Filemon: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 94: Regel 94:


== 24 ==
== 24 ==
Flm 1:24  [[Johannes Markus|Markus]], [[Aristarchus]], [[Demas]] en [[Lukas]], mijn medearbeiders. (Telos)
Flm 1:24  [[Johannes Markus|Markus]], [[Aristarchus]], [[Demas]] en [[Lukas (persoon)|Lukas]], mijn medearbeiders. (Telos)
'''Markus'''. Johannes, bijgenaamd [[Johannes Markus|Markus]], de schrijver van het [[Evangelie naar Markus]].
'''Markus'''. Johannes, bijgenaamd [[Johannes Markus|Markus]], de schrijver van het [[Evangelie naar Markus]].



Versie van 15 mrt 2022 10:44

Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

De brief aan Filémon wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Een inleiding tot de brief geeft: Brief aan Filémon. Over de persoon Filémon: Filémon (persoon).

1

Flm 1:1  Paulus, een gevangene van Christus Jezus, en Timotheüs, de broeder, aan Filemon, de geliefde en onze medearbeider, (Telos)

Een gevangene van Christus Jezus. Ook in vers 9. Paulus' lot en situatie lagen in Christus' handen. Vers 13: "mijn gevangenschap voor het evangelie". Vers 20: "Epafras, mijn medegevangene in Christus Jezus". Zijn gevangenschap was in verband van de arbeid van evangelisatie. Paulus was niet alleen in de gevangenis:

Flm 1:23  U groeten Epafras, mijn medegevangene in Christus Jezus, (Telos)

3

Flm 1:3  genade zij u en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus. (Telos)

Zie ook de wens in het laatste vers van deze brief:

Flm 1:25  De genade van onze Heer Jezus Christus zij met uw geest. (Telos)

5

Flm 1:5  daar ik hoor van uw liefde en uw geloof dat u hebt tot de Heer Jezus en jegens alle heiligen, (Telos)

Uw liefde en uw geloof. Liefde en geloof zijn hoofddeugden. De liefde staat hier voorop.

Tot de Heer Jezus en jegens alle heiligen. De Heer Jezus wordt als eerste genoemd. Hij is het waard.

6

Flm 1:6  opdat uw gemeenschap in het geloof krachtig wordt in de erkenning van al het goede dat in ons is voor Christus. (Telos)

Uw gemeenschap in het geloof. Paulus en Timotheüs hadden met Filemon hetzelfde geloof.

Al het goede dat in ons is voor Christus. Niet voor henzelf, maar voor de zaak van Christus. Paulus gaat hem een lastig verzoek doen en hoopt dat Filémon begrijpt en erkent dat het Paulus niet om zijn eigen gerief gaat, maar om de zaak van Christus.

7

Flm 1:7  Want ik had veel blijdschap en troost wegens uw liefde, omdat de harten van de heiligen door u, broeder, verkwikt zijn. (Telos)

Veel blijdschap en troost. Ondanks en in de toestand van gevangenschap.

Uw liefde. Zie ook vers 5.

8

Flm 1:8  Daarom, hoewel ik in Christus veel vrijmoedigheid heb u te bevelen wat gepast is, (Telos)

Ik in Christus. Ik als apostel (gezant) van en in verbondenheid met Christus.

Veel vrijmoedigheid heb u te bevelen wat gepast is. Zie ook "uw gehoorzaamheid" in vers 20.

9

Flm 1:9  doe ik ter wille van de liefde liever een beroep op u, daar het zo met mij is dat ik, Paulus, een oud man ben, en nu ook een gevangene van Christus Jezus. (Telos)

Een gevangene van Christus Jezus. Ook in vers 1.

10

Flm 1:10  Ik doe een beroep op u aangaande mijn kind dat ik in mijn gevangenschap heb verwekt, Onésimus, (Telos)

Mijn kind dat ik ... heb verwekt. Een geestelijk kind, een kind dat hij door de dienst van God in het evangelie heeft verwekt.

Onésimus. De naam Onésimus betekent "nuttig, voordelig, bruikbaar". Zie vers 11.

11

Flm 1:11  die u vroeger van geen nut was, maar nu en voor u en mij zeer nuttig is, (Telos)

Voor u en mij zeer nuttig is. Overeenkomstig zijn naam, zie vers 10. Zie ook vers 16: "voor mij ... voor u".

12

Flm 1:12  die ik aan u heb teruggezonden; hem, dat wil zeggen mijn hart. (Telos)

Mijn hart. Deze woorden spreken van Paulus' genegenheid jegens en innige band met Onésimus.

15

Flm 1:15  Want wellicht was hij daarom voor een tijd van u gescheiden, opdat u hem eeuwig zou bezitten, (Telos)

Paulus ziet in de gebeurtenissen, waaronder de bekering van Onésimus, Gods besturende hand.

16

Flm 1:16  niet langer als een slaaf, maar meer dan een slaaf, een geliefde broeder, vooral voor mij, hoeveel te meer dan voor u, zowel in het vlees als in de Heer. (Telos)

Voor mij ... voor u. Zie vers 10: "voor u en mij zeer nuttig".

Zowel in het vlees als in de Heer. Zowel in de praktische dienst als geestelijk in de Heer.

17

Flm 1:17  Als u mij dus voor uw deelgenoot houdt, neem hem aan als mijzelf. (Telos)

Uw deelgenoot. Die dezelfde dienstknecht, On'sesimus, heeft. En ook dezelfde Heer in de hemel.

Neem hem aan als mijzelf. Zó ziet Paulus zijn verbondenheid met zijn geestelijk kind Onésimus.

18

Flm 1:18  En als hij u enig onrecht heeft aangedaan of u iets schuldig is, breng dat mij in rekening. (Telos)

Hier komt de gezindheid, de offerbereidheid van Jezus tot uiting, die de schuld van zondaars betaalde aan het kruis van Golgotha.

19

Flm 1:19  Ik, Paulus, heb het met mijn eigen hand geschreven, ik zal het betalen, om u niet te zeggen dat u bovendien uzelf aan mij schuldig bent. (Telos)

Uzelf aan mij schuldig bent. Kennelijk had Paulus het leven van Filémon gered door de dienst van het evangelie, een arbeid die zelfverloochening en zelfopoffering vergt.

20

Flm 1:20  Ja broeder, laat mij voordeel van u hebben in [de] Heer; verkwik mijn hart in Christus. (Telos)

Voordeel. Zinspeling op de naam van Onésimus (= Voordelig) zie vers 10. Indirect zegt hij daarmee: laat mij uw slaaf Onésimus van u hebben.

In [de] Heer. Om wiens zaak het gaat en die wij gemeenschappelijk hebben en dienen.

21

Flm 1:21  Ik heb u geschreven in vertrouwen op uw gehoorzaamheid, daar ik weet dat u zelfs meer zult doen dan ik zeg. (Telos)

Uw gehoorzaamheid. Aan de Heer en aan de in de Heer gezaghebbende apostel Paulus, die "veel vrijmoedigheid" heeft om Filémon "te bevelen wat gepast is" (vers 8).

24

Flm 1:24  Markus, Aristarchus, Demas en Lukas, mijn medearbeiders. (Telos)

Markus. Johannes, bijgenaamd Markus, de schrijver van het Evangelie naar Markus.

25

Flm 1:25  De genade van onze Heer Jezus Christus zij met uw geest. (Telos)

Met uw geest. Waar Paulus' verzoek om Onésimus als dienaar te hebben zou worden overwogen en waar de beslissing zou vallen. Zie ook de zegenwens in vers 3.

Meer weten

Ger de Koning, De brieven aan Timotheüs, Titus en Filémon, een verklaring van deze brieven speciaal voor jou, Rotsvast 8. Uitgeverij Daniel, 2020, 2e druk. Pagina’s: 138. Nu lezen op kingcomments.com. Download pdf van oudesporen.nl. E-book ePub-formaat. E-book Mobi-formaat. Productinfo over de papieren versie.