Hebreeën 11: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
De schrijver handelt over geloven en geeft historische voorbeelden van geloven, van - kan men zeggen - 'geloofshelden'. De reden is het risico van geloofsafval in een vijandige omgeving. Zonder geloof is het onmogelijk God te behagen (Hebr. 11:6).
De schrijver handelt over geloven en geeft historische voorbeelden van geloven, van - kan men zeggen - 'geloofshelden'. De reden is het risico van geloofsafval in een vijandige omgeving. Zonder geloof is het onmogelijk God te behagen (Hebr. 11:6).


== Hebr. 11:1 ==
== 1 ==
Heb 11:1 [Het] geloof nu is [de] zekerheid van wat men hoopt, [de] overtuiging van wat men niet ziet. (Telos)
Heb 11:1 [Het] geloof nu is [de] zekerheid van wat men hoopt, [de] overtuiging van wat men niet ziet. (Telos)
De schrijver richt de aandacht op het geloof als zijnde gericht op ''toekomstige'' dingen, op de vervulling van Gods beloften.
De schrijver richt de aandacht op het geloof als zijnde gericht op ''toekomstige'' dingen, op de vervulling van Gods beloften.
Regel 17: Regel 17:
Hopen zonder geloven is, naar het Nederlandse woordgebruik van 'hopen', slechts een wensen. "Ik hoop dat jullie een fijne vakantie zullen hebben".
Hopen zonder geloven is, naar het Nederlandse woordgebruik van 'hopen', slechts een wensen. "Ik hoop dat jullie een fijne vakantie zullen hebben".


'''Overtuiging van wat men niet ziet'''. Geloven en hopen richten zich op onzienlijke dingen, Wij geloven in een Heer die we niet met onze fysieke ogen gezien hebben, wij geloven aan een toekomst die ons is beloofd en die wij (uiteraard) nog niet zien, en wij geloven in een historische schepping van de wereld door het woord van God (vers 3).
'''Overtuiging van wat men niet ziet'''. Geloven en hopen richten zich op onzienlijke dingen. Wij geloven in een Heer die we niet met onze fysieke ogen gezien hebben, wij geloven aan een toekomst die ons is beloofd en die wij (uiteraard) nog niet zien, en wij geloven in een historische schepping van de wereld door het woord van God (vs. 3). Noach geloofde aan het oordeel van de zondvloed (vs. 7). Abraham ging in geloof op weg naar een beloofd land dat hij niet gezien had (vs. 8).


== Hebr. 11:2 ==
== 2 ==
Heb 11:2  Want in dit [geloof] hebben de ouden getuigenis verkregen. (Telos)
Heb 11:2  Want in dit [geloof] hebben de ouden getuigenis verkregen. (Telos)
'''In'''. Dit is: in de kracht van<ref>''Het Nieuwe Testament; herziene Voorhoeve-uitgave'' (Vaassen: uitgeverij H. Medema, 1982), voetnoot.</ref>.
'''In'''. Dit is: in de kracht van<ref>''Het Nieuwe Testament; herziene Voorhoeve-uitgave'' (Vaassen: uitgeverij H. Medema, 1982), voetnoot.</ref>.
Regel 25: Regel 25:
'''Getuigenis verkregen'''. Dat geloof was Gode welbehaaglijk. Van Zijnentwege werd hun geloofd bevestigd, zoals bij Abraham. Hun geloof droeg Gods goedkeuring weg, behaagde Hem (vgl. vers 5). Zonder geloof is het onmogelijk Hem te behagen (vers 6). God gaf getuigenis over de gaven van de gelovige Abel (vers 4) en over de wandel van de gelovige Henoch (vers 5).
'''Getuigenis verkregen'''. Dat geloof was Gode welbehaaglijk. Van Zijnentwege werd hun geloofd bevestigd, zoals bij Abraham. Hun geloof droeg Gods goedkeuring weg, behaagde Hem (vgl. vers 5). Zonder geloof is het onmogelijk Hem te behagen (vers 6). God gaf getuigenis over de gaven van de gelovige Abel (vers 4) en over de wandel van de gelovige Henoch (vers 5).


== Hebr. 11:3 ==
== 3 ==
Heb 11:3  Door het geloof begrijpen wij dat de werelden door Gods woord bereid zijn, zodat wat men ziet, niet ontstaan is uit wat zichtbaar is. (Telos)
Heb 11:3  Door het geloof begrijpen wij dat de werelden door Gods woord bereid zijn, zodat wat men ziet, niet ontstaan is uit wat zichtbaar is. (Telos)
Het geloof heeft niet alleen toekomstige zaken tot voorwerp, maar ook gebeurtenissen in het verleden, zoals de [[schepping]] van de wereld.
Het geloof heeft niet alleen toekomstige zaken tot voorwerp, maar ook gebeurtenissen in het verleden, zoals de [[schepping]] van de wereld.
Regel 35: Regel 35:
'''Zodat wat men ziet, niet ontstaan is uit wat zichtbaar is.''' Als het heelal ontstaan is door een 'oerknal', dan weten wij - in tegenstelling tot de sterrenkundige die God in zijn verklaring wil buitensluiten en nog steeds op zoek is naar een antwoord - de oorzaak: de onzienlijke God.
'''Zodat wat men ziet, niet ontstaan is uit wat zichtbaar is.''' Als het heelal ontstaan is door een 'oerknal', dan weten wij - in tegenstelling tot de sterrenkundige die God in zijn verklaring wil buitensluiten en nog steeds op zoek is naar een antwoord - de oorzaak: de onzienlijke God.


== Hebr. 11:4 ==
== 4 ==
Heb 11:4  Door [het] geloof offerde Abel aan God een beter offer dan Kain, waardoor hij getuigenis verkregen heeft dat hij rechtvaardig was, daar God over zijn gaven getuigenis gaf; en daardoor spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. (CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Telos-vertaling. </ref>)
Heb 11:4  Door [het] geloof offerde Abel aan God een beter offer dan Kain, waardoor hij getuigenis verkregen heeft dat hij rechtvaardig was, daar God over zijn gaven getuigenis gaf; en daardoor spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. (CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Telos-vertaling. </ref>)
'''Abel.''' → [[Abel]].
'''Abel.''' → [[Abel]].
Regel 57: Regel 57:
''Ps 116:15  Kostbaar is in de ogen van de HEERE de dood van Zijn gunstelingen.'' (HSV)
''Ps 116:15  Kostbaar is in de ogen van de HEERE de dood van Zijn gunstelingen.'' (HSV)


== Hebr. 11:5 ==
== 5 ==
Heb 11:5  Door het geloof werd Henoch weggenomen opdat hij de dood niet zag, en hij werd niet gevonden, omdat God hem had weggenomen; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis verkregen dat hij God behaagd had. (Telos)
Heb 11:5  Door het geloof werd Henoch weggenomen opdat hij de dood niet zag, en hij werd niet gevonden, omdat God hem had weggenomen; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis verkregen dat hij God behaagd had. (Telos)
'''Henoch'''. De zoon van Jered en de vader van Methusalem. → [[Henoch (zoon van Jered)|Henoch]].
'''Henoch'''. De zoon van Jered en de vader van Methusalem. → [[Henoch (zoon van Jered)|Henoch]].
Regel 67: Regel 67:
'''Dat hij God behaagd had.''' Zie vers 6.
'''Dat hij God behaagd had.''' Zie vers 6.


== Hebr. 11:10 ==
== 7 ==
Heb 11:7  Door het geloof heeft Noach, toen hij een Goddelijke aanwijzing ontvangen had over de dingen die nog niet gezien werden, eerbiedig een ark gereed gemaakt tot behoudenis van zijn huis, waardoor hij de wereld veroordeelde en een erfgenaam werd van de gerechtigheid die naar het geloof is. (Telos)
'''Over de dingen die nog niet gezien werden.''' Geloof heeft als voorwerp onzienlijke dingen (vs. 1). Er waren nog helemaal geen tekenen dat er een overweldigende zondvloed zou komen.

'''Zijn huis.''' Zijn huisgezin, met de schoondochters.

'''Waardoor hij de wereld veroordeelde.''' Door de bouw van de ark drukte hij uit, het oordeel over de wereld te verwachten.

'''Erfgenaam van de gerechtigheid die naar het geloof is.''' Een gerechtigheid die hem als een blijvend bezit zou worden toegerekend op grond van zijn geloof.

== 8 ==
Heb 11:8  Door het geloof gehoorzaamde Abraham toen hij geroepen werd, om uit te gaan naar de plaats die hij als erfdeel zou ontvangen; en hij ging uit zonder te weten waar hij komen zou. (Telos)
'''Zonder te weten waar hij komen zou.''' Ook hier wederom een geloof dat gericht was op dingen die nog niet gezien werden.

== 9 ==
Heb 11:9  Door het geloof verbleef hij als vreemdeling in het land van de belofte als in een vreemd land en woonde in tenten met Izaak en Jakob, de medeerfgenamen van dezelfde belofte; (Telos)
'''Woonde in tenten.''' Niet in een stad. Hij leefde in de verwachting van een stad die God zou maken (vs. 10)

== 10 ==
Heb 11:10 want hij verwachtte de stad die de fundamenten heeft, waarvan God ontwerper en bouwmeester is. (Telos)
Heb 11:10 want hij verwachtte de stad die de fundamenten heeft, waarvan God ontwerper en bouwmeester is. (Telos)
'''Want hij verwachtte de stad die ...''' Daarom blijf hij in ''tenten'' wonen, gelovig uitziend naar wat God zou doen.

Vergelijk:
Vergelijk:


''Heb 11:16 maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen hun God genoemd te worden, want Hij heeft voor hen een stad bereid.'' (Telos)
''Heb 11:16 maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen hun God genoemd te worden, want Hij heeft voor hen een stad bereid.'' (Telos)


'''De stad die de fundamenten heeft, waarvan God ontwerper en bouwmeester is.''' Het nieuw, hemels Jeruzalem.
== Hebr. 11:23 ==

== 23 ==
Heb 11:23 Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang door zijn ouders verborgen, omdat zij zagen dat het kind mooi was; en zij vreesden het gebod van de koning niet. (Telos)
Heb 11:23 Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang door zijn ouders verborgen, omdat zij zagen dat het kind mooi was; en zij vreesden het gebod van de koning niet. (Telos)
'''Door zijn ouders verborgen.''' Geloof sluit handelen niet uit.
'''Door zijn ouders verborgen.''' Geloof sluit handelen niet uit.
Regel 79: Regel 101:
'''Zij vreesden het gebod van de koning niet.''' Geloof kan vrees verminderen of wegnemen. En zelfs leiden tot burgerlijke ongehoorzaamheid aan een overheid die God ongehoorzaam is.
'''Zij vreesden het gebod van de koning niet.''' Geloof kan vrees verminderen of wegnemen. En zelfs leiden tot burgerlijke ongehoorzaamheid aan een overheid die God ongehoorzaam is.


== Hebr. 11:26 ==
== 26 ==
Heb 11:26 en de smaad van Christus groter rijkdom achtte dan de schatten van Egypte, want hij zag op de beloning. (Telos)
Heb 11:26 en de smaad van Christus groter rijkdom achtte dan de schatten van Egypte, want hij zag op de beloning. (Telos)
'''Smaad van Christus.''' Mozes ijverde voor zijn volk en deszelfs belangen, zoals de Heer Jezus later zou doen. Beiden ontmoetten onbegrip en afwijzing. Mozes werd gesmaad door de Egyptenaren. Of door zijn broeders? Of door beiden?
'''Smaad van Christus.''' Mozes ijverde voor zijn volk en deszelfs belangen, zoals de Heer Jezus later zou doen. Beiden ontmoetten onbegrip en afwijzing. Mozes werd gesmaad door de Egyptenaren. Of door zijn broeders? Of door beiden?


== Hebr. 11:27 ==
== 27 ==
Heb 11:27 Door het geloof verliet hij Egypte, zonder de toorn van de koning te vrezen; want hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare. (Telos)
Heb 11:27 Door het geloof verliet hij Egypte, zonder de toorn van de koning te vrezen; want hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare. (Telos)
'''Zonder te vrezen.''' Vgl. vers 23.
'''Zonder te vrezen.''' Vgl. vers 23.
Regel 91: Regel 113:
'''Als zag hij.''' Vgl. ‘Wij zien Jezus’, 12:1 ‘terwijl wij zien op Jezus’.
'''Als zag hij.''' Vgl. ‘Wij zien Jezus’, 12:1 ‘terwijl wij zien op Jezus’.


== Hebr. 11:28 ==
== 28 ==
Heb 11:28 Door het geloof heeft hij het pascha gevierd en het sprenkelen van het bloed, opdat de verderver van de eerstgeborenen hen niet aanraakte. (Telos)
Heb 11:28 Door het geloof heeft hij het pascha gevierd en het sprenkelen van het bloed, opdat de verderver van de eerstgeborenen hen niet aanraakte. (Telos)
Sprenkelen van het bloed: het bloed doen aanbrengen, zoals hem bevolen was, aan de posten van de deuren (Exod.12:7, 22v.)
Sprenkelen van het bloed: het bloed doen aanbrengen, zoals hem bevolen was, aan de posten van de deuren (Exod.12:7, 22v.)


== Hebr. 11:30 ==
== 30 ==
Heb 11:30 Door het geloof vielen de muren van Jericho, nadat men er zeven dagen omheen getrokken was. (Telos)
Heb 11:30 Door het geloof vielen de muren van Jericho, nadat men er zeven dagen omheen getrokken was. (Telos)
Ze handelden in gehoorzaamheid aan God, ze hadden hun verwachting op Hem gesteld. Hoewel God de muren deed omvallen, wordt de instorting toegeschreven aan het geloof van de Israëlieten.
Ze handelden in gehoorzaamheid aan God, ze hadden hun verwachting op Hem gesteld. Hoewel God de muren deed omvallen, wordt de instorting toegeschreven aan het geloof van de Israëlieten.


== Hebr. 11:32 ==
== 32 ==
Heb 11:32 En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken als ik vertel van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Samuel en de profeten, (Telos)
Heb 11:32 En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken als ik vertel van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Samuel en de profeten, (Telos)
Gideon versloeg de Midianieten, Barak de Kanaänieten, Simson de filistijnen, Jefta de Ammonieten.
Gideon versloeg de Midianieten, Barak de Kanaänieten, Simson de filistijnen, Jefta de Ammonieten.


== Hebr. 11:33 ==
== 33 ==
Heb 11:33 die door middel van het geloof koninkrijken onderwierpen, gerechtigheid oefenden, de beloften ontvingen, leeuwemuilen toestopten, (Telos)
Heb 11:33 die door middel van het geloof koninkrijken onderwierpen, gerechtigheid oefenden, de beloften ontvingen, leeuwemuilen toestopten, (Telos)
'''Leeuwemuilen toestopten.''' Dan 6:16.
'''Leeuwemuilen toestopten.''' Dan 6:16.


== Hebr. 11:34 ==
== 34 ==
Heb 11:34 de kracht van het vuur blusten, de scherpte van het zwaard ontvluchtten, uit zwakheid krachten verkregen, in de oorlog sterk werden, legers van vreemden op de vlucht dreven. (Telos)
Heb 11:34 de kracht van het vuur blusten, de scherpte van het zwaard ontvluchtten, uit zwakheid krachten verkregen, in de oorlog sterk werden, legers van vreemden op de vlucht dreven. (Telos)
'''De kracht van het vuur blusten.''' Daniels drie vrienden, Dan. 3:23
'''De kracht van het vuur blusten.''' Daniels drie vrienden, Dan. 3:23
Regel 117: Regel 139:
'''In de oorlog sterk werden''': Barak (?).
'''In de oorlog sterk werden''': Barak (?).


== Hebr. 11:35 ==
== 35 ==
Heb 11:35 Vrouwen kregen hun doden door opstanding terug; anderen echter werden gefolterd zonder de verlossing aan te nemen, opdat zij een betere opstanding verkregen. (Telos)
Heb 11:35 Vrouwen kregen hun doden door opstanding terug; anderen echter werden gefolterd zonder de verlossing aan te nemen, opdat zij een betere opstanding verkregen. (Telos)
'''Vrouwen kregen hun doden door opstanding terug''': die van Zarfath en de Sunamitische, door het geloof in Gods macht die met de profeten Elia en Eliza was
'''Vrouwen kregen hun doden door opstanding terug''': die van Zarfath en de Sunamitische, door het geloof in Gods macht die met de profeten Elia en Eliza was
Regel 127: Regel 149:
''2Ma 7:1 Het gebeurde ook dat zeven broeders, met de moeder gegrepen zijnde, door de koning gedwongen werden varkensvlees, hetwelk ongeoorloofd is, te proeven; en werden met geselen en pezen geslagen. (...) 2Ma 7:41 En de moeder is ook ten laatste na de zonen gestorven.'' (SV)
''2Ma 7:1 Het gebeurde ook dat zeven broeders, met de moeder gegrepen zijnde, door de koning gedwongen werden varkensvlees, hetwelk ongeoorloofd is, te proeven; en werden met geselen en pezen geslagen. (...) 2Ma 7:41 En de moeder is ook ten laatste na de zonen gestorven.'' (SV)


== Hebr. 11:36 ==
== 36 ==
Heb 11:36 En anderen ondergingen de beproeving van bespottingen en geselingen; ja zelfs van boeien en gevangenschap. (Telos)
Heb 11:36 En anderen ondergingen de beproeving van bespottingen en geselingen; ja zelfs van boeien en gevangenschap. (Telos)
'''Bespottingen'''. De Heer Jezus werd bespot. In de geschiedenis van de [[Makkabeeën (boeken)|Makkabeeën]] valt te lezen:
'''Bespottingen'''. De Heer Jezus werd bespot. In de geschiedenis van de [[Makkabeeën (boeken)|Makkabeeën]] valt te lezen:
Regel 141: Regel 163:
''Jer 38:6 Toen namen zij Jeremia en wierpen hem in den kuil van Malchia, den zoon van Hammelech, die in het voorhof der bewaring was, en zij lieten Jeremia af met zelen; in den kuil nu was geen water, maar slijk; en Jeremia zonk in het slijk. (SV)''
''Jer 38:6 Toen namen zij Jeremia en wierpen hem in den kuil van Malchia, den zoon van Hammelech, die in het voorhof der bewaring was, en zij lieten Jeremia af met zelen; in den kuil nu was geen water, maar slijk; en Jeremia zonk in het slijk. (SV)''


== Hebr. 11:37 ==
== 37 ==
Heb 11:37 Zij werden gestenigd, in stukken gezaagd, verzocht, met het zwaard vermoord, zij liepen rond in schapevachten, in geitevellen, leden gebrek, werden verdrukt, mishandeld- (Telos)
Heb 11:37 Zij werden gestenigd, in stukken gezaagd, verzocht, met het zwaard vermoord, zij liepen rond in schapevachten, in geitevellen, leden gebrek, werden verdrukt, mishandeld- (Telos)
'''Gestenigd.''' Stefanus werd gestenigd. Zacharia, de zoon van Jojada, werd gestenigd.
'''Gestenigd.''' Stefanus werd gestenigd. Zacharia, de zoon van Jojada, werd gestenigd.
Regel 163: Regel 185:
''Mt 3:4 Hij nu, Johannes, droeg een kleed van kameelhaar en een leren gordel om zijn lendenen; en zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honing. (Telos)''
''Mt 3:4 Hij nu, Johannes, droeg een kleed van kameelhaar en een leren gordel om zijn lendenen; en zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honing. (Telos)''


== Voetnoot ==
== Voetnoten ==

Versie van 19 mei 2021 09:33

Hebreeën 11 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd. De volgende hoofdstukken van de Brief aan de Hebreeën zijn op Christipedia samengevat en/of passages ervan becommentarieerd:

Hebreeën: 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13
Onderwerpen uit de brief: Allerlei · Priester · Tabernakel · Verbond

De schrijver handelt over geloven en geeft historische voorbeelden van geloven, van - kan men zeggen - 'geloofshelden'. De reden is het risico van geloofsafval in een vijandige omgeving. Zonder geloof is het onmogelijk God te behagen (Hebr. 11:6).

1

Heb 11:1  [Het] geloof nu is [de] zekerheid van wat men hoopt, [de] overtuiging van wat men niet ziet. (Telos)

De schrijver richt de aandacht op het geloof als zijnde gericht op toekomstige dingen, op de vervulling van Gods beloften.

Geloof nu. Dit vers sluit aan bij 10:38-39.

Heb 10:37  Want nog een zeer korte tijd en ‘Hij die komt, zal komen en niet uitblijven. Heb 10:38  Maar mijn rechtvaardige zal op grond van geloof leven; en als iemand zich onttrekt, heeft mijn ziel in hem geen behagen’. Heb 10:39  Wij echter behoren niet tot hen die zich onttrekken tot verderf, maar tot hen die geloven tot behoud van de ziel. (Telos)

Zekerheid van wat men hoopt. Wat men hoopt, het voorwerp van de hoop, ligt in de toekomst.

In 10:23 vermaant de schrijver "de belijdenis van de hoop onwankelbaar" vast te houden, "want Hij die beloofd heeft, is getrouw".

Hopen zonder geloven is, naar het Nederlandse woordgebruik van 'hopen', slechts een wensen. "Ik hoop dat jullie een fijne vakantie zullen hebben".

Overtuiging van wat men niet ziet. Geloven en hopen richten zich op onzienlijke dingen. Wij geloven in een Heer die we niet met onze fysieke ogen gezien hebben, wij geloven aan een toekomst die ons is beloofd en die wij (uiteraard) nog niet zien, en wij geloven in een historische schepping van de wereld door het woord van God (vs. 3). Noach geloofde aan het oordeel van de zondvloed (vs. 7). Abraham ging in geloof op weg naar een beloofd land dat hij niet gezien had (vs. 8).

2

Heb 11:2  Want in dit [geloof] hebben de ouden getuigenis verkregen. (Telos)

In. Dit is: in de kracht van[1].

Getuigenis verkregen. Dat geloof was Gode welbehaaglijk. Van Zijnentwege werd hun geloofd bevestigd, zoals bij Abraham. Hun geloof droeg Gods goedkeuring weg, behaagde Hem (vgl. vers 5). Zonder geloof is het onmogelijk Hem te behagen (vers 6). God gaf getuigenis over de gaven van de gelovige Abel (vers 4) en over de wandel van de gelovige Henoch (vers 5).

3

Heb 11:3  Door het geloof begrijpen wij dat de werelden door Gods woord bereid zijn, zodat wat men ziet, niet ontstaan is uit wat zichtbaar is. (Telos)

Het geloof heeft niet alleen toekomstige zaken tot voorwerp, maar ook gebeurtenissen in het verleden, zoals de schepping van de wereld.

Door het geloof begrijpen wij. Door het geloof aan Gods woord, dat ons het ontstaan van de wereld heeft geopenbaard. Door het geloof, niet door de moderne wetenschap, die om methodologische reden niet wil weten van een bovennatuurlijke oorsprong.

Door Gods woord bereid. In Genesis, het boek van de wording van de wereld en de mensheid, spreekt God meermaals "Er zij ....". Zijn scheppen begint met een spreken.

Zodat wat men ziet, niet ontstaan is uit wat zichtbaar is. Als het heelal ontstaan is door een 'oerknal', dan weten wij - in tegenstelling tot de sterrenkundige die God in zijn verklaring wil buitensluiten en nog steeds op zoek is naar een antwoord - de oorzaak: de onzienlijke God.

4

Heb 11:4  Door [het] geloof offerde Abel aan God een beter offer dan Kain, waardoor hij getuigenis verkregen heeft dat hij rechtvaardig was, daar God over zijn gaven getuigenis gaf; en daardoor spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. (CP[2])

Abel.Abel.

Een beter offer dan Kaïn. Abel offerde een bloedig offer, Kaïn een onbloedige gave. Deze broer van Abel was "uit de boze", zijn werken waren boos (1 Joh. 3:12). Het beter-zijn van het slachtoffer kan in de áárd van het offer gelegen zijn, maar waarschijnlijk meer of alleen in het geloof waarin het offer werd aangeboden.

Dan Kaïn. Kennelijk ontbrak het hem aan geloofsvertrouwen op God. → Kaïn.

Getuigenis verkregen. Zie verzen 2 en 4.

Dat hij rechtvaardig was. Zijn werken waren rechtvaardig.

1Jo 3:11  Want dit is de boodschap die u van het begin af hebt gehoord, dat wij elkaar zouden liefhebben; 1Jo 3:12 niet zoals Kain uit de boze was en zijn broer doodsloeg. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken boos waren en die van zijn broer rechtvaardig. (Telos)

Heb 10:38  Maar mijn rechtvaardige zal op grond van geloof leven; en als iemand zich onttrekt, heeft mijn ziel in hem geen behagen’. (Telos)

En daardoor spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. Daardoor, door dat geloof, spreekt hij nog, nadat hij gestorven is, daar God van zijn bloed zei dat de stem ervan tot Hem van de aarde riep (Gen.4:10).

Ge 4:10  En Hij zei: Wat hebt u gedaan! Er is een stem van het bloed van uw broer, dat van de aardbodem tot Mij roept. (HSV)

Ps 116:15  Kostbaar is in de ogen van de HEERE de dood van Zijn gunstelingen. (HSV)

5

Heb 11:5  Door het geloof werd Henoch weggenomen opdat hij de dood niet zag, en hij werd niet gevonden, omdat God hem had weggenomen; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis verkregen dat hij God behaagd had. (Telos)

Henoch. De zoon van Jered en de vader van Methusalem. → Henoch.

Weggenomen opdat hij de dood niet zag. Evenals vroeger Henoch zullen eens gelovigen worden weggenomen zonder de dood te zien. De poorten van het dodenrijk zullen de gemeente van Christus niet overweldigen (Matth. 16:18). → Opname van de gemeente.

Getuigenis verkregen. Zie verzen 2 en 4.

Dat hij God behaagd had. Zie vers 6.

7

Heb 11:7  Door het geloof heeft Noach, toen hij een Goddelijke aanwijzing ontvangen had over de dingen die nog niet gezien werden, eerbiedig een ark gereed gemaakt tot behoudenis van zijn huis, waardoor hij de wereld veroordeelde en een erfgenaam werd van de gerechtigheid die naar het geloof is. (Telos)

Over de dingen die nog niet gezien werden. Geloof heeft als voorwerp onzienlijke dingen (vs. 1). Er waren nog helemaal geen tekenen dat er een overweldigende zondvloed zou komen.

Zijn huis. Zijn huisgezin, met de schoondochters.

Waardoor hij de wereld veroordeelde. Door de bouw van de ark drukte hij uit, het oordeel over de wereld te verwachten.

Erfgenaam van de gerechtigheid die naar het geloof is. Een gerechtigheid die hem als een blijvend bezit zou worden toegerekend op grond van zijn geloof.

8

Heb 11:8  Door het geloof gehoorzaamde Abraham toen hij geroepen werd, om uit te gaan naar de plaats die hij als erfdeel zou ontvangen; en hij ging uit zonder te weten waar hij komen zou. (Telos)

Zonder te weten waar hij komen zou. Ook hier wederom een geloof dat gericht was op dingen die nog niet gezien werden.

9

Heb 11:9  Door het geloof verbleef hij als vreemdeling in het land van de belofte als in een vreemd land en woonde in tenten met Izaak en Jakob, de medeerfgenamen van dezelfde belofte; (Telos)

Woonde in tenten. Niet in een stad. Hij leefde in de verwachting van een stad die God zou maken (vs. 10)

10

Heb 11:10 want hij verwachtte de stad die de fundamenten heeft, waarvan God ontwerper en bouwmeester is. (Telos)

Want hij verwachtte de stad die ... Daarom blijf hij in tenten wonen, gelovig uitziend naar wat God zou doen.

Vergelijk:

Heb 11:16 maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen hun God genoemd te worden, want Hij heeft voor hen een stad bereid. (Telos)

De stad die de fundamenten heeft, waarvan God ontwerper en bouwmeester is. Het nieuw, hemels Jeruzalem.

23

Heb 11:23 Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang door zijn ouders verborgen, omdat zij zagen dat het kind mooi was; en zij vreesden het gebod van de koning niet. (Telos)

Door zijn ouders verborgen. Geloof sluit handelen niet uit.

Zij vreesden het gebod van de koning niet. Geloof kan vrees verminderen of wegnemen. En zelfs leiden tot burgerlijke ongehoorzaamheid aan een overheid die God ongehoorzaam is.

26

Heb 11:26 en de smaad van Christus groter rijkdom achtte dan de schatten van Egypte, want hij zag op de beloning. (Telos)

Smaad van Christus. Mozes ijverde voor zijn volk en deszelfs belangen, zoals de Heer Jezus later zou doen. Beiden ontmoetten onbegrip en afwijzing. Mozes werd gesmaad door de Egyptenaren. Of door zijn broeders? Of door beiden?

27

Heb 11:27 Door het geloof verliet hij Egypte, zonder de toorn van de koning te vrezen; want hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare. (Telos)

Zonder te vrezen. Vgl. vers 23.

Heb 11:23 Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang door zijn ouders verborgen, omdat zij zagen dat het kind mooi was; en zij vreesden het gebod van de koning niet.

Als zag hij. Vgl. ‘Wij zien Jezus’, 12:1 ‘terwijl wij zien op Jezus’.

28

Heb 11:28 Door het geloof heeft hij het pascha gevierd en het sprenkelen van het bloed, opdat de verderver van de eerstgeborenen hen niet aanraakte. (Telos)

Sprenkelen van het bloed: het bloed doen aanbrengen, zoals hem bevolen was, aan de posten van de deuren (Exod.12:7, 22v.)

30

Heb 11:30 Door het geloof vielen de muren van Jericho, nadat men er zeven dagen omheen getrokken was. (Telos)

Ze handelden in gehoorzaamheid aan God, ze hadden hun verwachting op Hem gesteld. Hoewel God de muren deed omvallen, wordt de instorting toegeschreven aan het geloof van de Israëlieten.

32

Heb 11:32 En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken als ik vertel van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Samuel en de profeten, (Telos)

Gideon versloeg de Midianieten, Barak de Kanaänieten, Simson de filistijnen, Jefta de Ammonieten.

33

Heb 11:33 die door middel van het geloof koninkrijken onderwierpen, gerechtigheid oefenden, de beloften ontvingen, leeuwemuilen toestopten, (Telos)

Leeuwemuilen toestopten. Dan 6:16.

34

Heb 11:34 de kracht van het vuur blusten, de scherpte van het zwaard ontvluchtten, uit zwakheid krachten verkregen, in de oorlog sterk werden, legers van vreemden op de vlucht dreven. (Telos)

De kracht van het vuur blusten. Daniels drie vrienden, Dan. 3:23

Ontvluchten: niet altijd standhouden dus.

Uit zwakheid kracht verkregen: Simson.

In de oorlog sterk werden: Barak (?).

35

Heb 11:35 Vrouwen kregen hun doden door opstanding terug; anderen echter werden gefolterd zonder de verlossing aan te nemen, opdat zij een betere opstanding verkregen. (Telos)

Vrouwen kregen hun doden door opstanding terug: die van Zarfath en de Sunamitische, door het geloof in Gods macht die met de profeten Elia en Eliza was

Anderen echter werden gefolterd. Wellicht een verwijzing naar de geschiedenis van de Makkabeeëen.

2Ma 6:18 Een zekere Eleazar, een van de voornaamste schriftgeleerden, een man die verre op zijn dagen gekomen was, en zeer schoon was van aangezicht, werd genoodzaakt zijn mond open te doen, en varkensvlees te eten. 2Ma 6:19 Deze, liever hebbende een dood met ere, dan het leven met haat, kwam zelf tot de pijnigingsplaats, (...) 2Ma 6:30 En als hij nu door de slagen sterven zou, zeide hij al zuchtende: Aan de Here, die een heilige wetenschap heeft, is bekend dat ik, kunnende van de dood bevrijd worden, zware pijnen in mijn lichaam verdrage, gegeseld zijnde, en dat ik naar de ziel dit gewillig lijde, om zijner vreze wil. (SV)

2Ma 7:1 Het gebeurde ook dat zeven broeders, met de moeder gegrepen zijnde, door de koning gedwongen werden varkensvlees, hetwelk ongeoorloofd is, te proeven; en werden met geselen en pezen geslagen. (...) 2Ma 7:41 En de moeder is ook ten laatste na de zonen gestorven. (SV)

36

Heb 11:36 En anderen ondergingen de beproeving van bespottingen en geselingen; ja zelfs van boeien en gevangenschap. (Telos)

Bespottingen. De Heer Jezus werd bespot. In de geschiedenis van de Makkabeeën valt te lezen:

1Ma 9:26 En zij zochten de vrienden van Judas, en spoorden hen op, en brachten hen tot Bacchides, die hen strafte en bespotte. (SV)

Boeien en gevangenschap. De Heer Jezus werd gebonden en kort gevangen gehouden. De profeet Jeremia werd in gevangenis gezet:

Jer 20:2 Zo sloeg Pashur den profeet Jeremia, en hij stelde hem in de gevangenis, dewelke is in de bovenste poort van Benjamin, die aan het huis des HEEREN is. (SV)

Jer 37:15 En de vorsten werden zeer toornig op Jeremia en sloegen hem; en zij stelden hem in het gevangenhuis, ten huize van Jonathan, den schrijver; want zij hadden dat tot een gevangenhuis gemaakt. (SV)

Jer 38:6 Toen namen zij Jeremia en wierpen hem in den kuil van Malchia, den zoon van Hammelech, die in het voorhof der bewaring was, en zij lieten Jeremia af met zelen; in den kuil nu was geen water, maar slijk; en Jeremia zonk in het slijk. (SV)

37

Heb 11:37 Zij werden gestenigd, in stukken gezaagd, verzocht, met het zwaard vermoord, zij liepen rond in schapevachten, in geitevellen, leden gebrek, werden verdrukt, mishandeld- (Telos)

Gestenigd. Stefanus werd gestenigd. Zacharia, de zoon van Jojada, werd gestenigd.

2Kr 24:20 En de Geest Gods toog Zacharia aan, den zoon van Jojada, den priester, die boven het volk stond, en hij zeide tot hen: Zo zegt God: Waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN? Daarom zult gij niet voorspoedig zijn; dewijl gij den HEERE verlaten hebt, zo zal Hij u verlaten. 2Kr 24:21 En zij maakten een verbintenis tegen hem, en stenigden hem met stenen door het gebod des konings, in het voorhof van het huis des HEEREN. (SV)

In stukken gezaagd. Volgens een Joodse overlevering werd de profeet Jesaja, die zich in een boom had verstop, op bevel van Manasse met de boom in stukken gezaagd. Deze overlevering en gedachte vinden wij ook bij oude christelijke schrijvers, zoals Justinus Martelaar, Origenes, Tertullianus, Lactantius, Athanasius, Hieronymus en anderen.

Met het zwaard vermoord. Elia klaagde daarover:

1 Kon 19:10 En hij zeide: Ik heb zeer geijverd voor den HEERE, den God der heirscharen; want de kinderen Israëls hebben Uw verbond verlaten, Uw altaren afgebroken en Uw profeten met het zwaard gedood; en ik alleen ben overgebleven, en zij zoeken mijn ziel, om die weg te nemen. (SV)

Jer 26:23 Die voerden Uria uit Egypte, en brachten hem tot den koning Jojakim, en hij sloeg hem met het zwaard, en hij wierp zijn dood lichaam in de graven van de kinderen des volks. (SV)

In schapevachten, in geitevellen. Elia was "een man met een harig kleed".

2Kon 1:8 En zij zeiden tot hem: Hij was een man met een harig [kleed], en met een lederen gordel gegord om zijn lenden. Toen zeide hij: Het is Elia, de Thisbiet. (SV)

Johannes de Doper droeg een kleed van kamelhaar.

Mt 3:4 Hij nu, Johannes, droeg een kleed van kameelhaar en een leren gordel om zijn lendenen; en zijn voedsel was sprinkhanen en wilde honing. (Telos)

Voetnoten

  1. Het Nieuwe Testament; herziene Voorhoeve-uitgave (Vaassen: uitgeverij H. Medema, 1982), voetnoot.
  2. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Telos-vertaling.