Markus 16: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Marc. 16:7 == Mr 16:7  Maar gaat heen, zegt aan zijn discipelen en aan Petrus: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u Hem zien, zo...')
 
 
(5 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Evangelie naar Markus|Bijbelboekpagina=Evangelie naar Markus|Bijbelboek=Markus|Aantalhoofdstukken=16|Aantalverzen=20}}
{{Commentaar hoofdstuk}}
== Samenvatting ==
''1-8'' Drie vrouwen gaan naar het graf van Jezus, vinden het geopend, ontmoeten er een engel, die zegt dat Jezus is opgewekt. Ze vluchten en zeggen uit vrees niemand iets. ''9-11'' Jezus verschijnt aan Maria Magdalena. De discipelen echter geloven haar getuigenis niet. 12- Jezus verschijnt aan twee discipelen
 
== Marc. 16:71 ==
{{BVP|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=16|Vanaf_vers=1|Tot_vers=1}} (Telos)
Mr 16:7  Maar gaat heen, zegt aan zijn discipelen en aan Petrus: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u Hem zien, zoals Hij u heeft gezegd. (Telos)
'''Maria Magdalena.''' Zie 15:40, 47.<blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=15|Vanaf_vers=40|Tot_vers=40}}(...) ''{{BVP|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=15|Vanaf_vers=47|Tot_vers=47}}''</blockquote>'''Maria, de [moeder] van Jakobus.''' Zie 15:40, 47. In 15:47 heet zij "de moeder van Joses".
'''En aan Petrus.''' Zijn naam wordt uitdrukkelijk genoemd. Wellicht moest de engel dit ook doen. [[Petrus]] kon menen dat de Heer hem niet meer als discipel wilde hebben, doch de Heer wilde hem bewaren en herstellen.
 
'''Salóme.''' <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=15|Vanaf_vers=40|Tot_vers=40}}</blockquote>
 
== 2 ==
{{BVP|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=16|Vanaf_vers=2|Tot_vers=2}} (Telos)
'''Zeer vroeg op de eerste dag van de week ... toen de zon opging.''' Zeer vroeg op die zondagochtend.
 
'''Toen de zon opging.''' En het ware Licht der wereld inmiddels was opgegaan.
 
== 6 ==
{{BVP|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=16|Vanaf_vers=6|Tot_vers=6}} (Telos)
'''De gekruisigde.''' Wat moet het voor deze engel en voor de andere heilige engelen zijn geweest, om te zien of te weten dat hun heer in mensengestalte gekruisigd is, een (voor mensen) schandelijk einde op aarde heeft gehad, "met de overtreders is geteld geweest" (Jes. 53:12). <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Jesaja|Hoofdstuk=53|Vanaf_vers=8|Tot_vers=9}}(...) ''{{BVP|Bijbelboek=Jesaja|Hoofdstuk=53|Vanaf_vers=12|Tot_vers=12}}''</blockquote>'''Waar zij Hem hebben gelegd.''' 15:46 "legde Hem in een graf". <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=15|Vanaf_vers=46|Tot_vers=46}}</blockquote>Dat 'zij' en 'hij' is niet met elkaar in tegenspraak: 1. mogelijk had hij helpers; 2. of mogelijk deden anderen het, door hem daartoe opgedragen,
 
== 7 ==
Mr 16:7  Maar gaat heen, zegt aan zijn discipelen en aan Petrus: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u Hem zien, zoals Hij u heeft gezegd. (Telos)
'''En aan Petrus.''' Zijn naam wordt uitdrukkelijk genoemd. Wellicht moest de engel dit ook doenzo zeggen. [[Petrus]] kon menen dat de Heer hem niet meer als discipel wilde hebben, doch de Heer wilde hem bewarenbehouden en herstellen.
 
== 12 ==
{{BVP|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=16|Vanaf_vers=12|Tot_vers=12}} (Telos)
'''Openbaarde Hij Zich.''' Zie vs. 14
 
'''In een andere gedaante.''' Dit betekent dat Jezus niet steeds in dezelfde gedaante verscheen. Johannes zal Hem op Patmos in verschillende gedaantes aanschouwen: als Rechter (Opb. 1:12-17) en als een geslacht Lam (Opb. 5:6). <blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Openbaring|Hoofdstuk=1|Vanaf_vers=12|Tot_vers=17}}</blockquote><blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Openbaring|Hoofdstuk=5|Vanaf_vers=6|Tot_vers=6}}</blockquote>
 
== 14 ==
{{BVP|Bijbelboek=Markus|Hoofdstuk=16|Vanaf_vers=14|Tot_vers=14}} (Telos)
'''Openbaarde Hij Zich.''' Zie vs. 12.

Huidige versie van 31 mei 2024 om 14:16

Markus 16 is een hoofdstuk van Evangelie naar Markus, een geschrift in de Bijbel, en telt 20 verzen.

Hoofdstukken van Evangelie naar Markus samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16
Verzen van Markus 16 becommentarieerd: · 1 · 2 · 6 · 7 · 12 · 14

Samenvatting

1-8 Drie vrouwen gaan naar het graf van Jezus, vinden het geopend, ontmoeten er een engel, die zegt dat Jezus is opgewekt. Ze vluchten en zeggen uit vrees niemand iets. 9-11 Jezus verschijnt aan Maria Magdalena. De discipelen echter geloven haar getuigenis niet. 12- Jezus verschijnt aan twee discipelen

1

 16: 1 En toen de sabbat voorbij was, kochten Maria Magdalena, Maria, de [moeder] van Jakobus, en Salome specerijen om Hem te komen zalven.  (Telos)

Maria Magdalena. Zie 15:40, 47.

Markus 15: 40 Nu stonden er ook vrouwen uit de verte toe te zien, onder wie ook Maria Magdalena was en Maria, de moeder van Jakobus de kleine en van Joses, en Salóme, (...) 15: 47 Maria Magdalena nu en Maria, de [moeder] van Joses, zagen waar Hij gelegd was.

Maria, de [moeder] van Jakobus. Zie 15:40, 47. In 15:47 heet zij "de moeder van Joses". Salóme.

Markus 15: 40 Nu stonden er ook vrouwen uit de verte toe te zien, onder wie ook Maria Magdalena was en Maria, de moeder van Jakobus de kleine en van Joses, en Salóme,

2

 16: 2 En zeer vroeg op de eerste dag van de week kwamen zij bij het graf, toen de zon opging.  (Telos)

Zeer vroeg op de eerste dag van de week ... toen de zon opging. Zeer vroeg op die zondagochtend.

Toen de zon opging. En het ware Licht der wereld inmiddels was opgegaan.

6

 16: 6 Hij zei echter tot hen: Weest niet ontsteld. U zoekt Jezus de Nazarener, de gekruisigde; Hij is opgewekt, Hij is hier niet; zie, de plaats waar zij Hem hebben gelegd.  (Telos)

De gekruisigde. Wat moet het voor deze engel en voor de andere heilige engelen zijn geweest, om te zien of te weten dat hun heer in mensengestalte gekruisigd is, een (voor mensen) schandelijk einde op aarde heeft gehad, "met de overtreders is geteld geweest" (Jes. 53:12).

Jesaja 53: 8 Hij is uit de angst en uit het gericht weggenomen; en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? Want Hij is afgesneden uit het land der levenden; om de overtreding van Mijn volk is de plaag op Hem geweest. 9 En men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is. (...) 53: 12 Daarom zal Ik Hem een deel geven van velen, en Hij zal de machtigen als een roof delen, omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in de dood, en met de overtreders is geteld geweest, en Hij veler zonden gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden heeft.

Waar zij Hem hebben gelegd. 15:46 "legde Hem in een graf".

Markus 15: 46 En na een stuk linnen gekocht te hebben nam hij Hem af, wikkelde Hem in het stuk linnen en legde Hem in een graf dat uit een rots was gehouwen, en hij wentelde een steen voor de ingang van het graf.

Dat 'zij' en 'hij' is niet met elkaar in tegenspraak: 1. mogelijk had hij helpers; 2. of mogelijk deden anderen het, door hem daartoe opgedragen,

7

16:7  Maar gaat heen, zegt aan zijn discipelen en aan Petrus: Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u Hem zien, zoals Hij u heeft gezegd. (Telos)

En aan Petrus. Zijn naam wordt uitdrukkelijk genoemd. Wellicht moest de engel dit ook zo zeggen. Petrus kon menen dat de Heer hem niet meer als discipel wilde hebben, doch de Heer wilde hem behouden en herstellen.

12

 16: 12 Na deze dingen nu openbaarde Hij Zich in een andere gedaante aan twee van hen, terwijl zij wandelden en naar het veld gingen.  (Telos)

Openbaarde Hij Zich. Zie vs. 14

In een andere gedaante. Dit betekent dat Jezus niet steeds in dezelfde gedaante verscheen. Johannes zal Hem op Patmos in verschillende gedaantes aanschouwen: als Rechter (Opb. 1:12-17) en als een geslacht Lam (Opb. 5:6).

Openbaring 1: 12 En ik keerde mij om, om de stem te zien die met mij sprak en toen ik mij had omgekeerd, zag ik zeven gouden kandelaars; 13 en in het midden van de kandelaars iemand, de Zoon des mensen gelijk, bekleed met een gewaad tot de voeten en aan de borst omgord met een gouden gordel, 14 en zijn hoofd en haar als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam 15 en zijn voeten aan blinkend koper gelijk, als gloeiden zij in een oven, en zijn stem als een gedruis van vele wateren. 16 En Hij had in zijn rechterhand zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard, en zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht. 17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste,

Openbaring 5: 6 En ik zag in het midden van de troon en van de vier levende wezens en in het midden van oudsten een Lam staan als geslacht; het had zeven horens en zeven ogen, welke zijn de zeven Geesten van God, uitgezonden over de hele aarde.

14

 16: 14 Later <nu> openbaarde Hij Zich aan de elven terwijl zij aanlagen, en verweet [hun] hun ongeloof en hardheid van hart, omdat zij hen die Hem hadden gezien nadat Hij was opgewekt, niet hadden geloofd.  (Telos)

Openbaarde Hij Zich. Zie vs. 12.