Markus 13

Uit Christipedia

Markus 13 is een hoofdstuk van Evangelie naar Markus, een geschrift in de Bijbel, en telt 37 verzen.

Hoofdstukken van Evangelie naar Markus samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16
Verzen van Markus 13 becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 14 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37

Samenvatting

1

Mr 13:1  En toen Hij uit de tempel ging, zei een van zijn discipelen tot Hem: Meester, zie, wat een grote stenen en wat een grote gebouwen! (Telos)

Wat een grote stenen. De Klaagmuur, een rest van de ringmuur van het tempelcomplex, heeft nog van deze zeer grote stenen.

2

Mr 13:2  En Jezus zei tot hem: Zie je deze grote gebouwen? Er zal hier geen enkele steen op de andere steen gelaten worden die niet zal worden afgebroken. (Telos)

Grote gebouwen ... geen enkele steen op de andere gelaten worden. Deze voorzegging is uitgekomen. De grote gebouwen zijn met de grond gelijk gemaakt. De Klaagmuur is geen deel van die grote gebouwen, maar een deel van de muur rondom die gebouwen.

3

Mr 13:3 En toen Hij op de Olijfberg zat, tegenover de tempel, vroegen Petrus, Jakobus, Johannes en Andréas Hem afzonderlijk: (Telos)

Vroegen Petrus, Jakobus, Johannes en Andréas Hem afzonderlijk. Vroegen zij elk hem afzonderlijk of zij gevieren hem afzonderlijk?

De eerste drie leerlingen hebben eerder Jezus' verheerlijking aanschouwd op de hoge berg.

Petrus wordt als eerste genoemd. Mogelijke reden: 1. Hij ging de vraag als eerste stellen, of 2. Hij was (volgens de overlevering) de bron voor Markus, de schrijver van het evangelie, of 3. Hij was een vooraanstaande apostel.

4

Markus 13:4  Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en wat is het teken wanneer al deze dingen in vervulling zullen gaan? (Telos)

Een tweeledige vraag.

Het teken wanneer enz.. Het voorteken, het teken dat de vervulling aankondigt.

5

Mr 13:5 Jezus nu begon hun te zeggen: Kijkt u uit dat niemand u misleidt. (Telos)

Misleiding is het eerste waarvoor Jezus waarschuwt. Zie ook het volgende vers.

Misleiding is vermoedelijk ook het eerste kwaad dat de wereld zal treffen na opening van het eerste gerichtszegel: de overwinnaar met de boog (Openbaring 6:2).

Kijkt u uit. Zie ook vzn. 9, 23, 33.

6

Markus 13:6  Velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben het, en zij zullen velen misleiden. (Telos)

Vele antichristen, die zich voor de Christus uitgeven.

7

Markus 13:7  Wanneer u nu zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen, wordt niet verschrikt, want het moet gebeuren, maar het is nog niet het einde; (Telos)

Oorlogen. Dit tweede teken komt overeen met het onheil dat de wereld zal overkomen na opening van het tweede oordeelszegel.

Openbaring 6: 4 En een ander paard, vuurrood, trok uit; en hem die erop zat werd gegeven de vrede van de aarde weg te nemen en te maken dat zij elkaar zouden slachten, en hem werd een groot zwaard gegeven.

Wordt niet verschrikt. Vergelijk:

2 Thessalonicenzen 2: 1 Wij vragen u echter, broeders, in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze bijeenvergadering tot Hem, 2 dat u niet zo snel in uw denken geschokt of verschrikt wordt, noch door geest, noch door woord, noch door brief als van ons, alsof de dag van de Heer al aangebroken zou zijn.

8

Markus 13:8  want volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk. Er zullen aardbevingen zijn in verschillende plaatsen; en er zullen hongersnoden en onlusten zijn. Deze dingen zijn een begin van de weeën. (Telos)

Weeën. Die kondigen een geboorte aan, in dit geval de komst van het koninkrijk der hemelen, een nieuwe wereldorde. Vgl. de voorteken genoemd in vs. 28, die vertellen dat de zomer nabij is.

9

Markus 13:9  Kijkt u echter uit voor uzelf; zij zullen u overleveren aan raadsvergaderingen en in synagogen zult u worden geslagen en voor stadhouders en koningen zult u worden gesteld ter wille van Mij, tot een getuigenis voor hen; (Telos)

Kijkt u echter uit voor uzelf. Zie ook vzn. 5, 23. 39

Tot een getuigenis voor hen. Zie ook vs. 11, vs. 10 ("worden gepredikt"). Vervolging geeft een gelegenheid om te getuigen van de Heer Jezus.

10

Mr 13:10  en aan alle volken moet eerst het evangelie worden gepredikt. (Telos)

In die toekomstige tijd van benauwdheid, die aan de Grote Verdrukking voorafgaat, gaat de prediking van het evangelie door.

Eerst. Voordat het einde komt, de dag van Jezus' wederkomst op aarde.

11

Markus 13:11  En wanneer zij u wegleiden om u over te leveren, weest tevoren niet bezorgd wat u zult spreken, maar al wat u op dat uur zal worden gegeven, spreekt dat; want u bent het niet die spreekt, maar de Heilige Geest. (Telos)

Wanneer zij u wegleiden om u over te leveren. Gelijk aan de Heer zelf zal worden gedaan.

U zult spreken. Zie vs. 9 ("tot een getuigenis"), 10 ("gepredikt").

14

Mr 13:14  Wanneer u nu de gruwel van de verwoesting zult zien staan waar het niet behoort, - laat hij die het leest erop letten! - laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen; (Telos)

De verzen 14-18 zijn een opvallend gedetailleerde aanwijzing voor een bepaalde groep uitverkorenen, te weten voor hen die in Judea wonen. Weer wil de Heer zijn discipelen bewaren. Uit de volgende verzen blijkt dat ze snel moet vluchten, zeer snel.

De gruwel van de verwoesting. Dat is een afgodsbeeld dat verwoesting brengt. Waarschijnlijk is dat het beeld van het Beest.

Staan waar het niet behoort. Te weten "in de heilige plaats" (Matth. 24:15), vermoedelijk in de voorhof van de herbouwde tempel, voor de hele wereld zichtbaar ("u ... zult zien staan").

Mattheüs 24:15  Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarvan gesproken is door de profeet Daniel, zult zien staan in de heilige plaats, -laat hij die het leest, erop letten! -laten dan zij die in Judea zijn, (Telos)

Laat hij die het leest erop letten! Vermoedelijk een toevoeging van de schrijver. Bedoeld voor de gelovigen die dan leven.

17

Mr 13:17 Wee echter de zwangeren en de zogenden in die dagen. (Telos)

Die kunnen niet zo snel (vzn. 15-16) wegkomen.

18

Mr 13:18 Bidt ook dat het niet ‘s winters gebeurt. (Telos)

Winterse omstandigheden maken het moeilijker om snel de wijk te nemen.

Blijkbaar kan ons gebed de tijd beïnvloeden wanneer dingen zullen gebeuren. De discipelen zullen dingen zien aankomen; de dingen komen niet onverwachts. Ze verwachten dat de gruwel der verwoesting in de tempel geplaatst wordt. Ze weten alleen niet wanneer. De tijd kunnen ze beïnvloeden door hun gebed.  

19

Markus 13:19  Want die dagen zullen zo’n verdrukking zijn als er niet geweest is van het begin van de schepping die God heeft geschapen, tot nu toe, en er geenszins meer zal komen. (Telos)

Zo'n verdrukking. Zie vs. 24. In Matth. 24 aangeduid door "een grote verdrukking".

Mattheüs 24: 21 Want er zal dan een grote verdrukking zijn zoals er niet geweest is van het begin van de wereld af tot nu toe en er ook geenszins meer zal komen.

20

Mr 13:20  En als de Heer die dagen niet had verkort, zou geen vlees behouden worden, maar ter wille van de uitverkorenen die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij die dagen verkort. (Telos)

Zou geen vlees behouden worden. Vermoedelijk bedoelt de Heer 'geen vlees op aarde', dus ruimer dan 'geen vlees in het land Israël' of 'geen vlees in Judea'. Want uit de oudtestamentische profetie weten wij dat het aantal mensen op aarde drastisch zal verminderen als gevolg van de oorlogen en natuurrampen.

Jes 24:6  Daarom verslindt een vloek de aarde en moeten haar bewoners boeten; daarom worden de bewoners der aarde door een gloed verteerd en blijven er weinig stervelingen over. (NBG51)

Behouden worden. Zie ook vers 13: wie zal volharden tot het einde, zal behouden worden.

Uitverkorenen. Zie vs. 22. Die in de Heer Jezus geloven en Zijn komst verwachten.

21

Mr 13:21  En als dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, zie, Hij is daar, gelooft het niet. (Telos)

De Heer Jezus herhaalt zijn waarschuwing. Misleiding was het eerste verschijnsel dat hij in zijn rede noemde, 13:6v. Misschien dat juist in de grote verdrukking valse christussen zich voordoen, valse verlossers.

Gelooft het niet. Want de verschijning van de Heer is uit de hemel, met grote kracht en heerlijkheid.

22

Mr 13:22  Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en tekenen en wonderen geven om zo mogelijk de uitverkorenen te misleiden. (Telos)

Tekenen en wonderen geven. Ook de komst van de Wetteloze "is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen".

2 Thessalonicenzen 2: 9 hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, (Telos)

De valse profeet van de eindtijd doet tekenen waarmee hij misleidt.

Openbaring 19: 20 En het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet die de tekenen in diens tegenwoordigheid had gedaan, waardoor hij hen misleidde die het merkteken van het beest ontvingen en die zijn beeld aanbaden. Levend werden deze twee geworpen in de poel van vuur die van zwavel brandt.

De uitverkorenen. Zie vs. 20.

23

Markus 13:23  Kijkt u echter uit! Van tevoren heb Ik u alles gezegd. (Telos)

Kijkt u echter uit. Vgl. vers 9: "Kijkt u echter uit voor uzelf". Zie ook vs 5, 33.

Van tevoren heb Ik u alles gezegd. Opdat wij/de leerlingen niet zouden wankelen, maar volharden en behouden zouden worden.

Nabeschouwing

Vier dingen springen in deze rede over de laatste dingen eruit als het gaat om de zorg die de Heer voor de zijnen heeft:

  1. de grote en massale religieuze misleiding: valse christussen, valse profeten, misleidende tekenen en wonderen
  2. de schrik en vrees die de uitverkorenen kunnen bevangen
  3. de vervolging waaraan zij zullen worden blootgesteld
  4. het gevaar dat de zijnen lopen zodra de gruwel van de verwoesting in de heilige plaats staat.

24

Markus 13:24 Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar schijnsel niet geven, (Telos)

Die verdrukking. Die uitzonderlijk grote verdrukking (vs. 19).

25

Markus 13:25  en de sterren zullen uit de hemel vallen en de krachten die in de hemelen zijn, zullen wankelen. (Telos)

Vgl. de vierde scheppingsdag: zon, maan en sterren. Zaken die ontstaan zijn in de scheppingsweek, zullen beroerd worden: aarde, zee, hemellichamen.

De sterren zullen uit de hemel vallen. Waarschijnlijk meteorieten e.d.

De krachten in de hemelen zijn, zullen wankelen. De zwaartekracht die de baan der planeten regeert? Geraken de planeten en asteroïden uit hun baan?

26

Mr 13:26 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in wolken, met grote kracht en heerlijkheid. (Telos)

Zij. De mensen van de wereld, of de mensen in Israël. “Zij” zijn niet de discipelen.

27

Mr 13:27  En dan zal Hij zijn engelen uitzenden en zijn uitverkorenen bijeenverzamelen uit de vier windstreken van [het] einde van [de] aarde tot [het] einde van [de] hemel. (Telos)

En dan zal Hij zijn engelen uitzenden. Dat lijkt te volgen op zijn verschijning. Bij zijn verschijning zal hij vergezeld zijn van de engelen. Deze zullen vervolgens de uitverkorenen bijeenverzamelen.

Einde. Of 'uiterste'. Het gebruikte Griekse woord het bijvoeglijk naamwoord ακρον, akron. Het betekent: de verste grenzen, uiterste delen, einde, hoogste[2]. Het komt 6x voor in het Nieuwe Testament: Het strongnummer is G206. Het woord komt voor, onder andere in de volgende verzen:

Mattheüs 24:31  En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal, en zij zullen zijn uitverkorenen bijeenverzamelen uit de vier windstreken, van de uitersten van de hemelen tot de andere uitersten daarvan. (Telos)

Hebreeën 11:21  Door het geloof zegende Jakob bij zijn sterven elk van de zonen van Jozef en hij aanbad leunend op het uiteinde van zijn staf. (Telos)

Lukas 16:24  En hij riep de woorden: Vader Abraham, erbarm u over mij en zend Lazarus om de top van zijn vinger in water te dopen en mijn tong te verkoelen, want ik lijd smart in deze vlam. (Telos)

[Het] einde van [de] aarde.

Mattheüs 12: 42 De koningin van het Zuiden zal worden opgewekt in het oordeel met dit geslacht en het veroordelen, want zij kwam van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen; en zie, meer dan Salomo is hier!

[Het] einde van [de] hemel.

Deuteronomium 30: 4 Al waren uw verdrevenen aan het einde van de hemel, van daar zal u de HEERE, uw God, verzamelen, en van daar zal Hij u nemen.

Waar de uitverkorenen zich ook bevinden, ze zullen vandaar worden vergaderd.

28

Markus 13:28 Leert nu van de vijgenboom deze gelijkenis: Wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. (Telos)

Voortekenen van de naderende zomer. Vgl. de weeën van vers 8: voortekenen van de komst van Gods koninkrijk.

Leert nu. Deze les geleerd hebbend, zijn de discipelen beter toegerust om stand te houden, de rampen van de eindtijd te doorstaan, te volharden tot het einde, tot de komst van het Koninkrijk van God.

Veel uitleggers vatten de vijgenboom hier op als een zinnebeeld van Israël. Kijk naar Israel, de vijgenboom! Israel is het teken van de tijd. We zien dat Israël bezig is te herstellen, niet alleen nationaal: in Israël komen steeds meer mensen tot geloof in de Heer Jezus. Het leven ritselt. De takken worden zacht, de bladeren spruiten uit: de zomer nadert.

29

Markus 13:29  Zo ook u, wanneer u deze dingen zult zien gebeuren, weet dan dat het nabij is, voor de deur. (Telos)

Weet dan. Zie ook vs. 28.

30

Mr 13:30  Voorwaar, Ik zeg u: dit geslacht zal geenszins voorbijgaan totdat al deze dingen zijn gebeurd. (Telos)

Dit geslacht. Mogelijke verwijzing: de generatie die de genoemde gebeurtenissen meemaakt. In één generatie gebeurt het alles. Andere geopperde mogelijke verwijzingen:

1. Jezus' generatie, de toenmalige. Dit moet onjuist zijn, omdat "al deze dingen" toen niet zijn gebeurd.

2. het mensengeslacht van alle eeuwen vóór de wederkomstkomst van de Heer; dit slag mensen.

3. de Israëlieten van alle eeuwen vóór de wederkomst van de Heer, waarna de wedergeboorte van Israël plaatsvindt.

Al deze dingen. De gebeurtenissen die voorafgaan aan Zijn komst en Zijn komst zelf

32

Markus 13:32  Van die dag of dat uur echter weet niemand, ook de engelen in [de] hemel niet, ook de Zoon niet, behalve de Vader. (Telos)

Die dag of dat uur. Van Jezus' wederkomst in de wereld. Grond: het voorgaande en het navolgende. We weten alleen of de dag of dat uur "nabij is, voor de deur" (vs. 29).

Waakt! (33-37)

33

Markus 13:33  Kijkt u uit, waakt <en bidt>; want u weet niet wanneer het de tijd is: (Telos)

Wat moeten we doen met het oog op de toekomst? Weten (vzn. 28, 29), uitkijken, waken (W-U-W).

Kijkt u uit. Zie vzn. 5, 9, 23. Kijkt u uit voor uzelf. Wordt niet misleid door een valse christus of valse profeet (vs. 5-6, 21-22); helaas zullen velen worden misleid (vs. 6). Ze azen ook op de uitverkorenen (vs. 22).

Waakt. Zie ook vs. 35, 37. Waken staat tegenover slapen (36). Wie waakt ziet dingen gebeuren en wordt niet overvallen.

<En bidt>. Deze woorden ontbreken in sommige handschriften en schijnen een latere toevoeging te zijn.

U weet niet wanneer het de tijd is. De tijd van Christus' wederkomst. Zie vs. 32 (die dag of dat uur zijn onbekend). De Heer komt 'plotseling' (36). We kunnen alleen "dat het nabij is, voor de deur" (29).

34

Markus 13:34  zoals een mens die buitenslands gaat, zijn huis verlaat en aan zijn slaven macht geeft, aan ieder zijn werk, en de deurwachter gebiedt te waken.(Telos)

Buitenslands. De Heer was zich bewust van zijn aanstaande vertrek naar de hemel. De hemel is voor ons buitenland.

Macht. Gezag, bevoegdheid. Waartoe, waarvoor? Bijvoorbeeld om te vergeven in de naam van Jezus. Of om boze geesten uit te drijven. Of om zieken te genezen.

Gebiedt te waken. Zie vs. 33, 35, 37.

35

Markus 13:35  Waakt dan! Want u weet niet wanneer de heer van het huis komt, ‘s avonds of te middernacht of met het hanengekraai of ‘s morgens vroeg; (Telos)

Waakt dan! Zie vs. 33, 37. Waarom waken? Omdat we niet weten. Als je weet, kun je de wekker zetten.

Want u weet niet. Niet wanneer (vgl. 32: dag of uur niet weten); we kunnen alleen de voortekenen van 's Heren wederkomst kennen (vs. 29: "weet dan dat het nabij is"). Omdat we niet weten, moeten we waken.

Wanneer de heer van het huis komt. Vs. 32: dag en uur zijn onbekend.

's Avonds enz. Opvallend is dat de donkere uren worden genoemd en de uren waarin het begint te dagen. In elk geval komt de Heer wanneer in meer of mindere mate donker is. Hij komt in donkere tijden terug. De Heer Jezus duidt de vier Romeinse nachtwaken aan,

Mr 13:35 Waakt dan! Want u weet niet wanneer de heer van het huis komt, ‘s avonds of te middernacht of met het hanengekraai of ‘s morgens vroeg; (Telos)

Twee van de vier nachtwaken noemt hij in:

Lu 12:38 En als hij in de tweede of als hij in de derde nachtwaak komt en hen zo vindt, gelukkig zijn die slaven. (Telos)

36

Markus 13:36  opdat hij, als hij plotseling komt, u niet in slaap vindt. (Telos)

Als hij plotseling komt. En dat komt Hij, want dag en uur zijn ons onbekend (32), we weten niet wanneer het de tijd is (33).

37

Markus 13:37  Wat Ik nu tot u zeg, zeg Ik tot allen: Waakt! (Telos)

Waakt! Zie vs. 33, 34, 35.

Nabeschouwing (33-37)

In dit gedeelte gaat het vooral over waken. Het perspectief is dat van een Heer des huizes en zijn slaven. Merk het verschil op met:

Mr 13:26 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in wolken, met grote kracht en heerlijkheid. (Telos)

In vs. 26 staat "zij", niet “jullie”. Daar verschijnt de Heer aan de wereldlingen. Hier, vanaf 13:33, komt de Heer bij de zijnen in Zijn huis. Dáár, in de wereld, volgen de gebeurtenissen elkaar op en verschijnt de Heer wanneer het duister is. De gebeurtenissen zijn zo vreselijk, dat het om lijfsbehoud gaat. Hier, in het huis van de Heer, zien we dingen gebeuren en zich aftekenen, maar weten we niet wanneer Hij komt. We lopen zelfs kans te slapen.  

  1. Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  2. Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.