Markus 11

Uit Christipedia

Markus 11 is een hoofdstuk van Evangelie naar Markus, een geschrift in de Bijbel, en telt 33 verzen.

Hoofdstukken van Evangelie naar Markus samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16
Verzen van Markus 11 becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 6 · 7 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 17 · 18 · 20 · 23 · 30 · 32

Samenvatting

1-11 Jezus laat een ezelsveulen halen. Hierop gezeten rijdt hij onder heilsbeden en zegenwensen van mensen Jeruzalem binnen. 12-14 De volgende dag vervloekt Jezus een vijgenboom die geen vrucht heeft. 15-19 Hij reinigt de tempel, dat een bedehuis voor de volken moet zijn, van geld- en koophandel. De overpriesters en schriftgeleerden zoeken hoe zij hem zullen ombrengen. 20-25 Naar aanleiding van de verdorde vijgenboom leert Jezus zijn discipelen hoe ze moeten bidden. 27-33 Op de vraag van Jezus' tegenstanders op welk gezag Hij in de tempel heeft opgetreden, antwoordt hij met een wedervraag over de doop van Johannes de Doper.

1

Markus 11:1 En toen zij Jeruzalem naderden, bij Bethfagé en Bethanië aan de Olijfberg, zond Hij twee van zijn discipelen (Telos)

Bethfagé en Bethanië aan de Olijfberg. Beide plaatsen lagen aan de Olijfberg. Vergelijk:

Mattheüs 21: 1 En toen zij Jeruzalem naderden en bij Bethfagé kwamen aan de Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen en zei tot hen:

2

Markus 11:2  en zei tot hen: Gaat naar het dorp dat tegenover u ligt, en terstond als u er ingaat, zult u een veulen vastgebonden vinden waarop geen mens ooit heeft gezeten; maakt het los en brengt het mee. (Telos)

Het dorp dat tegenover u ligt. Onduidelijk is welk van de twee gemelde dorpen bedoeld is. Dächsel[1] meent Bethfagé. Een ander befaamd commentaar volstaat met "een van de gemelde plaatsen"[4].

3

Markus 11:3  En als iemand tot u zegt: Waarom doet u dit?, zegt dan: De Heer heeft het nodig, en terstond zendt hij het weer hierheen. (Telos)

Terstond zendt hij het weer hierheen. De Heer Jezus had het alleen nodig voor zijn intocht in Jeruzalem. Hierna zal hij het terug hebben laten brengen.

6

Markus 11:6  Zij nu spraken tot hen zoals Jezus had gezegd; en zij lieten hen begaan. (Telos)

En zij lieten hen begaan. Het is alsof God hun harten had bereid, zodat zij de twee discipelen lieten begaan.

7

Markus 11:7  En zij brachten het veulen naar Jezus en wierpen hun kleren daarop, en Hij ging erop zitten.

En Hij ging erop zitten. Om erop zittend Jeruzalem in te trekken.

Eens zal de Heer op een hemels 'paard' de wereld binnentrekken (Opb. 19:11, 19).

Openbaring 19: 11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij die daarop zit, heet Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.

10

Markus 11:10  Hosanna! Gezegend Hij die komt in [de] naam van [de] Heer! Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David! Hosanna in de hoogste [hemelen!] (Telos)

Het komende koninkrijk van onze vader David! Dat was hun verwachting en wens. En dat koninkrijk zal eens komen - op Gods tijd.

Handelingen 1: 6 Zij dan die waren samengekomen, vroegen Hem aldus: Heer, zult U in deze tijd het koninkrijk voor Israël herstellen? 7 Hij echter zei tot hen: Het komt u niet toe tijden of gelegenheden te weten die de Vader in zijn eigen macht heeft gesteld.

In de hoogste [hemelen]. De roep om heil wordt gericht tot Hem die in de hoogste hemelen zetelt; zie Hosanna.

11

Markus 11:11  En Hij ging Jeruzalem binnen, de tempel binnen, en nadat Hij alles rondom had bekeken, ging Hij, daar het al laat was, naar buiten naar Bethanië met de twaalf. (Telos)

Alles rondom had bekeken. Hij zal niet alleen het gebouw, maar ook de handel op het tempelplein hebben bekeken. Later zal Hij terugkeren en de handel verstoren, omdat Gods huis niet bestemd was als marktplaats, maar als gebedsplaats.

12

Markus 11:12  En de volgende dag, toen zij uit Bethanië gingen, had Hij honger. (Telos)

Had Hij honger. Had de Heer geen ontbijt gehad? Of was, gezien het vervolg, zijn lichamelijke honger een symptoom van Zijn geestelijke honger naar geestelijk-zedelijke vrucht van Zijn volk Israël?

13

Markus 11:13  En toen Hij in de verte een vijgenboom zag die bladeren had, ging Hij [kijken] of Hij daar misschien iets aan zou vinden; en daarbij gekomen vond Hij niets dan bladeren, want het was niet de tijd van de vijgen. (Telos)

Het was niet de tijd van de vijgen. Die tijd komt in de maand juni[1], maar onrijpe vijgen, die bijzonder gewaardeerd werden, moesten aan de loofboom in het begin van april te vinden zijn[5].

14

Markus 11:14  En Hij antwoordde en zei tot hem: Laat niemand meer vrucht van u eten in eeuwigheid! En zijn discipelen hoorden het. (Telos)

Laat niemand meer vrucht van u eten in eeuwigheid! Dit is een vervloeking. Ze staat symbolisch voor een vloek over het onvruchtbare Israël. Vergelijk:

Lukas 13: 7 Hij nu zei tot de wijngaardenier: Zie, drie jaar is het sinds ik vrucht kom zoeken aan deze vijgeboom, en ik vind die niet; hak hem dus om; waarom beslaat hij de grond nog zonder nut? 8 Hij echter antwoordde en zei tot hem: Heer, laat hem nog dit jaar staan, totdat ik eromheen gegraven en mest gelegd heb; 9 en als hij dan in de toekomst vrucht voortbrengt …  maar zo niet, hak hem om.

17

Markus 11:17  En Hij leerde en zei tot hen: Staat er niet geschreven: ‘Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd voor alle volken’? (Telos)

‘Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd voor alle volken’. Bijvoorbeeld voor Ethiopiërs.

Handelingen 8: 27 En hij stond op en ging. En zie, een Ethiopier, een kamerling, een machthebber van Candace, koningin van de Ethiopiers, die haar schatbewaarder was, die naar Jeruzalem was gekomen om te aanbidden;

18

Markus 11:18  U hebt er echter een rovershol van gemaakt. En de overpriesters en de schriftgeleerden hoorden het en zochten hoe zij Hem zouden ombrengen, want zij waren bang voor Hem, want de hele menigte stond versteld over zijn leer. (Telos)

Versteld over zijn leer.

Markus 1: 22 En zij stonden versteld over zijn leer, want Hij leerde hen als iemand die gezag heeft, en niet als de schriftgeleerden.

Markus 6: 2 En toen het sabbat was geworden, begon Hij te leren in de synagoge; en velen die Hem hoorden, stonden versteld en zeiden: Waar heeft Deze die dingen vandaan en wat is dat voor wijsheid die Hem gegeven is, en zulke krachten, die door zijn handen gebeuren?

20

Markus 11:20  En toen zij ‘s morgens vroeg voorbijgingen, zagen zij dat de vijgenboom verdord was van [de] wortels af. (Telos)

De vijgenboom is een type van Israël. Israël bracht geen vrucht voort voor God. Zie de gelijkenis van de wijngaard, die de Heer straks in Jeruzalem zal vertellen (Markus 12:1v). In de verschiet zal het vruchtdragen voor God door Israël, na de wedergeboorte van het volk, wel gebeuren.

23

Markus 11:23  Voorwaar, Ik zeg u, dat wie tot deze berg zegt: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat wat hij spreekt gebeurt, het zal hem gebeuren. (Telos)

Niet twijfelt.

Jakobus 1:6  Laat hij echter vragen in geloof, geheel zonder te twijfelen. Want wie twijfelt, is gelijk aan een golf van de zee, die door de wind voortgedreven en opgejaagd wordt. (Telos)

30

Markus 11:30  Was de doop van Johannes uit de hemel of uit mensen? Antwoordt Mij. (Telos)

Deze wedervraag heeft eveneens betrekking op gezag: doopte Johannes op gezag van de Gods des hemels of op gezag van mensen, een menselijke overheid?

32

Markus 11:32  Maar zouden wij zeggen: Uit mensen?... Zij waren bang voor de menigte, want allen hielden het ervoor dat Johannes werkelijk een profeet was. (Telos)

De 'theologen' van Jeruzalem geloofden niet dat Johannes een profeet van God was, de gewone mensen geloofden dat wel. Zij kenden de waarheid aangaande Johannes.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).  
  2. Patrik, Polus en Wels, de Verklaring van de Geheele Heilige Schrift, door eenigen van de voornaamste Engelsche Godgeleerden (18e eeuw).
  3. Ludwig Albrecht, Das Neue Testament und Die Psalmen (1920)
  4. Patrik, Polus en Wels, de Verklaring van de Geheele Heilige Schrift, door eenigen van de voornaamste Engelsche Godgeleerden (18e eeuw).
  5. Ludwig Albrecht, Das Neue Testament und Die Psalmen (1920)