Johannes 4: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 23: Regel 23:
''Joh 3:22 Daarna kwam Jezus met zijn discipelen in het land van Judea en hield Zich daar met hen op en doopte. (Telos)''
''Joh 3:22 Daarna kwam Jezus met zijn discipelen in het land van Judea en hield Zich daar met hen op en doopte. (Telos)''
[[Bestand:Jezus reizen van Galilea naar Judea (Access Foundation).jpg|geen|miniatuur|1347x1347px]]
[[Bestand:Jezus reizen van Galilea naar Judea (Access Foundation).jpg|geen|miniatuur|1347x1347px]]

== 5 ==
Joh 4:5  Hij kwam dan bij een stad in Samaria, Sichar geheten, dicht bij het veld dat Jakob zijn zoon Jozef had gegeven. En daar was de bron van Jakob. (Telos)
'''Het veld dat Jakob zijn zoon Jozef had gegeven.''' Jakob had dat veld gekocht van de zonen van [[Hemor]], de vader van [[Sichem]]. Hij had het in zijn laatste wilsbeschikking aan Jozef gegeven.

''Ge 48:22 En ik heb u een stuk lands gegeven boven uw broederen; hetwelk ik, met mijn zwaard en met mijn boog, uit de hand der Amorieten genomen heb. (SV)''

In dat veld zijn de beenderen van Jozef begraven.

''Joz 24:32 En de beenderen van Jozef, die de Israëlieten uit Egypte meegenomen hadden, begroeven zij in Sichem, op het stuk land dat Jakob voor honderd geldstukken gekocht had van de zonen van Hemor, de vader van Sichem. Het was namelijk erfelijk bezit van de zonen van Jozef geworden. (HSV)''

'''De bron van Jakob.''' Deze bron was enigszins zuidelijk van het bij Sichem gelegen grafteken van Jozef. Jakob had de bron gegraven, toen hij dat stuk in bezit had. De Samaritanen hielden de bron in grote achting (vgl. vs. 12). [[Bestand:Gerizim gezien vanaf de Ebal.jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|''Foto boven:'' De Berg Gerizim gezien vanaf de berg Ebal, ca. 1915. Op de weg die om de berg slingert heeft vermoedelijk<ref>Dat de Heer daar gelopen heeft, zegt de oude beschrijving bij de foto, zie [https://www.flickr.com/photos/osucommons/4879799142/in/photostream/ https://www.flickr.com/photos/osucom...n/photostream/].</ref> de Heer Jezus met zijn leerlingen gelopen, op weg van Judea naar Galilea. Aan de voet van de Gerizim ligt het dorp Askar, misschien gelijk aan het Nieuwtestamentische [[Sichar]], waar de leerlingen voedsel gingen kopen (Joh. 4:8). In kleine ommuurde plek links van het dorp is 'de bron van Jacob' (Joh. 4), waar de Heer met de Samaritaanse sprak.|koppeling=https://www.christipedia.nl/wiki/Bestand:Gerizim_gezien_vanaf_de_Ebal.jpg]]

== 6 ==
Joh 4:6  Jezus dan was vermoeid van de reis en ging zo bij de bron zitten. Het was ongeveer het zesde uur. (Telos)
'''Ging zo bij de bron zitten.''' Zijn behoefte om uit te rusten volgend, terwijl de Vader tot Hem de vrouw voerde, waarmee Hij het later volgende gesprek heeft gehad.

'''Het was ongeveer het zesde uur.''' Volgens de Joodse wijze van rekenen (1:39), dus ongeveer 12 uur ‘s middags, dus geen tijd waarin men zou hebben kunnen verwachten dat de vrouw tot de fontein zou komen.

== 8 ==
Joh 4:8  (Want zijn discipelen waren weggegaan naar de stad om voedsel te kopen.) (Telos)
'''De stad.''' Sichar (vs. 5)

== 10 ==
Joh 4:10  Jezus antwoordde en zei tot haar: Als u de gave van God kende en Wie Hij is die tot u zegt: Geef Mij te drinken, dan zou u aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven. (Telos)
'''De gave van God.''' Het water des levens, ja, de Zoon van God zelf, aan de wereld gegeven (Joh. 3:16).

== 20 ==
Joh 4:20  Onze vaderen hebben op deze berg aangebeden, en u zegt dat in Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden. (Telos)
'''Deze berg.''' De daar westelijk gelegen Gerizim, de eigenlijke berg van zegen (Deut. 27:12; Joz. 8:33).

'''Aangebeden.''' Op de Gerizim stond eens een tempel en later, toen die verwoest was en in de plaats daarvan een altaar was opgericht, heeft men aangebeden.

'''U zegt.''' Jullie, de Joden, zeggen.

'''Dat Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden.''' Jeruzalem, als de stad die God verkozen heeft (1 Kon.8:44; Ps.132:13), de plaats, waar men volgens Deut.12:1 vv. moet aanbidden.

Wie van beide partijen heeft nu gelijk?

== 21 ==
Joh 4:21  Jezus zei tot haar: Geloof Mij, vrouw, er komt een uur dat u noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zult aanbidden. (Telos)
Jezus staat boven de tegenwoordige tijd en haar kwesties, en ziet de toekomst.

'''U.''' Ulieden, jullie; meervoud.

== 22 ==
Joh 4:22  U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de behoudenis is uit de Joden. (Telos)
'''U ... u.''' Meervoud: jullie, ulieden.


== 45 ==
== 45 ==
Regel 35: Regel 83:


''Joh 20:30 Jezus dan heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen van zijn discipelen gedaan, die niet geschreven zijn in dit boek; (Telos)''
''Joh 20:30 Jezus dan heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen van zijn discipelen gedaan, die niet geschreven zijn in dit boek; (Telos)''

== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Joh. 4:6. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 22 mei 2021.


== Voetnoot ==
== Voetnoot ==

Versie van 22 mei 2021 10:09

Johannes 4 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. Van het Evangelie naar Johannes zijn de volgende hoofdstukken samengevat en/of becommentarieerd op Christipedia.

Johannes: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21
Johannes, onderwerpen: TekenenDiverse onderwerpen

Samenvatting

Gesprek met een Samaritaanse vrouw. De stervende zoon van een hoveling genezen.

  • 4: 1-42   Uit Judea komt de Heer Jezus aan de bron van Jacob, bij de Samaritaanse stad Sichar, in gesprek met een vrouw. Hij wordt door haar en velen daar erkend als de Heiland der wereld.
  • 4: 43-54 Het tweede wonder in Kana in Galiléa: een zoon van een hoveling, die op sterven ligt, wordt gezond.

De Heer verlaat Judea en moet op Zijn weg naar Galilea door Samaria. Bij Sichar, aan de bron van Jacob, ontmoet Hij een vrouw, die al vijf mannen heeft gehad. De Heer spreekt over God als een gever en zegt dat hij bereid is haar levend water te geven. Wie dat water ontvangt, krijgt in zich een bron die springt tot in het eeuwige leven. Ongetwijfeld doelt de Heer op "de Geest des levens in Christus Jezus"(Rom. 8:2), een bron van blijvend geluk in het binnenste. God de Vader, die geest is, zoekt mensen die Hem aanbidden in geest en waarheid. Door het getuigenis van de vrouw, wier levenslot de Heer blijkt te kennen, en door de woorden van de Heer zelf, komen vele Samaritanen in Sichar tot geloof.

Na een verblijf van twee dagen in Sichar reist de Heiland door naar Galilea. Daar geneest hij op afstand de zoon van een hoveling, die op sterven ligt. Sommige Schriftverklaarders[1] zien hierin een zinnebeeld van Jezus' werk in Israël om het kwijnend geloof van het godvrezend overblijfsel levendig te houden.

1

Joh 4:1  Toen nu de Heer vernam, dat de farizeeen gehoord hadden dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes (Telos)

Jezus ... doopte.

Joh 3:22 Daarna kwam Jezus met zijn discipelen in het land van Judea en hield Zich daar met hen op en doopte. (Telos)

Hij doopte niet zelf, maar door middel van zijn discipelen (vs. 2).

3

Joh 4:3  verliet Hij Judea en ging <weer> naar Galilea. (Telos)

Judea.

Joh 3:22 Daarna kwam Jezus met zijn discipelen in het land van Judea en hield Zich daar met hen op en doopte. (Telos)

5

Joh 4:5  Hij kwam dan bij een stad in Samaria, Sichar geheten, dicht bij het veld dat Jakob zijn zoon Jozef had gegeven. En daar was de bron van Jakob. (Telos)

Het veld dat Jakob zijn zoon Jozef had gegeven. Jakob had dat veld gekocht van de zonen van Hemor, de vader van Sichem. Hij had het in zijn laatste wilsbeschikking aan Jozef gegeven.

Ge 48:22 En ik heb u een stuk lands gegeven boven uw broederen; hetwelk ik, met mijn zwaard en met mijn boog, uit de hand der Amorieten genomen heb. (SV)

In dat veld zijn de beenderen van Jozef begraven.

Joz 24:32 En de beenderen van Jozef, die de Israëlieten uit Egypte meegenomen hadden, begroeven zij in Sichem, op het stuk land dat Jakob voor honderd geldstukken gekocht had van de zonen van Hemor, de vader van Sichem. Het was namelijk erfelijk bezit van de zonen van Jozef geworden. (HSV)

De bron van Jakob. Deze bron was enigszins zuidelijk van het bij Sichem gelegen grafteken van Jozef. Jakob had de bron gegraven, toen hij dat stuk in bezit had. De Samaritanen hielden de bron in grote achting (vgl. vs. 12).

Foto boven: De Berg Gerizim gezien vanaf de berg Ebal, ca. 1915. Op de weg die om de berg slingert heeft vermoedelijk[2] de Heer Jezus met zijn leerlingen gelopen, op weg van Judea naar Galilea. Aan de voet van de Gerizim ligt het dorp Askar, misschien gelijk aan het Nieuwtestamentische Sichar, waar de leerlingen voedsel gingen kopen (Joh. 4:8). In kleine ommuurde plek links van het dorp is 'de bron van Jacob' (Joh. 4), waar de Heer met de Samaritaanse sprak.

6

Joh 4:6  Jezus dan was vermoeid van de reis en ging zo bij de bron zitten. Het was ongeveer het zesde uur. (Telos)

Ging zo bij de bron zitten. Zijn behoefte om uit te rusten volgend, terwijl de Vader tot Hem de vrouw voerde, waarmee Hij het later volgende gesprek heeft gehad.

Het was ongeveer het zesde uur. Volgens de Joodse wijze van rekenen (1:39), dus ongeveer 12 uur ‘s middags, dus geen tijd waarin men zou hebben kunnen verwachten dat de vrouw tot de fontein zou komen.

8

Joh 4:8  (Want zijn discipelen waren weggegaan naar de stad om voedsel te kopen.) (Telos)

De stad. Sichar (vs. 5)

10

Joh 4:10  Jezus antwoordde en zei tot haar: Als u de gave van God kende en Wie Hij is die tot u zegt: Geef Mij te drinken, dan zou u aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven. (Telos)

De gave van God. Het water des levens, ja, de Zoon van God zelf, aan de wereld gegeven (Joh. 3:16).

20

Joh 4:20  Onze vaderen hebben op deze berg aangebeden, en u zegt dat in Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden. (Telos)

Deze berg. De daar westelijk gelegen Gerizim, de eigenlijke berg van zegen (Deut. 27:12; Joz. 8:33).

Aangebeden. Op de Gerizim stond eens een tempel en later, toen die verwoest was en in de plaats daarvan een altaar was opgericht, heeft men aangebeden.

U zegt. Jullie, de Joden, zeggen.

Dat Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden. Jeruzalem, als de stad die God verkozen heeft (1 Kon.8:44; Ps.132:13), de plaats, waar men volgens Deut.12:1 vv. moet aanbidden.

Wie van beide partijen heeft nu gelijk?

21

Joh 4:21  Jezus zei tot haar: Geloof Mij, vrouw, er komt een uur dat u noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zult aanbidden. (Telos)

Jezus staat boven de tegenwoordige tijd en haar kwesties, en ziet de toekomst.

U. Ulieden, jullie; meervoud.

22

Joh 4:22  U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de behoudenis is uit de Joden. (Telos)

U ... u. Meervoud: jullie, ulieden.

45

Joh 4:45 Toen Hij dan in Galilea kwam, ontvingen de Galileeërs Hem, daar zij alles hadden gezien wat Hij in Jeruzalem op het feest gedaan had; want ook zij waren naar het feest gegaan. (Telos)

Wat Hij in Jeruzalem op het feest gedaan had.

Joh 2:23 En toen Hij in Jeruzalem was op het pascha, op het feest, geloofden velen in zijn naam, toen zij de tekenen zagen die Hij deed. (Telos)

54

Joh 4:54 Dit tweede teken nu heeft Jezus weer gedaan, toen Hij uit Judea in Galilea was gekomen. (Telos)

Dit tweede teken. Niet het tweede teken in Galilea, maar het tweede teken vermeld in het verslag van Johannes. Het eerste teken was de verandering van water in wijn te Kana.

Joh 20:30 Jezus dan heeft nog wel vele andere tekenen voor de ogen van zijn discipelen gedaan, die niet geschreven zijn in dit boek; (Telos)

Bron

Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Joh. 4:6. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 22 mei 2021.

Voetnoot

  1. F.W. Grosheide, G.P. van Itterzon: Christelijke Encyclopedie (Kampen, J.H. Kok N.V, 1959) s.v. Johannes, evangelie van
  2. Dat de Heer daar gelopen heeft, zegt de oude beschrijving bij de foto, zie https://www.flickr.com/photos/osucom...n/photostream/.