Markus 4

Uit Christipedia
Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 11 feb 2019 om 09:11 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == 4:1-20 Gelijkenis van de zaaier == Volgorde in de gelijkenis: geen aarde, weinig aarde, goede aarde. Zaad heeft nodig ''goede aarde.''...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Markus 4:


Markus 4 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

4:1-20 Gelijkenis van de zaaier

Volgorde in de gelijkenis: geen aarde, weinig aarde, goede aarde. Zaad heeft nodig goede aarde. Ontleding: (1) aarde om te ontkiemen en te groeien; (2) diepe aarde: Het moet diep genoeg in de aarde wortelen. In het tweede voorbeeld kreeg het zaad geen wortel, doordat de aarde niet diep was; (3) ruimte boven de aarde, om te groeien

Merk op dat de ondergrond in de eerste twee voorbeelden hard is. Merk op dat in het derde voorbeeld er bovengronds iets gebeurt: verstikking.

Mr 4:11 En Hij zei tot hen: U is de verborgenheid van het koninkrijk van God gegeven; maar tot hen die buiten zijn, komt alles in gelijkenissen, Mr 4:12 opdat zij kijkend kijken en niet zien, en horend horen en niet verstaan; opdat zij niet misschien zich bekeren en hun vergeven wordt. (Telos)

Opdat zij ... niet ... opdat zij niet. Dit is moeilijk te begrijpen. Immers, de Heer wil dat iedereen behouden wordt, Hij kwam om zieken (zondaars) te genezen. Hoe kan hij dan willen voorkomen dat mensen zich bekeren en vergeving ontvangen? Hoe dat 'opdat zij niet' te verstaan? De betekenis is omstreden[1].

  • 'Gevolg'. Volgens de aantekening in de Willibrordvertaling uit 1978 geeft 'opdat zij niet' meer het feitelijk gevolg dan het doel van Jezus' onderwijs aan. De gebruikte Griekse wending, aldus de aantekening in de Willibrordvertaling van 1995, drukt gewoonlijk het doel uit, soms ook het resultaat, of zelfs de oorzaak. "In het joodse taalgebruik, aldus Mark Water[2] , wordt vaak een resultaat beschreven als een van te voren bepaald doel. Uit vs. 22-23 blijkt duidelijk dat de luisteraar zelf moet bedenken wat de betekenis is van het verhaal."
  • 'Opdat de Schrift verwerkelijkt wordt'. Ook suggereert men deze betekenis: ‘opdat de Schrift wordt verwerkelijkt, die zegt.’[1]
  • 'Middendoel'. Volgens sommigen is het ‘opdat’ in vers 12 te verstaan als middendoel, als subdoel, niet als einddoel. Zoals Dächsel het zegt: “Men heeft hier een goddelijke straf op het oog, die de bestemming heeft om op te voeden.” [3]
  • 'Oordeel over de ongehoorzamen'. De Kanttekenaren van de Statenvertaling zeggen: “Met deze woorden, genomen uit Jes 6:9, wordt verklaard het oordeel van God over degenen, die het Evangelie ongehoorzaam zijn. Zie Mt 13:14, en 2 Thess. 2:11, 12.”[4]

4:26-29 Gelijkenis van het zaad, de groei en de oogst

Opnieuw een gelijkenis van het Koninkrijk van God. Dit koninkrijk groeit vanzelf. Aan het eind is de oogst. De stichter is Jezus. Hij is de Heer van de oogst. Uit deze gelijkenis blijkt dat het Koninkrijk van God er nu al is, en wel in een vorm die voor de wereld ten diepste verborgen is. Men ziet wel iets, maar doorziet het niet. De gelijkenis biedt ook troost voor de zaaiers: God geeft de wasdom.

4:26-34 Gelijkenis van het mosterdzaad

Opnieuw een gelijkenis van het Koninkrijk van God. Kenmerken: gering begin; groei en grootheid; vogels van de hemel nestelen erin.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 Aldus de aantekening in de Willibrordvertaling uit 1995.
  2. Mark Water, Begrijp de Bijbel (Ark Boeken, 2001).
  3. Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 1 Cor. 4:12
  4. Kanttekening in de Statenvertaling, met gemoderniseerde spelling.