Spreuken/Hoofdstuk 21


Spreuken > Hoofdstuk 21
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Spreuken:


Hoofdstuk 21 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Spr. 41:4

Spr 21:4 Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, [en] de ploeging der goddelozen, zijn zonde. (SV)

De ploeging. Kan worden verstaan als 'het bedrijf'. d.i. de arbeid en het streven en wat dit voortbrengt. Vergelijk:

Spr 21:4 Verheven ogen en een te ruim hart,- wat boosdoeners voor elkaar krijgen is zonde. (NaB)

Het vertaalde Hebreeuwse woord, nir, betekent echter meestal 'lamp'. Men kan in dit vers denken aan het licht, d.i. de luister en voorspoed, van de goddelozen. Hun heerlijkheid straalt hun hoogmoed uit. Vergelijk:

Spr 21:4 Hoovaardigheid der ogen en trotschheid van gemoed, de lamp der goddelozen, zijn zonde. (Lu)

Spr 21:4 Trotse ogen en een verwaten hart: de lamp van de bozen is de zonde. (WV78)

Spr 21:4 Trotsheid van ogen en opgeblazenheid van hart; de glans der goddelozen is zonde. (NBG51)

Spr 21:4 Een hooghartige blik, een aanmatigend hart, wat een goddeloze uitstraalt is zondig. (NBV2004)