Mattheüs 22

Uit Christipedia

Mattheüs 22, een hoofdstuk van het Evangelie naar Mattheüs, wordt hier samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.

Hoofdstukken die zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:
Mattheüs: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28

Samenvatting

1-14 Gelijkenis van de bruiloft (roeping, kledij). 15-22 Strikvraag over de keizerlijke belasting. 23-33 Vraag van de Sadduceeën over de opstanding. 34-40 Vraag van een Farizeeër naar het grote gebod. 41-46 Jezus vraagt de Farizeeën over de Christus.

2

2 Het koninkrijk der hemelen is gelijk geworden aan een koning die een bruiloft voor zijn zoon aanrichtte. (Telos) 

Een bruiloft voor zijn zoon aanrichtte. Een bruiloft werden gewoonlijk aangericht en gevierd in het huis van de bruidegom. Zijn ouders waren verantwoordelijk voor de organisatie van het feest[1].

Zijn zoon. De Heer Jezus doelt op zichzelf.

3

3 En hij zond zijn slaven uit om de genodigden te roepen tot de bruiloft, en zij wilden niet komen. (Telos) 

Zijn slaven. De slaven van God, de discipelen van Jezus. Vergelijk:

Mt 10:5 Deze twaalf zond Jezus uit en Hij beval hun aldus: Gaat niet heen op een weg van de volken en gaat geen stad van Samaritanen binnen; (Telos)

Lu 10:1 Daarna nu stelde de Heer nog twee en zeventig anderen aan en zond hen twee aan twee voor Zich uit naar elke stad en plaats waar Hijzelf zou komen. (Telos)

De genodigden. De genoden zijn zij die reeds vooraf tot deelneming waren uitgenodigd, een algemene uitnodiging hadden ontvangen. De genodigden in de gelijkenis staan voor de aanzienlijken onder het volk: de overpriesters en oudsten. Het was nu de tweede uitnodiging[2]. In die tijd was het in hogere kringen gebruikelijk een algemene uitnodiging te zenden en later, als alle voorbereidingen waren getroffen, de preciese tijd en plaats aan te kondigen of zelfs de gasten te halen[1]. Zo werd Haman opgehaald voor de maaltijd door Esther bereid.

Es 6:14  Terwijl zij nog met hem spraken, kwamen de hovelingen van de koning er aan en zij haastten zich om Haman naar de maaltijd te brengen die Esther had aangericht. (HSV)

De genodigden kregen bij de tweede uitnodiging te horen dat alles gereed was (vs. 4).

De eerste uitnodiging in het Oude Testament, door Mozes en de profeten, was een uitnodiging tot het feest in het algemeen, de tweede uitnodiging kwam door Johannes de Doper, door Christus zelf zowel als door de van Hem uitgezonden 12 apostelen en 70 discipelen, zo ook door allen die de kracht van de Heer Jezus aan zichzelf ervaren hadden, die door Zijn woord krachtig aangegrepen waren en het gerucht van Hem in het gehele land verbreidden[3].

Op de uitnodiging van de koning en nog wel voor de bruiloft van zijn zoon weigeren te komen was uiteraard zeer onbeleefd[1].

Te roepen.

Opb 19:7  Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; (...) Opb 19:9  En hij zei tot mij: Schrijf: gelukkig zij die geroepen zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam. En hij zei tot mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God. (Telos)

Zij wilden niet komen.

Mt 23:37  Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en hen stenigt die tot u zijn gezonden, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen bijeenverzamelen, zoals een hen haar kuikens bijeenverzamelt onder haar vleugels, en u hebt niet gewild. (Telos)

4

4 Opnieuw zond hij andere slaven uit en zei: Zegt aan de genodigden: Zie, mijn middagmaal heb ik gereedgemaakt, mijn ossen en mijn gemeste beesten zijn geslacht en alles is gereed; komt tot de bruiloft. (Telos) 

Andere slaven. Zij zijn mogelijk de evangelisten en leraars (Paulus, Barnabas, Apollos e.a.), gezonden na de slachting van Christus, het Lam van God. Hier wordt immers voor het eerst gesproken over geslachte dieren.

Zegt aan de genodigden. Dit is de derde uitnodiging, ditmaal een herinnering en oproep.

Mijn middagmaal. Het begin van het feest. Deze maaltijd is een voorproefje van de hoofdmaaltijd[1].

Bij de ouden werd het ontbijt, waaraan wij bij deze "maaltijd" moeten denken, op het negende uur genomen daarmee moest de rij van de bruiloftsmaaltijd beginnen, daarin wordt de gedachte uitgedrukt, dat het in het koninkrijk van de hemelen van het ene genot tot het andere, van de ene zaligheid tot een hogere gaat.[2]

Alles is gereed. Het Lam is geslacht, het verlossingswerk is volbracht, alles is voor ons gereed.

Vergelijk wat gezegd wordt van de Wijsheid:

Spr 9:2  Zij heeft Haar slachtvee geslacht. Zij heeft Haar wijn gemengd; ook heeft Zij Haar tafel toegericht. (...) Spr 9:5  Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van de wijn, [dien] Ik gemengd heb. (CP[4])

5

5 Zij sloegen er echter geen acht op en gingen weg, de een naar zijn eigen akker, de ander naar zijn koophandel; (Telos) 

Zij sloegen er echter geen acht op. De onwil (3), nu de onverschilligheid, later zelfs mishandeling van de slaven (6).

Heb 2:3  hoe zullen wij ontkomen als wij zo’n grote behoudenis veronachtzamen, waarover aanvankelijk gesproken is door de Heer en die aan ons bevestigd is door hen die het gehoord hebben, (Telos)

De een naar zijn eigen akker, de ander naar zijn koophandel. Helaas stelden ze verkeerde prioriteiten. Koophandel (een commerciële 'roversbende') was er in de tempel, toen Jezus de tempel reinigde. Familiebanden en aardse bezittingen kunnen het volgen van de Heer verhinderen.

Mt 10:35  Want Ik ben gekomen om een man op te zetten tegen zijn vader, een dochter tegen haar moeder, en een schoondochter tegen haar schoonmoeder; Mt 10:36  en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn. Mt 10:37  Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; Mt 10:38  en wie zijn kruis niet opneemt en Mij navolgt, is Mij niet waard. (Telos)

Mt 6:24  Niemand kan twee heren dienen, want hij zal of de een haten en de ander liefhebben, of zich aan de een hechten en de ander verachten. U kunt niet God dienen en Mammon. (Telos)

10

10 En die slaven gingen naar buiten naar de wegen en brachten allen samen die zij vonden, zowel bozen als goeden; en de bruiloft werd vol met hen die aanlagen. (Telos) 

Werd vol. Vergelijk:

Ro 11:25 Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend is, opdat u niet wijs bent in eigen oog, dat er voor een deel over Israel verharding is gekomen, totdat de volheid van de volken is ingegaan; (TELOS)

24

44 ‘De Heer heeft tot mijn Heer gezegd: Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden onder uw voeten stel’? (Telos)

Uw vijanden. De Heer Jezus stelde de vraag aan de farizeeën (vers 41) - zijn vijanden! De woorden van God zouden gesproken worden na de verwerping, de dood, de opstanding en de hemelvaart van de Heer Jezus. Zijn dood was nabij, evenals zijn verhoging. Hij was in de laatste week van zijn levenswandel op aarde.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 1,3 Gijs van den Brink, The Gospel according to Matthew (1997).
  2. 2,0 2,1 Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901).
  3. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 29 mei 2023.
  4. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.