ro 15:6 opdat u eendrachtig, uit een mond, de God en Vader van onze Heer Jezus Christus verheerlijkt. (Telos)

Eendrachtig. Zie ook vs. 5, waar sprake is van eensgezind zijn.

Verheerlijkt. Zie ook vs. 7.

7

Ro 15:7  Daarom neemt elkaar aan, zoals ook Christus u heeft aangenomen tot heerlijkheid van God. (Telos)

Neemt elkaar aan. Stoot elkaar niet weg om verschil van mening inzake eten en drinken en dagen.

Tot heerlijkheid van God. Zie ook vzn. 6, 9. Christus heeft ons aangenomen en daarmee zijn en Gods goedertierenheid, barmhartigheid (vs. 9) en vergevingsgezindheid jegens mensen betoont.

8

Ro 15:8 Want ik zeg, dat Christus een dienstknecht van de besnijdenis geworden is terwille van de waarheid van God, om de beloften van de vaderen te bevestigen, (Telos)

Terwille van de waarheid van God, om de beloften van de vaderen te bevestigen. Om de waarachtigheid en betrouwbaarheid van God te bevestigen is Christus gekomen om de beloften van de vaderen te bevestigen.

9

Ro 15:9 en opdat de volken God verheerlijken wegens de barmhartigheid, zoals geschreven staat: ‘Daarom zal ik U belijden onder de volken en uw naam lofzingen’. (Telos)

En opdat de volken. Christus had óók de heidenen op het oog. Dus tweeërlei doel van Hem:

(1) met betrekking tot de joden: bevestiging van Gods beloften, de beloften die de vaderen hadden;

(2) met betrekking tot de volken: dat ze God zouden verheerlijken. Om welke oorzaak God verheerlijken? Om Gods barmhartigheid.

God verheerlijken. Zie ook vzn. 6 en 7.

Hnd 10:45  En de gelovigen uit de besnijdenis, allen die met Petrus waren meegekomen, waren buiten zichzelf dat ook op de volken de gave van de Heilige Geest werd uitgestort; Hnd 10:46  want zij hoorden hen spreken in talen en God grootmaken. Toen antwoordde Petrus: (Telos)

Wegens de barmhartigheid.

Ro 11:30  Want evenals u voorheen niet in God geloofd hebt, maar nu barmhartigheid hebt verkregen door het ongeloof van dezen, (Telos)

'Daarom enz.' Aanhaling uit Ps. 18:49 of 2 Sam. 22:50.

Ps 18:47  (18-48) De God, Die mij volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt; Ps 18:48  (18-49) Die mij uithelpt van mijn vijanden; ja, Gij verhoogt mij boven degenen, die tegen mij opstaan; Gij redt mij van den man des gewelds. Ps 18:49  (18-50) Daarom zal ik U, o HEERE! loven onder de heidenen; en Uw Naam zal ik psalmzingen; Ps 18:50  (18-51) Die de verlossingen Zijns konings groot maakt, en goedertierenheid doet aan Zijn gezalfde, aan David en aan zijn zaad tot in eeuwigheid. (SV)

2Sa 22:48  De God, Die mij volkomene wraak geeft, en de volken onder mij nederwerpt; 2Sa 22:49  En Die mij uitvoert van mijn vijanden; en Gij verhoogt mij boven degenen, die tegen mij opstaan; Gij redt mij van den man alles gewelds. 2Sa 22:50  Daarom zal ik U, o HEERE, loven onder de heidenen, en Uw Naam zal ik psalmzingen. 2Sa 22:51  [Hij] is een Toren der verlossingen Zijns konings, en Hij doet goedertierenheid aan Zijn gezalfde, aan David en aan zijn zaad, tot in eeuwigheid. (SV)

10

Ro 15:10 En verder zegt hij: ‘Weest vrolijk, volken, met zijn volk’. (Telos)

Dit is een aanhaling in Deut. 32:43, in de Griekse vertaling. In de Hebreeuwse Bijbel:

De 32:43  Juicht, gij heidenen, [met] Zijn volk! want Hij zal het bloed Zijner knechten wreken; en Hij zal de wraak op Zijn tegenpartijen doen wederkeren, en verzoenen Zijn land [en] Zijn volk. (SV)

11

Ro 15:11 En verder: ‘Looft de Heer, alle volken, en laten alle naties Hem prijzen’. (Telos)

Een aanhaling van Ps. 117:1.

Ps 117:1  Looft den HEERE, alle heidenen; prijst Hem, alle natiën!  Ps 117:2  Want Zijn goedertierenheid is geweldig over ons, en de waarheid des HEEREN is in der eeuwigheid! Hallelujah! (SV)

12

Ro 15:12 En verder zegt Jesaja: ‘Er zal zijn de wortel van Isaï, en Hij die opstaat om over de volken te heersen; op Hem zullen de volken hopen’. (SV)

Een aanhaling van Jes. 11:10.

Jes 11:1 Want er zal een Rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï, en een Scheut uit zijn wortelen zal Vrucht voortbrengen. (...) Jes 11:10 Want het zal geschieden ten zelven dage, dat de heidenen naar den Wortel van Isaï, Die staan zal tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal heerlijk zijn. (SV)

De wortel van Isaï. Een telg uit Isaï's huis. Sommige uitleggers denken bij 'wortel' aan de goddelijke natuur van Christus. Door Hem immers zijn alle dingen geworden die geworden zijn (Joh. 1). Andere uitleggers, waaronder de Joodse, verstaan door 'wortel' Isaï (Jes. 11:1) en de Messias als voortkomend uit deze wortel, 'een Scheut' uit de wortels van Isaï (Jes. 11:1).

13

Ro 15:13  Moge nu de God van de hoop u vervullen met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat u overvloedig bent in de hoop, door [de] kracht van [de] Heilige Geest. (Telos)

De God van de hoop. In vs. 5 'de God van de volharding en de vertroosting'. Zie ook vs. 4. 'opdat wij ... de hoop hebben'.

Ro 5:2  door Wie wij ook de toegang verkregen hebben door het geloof tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God. (...) Ro 5:4  en de volharding beproefdheid en de beproefdheid hoop;  Ro 5:5  en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest die ons gegeven is. (Telos)

Ro 8:24  Want wij zijn behouden geworden in de hoop. Een hoop nu die men ziet, is geen hoop; want wie hoopt er op wat hij ziet? (Telos)

Blijdschap en vrede in het geloven ... door [de] kracht van [de] Heilige Geest.

Ro 14:17  Want het koninkrijk van God is niet eten en drinken, maar rechtvaardigheid, vrede en blijdschap in [de] Heilige Geest. (Telos)

Ro 12:12  Verblijdt u in de hoop; weest geduldig in de verdrukking; volhardt in het gebed. (Telos)

De vrucht van de Geest is onder andere blijdschap.

Ga 5:22  Maar de vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Telos)