Johannes 6

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 22 mrt 2021 om 13:46 (Kees Langeveld heeft de pagina Evangelie naar Johannes/Commentaar/Hoofdstuk 6 hernoemd naar Johannes 6 zonder een doorverwijzing achter te laten)
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Johannes 6:


Johannes 6 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Spijziging van vijfduizend mensen. Op het water lopend komt Jezus de zijnen op het meer te hulp. Het brood van het leven. Toehoorders lopen weg, leerlingen blijven.

  • 6: 1-15   Het wonder van de spijziging van 5000 mannen.
  • 6: 16-21 De discipelen op een onstuimig meer van Galilea. Jezus komt op het water lopend naar hen toe. Terstond komen ze aan land. 
  • 6: 22-71 De Heer noemt zich het Brood des levens. Velen verlaten hem, de twaalven blijven Hem trouw.
  • Viermaal verzekert de Heer dat Hij de ontslapenen zal opwekken op de laatste dag.

Vijfduizend mannen worden gevoed door de macht van de Heer, die schaarste verandert in overvloed. Getroffen door dit machtsteken wil de menigte, die Hem nu erkent als profeet, Hem koning maken. Maar Hij trekt zich terug naar een berg, als naar de plaats van de priester. De discipelen varen intussen op de zee te midden van duisternis en storm. De Heer komt tot hen, wandelend op de zee. Dit alles lijkt op Israël toepasbaar: de Heer wordt gezien als profeet, koning en priester. Hij zal hen leiden tot de haven van hun begeerte.

Wat volgt heeft betekenis voor het heden. De Zoon des mensen is het ware brood uit de hemel, en het werk van God dat mensen kunnen doen is geloven in de Zoon. Er is een tegenstelling tussen het manna en het nieuwe en hemelse voedsel. "Indien iemand zal eten van dit brood hij zal in eeuwigheid leven." Het leven wordt hier voorgesteld als iets dat men zich toeeigend door het eten van hemels voedsel, in plaats van als de levendmakende kracht van de Zoon van God zoals in het vorige hoofdstuk (Joh. 5). Maar voor dit toe te eigenen leven moest Christus sterven - Zijn vlees geven voor het leven van de wereld. "Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem opwekken op de laatste dag." We moeten ons voeden met een gestorven Heiland. Zijn dood is ons het leven. Dit schijnt een hard woord, maar het is een woord van leven.