Mattheüs 2

Uit Christipedia

Mattheüs 2, een hoofdstuk van het Evangelie naar Mattheüs, wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages ervan worden becommentarieerd.

Hoofdstukken die zijn samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:
Mattheüs: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28

Samenvatting

1-12 Bezoek van wijzen uit het oosten. 1-2 Wijzen uit het oosten, die ‘zijn ster’ hebben gezien, komen in Jeruzalem om de nieuw geboren koning te huldigen. 3-6 Koning Herodes laat zich door overpriesters en Schriftgeleerden inlichten dat de Christus in Bethlehem geboren zal worden. 7-8 Hij vraagt de wijzen naar de tijd van het verschijnen van de ster en verzoekt hen na hun bezoek aan het kind terug te komen en hem te berichten. 9-12 De wijzen vinden, onder geleide van de ster, het kind en huldigen het. Op een Goddelijke aanwijzing keren ze zonder Herodes te berichten terug naar hun land. 13-23 Op aanwijzing van een engel vluchten Jozef en Maria en hun kind naar Egypte om daar tijdelijk te verblijven. Koning Herodes laat in Bethlehem en omgeving alle jongens van twee jaar en daaronder vermoorden. Na diens dood keren Jozef en zijn gezin, op een aanwijzing van een engel, terug. Zij vestigen zich niet in het gebied van Herodes’ zoon Archelaüs, maar in Nazareth in Galilea.

1

Mt 2:1 Toen nu Jezus was geboren in Bethlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het oosten kwamen naar Jeruzalem (Telos)

In Bethlehem in Judea. Overeenkomstig een oude profetie (5v.)

Wijzen. Lett. 'magiërs'. Hun aantal wordt nergens in het Nieuwe Testament vermeld. Het zijn sterrenkijkers, die de sterren bestudeerden. Het zijn geen astrologen, die horoscopen bestuderen. Uit wat er in de sterrenwereld te zien was en wellicht mede op grond van de Joodse overlevering die hen van de nakomelingen van Joodse ballingen bekend was, trokken ze de conclusie dat de koning der Joden was geboren.

Nu 24:17  Ik zal hem zien, maar nu niet; ik zal hem aanschouwen, maar niet nabij. Er zal een ster voortkomen uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen; die zal de palen der Moabieten verslaan, en zal al de kinderen van Seth verstoren. (SV)

2

Mt 2:2 en zeiden: Waar is de koning der Joden die geboren is? Want wij hebben zijn ster gezien in het oosten en zijn gekomen om Hem te huldigen. (Telos)

De koning der Joden. Niet 'de Christus'.

Zijn ster.

Nu 24:17  Ik zal hem zien, maar nu niet; ik zal hem aanschouwen, maar niet nabij. Er zal een ster voortkomen uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen; die zal de palen der Moabieten verslaan, en zal al de kinderen van Seth verstoren. (SV)

Later zal Jezus Zichzelf noemen 'de blinkende morgenster' (Opb. 22:16) en belooft hij de morgenster te geven aan wie overwint.

Om Hem te huldigen. Met geschenken. Voorafschaduwing van de huldiging die Hem eens door de heidenvolken zal worden gebracht.

Jes 60:3  En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot den glans, die u is opgegaan. (SV)

Ps 72:10 De koningen van Tharsis en de eilanden zullen geschenken aanbrengen; de koningen van Scheba en Seba zullen vereringen toevoeren. (...) Ps 72:15 En hij zal leven; en men zal hem geven van het goud van Scheba, en men zal geduriglijk voor hem bidden; den gansen dag zal men hem zegenen. (SV)

3

Mt 2:3  Toen nu koning Herodes dit hoorde, werd hij ontsteld en heel Jeruzalem met hem; (Telos)

Werd hij ontsteld en heel Jeruzalem met hem. Wellicht zal eens ook de apocalyptische valse profeet en met hem Jeruzalem ontstellen op de wederkomst en verschijning van Israëls verworpen koning.

4

Mt 2:4  en hij liet alle overpriesters en schriftgeleerden van het volk bijeenkomen en deed bij hen navraag waar de Christus geboren zou worden. (Telos)

De Christus. 'De koning der Joden' (vs. 2) wordt door Herodes verbonden met de Joodse messiasverwachting: die 'koning der Joden', wiens komst door de hemel zou zijn verkondigd, moet de door de Joden langverwachte messias zijn.

5

Mt 2:5  En zij zeiden tot hem: In Bethlehem in Judea; want zo is er geschreven door de profeet: (Telos)

In Bethlehem in Judea. Zie vs. 1.

De profeet. De profeet Micha.

6

Mt 2:6  ‘En u, Bethlehem, land van Juda, bent zeker niet de geringste onder de vorsten van Juda; want uit u zal een leidsman voortkomen, die mijn volk Israël zal hoeden’. (Telos)

Leidsman.

Hnd 5:31  Deze heeft God als Overste Leidsman en Heiland door zijn rechterhand verhoogd om aan Israël bekering en vergeving van zonden te geven. (Telos)

Heb 2:10  Want het paste Hem, om Wie alle dingen zijn en door Wie alle dingen zijn, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te leiden, de overste leidsman van hun behoudenis door lijden volmaakte. (Telos)

Heb 12:2  terwijl wij zien op Jezus, de overste leidsman en de voleinder van het geloof, die om de vreugde die voor Hem lag, het kruis heeft verdragen, terwijl Hij de schande heeft veracht, en die is gaan zitten aan de rechterzijde van de troon van God. (Telos)

7

Mt 2:7  Toen riep Herodes in het geheim de wijzen en onderzocht bij hen nauwkeurig de tijd van het verschijnen van de ster; (Telos)

De tijd van het verschijnen van de ster. Herodes liet kort daarop alle kinderen in Bethlehem met de leeftijd tot 2 jaar ombrengen. Misschien hadden de wijzen hem verteld dat de ster een jaar geleden zichtbaar was geworden en naam Herodes een jaar ervoor en erna als tijdruimte.

8

Mt 2:8  en hij zond hen naar Bethlehem en zei: Gaat heen en vraagt nauwkeurig naar het kind; en als u het vindt, bericht het mij, opdat ik ook kom om het te huldigen. (Telos)

Opdat ik ook komen om het te huldigen. De huichelaar, want hij wilde het kind uit de weg ruimen.

9

Mt 2:9 Zij nu hoorden de koning aan en gingen weg; en zie, de ster die zij in het oosten hadden gezien, ging voor hen uit, totdat zij kwam en boven de plaats bleef staan waar het kind was. (Telos)

Die ster ... ging voor hen uit, totdat zij kwam en boven de plaats bleef staan waar het kind was. Een 'leidstar'. Als dit een natuurverschijnsel is, dan is het door een engel is gestuurd.

10

Mt 2:10  Toen zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde. (Telos)

Eindelijk hadden zij de plaats bereikt waarheen de ster hen geleid had

11

Mt 2:11 En toen zij het huis waren binnengegaan, zagen zij het kind met Maria, zijn moeder, en zij vielen neer en huldigden het; en zij openden hun schatten en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. (Telos)

Met blijdschap (vs. 10) bogen zij zich neer voor het koninklijk kind. Zij huldigden het. Daarna bieden zij stoffelijke geschenken. Hartelijke aanbidding komt eerst, dan stoffelijke gaven.

Deze heidenen zijn een zinnebeeld van de heidenvolken die eens de Messias met geschenken zullen huldigen in het messiaanse Vrederijk.

Ps 72:10 De koningen van Tharsis en de eilanden zullen geschenken aanbrengen; de koningen van Scheba en Seba zullen vereringen toevoeren. (...) Ps 72:15 En hij zal leven; en men zal hem geven van het goud van Scheba, en men zal geduriglijk voor hem bidden; den gansen dag zal men hem zegenen. (SV)

Goud, wierook en mirre. Een edelmetaal en reukstoffen. Goud spreekt van goddelijke heerlijkheid. Wierook spreekt misschien van de levenshouding en levenswandel van Jezus, waarin God behagen had. Mirre spreekt van de ellende van het lijden, waarin Christus evenwel een liefelijke reuk voor God was.

Efe 5:2  en wandelt in liefde, zoals ook Christus ons heeft liefgehad en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offerande en een slachtoffer voor God tot een welriekende reuk. (Telos)

15

Mt 2:15  En hij was daar tot de dood van Herodes; opdat vervuld werd wat door de Heer gesproken is door middel van de profeet, die zei’: Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen’. (Telos)

De terugkeer was voorzegd door de profeet Hosea:

Hos 11:1 Toen Israël een kind was, had Ik hem lief, en uit Egypte heb Ik Mijn zoon geroepen. (HSV)