Ezechiël 12

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Ezechiel 12)

Ezechiël 12 is een hoofdstuk van Ezechiël, een geschrift in de Bijbel, en telt 28 verzen.

Hoofdstukken van Ezechiël samengevat en/of becommentarieerd: · 1 · 2 · 3 · 4 · 5 · 6 · 7 · 8 · 9 · 10 · 11 · 12 · 13 · 14 · 15 · 16 · 17 · 18 · 19 · 20 · 21 · 22 · 23 · 24 · 25 · 26 · 27 · 28 · 29 · 30 · 31 · 32 · 33 · 34 · 35 · 36 · 37 · 38 · 39 · 40 · 41
Verzen van Ezechiël 12 becommentarieerd: · 6 · 10 · 11 · 12 · 13 · 22

Samenvatting

1-16 In opdracht van God beeldt Ezechiël de aanstaande wegvoering van koning Zedekia en zijn volk uit. 17-20 Voorzegging over de ellende die Israël zal overkomen. 21-28 Het strafgericht is op handen en wordt, anders dan in Israël wordt gezegd, niet uitgesteld.

6

6 Voor hun ogen zult gij het op de schouders dragen, in donker zult gij het uitbrengen; uw aangezicht zult gij bedekken, dat gij het land niet ziet; want Ik heb u den huize Israëls tot een wonderteken gegeven. (SV) 

Een wonderteken. Zie vs. 11. Een voorafbeeldend teken, een voorteken, dat tot bewijs van Gods voorkennis of macht strekt.

10

10 Zeg tot hen: Zo zegt de Heer Jahweh: Deze last is [tegen] de vorst te Jeruzalem, en het hele huis Israëls, dat in het midden van hen is. (CP[1]) 

Deze last. Deze in Ezechiëls handelwijze uitgesproken bedreiging.

De vorst te Jeruzalem. D.i. koning Zedekia.

11

11 Zeg: Ik ben ulieder wonderteken; gelijk als ik gedaan heb, alzo zal hun gedaan worden; zij zullen door wegvoering in de gevangenis heengaan. (SV) 

Wonderteken. Zie vs. 6.

12

12 En de vorst, die in het midden van hen is, zal [het] [gereedschap] op den schouder dragen in donker, en hij zal uitgaan; zij zullen door den wand graven, om [hem] daardoor uit te brengen; hij zal zijn aangezicht bedekken, opdat hij met het oog de aarde niet zie. (SV) 

Dit Schriftwoord ziet op de vlucht van Zedekia uit Jeruzalem.

13

13 Ik zal ook Mijn net over hem uitspreiden, dat hij in Mijn jachtgaren gegrepen worde; en Ik zal hem brengen in Babylonie, het land der Chaldeën; ook zal hij dat niet zien, hoewel hij daar sterven zal. (SV) 

De koning Zedekia is op zijn vlucht gegrepen en te Ribla verblind. Hij kwam als balling in Babylonië, zonder dat land te zien.

22

22 Mensenkind, wat is dit voor een spreekwoord, [dat] gijlieden hebt in het land Israëls, zeggende: de dagen zullen verlengd worden, en al het gezicht zal vergaan? (SV)  

Al het gezicht zal vergaan. Al de voorzegging geopenbaard door een gezicht zal niet uitkomen. Woorden van dergelijke strekking kunnen wij ook in onze dagen verwachten:

2Pe 3:3  Weet dit eerst, dat er in het laatst van de dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen 2Pe 3:4  en zeggen: Waar is de belofte van zijn komst? Want sinds de vaderen zijn ontslapen, blijft alles zo als van het begin van de schepping. (Telos)

Voetnoot

  1. Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling.