1 Thessalonicenzen/Hoofdstuk 1
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal. Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb. |
1 Thessalonicenzen:
Hoofdstuk 1 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.
1 Thess. 1:3
1Th 1:3 onophoudelijk gedachtig aan uw werk van het geloof en uw arbeid van de liefde en uw volharding van de hoop op onze Heer Jezus Christus, tegenover onze God en Vader, (Telos)
Geloof ... liefde ... hoop. Deze drie zijn belangrijke deugden, ze worden ook samen in 1 Cor. 13 genoemd. Paulus had van geloof en liefde gehoord uit de mond van Timotheüs, die hij tot hen gezonden had.
1Th 3:6 Maar nu is [zojuist] Timotheüs bij u vandaan bij ons teruggekomen en heeft ons de goede boodschap gebracht van uw geloof en liefde, en dat u altijd een goede herinnering aan ons hebt en vurig verlangt om ons te zien, zoals wij ook u. (HSV)
Uw arbeid van de liefde. Later in de brief drukt Paulus zijn wens uit dat God hen doet toenemen en overvloedig zijn in de liefde.
1Th 3:12 Maar u moge de Heer doen toenemen en overvloedig zijn in de liefde tot elkaar en tot allen, zoals ook wij tot u; (Telos)
1 Thess. 1:9
1Th 1:9 want zelf vertellen zij van ons welke ingang wij bij u hadden, en hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd om de levende en waarachtige God te dienen (Telos)
Ingang.
1Th 2:1 Want u weet zelf, broeders, dat onze ingang bij u niet vergeefs is geweest; (Telos)
1 Thess. 1:10
1Th 1:10 en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn. (Telos)
Van de komende toorn. Van, Gr. ek (= vanuit, uit), maar de meerderheidstekst (Byzantijnse tekst) heeft Gr. apo (= weg van, van ... vandaan, vanaf), in de zin van er niet in komend, ervan weg gehouden blijven. We worden niet aan de toorn blootgesteld. We worden vóór het uitgieten van Gods toorn weggenomen[1].
1Th 5:9 want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de behoudenis door onze Heer Jezus Christus, (Telos)
Ro 5:8 Maar God bevestigt zijn liefde tot ons hierin, dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Ro 5:9 Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. Ro 5:10 Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van zijn Zoon, veel meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door zijn leven. (Telos)
'Van' in "van de toorn" in Rom. 5:9 is Gr. apo, zowel in de meerderheids- als in de minderheidstekst. De behoudenis waarvan Rom. 5:9 spreekt is een toekomstige.
Voetnoot
- ↑ Aldus Roger Liebi in: 2. Thessalonicher – Teil 2 (Kap. 2): Für die Endzeit wichtige prophetische Wahrheiten I. Youtube.com: Roger Liebi Live, 12 aug. 2023. Vanaf 48 min.