Ezechiël 28

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 1 feb 2024 om 12:38 (Aanvulling: commentaar en verdere samenvatting)

Ezechiël 28 is een hoofdstuk van Ezechiël, een geschrift in de Bijbel, en telt 26 verzen.

Hoofdstukken van Ezechiël samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 38
Verzen van Ezechiël 28 becommentarieerd: · 24 · 26

Samenvatting

De hoogmoedige koning van Tyrus vernederd. 1-5 De vorst van Tyrus houdt zich voor een god om zijn wijsheid en zijn daardoor verworven rijkdom. 6-10 Daarom zal Jahweh hem door de gewelddadigste volken vernederen en hem een smadelijke dood doen sterven. 11-14 Ezechiël moet een klaagzang op de koning van Tyrus aanheffen: Hij was volmaakt in wijsheid en schoonheid geschapen en verkeerde in Eden, glansrijk. Hij was een cherub en was op Gods heilige berg. 15-19 Toen werd er ongerechtigheid in hem gevonden, onrecht in de koophandel. Hoogmoedig geworden, werd hij door God op aarde geworpen, verteerd door vuur en tot as gemaakt, tot schrik voor de volken die hem kennen. 20-23 Profetie tegen Sidon: God zal gerichten in haar voltrekken en in haar geheiligd worden. 24-26 Israël zal uit de volken worden bijeengebracht, veilig in zijn land wonen en het bouwen. God zal voor de ogen van de volken geheiligd zijn in Israël.

24

24 En het huis Israëls zal geen smartende doorn noch pijndoende distel meer hebben, van allen, die rondom hen zijn, die hen verachten; en zij zullen weten, dat Ik de Heer Jahweh ben. (CP[1]) 

Smartende doorn. Fig. gebruikt voor de pijnlijke steken die Israël van de omringende volken ondervonden heeft. Onze Heiland heeft een letterlijke doornenkroon, een kroon van smartende doornen, moeten dragen.

Die hen verachten. Zie vs. 26.

26

26 En zij zullen daarin veilig wonen, en huizen bouwen, en wijngaarden planten; ja, zij zullen veilig wonen; als Ik gerichten zal hebben geoefend tegen allen die hen veracht hebben, van degenen die rondom hen zijn; en zij zullen weten dat Ik, Jahweh, hun God ben. (CP[1]) 

Die hen veracht hebben. Zie vs. 24.

Bron

Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Ezechiël 28 is onder wijziging verwerkt op 23 jan. en 1 feb. 2024.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.