Galatenbrief/Commentaar/Hoofdstuk 2

Uit Christipedia
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal.
Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb.

Galatenbrief:


Hoofdstuk 2 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.

Gal. 2:19

Ga 2:19 Want ik ben door de wet aan de wet gestorven om voor God te leven. (TELOS)

De wet prikkelt de zonde. Zonde is overtreding van de wet. Het gevolg van de zonde is de dood. Wie dood is, is dood voor de wet, omdat de wet geldt voor levende mensen.

Gal. 2:20

Ga 2:20 Ik ben met Christus gekruisigd en ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij; en wat ik nu leef in het vlees, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. 

In enkele andere vertalingen:

Ga 2:20 Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. (HSV)

Ga 2:20 Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, [dat is], niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu [nog] in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven. (NBG51)

De Emphasized Bible van Joseph Bryant Rotherham vertaalt aldus:

With Christ have I been crucified; and living no longer am I but, living in me is Christ,––while so far as I now do live in flesh by faith, I live – The faith in the Son of God, who loved me, and gave himself up in my behalf.

De woorden met de meeste nadruk in de brontekst zijn onderstreept. Het "niet ik, maar ..." komt ook naar voren in 1 Cor. 15:10

1Co 15:10 Maar door de genade van God ben ik wat ik ben; en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, maar ik heb overvloediger gearbeid dan zij allen; maar niet ik, maar de genade van God met mij. (TELOS)

Met Christus zijn wij, krachtens onze vereniging met Hem, gestorven en opgestaan. Dat Paulus niet dood (gebleven) is, blijkt uit "en wat ik nu leef" en vers 19 "om voor God te leven". De dood en opstanding van Christus baant de weg naar een nieuw leven voor, met en door Hem.

In Maria, de moeder van de Heer, heeft de Heer 9 maanden geleefd. Zij had kunnen zeggen "Christus leeft in mij".