Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Openbaring 15:


Openbaring 15 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Samenvatting

Een ander teken in de hemel: zeven engelen met zeven plagen, die de grimmigheid Gods voleindigen. Loflied der heiligen die het beest en zijn beeld hebben overwonnen (het is alsof ze in de hemel zijn). De zeven engelen treden uit de tempel.

Johannes ziet hemelse taferelen vóórdat de zegels worden verbroken, en vóórdat de zeven bazuinen worden geblazen, en in dit hoofdstuk: vóórdat de zeven schalen worden uitgegoten.

Hieronder worden enkele passages uit Openbaring 15 van het bijbelboek Openbaring 15 becommentarieerd.

Opb. 15:1

Opb 15:1  En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaar: zeven engelen die de zeven laatste plagen hadden, want hiermee is de grimmigheid van God voleindigd. (TELOS)

Groot en wonderbaar. Deze combinatie van woorden komt alleen nog in vers 3 voor.

Opb 15:3 En zij zingen het lied van Mozes, de slaaf van God, en het lied van het Lam en zeggen: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Heer, God de Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning van de naties! (TELOS)

Laatste plagen. De uitdrukking wijst op een tijdsorde, in volgorde in de tijd. De zeven schalen worden niet uitgegoten gelijktijdig met en parallel aan het verbreken van de zegels. De laatste plagen vallen wel onder de laatste bazuin en daarmee onder het laatste zegel.

Grimmigheid van God. De laatste plagen voleindigen de grimmigheid van God. Ze zijn "vol met de grimmigheid van God" (vers 7)

Opb 15:7 En een van de vier levende wezens gaf aan de zeven engelen zeven gouden schalen, vol met de grimmigheid van God die leeft tot in alle eeuwigheid. (TELOS)

Voleindigd. In het Griekse hetzelfde woord als "volbracht" met betrekking tot het kruiswerk van de Heiland (Joh. 19).

Opb. 15:2

Opb 15:2 En ik zag als een glazen zee met vuur gemengd, en hen die de overwinning behaald hadden over het beest en over zijn beeld en over het getal van zijn naam, op de glazen zee staan met harpen van God. (TELOS)

Glazen zee met vuur gemengd. Vergelijk:

Opb 4:6 En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En in het midden van de troon en rond de troon vier levende wezens, vol ogen van voren en van achteren. (TELOS)

"Met vuur gemengd" staat niet in Opb. 4:6, waar "kristal gelijk" staat. Glas wordt gemaakt met behulp van vuur. Kristal is een natuurproduct.

Opb 22:1 En hij toonde mij een rivier van levenswater, blinkend als kristal, die uitging vanuit de troon van God en van het Lam. (TELOS)

Het vuur in de glazen zee spreekt misschien van Gods grimmigheid, welke in de uitvoering van zijn oordeel wordt uitgestort.

Overwinning. Zij behaalden de overwinning, terwijl zij schijnbaar overwonnen werd door het beest. Zij zijn martelaren die trouw bleven tot de dood. Zij weigerden het beest of zijn beeld te aanbidden en zijn merkteken te dragen. Zij bewaarden de geboden van God en het getuigenis van Jezus.

Opb 12:17 En de draak werd toornig op de vrouw en hij ging weg om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, hen die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; (12-18) en hij ging op het zand van de zee staan. (TELOS)

Opb 14:12 Hier is de volharding van de heiligen die de geboden van God en het geloof in Jezus bewaren. Opb 14:13 En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Schrijf: gelukkig de doden die in de Heer sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten van hun arbeid; want hun werken volgen hen. (TELOS)

Opb 20:4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen die om het getuigenis van Jezus en om het woord van God onthoofd waren, en die het beest of zijn beeld niet hadden aangebeden en niet het merkteken aan hun voorhoofd en aan hun hand ontvangen hadden; en zij werden levend en regeerden met Christus duizend jaren. (TELOS)

Met harpen van God. In de hemel is niet slechts spraak, er wordt ook muziek gemaakt en er zijn middelen, instrumenten om muziek te maken. Vergelijk:

Opb 14:2 En ik hoorde een stem uit de hemel als een stem van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En de stem die ik hoorde, was als van harpspelers die op hun harpen spelen. (TELOS)

Opb. 15:3

Opb 15:3 En zij zingen het lied van Mozes, de slaaf van God, en het lied van het Lam en zeggen: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Heer, God de Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning van de naties! (TELOS)

Lied van Mozes. Zie Ex. 15. Het is het lied van verlossing uit Egypte. In Deut. 32 is ook een lied van Mozes, hierin staat de trouw van God centraal. Psalm 90 is een gebed van Mozes, dat als psalm wordt gezongen.

Opb. 15:5

Opb 15:5 En daarna zag ik, en de tempel van de tabernakel van het getuigenis in de hemel werd geopend. (TELOS)

De tempel van de tabernakel. De tempel bestaat in de gedaante van een tabernakel, een tentwoning.

Getuigenis. Het getuigenis op aarde was de ark van het verbond, waarin de stenen tafels met de tien geboden lagen. Zie art. Getuigenis.

Opb. 15:6

Opb 15:6 En de zeven engelen die de zeven plagen hadden, kwamen uit de tempel, bekleed met rein, blinkend linnen en de borst omgord met gouden gordels.

Borst omgord met gouden gordels. Ook de Heer Jezus droeg een gouden gordel om zijn borst.

Opb 1:13 en in het midden van de kandelaars iemand, de Zoon des mensen gelijk, bekleed met een gewaad tot de voeten en aan de borst omgord met een gouden gordel, (TELOS)

Opb. 15:8

Opb 15:8 En de tempel werd vervuld met rook van de heerlijkheid van God en van zijn macht; en niemand kon de tempel binnengaan, voordat de zeven plagen van de zeven engelen voleindigd waren. (TELOS)

Rook van de heerlijkheid van God. Dat gebeurt in de hemel, het gebeurde ook in de tempel op aarde, en de rook kwam bij de verheerlijking van de Heer Jezus op de berg.